Hoe pak je discriminatie effectief aan? Zeven vragen over discriminatie
Geplaatst op 21 september 2020
Dit artikel is geschreven door Hanneke Felten
Vooroordelen, stereotypen en discriminatie verminderen onder jongeren op de middelbare scholen is geen makkelijke klus. Maar het is zeker niet onmogelijk. Het kan door hier speciale lessen aan te wijden, bijvoorbeeld bij maatschappijleer, maar ook door in andere lessen het thema terug te laten komen. Vanuit Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) hebben collega’s en ik honderden wetenschappelijke studies bestudeerd en reageren we op de meeste prangende vragen.
Waarom is het nodig aandacht te besteden aan discriminatie?
Gediscrimineerd worden is net als roken: het tast de gezondheid ernstig aan. En net als bij roken is het ook schadelijk voor de omgeving. Zelfs als je zelf (nog) niet gemerkt hebt dat je gediscrimineerd wordt, maar wel meemaakt dat mensen die op jou lijken vaak gediscrimineerd worden, dan kan dit negatieve effecten hebben voor de gezondheid. Dit blijkt uit o.a. een proefschrift van Umar Ikram. Preventie van discriminatie is dus belangrijk omdat discriminatie de gezondheid schaadt (lees hier meer). En uiteraard is het voorkomen van discriminatie belangrijk omdat het verbod op discriminatie in artikel 1 van onze Grondwet staat.
Wat voorspelt discriminatie?
Wanneer je sterke vooroordelen hebt en sterke stereotiepe beelden, is de kans groter dat je discrimineert.
Met vooroordelen worden gevoelens bedoeld over iemand omdat hij of zij wordt gezien als lid van een bepaalde groep.
Stereotypen daarentegen gaan niet over gevoelens maar zijn generalisaties over bepaalde groepen mensen en zijn cognitiever van aard. Bijvoorbeeld: ‘alle Amsterdammers rijden op bakfietsen’ is dus een stereotype maar een hekel hebben aan iemand omdat hij of zij een Amsterdammer is, is dus vooroordeel. Vooroordelen en stereotypen gaan meestal hand in hand en vergroten de kans op discriminatie.
Echter, ook iemand met weinig vooroordelen en stereotypen kan discrimineren: wanneer iemand namelijk denkt dat het ‘normaal’ is om een bepaalde groep te discrimineren - omdat iedereen dat doet - dan is de kans groot dat deze persoon gaat discrimineren. Mensen discrimineren dus vaak omdat ze denken dat anderen dat doen. Dit wordt de sociale norm genoemd en deze is vaak sterker dan je eigen vooroordelen en stereotypen. Als instituten en personen met gezag (bijvoorbeeld politici, de politie of scholen) ook discrimineren, wordt de kans op discriminatie nog groter omdat het beeld dan ontstaat dat discriminatie de norm is in plaats van de afwijking.
Zijn vooroordelen onbewust?
Vooroordelen maar ook stereotiepe beelden, zijn vaak deels onbewust. Of beter gezegd: zij zijn deels automatisch. Dat betekent dat ze actief worden in je brein zonder dat je daar bij stil staat. De Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman noemt dit systeem 1: ons automatische en snelle denken. Het is net als bij fietsen: je hoeft niet bewust na te denken over hoe je fietst, je doet dat op de automatische piloot. Dus als je twee mensen ziet in een witte jas in het ziekenhuis en de een is een man en de ander is vrouw, kun je zonder er bij stil te staan zomaar aannemen dat hij wel een arts zal zijn en zij een verpleegkundige.
Echter als je hier even bewust over nadenkt, realiseer je je vaak dat dit vooringenomen is en niet hoeft te kloppen. Dan is systeem 2 aan het werk: onze trage, weloverwogen denken. Maar systeem 1 is dominant: een groot gedeelte van de dag denken we vanuit systeem 1 en af en toe komt systeem 2 ook om de hoek kijken.
Is het stimuleren van bewustwording over die onbewuste eigen vooroordelen dan een goed idee?
Het proberen jongeren bewust te maken van hun eigen vooroordelen, is een type les die vaak wordt gegeven met het oog op discriminatiepreventie. Het idee is dan dat je bewust (met systeem 2) gaat stil staan met de automatische en vaak onbewuste vooroordelen en stereotiepe beelden die je hebt (systeem 1).
En de bedoeling is dan dat je die onbewuste automatische vooroordelen onder de duim gaat houden; systeem 2 gaat dus letten op systeem 1.
Zo’n aanpak is zinvol bij mensen die goed zijn in zelfcontrole en gemotiveerd zijn om onbevooroordeeld te zijn. Maar pubers blinken meestal niet uit in zelfcontrole. Voor de meeste van hen heeft bewustwording van hun eigen vooroordelen of stereotiepe beelden niet veel zin. Lees hier meer daarover.
Is een debat of discussie een goede manier om discriminatie te voorkomen?
Nee. Vooroordelen zijn niet rationeel en daardoor dus ook moeilijk rationeel onderuit te halen.
Discussie of debatten met rationele argumenten leveren dan meestal ook niet veel op.
Sterker nog: het kan averechts werken doordat mensen horen hoe anderen discriminatie bagatelliseren of zelf goedkeuren. Want als leerlingen horen dat hun medeleerlingen (en zeker hun vrienden) discriminatie goedkeuren of zichzelf discriminerend uitlaten, dan beïnvloedt dat de mening van die andere leerlingen. Leerlingen die eerder neutraal of positief waren over bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond, vluchtelingen of moslims kunnen door het horen van de negatieve uitspraken van een hun medeleerlingen deze negatieve houding gaan overnemen (mensen discrimineren namelijk met name omdat ze denken dat anderen dat ook doen!). Dat betekent dat wanneer je veel ruimte geeft als docent aan discriminerende uitingen in je klas, de discriminatie waarschijnlijk verder toeneemt.
Wat is de beste manier om discriminatie te verminderen?
Een van de beste manieren om discriminatie te verminderen is via ervaringsverhalen over discriminatie die verteld worden uit het perspectief van mensen die gediscrimineerd worden. Wanneer je je in zo’n verhaal gaat inleven, kun je empathie vergroten.
Door de inleving en empathie komen het zelfbeeld en het beeld van de persoon die zijn of haar ervaringsverhaal vertelt dichterbij elkaar, waardoor vooroordelen en stereotypen verminderen.
Huur daarom bijvoorbeeld professionele sprekers in die voor de klas hun ervaringsverhaal delen, gebruik films waarin leerlingen zich kunnen inleven in de hoofdpersoon die gediscrimineerd wordt of zoek naar een passend theaterstuk waarin het perspectief van de persoon die gediscrimineerd wordt, centraal staat. Check dit filmpje voor meer info.
Welke valkuil moet je vermijden bij discriminatie preventie?
Een bekende valkuil is om in een les over discriminatie, te gaan praten over stereotiepe beelden van allerlei gediscrimineerde groepen en deze te gaan bespreken met de klas. Diverse studies wijzen uit dat wanneer je stereotiepe beelden benoemt (‘alle moslims zijn..’ of ‘alle Surinamers doen…’) dit leidt tot versterking van (onbewuste) stereotiepe beelden, zelfs als je naderhand uitlegt dat deze stereotypen niet kloppen. Want als er een stereotype wordt genoemd en er wordt je vervolgens verteld dat je zo niet moet denken dan lukt dat vaak niet goed (‘denk niet aan roze olifant’).
Wil je toch uitleggen wat een stereotype is? Dan kun je ook stereotypen noemen die gaan over groepen mensen die niet structureel gediscrimineerd worden (bijvoorbeeld studenten van de universiteit of bankdirecteuren).
Bronnen:
Meer tips voor het onderwijs vind je hier
Achtergrond info en stappels wetenschappelijke studies vind je in dit dossier
Hanneke Felten is Onderzoeker bij Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) en Movisie op het terrein van effectief discriminatie bestrijden.