Het lukt toch niet...

Arja Kerpel

Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl

 

  Geplaatst op 1 juni 2015

  >> Het lukt toch niet... direct bestellen.

Het lukt toch niet, het zal nooit lukken en het ligt aan mij… Negatief denken? Helaas komt het bij veel kinderen voor. Ze blazen mislukkingen op en leggen de oorzaak bij zichzelf: In het boek Het lukt toch niet… laat Tamar Chansky zien hoe negatief denken ontstaat en hoe je er samen mee aan de slag kunt.

Het lukt toch niet… is als volgt opgebouwd:

  • Deel 1: De gedachten van je kind veranderen.
  • Deel 2: Navigeren door de wisselvalligheden van het leven.
  • Deel 3: De as van mogelijkheden omkeren.

Deel 1 De gedachten van je kind veranderen

Hoofdstuk 1. Negatief denken begrijpen

Een kind met negatieve gedachten denkt vaak negatief op drie gebieden:

  • Over zichzelf. 
  • Over de wereld.
  • Over hun toekomst.

Het probleem is: Als iets misgaat, is het voor deze kinderen voor eens en altijd fout. Martin Seligman noemt dit een pessimistische verklaringsstijl. Kenmerkend bij negatieve gebeurtenissen zijn de drie P’s:

  • Permanent. ‘Dit gebeurt altijd!’
  • Pervasief. Het heeft niet betrekking op één domein, maar het omvat alles. Het is allesdoordringend. Bij één slecht cijfer is gelijk de hele school afschuwelijk.
  • Persoonlijk. ‘Het is allemaal mijn fout’.

Kun je zo’n patroon veranderen, als het een automatisme is geworden? Jazeker! Het is zo dat er in je hersenen allemaal paadjes lopen. Veelgebruikte paadjes worden drukker en sterker. In het brein van een kind met depressieve gedachten zijn de negatieve paadjes snelwegen. Door nieuwe, realistische paadjes aan te leggen, kun je dit negatieve patroon doorbreken. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het is zeker mogelijk.

Specifiek

Het pad door het moeras van negatieve gedachten is: specificeren. Breng een overweldigend wereldprobleem terug tot een specifieke aanleiding. Kinderen hebben zelf niet door dat ze een situatie honderd keer uitvergroten onder de microscoop. Ze moeten leren om de microscoop goed bij te stellen. 

Goed om te weten: een kind met depressieve gedachten is iets anders dan een depressief kind. Het hangt ook af wat voor type kind het is. Sowieso is niet elke negatieve denker hetzelfde. De auteurs onderscheiden:

  • De soms-negatieve-denker. Zelfs bij de gelukkigste kinderen gaat het licht soms uit tijdens een negatieve bui. Een kind met negatieve gedachten kan een uur later weer met iets anders bezig zijn alsof er niets gebeurd is. 
  • De negatieve magneet. Voor deze kinderen is het glas altijd halfleeg. Ze hebben geen tegenslag nodig om zich ongelukkig te voelen.
  • Het angstig-negatieve kind. Dit kind wordt de hele dag geplaagd door ‘wat als?’ vragen.
  • De perfectionistische snelkookpan. Als alles precies perfect moet zijn, heb je nooit een goede dag want er gaat altijd wel iets mis. Door alle mislukkingen is het moeilijk om een succes te zien.
  • Explodeerders. Sommige kinderen reageren op hun interne negatieve plaaggeesten door woede.
  • Implodeerders. Sommige kinderen doen op school zó hun best om hun negatieve gedachten te onderdrukken, dat ze thuis ontploffen.

Welke type kind je ook hebt, meestal beschrijven ouders en leerkrachten het als onbereikbaar. Wat ze ook zeggen, niets komt binnen.

Daarom is het bestrijden van de inhoud van de negatieve gedachten niet de juiste strategie.

Het is beter om de focus te verplaatsen naar ‘wie er aan het woord is’. Geef de bron van negatieve gedachten een naam.

Hoofdstuk 2 Breng je kind op andere gedachten

De eerste stap in het veranderen van negatief denken is weten wanneer het gebeurt. Als kinderen de stem van hun negatieve brein herkennen, kunnen ze hun verstandige brein te hulp roepen. Negatieve gedachten zijn geen wetten, maar hypotheses. Als kinderen leren dat negatieve gedachten vooral onbetrouwbare, eerste reacties zijn, zullen ze minder geneigd zijn om ernaar te luisteren.

Negen lessen om je brein te slim af te zijn:

  1. Leer je kind beide hersenhelften gebruiken. De linker/gelukkige hersenhelft evenals de rechterhersenhelft.
  2. Kies hoe je iets wilt zien. Winston Churchill zei: Een pessimist ziet problemen in elke kans, een optimist ziet kansen in elk probleem.
    • Verander permanent in: misschien, soms, nu en tijdelijk.
    • Verander pervasief in: het is één ding, niet alles.
    • Verander persoonlijk: niet alles draait om jou. 
  3. De kracht van niet-negatief denken. Het is een algemene vergissing dat positief denken de oplossing is voor negatief denken. Het is veel effectiever om de negatieve gedachten het zwijgen op te leggen of in aantal te doen afnemen. Dat kan door neutrale, strategische of op coping-gerichte gedachten.
  4. Hoe negatieve praat leidt tot negatieve praat. Negatieve gedachten leiden vaak tot een selffulfilling prophecy.
  5. Feiten van gevoelens scheiden. De essentiële les is: iets (vaak) voelen maakt dat gevoel niet waar. Erken gevoelens, ontkennen heeft geen zin. Besef dat gevoelens tijdelijk zijn. 
  6. Trends en uitzonderingen. Vraag je samen met je kind af of iets een trend is of een uitzondering. 
  7. Herlabel het probleem als het negatieve brein. Hernoemen ontneemt het negatieve denken zijn geloofwaardigheid en helpt het kind om dit niet als de waarheid te zien, maar als de irritante, verkeerd geïnformeerde stem.
  8. Ook positieve gebeurtenissen verdienen zorgvuldig denkwerk. Negatief denkende kinderen maken niet alleen het slechte slechter, maar ook het goede slecht.
  9. Ondervang denkfouten. Bijvoorbeeld: alles-of-niets-denken, catastroferen, gedachtenlezen en uitvergroten of minimaliseren.

Checklist

Zodra je algemene valkuilen van negatief denken bij je kind ziet, kun je helpen om eruit te klimmen. Welke signalen moet je alert op zijn?

  • Overdrijven.
  • Zelfverwijt en makkelijk boos worden op zichzelf.
  • Generaliseren.
  • Geen nieuwe uitdagingen uitproberen tenzij zeker is dat het lukt.
  • Moeite met omgaan met vergissingen, teleurstelling of verlies.
  • Dichtklappen bij obstakels.

Hoe kun je leren om accuraat te denken?

  • Stel de echte oorzaak vast.
  • Plaats de gebeurtenis in het juiste perspectief.
  • Kijk naar wat wel werkte, niet alleen naar wat niet werkte.
  • Denk wat dit over een week, maand of vijf jaar voor je betekent.

Hoofdstuk 3 Het doorstaan van de storm van grote, negatieve gevoelens

Als ouders wil je graag negatieve gevoelens wegnemen. Daarom zorgen ouders er vaak koortsachtig voor dat grote emoties bij een kind stoppen. Het signaal dat je daarmee afgeeft is: er is iets mis met deze gevoelens. We moeten niet de gevoelens kwijtraken, maar de angst voor de gevoelens.

Het is belangrijk dat kinderen emoties niet als iets verkeerds zien, maar dat zij juist leren omgaan met deze gevoelens.

We moeten onze kinderen niet van hun gevoelens weghalen, maar deze gevoelens veilig, bekend en productief voor hen maken.

Hoe laat je gevoelens efficiënt voorbijgaan?

  • Monitoring: Hoe hevig is het gevoel, en hoe hevig wil je dat het is?
  • Moduleren: Wat maakt heftige gevoelens heftiger of minder heftig?
  • Achter het gevoel zit vaak een onopgelost probleem. Breng dat in kaart, bedenk oplossingen, kies de beste en oefen deze.
  • Laat het kind iets anders doen, waar hij rustig van wordt. Dat kan iets actiefs zijn, iets rustigs, iets sociaals of juist iets creatiefs. 
  • Laat diep ademhalen.
  • Zorg voor afleiding, humor of een verrassingselement.
  • Herken triggers: honger, vermoeidheid, overprikkeling, stress, etc. Probeer ze te beperken. 

En als het écht heftig is…

  • Zorg voor veiligheid, maar geef ruimte om stoom af te blazen. 
  • Geef jezelf de tijd om rustig te ademhalen en te bedenken wat je gaat doen.
  • Maak je kind duidelijk dat je wilt helpen. 
  • Vertraag de uitbarsting door kalm en langzaam te praten en benoem wat er aan de hand is.
  • Als je merkt dat je zelf boos begint te worden, zeg dat, schreeuw niet. Als dat niet lukt, geef jezelf een time-out.

Wat kun je beter niet doen?

  • In de hitte van de strijd oplossingen of straffen bedenken
  • Corrigeren is olie op het vuur.
  • Redelijkheid werkt ook niet.
  • Raak niet in paniek, bedenk dat het tijdelijk en hanteerbaar is.
  • Voel je niet gehaast. Je hart bonkt omdat je overstuur bent, niet omdat er snel iets gedaan moet worden.

Afreageren, of toch niet?

Afreageren tegen een boksbal of een kussen? Veel boeken hebben dit decennialang aangeraden, waaronder boeken van deze auteur. Zij geeft nu echter aan dat dit niet door onderzoek ondersteund wordt. Hierdoor komt er namelijk nog meer adrenaline vrij, en voedt je het probleem.

Hoofdstuk 4 Focus op de sterke kanten van je kind

In dit hoofdstuk gaat het onder andere over mindset en positieve psychologie. De auteur behandelt tien strategieën om de unieke krachten van kinderen vast te stellen en te gebruiken. Een paar tips:

  • Benadruk niet het potentieel van je kind; dit zet hem onder druk omdat zijn huidige prestaties niet worden gewaardeerd.
  • Verwar een uitkomst niet met algemene eigenschappen. Dus niet: ‘Je hebt een negen, je bent slim’.
  • Focus op het proces: op inspanning, leren en doorzettingsvermogen.

Hoofdstuk 5 Van ‘nee’ naar ‘weten’ 

In dit hoofdstuk beschrijft de auteur een masterplan om negatief denken te doorbreken. De stappen zijn:

  • Empathie met je kind. Ga mee met de stroom, accepteer en spiegel wat je kind voelt. Wees geduldig.
  • Herlabel en specificeer. Breng het probleem terug naar het specifieke onderwerp.
  • Optimaliseer. Ontwikkel samen verschillende perspectieven op de situatie en kies het best werkende perspectief.
  • Mobiliseer. Stimuleer het kind om zijn hersenen aan het werk te zetten en actie te ondernemen om het probleem op te lossen.

Bedenk dat iedereen zijn slechte dagen heeft, het kan zijn dat je kind een dag niet wil werken. Verwacht ook niet van je kind dat het hier de hele tijd aan werkt.

Deel 2 Navigeren door de wisselvalligheden van het leven

In Deel 2 staat uitgebreid uitgewerkt hoe een normale ontwikkeling eruit ziet, en wat tekenen van een depressie zijn. Omdat dit heel precies komt, is het niet geschikt om samen te vatten. Ook komen in dit deel diverse behandelingen bij depressie aan bod, zoals cognitieve gedragstherapie.

Hoofdstuk 7 Verlies, mislukking en jaloezie

Als we onze kinderen willen leren om veerkrachtig met narigheid en mislukkingen om te gaan, moeten we ze er niet van weghouden. Kinderen zijn erbij gediend als we ze laten zien dat zij door een moeilijke periode heen kunnen komen als ze niet weglopen voor de problemen. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn: mislukking, competitie, teleurstelling, jaloezie, scheiding en de dood.

Hoofdstuk 8 De rol van de ouders

Besef als ouder wat je uiteindelijke doel is: dat je kind vaardigheden aanleert om ons te kunnen verlaten. Elke interactie met de kinderen moet de balans tussen steun en vrijheid bevatten die de kinderen zal brengen naar waar ze moeten zijn. 

Deel 3 De as van mogelijkheden omkeren

Het boek sluit af met:

  • Hoofdstuk 9 Veerkracht om mee te nemen en geluk om te houden.
  • Hoofdstuk 10 Alledaags optimisme.
  • Hoofdstuk 11 Verlicht het pad naar de toekomst.
  • Een gedegen literatuurlijst.

Tot slot

Het boek Het lukt toch niet… geeft inzicht in de gedachten van een negatief denkend kind. Het boek is goed leesbaar en er staan veel tips in. Tussen de tekst staan oefeningen in flexibel denken. Ook staan er spelletjes en goed uitvoerbare strategieën in.

Ik kan me van harte aansluiten bij de aanbeveling van Judith Beck op de achterflap: Elke ouder met een pessimistisch, negatief denkend kind moet dit boek lezen! Ook voor andere opvoeders die met deze kinderen te maken hebben, is dit boek erg nuttig.

Bestellen

N.a.v. Chansky, Tamar, Het lukt toch niet… Effectieve en praktische strategieën om negatief denken bij kinderen te verminderen. 2012: Hogrefe Uitgevers Amsterdam, 255 blz. ISBN 978 9079 729609. € 24,95.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Het lukt toch niet... is te bestellen via:

Gerelateerd

Opleiding
Gedragsexpert in het vmbo en mbo
Gedragsexpert in het vmbo en mbo
Professioneel omgaan met gedrag van jongeren op school
Medilex Onderwijs 
Gedragsproblemen
Indicaties van gedragsproblemen en werkhoudingproblemen.
Machiel Karels
Zelfvertrouwen
Vertrouwen en zelfvertrouwen als kwaliteiten van ontwikkeling en leren.
Luc Stevens
Ervaringsreconstructie
De ervaringsreconstructie; van onmogelijkheid naar kans
Marcel van Herpen
Inzicht in gevoelens
Sociale vaardigheden - inzicht in het eigen gevoelsleven
Machiel Karels
Dyslexie en depressie
Depressie en angst bij basisschoolleerlingen met dyslexie
Anna Bosman
13 adviezen om te groeien in zelfaanvaarding
Groeien in zelfaanvaarding, 13 concrete adviezen
Hilde van Rossen
Ik snap het wel, maar niet zo snel…
Ik snap het wel, maar niet zo snel…- Tips bij lage verwerkingssnelheid
Arja Kerpel

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



zelfbeeld

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest