Zelfsturing stimuleren met een digitaal portfolio
Maaike van de Loo
Manager Onderwijs en groepsleerkracht bij Kindcentrum de Groote Wielen
Geraadpleegd op 07-10-2024,
van https://wij-leren.nl/zelfsturing-stimuleren-digitaal-portfolio.php
Steeds meer scholen kiezen voor het werken met een digitaal portfolio. De vraag is met welk doel? Om leerlingen ‘zelf aan het stuur te zetten’? En is dat dan ook wel zo, dat een portfolio de zelfsturende vaardigheden van leerlingen stimuleert?
In het rapport van de Staat van het Onderwijs van 2019 wordt beschreven dat scholen vernieuwingen vaak invoeren zonder helder doel, en dat ze de effecten zelden evalueren. In dit artikel wordt beschreven welk doel bij de inzet van een digitaal portfolio op het gebied van zelfsturing centraal staat, en geëvalueerd in hoeverre dat een digitaal portfolio bijdraagt aan het behalen van dit doel.
In de huidige maatschappij wordt verwacht dat je zelfstandig kunt handelen door zelf leerstrategieën in te zetten, doelen te stellen, keuzes te maken en besluiten te nemen. Deze zelfsturende vaardigheden zijn nodig om levenslang te kunnen leren (Van den Bergh & Ros 2017). Het inzetten van een digitaal portfolio biedt de mogelijkheid om leerlingen zelf te laten werken aan persoonlijke leerdoelen en kan op die manier een bijdrage leveren aan het stimuleren van deze zelfsturende vaardigheden.
Wanneer een school een vernieuwing, zoals een digitaal portfolio, gaat invoeren, is het belangrijk om de eigen visie te vertalen in concreet geformuleerde doelen, scherp te evalueren of deze doelen worden behaald en vervolgstappen hierop af te stemmen (Inspectie van het Onderwijs, 2019). Voordat de visie kan worden vertaald in concreet geformuleerde doelen, is het van belang achtergrondkennis te hebben over de concepten die bij een vernieuwing centraal staan. In dit artikel wordt daarom eerst het concept zelfsturing toegelicht, voordat er wordt ingegaan op de doelen, evaluatie en vervolgstappen van het werken met een digitaal portfolio in relatie tot zelfsturing.
Het concept zelfsturing
Zelfsturing is het leerproces waarbij leerlingen, samen met de leerkracht, starten met het omzetten van taken of gedragingen in doelen, de taak plannen en organiseren en reflecteren op de gestelde doelen en deze zo nodig bijstellen (Zimmerman, 2002). Om het leerproces zelf te kunnen sturen, hebben leerlingen cognitieve, metacognitieve en motivationele leerstrategieën nodig.
Uit onderzoek blijkt dat de metacognitieve- en motivationele strategieën het grootste effect hebben op zelfsturing (Kostons, Donker & Opdenakker, 2014). Een andere strategie die een groot effect heeft op zelfsturing is reflectie (Verstraete & Nijman, 2016). Reflectie kan plaatsvinden in alle fasen van het leren.
Zelfsturing & leerdoelen
Een voorwaarde voor het sturen van het eigen leerproces is het zicht hebben op leerdoelen (Van den Bergh & Ros, 2017). Goede leerdoelen maken leerlingen duidelijk wat er van hen verwacht wordt. Zo weten ze waar en wanneer ze strategieën het beste kunnen inzetten, waar ze staan op weg naar het leerdoel en kunnen ze evalueren of ze het doel hebben behaald. Doelen zijn het meest effectief wanneer leerlingen betrokken worden bij het opstellen ervan (Marzano, 2007). Het helder hebben van de doelen is dus niet alleen voor scholen en leerkrachten belangrijk, maar ook voor leerlingen.
Zelfsturing & de rol van leerkrachten
Leerkrachten spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van de zelfsturing van leerlingen (Van den Bergh & Ros, 2017).
Als leerkracht is het belangrijk om de tijd te nemen om leerlingen de verschillende strategieën, die invloed hebben op zelfsturing, aan te leren.
Volgens Kirschner & Merriënboer (2013) zou zelfsturing geformuleerd moeten worden als ‘gedeelde sturing’. Leerlingen kunnen niet uit zichzelf bedenken wat zij wel en niet weten en wat ze nog moeten leren.
Het is belangrijk dat de verantwoordelijkheid voor het leerproces geleidelijk verlegd wordt en dat leerkrachten feedback geven op de keuzes die leerlingen maken. Het geven van feedback op zelfsturing is zeer effectief (Hattie, 2013). Uit onderzoek blijkt echter ook dat slechts één procent van de interacties tussen leerkrachten en leerlingen bestaat uit feedback op zelfsturing. Hier ligt een uitdaging voor leerkrachten.
Het doel van het digitaal portfolio
Een digitaal portfolio biedt leerlingen de mogelijkheid om, samen met leerkrachten, zelfsturend met persoonlijke leerdoelen te werken. Leerlingen kunnen in een portfolio doelen stellen, een plan maken om het doel te behalen, het proces monitoren en evalueren of het doel behaald is. Dit stimuleert het nadenken over het eigen leerproces en het ontwikkelen van de metacognitieve vaardigheden. Naast het stimuleren van de metacognitieve vaardigheden, heeft het portfolio ook als doel om de motivatie en zelfverantwoordelijkheid van leerlingen te stimuleren. Leerlingen kunnen met behulp van een portfolio invloed uitoefenen op hun eigen leerproces, initiatief tonen en verantwoordelijkheid nemen (Castelijns & Kenter, 2009).
Het doel van het portfolio voor leerkrachten bestaat uit het centraal stellen van het proces, het geven van feedback op het niveau van proces en zelfsturing en het zicht krijgen op de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen. Hieronder zijn de doelen voor zowel de leerlingen als leerkrachten schematisch weergegeven.
De evaluatie
Innovatie kan niet zonder evaluatie. Om te kunnen evalueren in hoeverre een digitaal portfolio bijdraagt aan het stimuleren van bovenstaande doelen, is er een pilot uitgevoerd met een digitaal portfolio waarin leerlingen konden werken met persoonlijke leerdoelen. Na afloop van de pilot zijn de leerkrachten en leerlingen die hebben deelgenomen aan de pilot, op diverse manieren bevraagd naar het effect van het digitaal portfolio op de hierboven genoemde doelen.
Uit het evaluatieonderzoek volgt dat zowel leerkrachten als leerlingen ervaren dat het digitale portfolio, met de bijbehorende feedback van de leerkracht, bijdraagt aan het stimuleren van de zelfsturende vaardigheden van leerlingen. Ze ervaren dat het digitaal portfolio zorgt voor stimulering van de vaardigheden die gericht zijn op het stellen van doelen, het plannen, het monitoren, het evalueren, de taakwaardering, de zelfwaardering en de zelfverantwoordelijkheid. De grootste meerwaarde van het portfolio is dat leerlingen zelf zicht krijgen op hun leerdoelen, dat ze gemotiveerd raken en dat ze zichzelf verantwoordelijk voelen om deze doelen te behalen.
Voor leerkrachten zit de grootste meerwaarde in het centraal stellen van het proces en het geven van feedback op het proces en zelfsturing.
Wat nog niet optimaal door het portfolio wordt gestimuleerd, zijn de vaardigheden die betrekking hebben op het reflecteren en monitoren. Uit de analyses van de portfolio’s blijkt dat leerlingen zich met het portfolio vooral richten op het bewijzen van het doel en niet op het reflecteren van het proces.
De bijdrage van het portfolio op het gebied van zelfsturing blijkt voor bovenbouwleerlingen groter dan voor onderbouwleerlingen. De reden die hiervoor wordt gegeven, is dat onderbouwleerlingen een grotere hoeveelheid sturing en begeleiding nodig hebben om tot zelfsturing te komen en dat de tijd om dit te bieden ontbreekt. Het gebrek aan tijd vormt dan ook de grootste drempel bij het werken met een portfolio.
In het evaluatieonderzoek wordt bevestigd dat leerkrachten een zeer belangrijke rol spelen bij het zelfsturend werken met een digitaal portfolio. Leerlingen zijn zich minder bewust van deze bijdrage van de leerkracht, dan de leerkrachten. Leerlingen hebben vooral het gevoel dat ze het ‘zelf hebben gedaan’, terwijl leerkrachten aangeven dat leerlingen sturing en begeleiding nodig hebben bij alle stappen die ze doorlopen. De praktijk bevestigd hiermee wat we al dachten: de leerkracht doet ertoe!
Het advies
Aangezien zelfsturing een vaardigheid is die leerlingen in de huidige maatschappij nodig hebben, en het werken met een digitaal portfolio een positief effect heeft op zelfsturing, is het advies om het werken met persoonlijke leerdoelen in een digitaal portfolio in te voeren. Voordat het portfolio verder wordt ingevoerd, is het van belang dat de fases oriënteren, plannen, monitoren en evalueren een vaste plek krijgen. Een vaste plek in het portfolio en een vaste plek in het proces van begeleiden.
In de fase van het monitoren en evalueren moet er niet alleen aandacht worden besteed aan het bewijzen van het doel, maar ook aan wat leerlingen hebben gedaan om tot dat bewijs te komen en hoe dat is verlopen. Het aandacht besteden aan de metacognitieve vaardigheden is niet alleen bij het digitaal portfolio van belang, maar op alle momenten dat leerlingen aan het werk zijn. De aanbeveling is dan ook om als school één stappenplan te ontwikkelen dat, ook los van het portfolio, op alle momenten kan worden ingezet.
Let op: een digitaal portfolio zorgt niet automatisch voor zelfsturende leerlingen.
Leerlingen hebben leerkrachten nodig om de doelen te stellen, te monitoren en te evalueren. Er zal tijd ‘vrij’ gemaakt moeten worden om met het portfolio te werken. Leerkrachten hebben tijd nodig om met de leerlingen in gesprek te gaan en ze feedback te geven, en leerlingen hebben tijd nodig om aan de doelen te werken en het doorlopen proces te monitoren en evalueren. Het is belangrijk dat leerkrachten hun gespreks- en feedbackvaardigheden versterken en dat het werken met een portfolio stapsgewijs opgebouwd wordt. Het werken met een portfolio vraagt een flinke investering van de school en leerkrachten, maar… het proces is meer dan de moeite waard én effectief gebleken.
In dit artikel wordt het belang van de 21e eeuwse vaardigheid zelfsturing onderschreven. Er is echter ook theorie te vinden die kritiek uit op de 21e eeuwse vaardigheden (Meester, Bergsen & Kirschner, 2017). Maar is het niet zo dat er meerdere wegen naar Rome leiden? Het één hoeft het andere niet te bijten. Het gaat erom dat we kritisch blijven, blijven ontwikkelen en deze ontwikkelingen blijven evalueren. De Inspectie van het Onderwijs pleit niet voor niets voor het ‘behoedzaam innoveren’. De kennis die we hieruit opdoen met elkaar delen, biedt alleen maar kansen om het onderwijs krachtiger te maken.
Nieuwsgierig naar hoe ‘behoedzaam innoveren’ met een digitaal portfolio er in een school concreet uitziet? Lees dan binnenkort het vervolg op ‘zelfsturing stimuleren met een digitaal portfolio’.
Literatuurlijst
- Bergh, L. van den & Ros, A. (2017). Begeleiden van actief leren. Theorie en praktijk van zelfsturing en samenwerking. Bussum: Coutinho.
- Castelijns, J., & Kenter, B. (2009). Leren met portfolio's. Amersfoort: CPS
- Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Rotterdam: Bazalt.
- Kirschner, P. & Merriënboer, J. van (2013). De zelfsturende leerling? Van twaalf tot achttien, september, 42-44.
- Kostons, D., Donker, A. & Opdenakker, M. (2014). Zelfgestuurd leren in de onderwijspraktijk. Een kennisbasis voor effectieve strategie-instructie. Groningen: GION-onderzoek/onderwijs.
- Marzano, R. (2007). Wat werkt op school. Vlissingen: Bazalt
- nspectie van het Onderwijs (2019). Rapport De Staat van het Onderwijs 2019 l Onderwijsverslag over 2017/018. Geraadpleegd op 10 april 2019, van https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2019/04/10/rapport-de-staat-van-het-onderwijs-2019
- Verstraete, I. & Nijman, K. (2016). Handboek Leren Leren. Huizen: Pica.
- Zimmerman, B. (2002). Becoming a Self-Regulated Learner: An Overview. Theory into practice, 41 (2), p. 67.