Integraal toetsen maakt hoger onderwijs waardevoller

Joost van der Horst

Adviseur, onderwijsontwikkelaar, afstudeerspecialist, docent en trainer. bij Joost weet raad

 

  Geplaatst op 16 mei 2022

Discussie rondom curriculum en toetsing in het hoger onderwijs draait onder andere om de vraag in hoeverre maatschappij en beroepenveld zich herkent in de toetsing van het afstuderen. En daarmee raakt deze discussie aan de meerwaarde die een diploma heeft voor studenten. In hoeverre draagt de toetsing bij aan het inzichtelijk maken van de professionaliteit van de student? Het antwoord erop bepaalt mede de mate waarin het hoger onderwijs er toe doet.
 
Gelukkig zien we dat steeds meer opleidingen kiezen voor beroepsauthentiekere en daarmee integralere toetsing: in een vroeger stadium wordt er integraal getoetst en de complexiteit van de opdrachten neemt gedurende de leerjaren toe. Het beroepenveld en studenten herkennen zich bij deze opleidingen ook beter in het afstudeerprogramma. Het omgekeerde is ook waar: beroepenveld en studenten herkennen zich steeds minder in opleidingen die grotendeels toetsen door middel van tentamens. Of in opleidingen die opdrachten toetsen aan de hand van een ellenlange lijst beoordelingscriteria en vormvereisten. 
 
Er zijn opleidingen waar alleen nog maar integraal wordt getoetst. De HBO-opleiding Business Innovation van Inholland doet dat nu ruim negen jaar succesvol. Integraal toetsen is er een onderdeel van de visie op leren en het toetsbeleid vindt draagvlak bij zowel beroepenveld als studenten en opleidingsteam. Bovendien zijn ze er in geslaagd het beoordelingskader (beoordelingscriteria, indicatoren) van de integrale toetsopdrachten compact, betrouwbaar en beheersbaar te houden.

Wat maakt integrale toetsing lastig? 

Bij veel opleidingen wordt er geëxperimenteerd met het integraler toetsen, maar er doen zich een aantal problemen voor: 
  • Het beroepenveld heeft verstand van beroepsauthentieke integrale opdrachten. Ze hebben over het algemeen minder verstand van toetsen, maar kunnen wel beoordelen of de opdracht en het beoordelingskader de lading dekt. Het beroepenveld zou in het ontwikkelproces hiervan meer betrokken kunnen worden. 
  • Wanneer het beoogde beroepsprofiel wordt aangevuld met ‘nieuwe’ benodigde vaardigheden leidt dat meestal nauwelijks tot een herschikking van de toetsopdrachten zelf, maar tot toevoeging van beoordelingscriteria aan het beoordelingsformulier. Met als gevolg verminderde integraliteit van de toets, verminderde herkenning van studenten en beroepenveld in het beoordelingsformulier en verhoogde kalibratiedruk. En, zo is aan te tonen, verminderde toetsbetrouwbaarheid. 
  • Opleidingen en hun examencommissies en toetscommissies moeten wennen aan het toetsen van de toetsbetrouwbaarheid van integrale toetsen. Het verder detailleren van de beoordelingscriteria lijkt voor hen vaak de enige oplossing om de toetsbetrouwbaarheid te garanderen. Wie trekt er aan de rem als de lijst met beoordelingscriteria weer langer is geworden? 
  • Een vierde probleem is dat bij veel opleidingen het curriculum grotendeels via leerlijnen is opgebouwd. De leerlijnen-opbouw is vaak gebaseerd op het idee dat leren volgens de Bloom-opbouw gaat: eerst kennis, dan vaardigheden, vervolgens analyse en uiteindelijk creatie en oplossing. Vaak is er dan pas in het laatste leerjaren ruimte om de leerlijnen te laten samenkomen ten behoeve van het oplossen van het integrale, beroepsauthentieke vraagstuk.
    Het gevolg van deze opbouw is dat het toetsbeleid langs lastig te verenigen principes is geformuleerd: aan de ene kant het principe van Bloom en aan de andere kant het principe van opbouwende complexiteit van de op te lossen integrale vraagstukken. Het toetsbeleid van opleidingen slaagt er meestal niet zo goed in deze twee principes te verenigen.
  • Een deel van het probleem zit ook in het verandervermogen van het opleidingsteam en de mate waarin visie op leren wordt gedeeld. Onvoldoende aandacht hiervoor zorgt er vaak voor dat het lastig is het curriculum en daarmee het toetsbeleid te veranderen. Zo’n verandering vraagt behoedzame stappen, waarin commitment, noodzaak, ambitie en plezier een evenwicht zoeken. Van ‘moeten’ naar ‘mogen’ met erkenning voor wat er allemaal al is. En er is meestal al heel veel. 

Oplossingsrichtingen 

Als beroepsopleidingen beroepsauthentieker willen toetsen kunnen ze er niet om heen om met integralere toetsopdrachten te werken. Dat vraagt om meer verbinding met het werkveld. Dat vraagt ook om een ander beoordelingskader van deze opdrachten dan men gewend is. 
  • Betrek het werkveld meer bij de opleiding. Laat bijvoorbeeld docenten in het werkveld ervaren en inventariseren wat de opdrachten zijn waar professionals voor komen te staan. Door ze bijvoorbeeld werkveldstages te laten doen. En laat het werkveld bijdragen aan het bedenken van integrale opdrachten door ze in ontwerpsessies te betrekken. 
     
  • Laat integraal toetsen een vertrekpunt zijn van het toetsbeleid: Veronderstel dat cognitieve processen van hogere orden (Synthetiseren en/of Creëren, Evalueren en Analyseren) de cognitieve processen van lagere orden nodig te hebben. Bouw, uitgaande van het beoogde afstudeerniveau, de toetsing van de opleiding ‘af’ naar het eerste jaar door alleen de complexiteit van de te toetsen integrale opdrachten te verminderen. Hiermee wordt ook een basis gecreëerd voor scheiding tussen aan de ene kant summatief (en integraal) toetsen en aan de andere kant het formatief toetsen van onderliggende kennis en vaardigheden.
     
  • Formuleer opdrachten als een op te lossen probleem binnen een al dan niet complexe context. Laat vervolgens door middel van de beoordelingscriteria blijken waaraan de oplossing van het probleem moet voldoen. Goed afstemmen met stakeholders (inclusief examinatoren) is een deel van de beoordelingscriteria. Laat studenten zelf bedenken hoe ze daar het beste aan kunnen voldoen, zonder ze in een format te duwen. De opdracht wordt daarmee vanzelf beroepsauthentieker. De opdracht kan dan ook vorm-vrijer worden geformuleerd. De complexiteit van de opdracht bepaalt mede de mate waarin lerende en leidende vaardigheden moeten worden ingezet. 
     
  • Maximeer het aantal beoordelingscriteria van integrale toetsen op vier en differentieer binnen die criteria op de noodzakelijke indicatoren. Deze samenhangende indicatoren komen voort uit de competenties en/of meta-vaardigheden van de opleiding. En bevatten dus ook indicatoren ten aanzien van de lerende en leidende professional. 
     
  • Geef toets- en examencommissie een instrumentarium waarmee ze op betrouwbare en verantwoorde wijze
    o Integrale toetsen inhoudelijk makkelijker en beter kan beoordelen op zowel validiteit als betrouwbaarheid;
    o Het kalibratie-proces makkelijker en beter kan beoordelen op zowel validiteit als betrouwbaarheid.
     
  • Bespreek het toetskader regelmatig met het beroepenveld. Er is ook wat voor te zeggen om de beoordelingscriteria die het beroepenveld zelf gebruikt. Neem hun criteria ten behoeve van werving en selectie mee in het beroepsprofiel van de opleiding. Dat is meteen een mooi vertrekpunt om te bespreken hoe zij dat beoordelen en wat de opleiding daar van kan leren. 

Inventarisatie van het toets- en afstudeerprogramma 

Om te weten waar de opleiding staat is het goed om te starten met een korte inventarisatie van de opleiding. Op basis van deze inventarisatie kan dan, stapsgewijs, worden gewerkt aan verbetering van het toets- en afstudeerprogramma. 
 
De inventarisatie analyseert een aantal aspecten van het toets- en afstudeerprogramma: 
  • Mate waarin het werkveld is betrokken bij de totstandkoming van toetsen. 
  • Mate van consistentie tussen beroepsprofiel en visie op leren aan de ene kant en het toetsbeleid aan de andere kant. 
  • Mate waarin toetsbeleid voldoende richting geeft aan toetsprogramma en (toets-) opdrachten
  • Mate waarin beoogde competenties/leerdoelen in het afstuderen worden getoetst (volledigheidstoets). 
  • Mate waarin gebruikte beoordelingscriteria en/of rubrics objectieve en relatief aan de maat zijn. Dat laatste kan bijvoorbeeld door daar de RIR-waarde van deze criteria te berekenen. 
  • Mate waarin verantwoordelijkheid en samenwerking t.a.v. toetsen organisatorisch is geborgd en wordt ondersteund. 
Door inzicht te geven in wat er al is, door aan te tonen dat eenduidige (onderwijskundige) keuzes voor plezier, ambitie en efficiency zorgen en door gebruik te maken van de veranderkracht in het team kunnen noodzakelijke stappen gezet worden naar integraal toetsen. 

Benodigde expertise 

Inventariseer in hoeverre er binnen het team expertise en capaciteit is om onderstaande uit te voeren. Of inventariseer in hoeverre de instelling waarvan de opleiding deel uitmaakt hierin kan voorzien. 
  • Analyseren kansen en mogelijkheden van bestaand toetsprogramma (uitvoeren van korte inventarisatie); 
  • Op elkaar afstemmen van curriculum, toetsbeleid, beroeps- en opleidingsprofiel en visie op leren;
  • Ontwikkelen van authentieke en integrale (afstudeer-) opdrachten t.b.v. toetsing; 
  • Ontwikkelen van gebruiksvriendelijk beoordelingskader en beoordelingscriteria om betrouwbaar te toetsen; 
  • Ontwikkelen van instrumentarium voor examen- en toetscommissie om kwaliteit van integrale toetsing te borgen.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Congres
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Begeleiden van kiene kleuters in de klas
Medilex Onderwijs 
Webinar
Wat kun je wel en niet met toetsen in het onderwijs?
Wat kun je wel en niet met toetsen in het onderwijs?
Gratis webinar met Karen Heij
Wij-leren.nl Academie 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Naar een goede toets
Toetsen die recht doen aan de leerling: 5 stappen naar een goede toets
Eveline van Baalen
Leren van toetsen
Effectief formatief toetsen - vijf strategiën met voorbeelden
Gerdineke van Silfhout
toetsing kans om te leren
Toetsing als kans om te leren - interview
Dominique Sluijsmans
Toetsing als kans voor leren - Intro
Toetsing als kans voor leren - Intro
Dominique Sluijsmans
toetsing als motor voor leren en succeservaringen
Toetsing als motor voor leren: naar succeservaringen voor alle leerlingen
Dominique Sluijsmans
Summatieve toetsing op weg naar zelfstandigheid
De plek van summatieve toetsing op de weg naar zelfstandigheid
Dominique Sluijsmans
formatief toetsen didactisch handelen
Formatief toetsen in relatie tot didactisch handelen
Dominique Sluijsmans
Feedback je wijzer
Feedback je wijzer!
Karen Heij
Belang van een goed beoordelingsmodel
Het belang van een goed beoordelingsmodel
Karen Heij
Wat de wet voorschrijft
Wat de wet voorschrijft
Dolf Janson


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



formatief toetsen
toetsen

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest