Is het waar dat leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs zich minder veilig kunnen ontwikkelen in een kleinere klas dan in een grotere klas?
Geplaatst op 21 januari 2021
Leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen zich even veilig ontwikkelen in een kleine klas als in een grote klas. Blijkbaar is de grootte van de klas geen bepalende factor voor leerlingen als het gaat om mentale gezondheid en welzijn. Dat beeld komt naar voren uit een beperkt aantal wetenschappelijke publicaties.
De Inspectie van het Onderwijs spreekt over sociale, psychische en fysieke veiligheid. Voor de sociale en psychische veiligheid moet een school werken aan een positief pedagogisch klimaat en anti-pestbeleid voeren. Onder fysieke veiligheid vallen onder meer de inrichting van het schoolplein, brandveiligheid en gehoorveiligheid op schoolfeesten.
Veiligheidsbeleving
Er valt onderscheid te maken tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Een leerling kan zich onveilig voelen (subjectief) in een feitelijk veilige situatie of omgeving (objectief). En andersom. Wanneer leerlingen zich veilig voelen, zijn ze ontspannen, hebben ze zelfvertrouwen en gaan ze meer interacties aan. Ze hebben plezier, lachen, schieten goed op met anderen en proberen nieuwe dingen uit. Over die veiligheidsbeleving – het subjectieve gevoel van veiligheid – van leerlingen in de onderbouw het voortgezet onderwijs gaat het hier.
De meeste hieronder beschreven resultaten over mogelijke verbanden betreffen de lagere klassen van de basisschool. Soms zijn die veronderstelde verbanden aangetoond, soms niet. Het weinige onderzoek in het voortgezet onderwijs laat geen effect zien van klassengrootte op de mentale gezondheid en het welzijn van leerlingen.
Managen van leerlinggedrag
Er zijn verschillende manieren waarop de grootte van de klas invloed kan hebben op de mentale gezondheid en het welzijn van leerlingen. Een voordehand liggend idee is dat het een negatief effect heeft als een leerling de les verstoort. Dit zorgt namelijk voor overlast en een negatief leerklimaat. Hoe meer leerlingen in de klas, hoe groter de kans dat de klassikale les vaker of langer wordt verstoord.
In een kleine klas is het voor leraren eenvoudiger om leerlinggedrag te managen. Het gaat dan om het bevestigen of aanleren van gedragingen en vaardigheden die het leerlingen makkelijker maakt te voldoen aan de eisen die de school stelt. Kleinere klassen kunnen zo het leerklimaat verbeteren en leerlingen helpen om betere schoolresultaten te behalen.
Betrokkenheid van leerlingen
In een kleinere klas ervaren leerlingen meer druk om mee te doen met de les. De kans dat de leraar een leerling de beurt geeft of betrekt bij een lesactiviteit is groter. In een kleine klas kunnen leerlingen zich niet ‘verstoppen’, waardoor ze meer betrokkenheid vertonen bij de les. Die hogere betrokkenheid kan een positief effect hebben op de leerresultaten, en daarmee op het geloof in eigen kunnen.
Maar, de grote zichtbaarheid van een leerling in een kleine klas kan ook een nadeel zijn. In een grotere groep ervaren leerlingen minder angst dat de klas hun bijdrage opmerkt. Ze kunnen hun zichtbaarheid verkleinen door een plaats in de klas te kiezen waar zij minder opvallen. Mogelijk dat de lagere druk om te presteren dan een positieve uitwerking heeft op de mentale gezondheid van leerlingen.
Contact met leeftijdsgenoten
Vriendschappen zijn heel belangrijk voor de mentale gezondheid en welzijn van leerlingen. Een kleinere klas maakt het lastiger om een potentiële vriend te ontmoeten. Daarnaast vindt in een kleinere klas minder interactie plaats met klasgenoten en meer met de leraar. Het missen van deze sociale ondersteuning en gevoel van verbondenheid met leeftijdsgenoten kan zijn weerslag hebben op de mentale gezondheid en welzijn van leerlingen.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Sanne Spiero (antwoordspecialist) en Sandra Beekhoven (kennismakelaar)
Vraagsteller: docent onderbouw vwo
Vraag
Is het waar dat leerlingen in de onderbouw van het vo zich minder veilig kunnen ontwikkelen t.o.v. elkaar en de docent in een kleinere klas dan in een grotere klas?
Kort antwoord
De beperkt beschikbare wetenschappelijke literatuur laat zien dat leerlingen in het voortgezet onderwijs zich even veilig kunnen ontwikkelen in een kleine klas als in een grote klas. Blijkbaar is de grootte van de klas in het voortgezet onderwijs geen bepalende factor voor leerlingen om zich veilig te kunnen ontwikkelen.
Toelichting antwoord
Veilig kunnen ontwikkelen op school
Veiligheid wordt in de (wetenschappelijke) literatuur op verschillende manieren gedefinieerd. De Inspectie van het Onderwijs spreekt over sociale, psychische en fysieke veiligheid. Voor de sociale (en psychische) veiligheid moet een school werken aan positief pedagogisch klimaat en een anti-pestbeleid opstellen. Onder fysieke veiligheid valt bijvoorbeeld de fysieke veiligheid van het schoolplein, de brandveiligheid binnen de school en de gehoorveiligheid op schoolfeesten. Leerlingen kunnen zich veilig ontwikkelen als de sociale, psychische en fysieke veiligheid op school geborgen zijn. De term ‘veiligheid’ in de vraag raakt aan de sociale en psychische veiligheid van leerlingen in de klas, maar gaat niet over de fysieke veiligheid.
Er kan ook onderscheid gemaakt worden tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Subjectieve veiligheid is gerelateerd aan het objectieve veiligheid, maar is niet hetzelfde. Je kunt je namelijk ‘onveilig voelen’ (subjectief) als je feitelijk ‘veilig bent’ (objectief) en andersom. Wanneer kinderen en jongeren zich veilig voelen, dan zijn hun lichamen ontspannen, gedragen ze zich met zelfvertrouwen en hebben zij positieve interacties met anderen. Ze hebben plezier, lachen, schieten goed op met anderen en proberen nieuwe dingen uit (Moore & McArthur, 2017). In het kader van deze vraag zal het antwoord zich richten op het subjectieve gevoel van veiligheid, ook wel veiligheidsbeleving genoemd, van leerlingen in de onderbouw het voortgezet onderwijs.
Klassengrootte en veilig kunnen ontwikkelen
De mentale gezondheid en het welzijn van leerlingen geeft een indicatie van de sociale en psychische veiligheidsbeleving. Er zijn verschillende manieren waarop de grootte van de klas effect kan hebben op de mentale gezondheid en het welzijn van adolescenten. In een artikel van Jakobsson en collega’s worden een aantal mechanismen beschreven waarop klassengrootte van invloed kan zijn (Jakobsson, Persson & Svensson, 2013):
- Het meest voordehand liggende idee is dat het een negatief effect heeft als één leerling de ander stoort in de klas, dit zorgt namelijk voor overlast in de les en een negatief leerklimaat. Het leerklimaat heeft mogelijk invloed op de mentale gezondheid en het welzijn van adolescenten in de klas. Hoe meer leerlingen in de klas, hoe groter de kans dat de klassikale les vaker of langer wordt verstoord. Dit is een nadeel van grote klassen.
- In een kleine klas zou het makkelijker zijn voor docenten om gedragsverwachtingen in de klas te managen. Het gaat dan om het aanleren van gedragingen en vaardigheden die het voor de leerling makkelijker maken om te voldoen aan de eisen die de school aan hen stelt. Kleinere klassen kunnen zo het leerklimaat verbeteren en leerlingen helpen om betere schoolresultaten te behalen. Dat is belangrijk, zeker op de middelbare school kan het uitblijven van voldoende schoolresultaten leerlingen onzeker maken, omdat ze hierdoor zullen doubleren of afstromen. Deze onzekerheid over eigen kunnen kan een negatief effect hebben op de ervaren sociale en psychische veiligheid van leerlingen. (Gustafsson et al., 2010).
- De grootte van de klas kan ook de betrokkenheid van leerlingen bij de les beïnvloeden. Leerlingen in een kleinere klas ervaren meer druk om mee te doen met de les. De kans dat de docent een leerling de beurt geeft of vraagt mee te doen met een lesactiviteit is in een kleinere groep namelijk groter. In een kleine klas kun je niet onopgemerkt blijven door de leraar. Hierdoor blijken leerlingen in kleinere klassen meer betrokken bij de les en dat kan een positief effect hebben op de leerresultaten, en daarmee het geloof in eigen kunnen, van leerlingen (Finn, Pannozzo, Achilles, 2003). Een kleinere klas kan op deze manier een positief effect hebben op de mentale gezondheid en het welzijn van adolescenten en bijdragen aan de ervaren sociale en psychische veiligheid.
- Aan de andere kant kan de grote zichtbaarheid van een leerling in een kleine klas ook een nadeel zijn. In een grotere groep ervaren leerlingen namelijk minder angst dat hun bijdrage in de klas wordt geëvalueerd. Een grotere groep geeft leerlingen de mogelijkheid om hun zichtbaarheid te verkleinen door op plaatsen in de klas te gaan zitten waar zij minder opvallen. Het is mogelijk dat de mindere druk om te presteren in de grotere klas positief bijdraagt aan de mentale gezondheid van (sommige) leerlingen (Finn et al., 2003).
- Tot slot maakt een kleinere klas het lastiger om een leeftijdsgenoot te vinden die goed bij jou past, terwijl vriendschappen juist heel belangrijk zijn voor de mentale gezondheid en welzijn van adolescenten (Jakobsson et al., 2013). Onderzoek laat ook zien dat er in een kleinere klas minder interactie plaats vindt met klasgenoten en meer met de docent (Blatchford, 2003). De sociale ondersteuning van leeftijdsgenoten en het gevoel van verbondenheid aan school en de mensen op school, zoals klasgenoten, komen in de literatuur naar voren als hoofdfactoren geassocieerd met het subjectief welbevinden van adolescenten (Cunsolo, 2017). Het missen van deze sociale ondersteuning en gevoel van verbondenheid kan zo zijn weerslag hebben op de mentale gezondheid en welzijn van adolescenten. In kleinere klassen kan het zijn dat leerlingen hierdoor minder sociale en psychische veiligheid ervaren.
De meeste wetenschappelijke onderzoeken naar hierboven beschreven mechanismen zijn uitgevoerd in lagere klassen van de basisschool. Dat geldt ook voor Nederlands onderzoek (Kennisrotonde 2018). Het onderzoek in het voortgezet onderwijs (uitgevoerd in Zweden), laat zien dat er geen effect is gevonden van de klassengrootte op de mentale gezondheid en het welzijn van leerlingen. Er waren geen significante verschillen tussen de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs in een kleine klas t.o.v. leerlingen in een grote klas. Blijkbaar heeft de grootte van de klas dus geen bepalende invloed op de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs (Jakobsson et al., 2013).
Geraadpleegde bronnen
- Blatchford, P. (2003). The class size debate: Is small better? McGraw-Hill Education (UK).
- Cunsolo, S. (2017). Subjective wellbeing during adolescence: a literature review on key factors relating to adolescent’s subjective wellbeing and education outcomes. Studi sulla Formazione/Open Journal of Education, 20(1), 81-94.
- Finn, J. D., Pannozzo, G. M., & Achilles, C. M. (2003). The “why’s” of class size: Student behavior in small classes. Review of Educational Research, 73(3), 321-368.
- Gustafsson, J. E., Allodi Westling, M., Alin Åkerman, B., Eriksson, C., Eriksson, L., Fischbein, S., Granlund, M., Gustafsson, P. Ljungdahl, S., Ogden, T. & Persson, R. S. (2010). School, learning and mental health: A systematic review. Kungl. Vetenskapsakademien.
- Jakobsson, N., Persson, M., & Svensson, M. (2013). Class-size effects on adolescents' mental health and well-being in Swedish schools. Education Economics, 21(3), 248-263.
- Kennisrotonde (2018) Hebben klassen met meer dan dertig leerlingen een negatieve invloed op de ontwikkeling van kinderen, met name kleuters? En zijn er afspraken over het maximum aantal leerlingen? Kennisrotonde. Den Haag. 28 mei 2020.
- Moore, T., & McArthur, M. (2017). ‘You Feel It in Your Body’: How Australian Children and Young People Think About and Experience Feeling and Being Safe. Children & Society, 31(3), 206-218.
- Onderwijs Inspectie (z.d.) Zorgplicht voor sociale veiligheid op scholen. Geraadpleegd op 15 mei 2020
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Medilex Onderwijs


ANWB


Voedingscentrum


oo.nl


Augeo





























