Integratief luisteren
Harry van de Pol
Trainer, coach en inspirator bij Van binnenuit
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/integratief-luisteren.php
Heb je het luistergedrag van een coach?
Veel IB-ers willen een coachende opstelling hebben naar collega's. En leerkrachten willen kinderen vaak coachend begeleiden in hun leerproces. En coaches zijn prima luisteraars. Daar wil ik tenminste vanuit gaan. Een groot deel van hun werk bestaat echter uit ánderen te helpen in het luisteren naar zichzélf. En daar passende consequenties aan te verbinden.
Hoe help je een ander naar zichzelf te luisteren? En wat betekent dat voor het luisteren van de coach? Dit artikel is een bezinning op wat luisteren in essentie is om van daaruit te zoeken naar handvatten voor de praktijk van het coachen.
Er zijn genoeg coaches ‘methodemoe’. Van allerlei kanten krijgen zij nieuwe theorieën, modellen en methodieken aangereikt. Maar hun gereedschapskoffer puilt al uit. En lang niet alles wat daarin zit gebruiken zij ook. In het vakgebied van een coach is steeds meer belangstelling voor integratief denken.
Dit wordt gevoed door ontwikkelingen in de psychotherapie. Men probeert de essenties van de verschillende modellen samen te smelten in een overkoepelend model. In de relativerende wetenschap dat technieken en interventies slechts 15% van het effect van de begeleiding bepalen (Trijsburg, 2002). Voor de coach die maar met één methode werkt misschien ongeloofwaardig, maar toch invoelbaar en eigenlijk vanzelfsprekend.
Het draait toch ook niet om de verschillende manieren van werken, maar om degene die je coacht? Of dat nu een leerkracht of een leerling is, het komt op hetzelfde neer. Het echte ‘succes’ in het begeleiden van mensen is te behalen in wat men ‘gemeenschappelijke therapiefactoren’ noemt: empathie, warmte, acceptatie, bemoediging.
Een onderzoek naar de werkende ingrediënten van duizenden technieken en interventies uit al die honderden therapiestromingen1 maakt aannemelijk dat er acht helpende factoren zijn. De eerste daarvan is het beschikken over contact met iemand die naar je luistert! Met als onderliggende veranderprincipes: ‘de perceptie van de gecoachte. Van een warme en steunende, niet veroordelende relatie’ en ook ‘de bewustwording en correctie van vertekende ideeën over zichzelf’.
Ik ben er dan ook niet op uit en nieuwe methode of theorie aan te reiken, maar wil de essentie van luisteren doordenken en een manier van kijken beschrijven die coaches kan helpen om de leerkracht of een leerling in de klas te laten groeien in het luisteren naar zichzelf.
Luisteren naar jezelf
In de praktijk van het coachen komen wij met grote regelmaat mensen tegen die zeggen het contact met zichzelf (of met een deel van zichzelf) te zijn kwijtgeraakt. Maar ook wanneer leerkrachten dat niet zeggen, heeft een coach vaak meer dan voldoende aanleiding om die hypothese te toetsen.
Als mensen bijvoorbeeld zeggen: ‘een deel van mij zegt ‘ja’, maar er is ook een deel wat tegenspartelt’. Of als mensen spontaan delen van zichzelf een naam gaan geven als ‘de moeder in mij’ of ‘mijn innerlijke criticus’. Het lijkt erop dat we in ons dagelijks taalgebruik onze persoonlijkheid opdelen in verschillende stukjes.
Voor coaches blijkt dit een bruikbare bril om mee te werken. Hij of zij kan deze manier van kijken gebruiken om een leerkracht te helpen om zicht te krijgen op wat ook wel het ‘innerlijk team’ genoemd wordt (Bailleur, 2009). Hij helpt de ander zo in het luisteren naar zichzelf om zo het contact met zichzelf weer te (her)vinden.
In het proces van luisteren zijn drie zaken met name van belang (zie figuur 1). Deze drie vormen geen algoritmisch stappenplan naar gegarandeerd succes (stiekem toch een methode), maar zijn meer iteratief van karakter. Ze zijn bedoeld als aanzet tot het doordenken van mogelijke manieren om het luisteren van de coach én de gecoachte, diepgang te geven.
1.Stemmen inventariseren.
Als het een leerkracht lukt om open te staan, dan is er van binnen heel wat te horen. Er zijn talloze situaties die een wereld aan stemmen bij hen losmaken. Die stemmen roepen allemaal om aandacht. Zoeken erkenning. Ze hebben de persoon in kwestie ook allemaal wat te zeggen. Vooral de vaak minder dominante, moeilijker hoorbare stemmen als: ‘eigenlijk wil ik dit niet meer’ of ‘ik sta er helemaal alleen voor’.
Het kan voor een leerkracht bijzonder helpend zijn als een coach hem of haar aanmoedigt om naar aanleiding van een concrete situatie te luisteren naar wat die situatie van binnen allemaal aan reacties oproept.
Wanneer een coach werkt vanuit het idee dat een persoonlijkheid bestaat uit verschillende persoonlijkheidsdelen2, dan wordt bij wat de leerkracht zegt de vraag: ‘wie heb ik aan de lijn?’, een bruikbare. Welk deel van de persoon spreekt nu?
- Is dat de ‘volwassen-ik’ dat de regie over alle subdelen behoort te hebben;
- een kinddeel (ook wel traumadeel genoemd) of;
- een afweer- of copingdeel (een deel in de persoonlijkheid dat toenadering tot het kinddeel probeert te voorkomen)?
2. Stemmen kleuren.
Als een leerkracht zichzelf niet alleen maar hoort, maar ook proeft welke lading (emoties) er in een stem ligt, dan krijgt het luisteren naar zichzelf diepgang. Een coach kan daarbij helpen door die emotie ook te benoemen, bijvoorbeeld: ‘wat een verdriet’ of ‘dat moet frustrerend zijn’. Het is belangrijk dat een leerkacht niet alleen zicht op de meerstemmigheid krijgt, maar ook leert begrijpen welke emoties die stemmen kleuren.
Want deze emoties wijzen de weg naar wat onderliggend is. Ze behartigen wat die leerkracht belangrijk vindt. Horen verandert dan in aanvoelen en begrijpen.
Vanuit het denken inpersoonlijkheidsdelen, is daar nog aan toe te voegen dat niet alleen de kleur van de stem (de emotie) verraad welk deel van de persoonlijkheid aan het woord is. Ieder persoonlijkheidsdeel heeft een heel eigen GVDIS: gedrag, voelen, denken, image en somatiek. Mensen gaan anders zitten, zich anders gedragen, ander soort woorden gebruiken, als ze in een gesprek switchen van het ene naar het andere deel.
Een coach kan een leerkracht helpen naar zichzelf te luisteren, door het deel dat aan het woord is te bevragen op deze vijf aspecten (zie tabel hieronder).
Gedrag |
|
Voelen |
|
Denken |
|
Imaginatie |
|
Somatiek |
|
Het ‘interviewen’ van een deel kan betrekking hebben op hoe iemand reageerde in een bepaalde situatie, maar natuurlijk ook op hoe de leerkracht zou willen (kunnen) reageren.
3.Stemmen integreren.
De leerkracht die contact maakt met meerstemmigheid en ontdekt hoe de verschillende stemmen gekleurd zijn door emotie, mag zó leren luisteren dat hij of zij kan reageren op een manier die recht doet aan al deze stemmen. Dus niet aan één dominante stem de voorkeur geven, maar ruimte maken voor een innerlijke dialoog.
Hierin kan een coach op verschillende manieren ondersteunen. Met behulp van bijvoorbeeld psychodrama, Voice Dialoque, NLP, structuuropstellingen etc. Het voert te ver om hier nu uitgebreid op in te gaan. Ik wil hier volstaan met het geven van een voorbeeld (zie kader).
Bekeken met de bril van de persoonlijkheidsdelen gaat het er bij integratie om dat de leerkracht de dialoog tussen de verschillende delen kan voeren. Zodat wat op afstand is komen te liggen (denk terug aan de opmerking: ik ben het contact met (delen van) mezelf kwijtgeraakt) weer dichtbij komt.
En ze opnieuw vanuit hun ‘volwassen-ik’ positie weer vrij kunnen kiezen hoe ze in bepaalde situaties handelen. Met andere woorden dat ze de regie op de delen weer terugkrijgen. En niet bij allerlei triggers hoeven te ontdekken dat ze niet anders kunnen dan op een bepaalde manier reageren.
Geef erkenning
Het is belangrijk dat iemand die naar zichzelf leert luisteren in de gaten krijgt dat luisteren in essentie een gevende beweging is (zie figuur 2).
Want om te luisteren is het nodig open te staan. Maar mensen hebben vaak heel goede redenen om niet open te staan. Ze luisteren naar zichzelf vanuit het oordeel, vanuit angst of vanuit een sterke behoefte. Ze luisteren als het ware om de pijn heen. Luisteren naar jezelf begint met het geven van ruimte (aan een deel) om te horen wat er is.
Als coach kun je hierbij helpen door in het contact met een leerkracht te laten merken dat wat jou betreft alles er mag zijn. Pas als de ‘volwassen-ik’ van de leerkracht in een gesprek niet langer op zoek is naar het ontvangen, maar erkenning gaat geven aan wat er is komt er verbinding. Van ‘niet-kennen’, vaak via ontkennen, voorzichtig verkennen en herkennen, naar erkennen. Zodat de gecoachte tevoorschijn durft te komen met wat er echt is, dat onder woorden durft te brengen (bekennen), waardoor de weg naar integratie open ligt.
Verandering gebeurt intrapsychisch, in de binnenwereld van de leerkracht. De ‘klik’ vindt plaats als er in relatie tussen de bewuste ik-persoon en één of meer persoonlijkheidsdelen meer verbinding ontstaat. De leerkracht opent niet een deur naar de coach, maar naar zichzelf. Hij of zij weet het, kan het en doet het. Het enige dat de coach al luisterend doet is blokkades wegnemen, zodat de integratie volgt.
Ik weet niet wat jij ziet als belangrijkste aspect van het werk van een coach. Wat mij betreft, is dat de oprechte en aandachtige poging de ander écht te leren kennen. Helpen is in de eerste plaats het scheppen van een vriendelijke en vertrouwde ruimte waar mensen (met pijn) hun verhaal kunnen vertellen aan iemand die met oprecht aandacht kan luisteren.
De hamvraag voor een coach is niet: ‘wat moet ik zeggen of wat kan ik doen?’, maar: ‘Hoe kan ik van binnen voldoende ruimte maken om (het verhaal van) de ander te ontvangen?’. Zodat ik daarmee en daarna kan geven wat passend is. De vraag ‘wie heb ik aan de lijn?’ is daarbij goed bruikbaar.
Noten
1. Bekend geworden als het zoeken naar ‘the common factors’, Droz & Goldfried, 1996 en later Trijsburg, Collijn, Collumbien & Lietaer, 2002
2. Onze allereerste overlevingsstrategie heeft o.a. in zich dat wij satelliet-ikjes of delen laten ontstaan. Deze delen die ons helpen om aangepast gedrag te vertonen en zo onze unieke kernidentiteit te beschermen, zijn kleine, zelfsturende deeltjes van onze persoonlijkheid (Rowan, 2008).
Een leerkracht vertelt me dat hij in verschillende situaties niet handig reageert (boos en kwetsend/kleinerend). En dat het lijkt alsof hij daar geen grip of heeft. Het overkomt hem gewoon. Als wij de verschillende situaties waarin dat gebeurt verkennen, zien we dat bepaald gedrag van collega’s hem bang maakt. Het lijkt erop dat hij die angst ‘overschreeuwd’ door kwetsend te reageren. Ik nodig hem uit om op de middelste van drie stoelen te gaan zitten, de stoel van de volwassen-ik. En vraag hem of hij het goed vindt dat ik behalve hem, ook zijn bange-deel en zijn kleinerende-deel ga ‘interviewen’. Op iedere stoel vraag ik hem zich te verplaatsen in een voorbeeldsituatie en bevraag ik dat deel op zijn GVDIS (zie tabel). Zo help ik de leerkracht zicht te krijgen op zijn delen en begeleidt ik het onderhandelingsproces tussen die delen. Zodat deze man de volgende keer kan reageren op een manier die zijn ‘volwassen-ik’ wil. |
Literatuur
- Bailleur, P. (2009). Werken met het ‘innerlijke team’. Develop, nr.3-2009.
- Droz, J.F. & Goldfried, M.R. (1996). A critical evaluation of the state-of-the-art in psychotherapy outcome research. Psychotherapy, 33, 171 – 180.
- Rowan, J. (2008). Subpersonalities. Routlegde: East Sussex.
- Trijsburg, R.W. & Colijn, S. & Collumbien, E. & Lietaer, G. (2002), Taxonomie van therapeutische interventies en factoren. Handboek Integratieve Psychotherapie (I 4.1, 1-42), Utrecht: de Tijdstroom.