Hoogbegaafde leerlingen: het hele team in beweging
Martine Blonk - Meulenkamp
Onderwijsadviseur bij Driestar Onderwijsadvies
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/hoogbegaafdheid-doorgaande-lijn.php
De begeleiding van de (hoog)begaafde leerling is niet van vandaag op morgen geregeld. Een doorgaande leerlijn implementeren op school vraagt actie van het hele team en zal slechts stap voor stap gerealiseerd kunnen worden.
Het is mooi als elke leerkracht op school de (hoog)begaafde leerling snel kan opmerken en beschikt over basiskennis, tijd en vaardigheden om vanaf het begin in te spelen op zijn onderwijsbehoefte in de context van de hele groep of eventueel richting de plusklas. Vanuit deskundige waarneming en begrip weet de leraar zijn klassenmanagement zo in te richten dat hij aansluit op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in zijn klas. In het ideale plaatje kunnen leerkrachten hierover ook op een eenduidige manier met ouders communiceren en weten ze binnen hun team de routes te vinden voor in- en en externe zorg voor het hoogbegaafde kind.
Helaas weten we allemaal dat dit voor veel leraren niet realistisch is. Er wordt veel van hen verwacht in het onderwijs van deze tijd. Leerkrachten zetten zich keihard in om de basis op orde te krijgen. Denk daarbij aan klassenmanagement en handelingsgericht werken. Tegemoet komen aan de gedifferentieerde onderwijsbehoeften van alle leerlingen lukt lang niet alle leraren.
Druk op de resultaten van het hele onderwijs
Uit wetenschappelijk onderzoek van het SLO1 blijkt dat 20 procent (!) van de leerlingen in het primair onderwijs onvoldoende wordt uitgedaagd. Dat is niet alleen 20 procent van de gemiddeld 2 procent leerlingen binnen de school die hoogbegaafd zou kunnen zijn…
In april 2018 constateert de onderwijsinspectie in het jaarlijkse rapport De Staat van het onderwijs dat ‘bijna alle scholen het basisniveau halen; maar leerlingen die goed kunnen leren, krijgen desondanks nog steeds niet de uitdaging die ze nodig hebben. Dat drukt de resultaten van het hele onderwijs’.
“Het is – helaas – een bekend en hardnekkig probleem en het is goed dat de inspectie hier de vinger op legt. We moeten niet wijzen naar elkaar, maar samen aan de slag om het tij te keren. Leraren, schoolleiders, onderwijsbestuurders en beleidsmakers. Dit rapport dwingt ons tot het stellen van duidelijke prioriteiten,” aldus minister Van Engelshoven en minister Slob in een eerste reactie. In het regeerakkoord van 2017-20212 wordt opnieuw aandacht gegeven aan de hoogbegaafde leerling.
Nascholing is niet voldoende
Slob wil dit ‘probleem’ tegengaan door leraren op bijscholing te sturen. Als zij een stevige basis hebben kunnen zij de volgende stap zetten. Die basis is zelfstandig werken, directe instructie en activerend lesgeven. Van daaruit kun je gaan kijken naar mogelijkheden in optimale differentiatie ook voor de begaafde en hoogbegaafde leerling van je school. Uiteraard moet dit samengaan met een theoretische onderlegger en een gezamenlijk ontwikkelde visie op begeleiding van hoogbegaafde leerlingen.
Nascholing kan zeker een instrument zijn om leraren te helpen. De realiteit laat echter wel zien dat dit alleen zinvol is als er aandacht is voor structurele implementatie. Anders is de kans groot dat de gedreven leerkrachten de volgende dag weliswaar enthousiast aan de slag gaan met het geleerde, maar dat we de studiematerialen een jaar later ongebruikt op de plank zien staan. Leren tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen en succesvolle begeleiding van de hoogbegaafde leerling is echter iets wat meerdere jaren aan implementatie nodig heeft. Het is beter om haalbare kleine stappen voorwaarts te nemen dan te grote stappen die je met elkaar niet goed kunt volgen. Het vraagt iets van jou als leerkracht en van de hele school om dit structureel op te pakken en gedragsveranderingen gaan nu eenmaal niet van de ene op de andere dag.
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?
Op veel scholen is een individuele zorgvraag van een leerling pas aanleiding om in actie te komen. Als andere reden om begeleiding van hoogbegaafdheid niet te snel op te pakken, horen we vaak: “De ouders vinden tegenwoordig hun kinderen al snel hoogbegaafd!” Als reactie daarop houden veel scholen het bij acties voor de korte termijn of laten ze het over aan een enkele leerkracht of ib-er, zonder dit teambreed op te pakken. Op een aantal scholen werkt een opgeleide hoogbegaafheidsspecialist, maar ook dat is niet altijd de juiste oplossing omdat deze persoon zijn kennis alleen in kan zetten als er een gerichte vraag op hem afkomt.
Veel specialisten lopen er ook tegenaan dat zij zelf gepassioneerd zijn voor dit thema, maar dat ze er niet weten hoe ze het team in beweging kunnen krijgen. Dat komt omdat veel scholen zich niet realiseren dat dit thema de complexiteit van het onderwijs raakt. Met dit thema bespreek je vakinhouden, pedagogische vaardigheden, klassenmanagement en nog veel meer aspecten van het onderwijs. Daardoor zal een specialist of individueel gepassioneerde leerkracht dit niet alleen voor elkaar kunnen krijgen.
De rol van een schoolbreed veranderteam
Een Verander Team (VAT) kan een oplossing bieden voor deze versnippering en onduidelijkheid over verantwoordelijkheden in de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. Dit VAT kan zich ten doel stellen dat iedereen binnen de schoolorganisatie zich verantwoordelijk en bevoegd voelt. Een VAT bestaat in deze setting uit MT-leden, ib-ers, een specialist hoogbegaafdheid, een leerkracht en de eventuele plusklasleerkracht. Dit team onderzoekt implementatieroutes, draagt zorg voor de draaglast/draagkracht van het team en neemt een voortrekkersrol in de zone van naaste ontwikkeling van de school. Het VAT voelt zich verantwoordelijk voor het vasthouden van afspraken en processen en zorgt voor professionalisering van het team door (literatuur)studie, opleiding en/of het inzetten van externe adviseurs.
Samen met de directie zorgt dit team ervoor dat de aandacht voor de (hoog)begaafde leerling binnen de school blijft in een cyclisch proces van waarnemen, begrijpen, plannen en handelen op grond van visie en theoretische kennis. Het is een goed idee om als VAT een externe adviseur in te schakelen om het team op weg te helpen door de beginsituatie te analyseren en een realistisch plan op te stellen en eventueel ook daarna verder te begeleiden bij de implementatie. Het VAT blijft ook na de implementatie ontwikkelingen volgen, de cyclus handelingsgericht werken monitoren en teams meenemen in mogelijkheden.
Maak gebruik van een signaleringsinstrument
Als je aandacht voor (hoog)begaafde leerlingen schoolbreed wilt oppakken, kun je eigenlijk niet om een goede leerlijn heen. Zo’n implementatielijn voor hoogbegaafde leerlingen behelst meer dan een pakket aan uitdagende materialen. Een leerling is namelijk meer dan zijn of haar cognitie! Juist bij kinderen met (hoog)begaafdheid gaat het erom dat we hen volgen in het brede spectrum. Dat zijn aan de ene kant cognitieve vaardigheden en intelligentie maar daarnaast of misschien wel daarboven de sociale-emotionele aspecten en de leeraspecten. Om alle leerlingen goed te kunnen begeleiden moeten leerkrachten bekwaam zijn om leerlingen juist ook op deze vaardigheden te volgen. En daarvoor moeten zij kennis hebben van de verschillende instrumenten die zij daarbij kunnen inzetten.
Binnen een leerlingvolgsysteem als Parnassys kun je dan denken aan overzichten als vaardigheidsgroei en het brede scala aan leerlijnen die erop gericht zijn om de leer- en persoonseigenschappen van kinderen in beeld te brengen. Daarnaast zijn er ook de signaleringsinstrumenten als DHH en SIDI die de leerkrachten kunnen inzetten in het zien van het kind in zijn/haar totaliteit.
Op scholen merken we hoe goed het is als leerkrachten werken met doorgaande leerlijnen en leerlingen gericht begeleiden in de ontwikkeling van hun cognitieve vaardigheden, sociaal-emotionele vaardigheden en leervaardigheden. Het doel moet uiteindelijk zijn dat de hoogbegaafde leerling gemotiveerd blijft om te leren en geniet van onderwijs, de omgang met mede-leerlingen en de leerkracht. Met een structureel plan van aanpak met behulp van leerlijnen kunnen kinderen komen tot
- 1) Leren leren,
- 2) Leren denken en
- 3) Leren leven.
Kortom: betrokkenheid en welbevinden.
Beginnen in de onderbouw
Kinderen beginnen met leren vanaf het moment dat ze bestaan. Dit begint dus niet in groep 3. Het is van belang om het waarnemen in groep 1 (en het liefst nog daarvoor) te starten. Dan kun je ten aanzien van (hoog)begaafde kinderen een proactief beleid voelen zodat deze leerlingen en hun ouders zich gezien en gehoord voelen.
In groep 1 (en daarvoor) is het noodzakelijk om de signalen van ouders op waarde te schatten. Daarvoor heb je overigens wel voldoende kennis over deze materie nodig. Vervolgens heb je als leerkracht in de onderbouw in veel gevallen kansen te over om in een rijke themagerichte leeromgeving breed te differentiëren. Kleuterleerkrachten hebben vaak zelf een hoge mate van creativiteit.
De uitdaging in de onderbouw is om juist voor de (hoog)begaafde leerlingen thema’s in te richten die aansluiten bij hun belevingswereld en bij hun zone van naaste ontwikkeling. Zorg voor thema’s met kansen voor ontdekkend en probleemgestuurd leren3 waarbij de (hoog)begaafde leerling uitgedaagd wordt om zorgvuldig onderzoek te verrichten en continu verschillende niveau’s van vragen worden ingezet. Het is de bedoeling dat deze leerlingen gestimuleerd worden om zelf te denken, te plannen, te doen en te presenteren/reflecteren.
Overgang naar groep 3
- Op scholen die vanaf groep 3 methodisch onderwijs hebben, is dit een cruciale fase in de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. In de doorgaande lijn van groep 1 t/m groep 8 moet je extra alert zijn bij de overgang van groep 2 naar groep 3: hoe hou je de opgebouwde betrokkenheid en het welbevinden van de leerling vast? Helaas zien we vaak dat leerlingen in deze groepen gefrustreerd raken omdat ze vanuit het creatieve, ontdekkende leren overgezet worden naar gestructureerd onderwijs met minder gelegenheid voor waar zij zoveel behoefte aan hebben: eigen leerruimte met mogelijkheden voor onderzoek4.
Voor een doorgaande lijn moet je daarom goed nadenken over mogelijkheden rond bijvoorbeeld hoekenwerk, dag-weektaken en vrije studieruimte. Daarnaast is het heel goed om schoolbreed na te denken over hoe je de lagere- en hogere denkvaardigheden een plek geeft in je onderwijs. Als je leerlingen op diverse niveaus aanspreekt in hun denken, zullen ze veel meer betrokken blijven tijdens bijvoorbeeld een instructie.
Gericht op leren
Kennis van leerlijnen geeft kansen om los te komen van de methode. Als je weet wat kinderen kunnen en welke cruciale leerstappen ze moeten kennen, kun je spontaner aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling. Dit geeft ruimte om binnen de methode keuzes te maken en daarmee ruimte te creëren voor verrijking. Een instrument als de Leerlijnen in Parnassys kan daarbij helpen.
Verrijking van de lesstof moet daarbij altijd gericht zijn op leren. Of dat nu gaat om leren denken, leren leren of leren leven. De leerling mag genieten van deze verrijking, maar als het alleen maar leuk wordt, doen we ook iets verkeerd. Juist voor hoogbegaafde kinderen is het belangrijk dat zij iets af en toe moeilijk vinden, net als elk ander kind dat regelmatig heeft. Denk stapsgewijs na over het aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling en laat daarbij niet de cognitie leidend zijn, maar breng cognitie, sociale vaardigheden en leervaardigheden met elkaar in verhouding.
De schoolbrede lijn rond compacten en verrijking mag niet een lekker slagroomtaartje zijn waar andere kinderen met jaloezie naar kijken, maar moet een gezonde Hollandse bruine boterham zijn, waar men stevig op moet kauwen!
Een doorgaande lijn binnen de school is niet zomaar van de een op andere dag gerealiseerd. Weet waar je als school staat. Werk als leerkrachten samen, bijvoorbeeld onder leiding van een veranderteam. Analyseer of de basis van het onderwijs stevig genoeg staat om verder te kunnen met de structurele begeleiding van het (hoog)begaafde kind. Ga van daaruit stap voor stap aan de slag. Zorg dat je vanuit kennis en (h)erkenning kan starten. Dat is niet altijd makkelijk maar met voldoende passie en motivatie voor deze leerlingen kun je als schoolteam zeker in beweging komen!
Bronnen:
- Onderzoek onder samenwerkingsverbanden (publicatie mei 2018) https://talentstimuleren.nl/nieuws/1620-passend-onderwijs-voor-begaafde-leerlingen-binnen-samenwerkingsverbanden
- Publicatie regeerakkoord https://www.kabinetsformatie2017.nl/documenten/publicaties/2017/10/10/regeerakkoord-vertrouwen-in-de-toekomst
- https://wij-leren.nl/denkvaardigheden-stimuleren.php
- https://wij-leren.nl/leerhonger-uitdagende-doelen-hoogbegaafd.php
- Drent, S., van Gerven, E. (2012). Passend onderwijs voor begaafde leerlingen