Stotteren is het spreken met veel voorkomende herhalingen, door verlengingen van klanken, lettergrepen of woorden of door aarzelingen of pauzes. De samenwerking tussen hersenen, zenuwen en spieren verloopt bij stotteren niet optimaal.
Als deze kenmerken langer dan drie maanden veelvuldig voorkomen en het vloeiend spreken wordt belemmerd, spreken we van stotteren.
Naast het merkbare stotteren kan een kind ook verborgen stotteren. Verborgen stotteren is het vermijden van moeilijke woorden door spreekangst en minderwaardigheidsgevoelens. Het kan een belangrijkere plaats innemen dan het merkbare stotteren.
Bij stotteren speelt erfelijkheid een belangrijke rol, samen met de omgevingsfactoren. Spanning en emoties hebben invloed op het stotteren.
Stotteren valt op zodra een kind meer gaat praten, meestal tussen de 2 en de 5 jaar. Ongeveer 5% van de kinderen stottert op die leeftijd. Een groot gedeelte hiervan (ongeveer 75%) gaat vanzelf over. Het herstelt vaker bij meisjes dan bij jongens. Daardoor zijn er op oudere leeftijd meer jongens die stotteren dan meisjes.
Als het stotteren meer dan een half jaar aanhoudt, is het goed om naar een (stotter)therapeut of logopedist te gaan. Een vroege interventie kan voorkomen dat het stotteren verergert.
Laatst geactualiseerd op 16 december 2021