Kennisplatform
Kindgesprekken voeren - hoe doe je dat? Gratis leermodules van Noëlle Pameijer en Karen van Kooten.

Interne hindernissen in de persoonlijkheidsontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jongeren (2)

Carl D'hondt
Orthopedagoog bij  

D'hondt, C. (2023). Interne hindernissen in de persoonlijkheidsontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en jongeren (2).
Geraadpleegd op 07-10-2024,
van https://wij-leren.nl/hindernissen-persoonlijkheid-hoogbegaafde-kinderen-jongeren-deel-2.php
Geplaatst op 27 maart 2023
Hindernissen persoonlijkheid hoogbegaafde kinderen deel 2

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Hilde van Rossen.

In deel 1 hebben wij beschreven hoe sommige hoogbegaafde kinderen in de knoei raken met zichzelf door een gebrek aan zelfvertrouwen en door een extreem kritische houding.

In deze bijdrage (deel 2) bespreken wij de remmende werking van eigengereidheid, overdreven perfectionisme en onvolgroeide executieve vaardigheden. Wij illustreren het geheel met voorbeelden uit onze jarenlange ervaring in de begeleiding van ouders en leraren van hoogbegaafde kinderen en van de kinderen zelf.

1. Eigengereidheid

Veel hoogbegaafde kinderen hebben het moeilijk om aanwijzingen en precieze richtlijnen te volgen. Zij hebben de neiging om begane wegen te verlaten en andere oplossingen uit te proberen. Ook reeds als kleuter zijn ze vroeg uitgekeken op de gewone spelletjes en proberen deze wat complexer te maken.  

In Memory bijv. prefereren zij spelletjes met het hoogste aantal kaartparen. Ook op school en op het speelplein stellen zij nogal eens voor om andere (meer complexe) spelregels af te spreken. Voor veel kinderen op de overgang van groep 2 naar groep 3 (van kleuter naar lager onderwijs) komt dit “bazig” of zelfs manipulatief over. Deze hoogbegaafde kinderen zouden de spelregels naar hun hand willen zetten om (nog) meer te kunnen winnen!

Leerlingen die creatief zijn en die veel variatie nodig hebben om verveling te voorkomen, kinderen die gewoon zijn om alle nieuwe info te “adjusteren” of in te passen in hun eigen denkkaders, kinderen die reeds ver gevorderd zijn in metacognitief denken… hebben de neiging om buiten de lijntjes te kleuren. 
 

Dit eigengereid optreden is dan de keerzijde van de creatieve medaille. Pas vanaf de leeftijd van 5 à 6 jaar ontstaan hierdoor conflicten met andere kinderen. Het hoogbegaafde kind “dat steeds wil winnen” wordt dan soms zelfs buitengesloten.

Op deze wijze kan de gewoonte ontstaan om zich als eenling op te stellen en zich wat buiten het groepsgebeuren te houden. Op deze leeftijd snapt een (hoogbegaafd) kind nog niet dat je eerst het mandaat van de groep moet krijgen alvorens meer creatieve oplossingen toe te passen. Hoogbegaafde kinderen vinden namelijk dat hun voorstellen veel beter zijn en dat de groep zich maar moet aanpassen aan hun “betere” ideeën.
 

Sommigen blijven levenslang het slachtoffer van hun eigengereid optreden. Ook als volwassene begrijpen zij niet waarom je zoveel tijd moet verliezen om het mandaat van het team te bekomen. Wanneer deze personen dan ook nog zwakke communicators zijn, blijft het probleem verder doorwoekeren. Velen hebben namelijk een beknopte spreekstijl of nemen zulke grote denksprongen dat andere kinderen hen onmogelijk kunnen volgen.

Een bijkomende moeilijkheid zijn de hoge eisen die zij aan zichzelf stellen maar ook aan anderen. Zij leggen de lat steeds zeer hoog. In het gewone leven zijn de meeste mensen tevreden met veel lagere normen. Een hoogbegaafd kind zal in elk geval z’n eigen normen niet naar onder bijstellen. Het voelt zich bekwaam om aan hoge normen te voldoen en ervaart net daardoor voldoende uitdaging om er volop voor te gaan. 
 

Doch precies hierdoor worden constante irritaties tussen een hoogbegaafd kind en z’n omgeving mogelijk.

Hun snelle en typisch eigen manier van zich te ontwikkelen kan dus een hindernis vormen om zich ten volle te kunnen ontplooien.

2. Overperfectionisme en negatieve faalangst

Veel hoogbegaafde personen zijn gezond perfectionistisch. Zonder streven naar perfectionisme zijn uitzonderlijke prestaties immers niet mogelijk.
 

Perfectionisme heeft niet altijd negatieve gevolgen. De impact van perfectionisme hangt af van de persoonlijkheidsstructuur van het kind. Perfectionisme bij een angstig en onzeker kind, dat zeer competitief is en steeds zeer hoge doelen stelt voor zichzelf en anderen, leidt meestal tot faalangst en uitgesproken uitstelgedrag. 
 

Perfectionisme bij een kind met een growth mindset, dat intelligentie ziet als het resultaat van groei en inzet en niet als een aangeboren gegeven, dat zichzelf realistische doelen stelt, dat coöperatief is … leidt meestal tot kwalitatief hogere prestaties.
 

Perfectionisme wordt erg als het verlammend begint te werken. Dan is men niet meer bezig met het afleveren van een perfect product, maar is men gericht op het eigen imago of hoe men overkomt op de buitenwereld. Het probleem is dan niet zozeer perfectionisme maar wel het niet kunnen leven met imperfectie. Overdreven perfectionisme betekent dat men “ten allen prijze” fouten probeert te vermijden. Zo wordt een evolutie op gang gebracht dat men geen risico’s meer durft nemen en men zich beperkt tot de vertrouwde wegen.

Ouders en mentors kunnen wonderen verrichten als zij goed op de hoogte zijn van het interne obstakel dat hoogbegaafde kinderen gemakkelijk in de val van overdreven perfectionisme trappen. 

Deze kinderen kunnen best een breed spectrum van terreinen exploreren. Vroegtijdige specialisatie is niet verkeerd als er maar voldoende compensatie is op andere terreinen. Ontspanning bij hoogbegaafde personen gebeurt nogal eens door zich intens te storten op secundaire interessevelden waarvoor men doorgaans geen tijd heeft. Kinderen die geen secundaire interessevelden hebben ontwikkeld (omdat zij, gedreven door faalangst, alle risico’s probeerden te vermijden) lopen het gevaar zich niet echt meer te kunnen ontspannen. Naast de stress door negatieve faalangst zijn zij vaak het slachtoffer van een steriele dadendrang (compulsief gedrag) omdat zij nooit tot echte ontspanning komen.

Volwassenen doen er goed aan om dit aspect reeds vanaf jonge leeftijd te begeleiden. Leren omgaan met mislukkingen en frustraties is belangrijk om te groeien als persoon. Hoogbegaafde personen moeten naast hun bijzondere ontwikkeling (op cognitief, motorisch, sociaal, artistiek … vlak) vooral een sterke persoonlijkheid ontwikkelen die deze uitzonderlijke ontwikkeling kan dragen.
 

Omgaan met mislukkingen en frustraties is belangrijk, maar leren leven met kritiek, tegenwerking en zelfs uitsluiting is minstens even belangrijk.
 

Heel diepe talentontwikkeling voert hen naar “eenzame hoogten”. Vaak zijn ze ver voorop in vergelijking met collega’s. Dit leidt nogal eens tot bitsige kritiek, tegenwerking, uitsluiting …
 

Dergelijke reacties van collega’s, hoe onterecht ze ook mogen zijn, zullen wel altijd blijven bestaan. Daarom is het zo belangrijk dat hoogbegaafde personen een sterk zelfvertrouwen hebben en zich niet van de wijs laten brengen door negatieve kritiek van collega’s, als deze niet met rationele elementen is onderbouwd. Een heel sterk geloof in eigen inzichten, in eigen kunnen en in zichzelf als persoon is daarvoor noodzakelijk.

De Oostenrijkse componist Anton Bruckner is een uitgesproken voorbeeld van een onzekere hoogbegaafde die niet kon omgaan met kritiek. Zijn tijdgenoot, Johannes Brahms, werd in de pers steeds opgehemeld als een halfgod, terwijl de composities van Bruckner doorgaans werden afgebroken. Hij leed daar enorm onder en als remedie vond hij er niets beters op dan bijscholingscursussen te gaan volgen. Zijn leraars waren echter allen derde- of vierderangsfiguren die het métier veel minder beheersten dan hijzelf. Telkens hij op het einde van de cursus een diploma behaalde, was hij kinderlijk blij omdat hij dit beleefde als de enige erkenning voor zijn werk.
 

Hij bleef echter levenslang zeer gespannen en dwangmatig en ontwikkelde op het einde van zijn leven zoveel tics dat het hem onmogelijk werd om nog verder te componeren.

Bij een hoogbegaafd kind dat last heeft van (extreem) perfectionisme in combinatie met faalangst, is het van belang te werken aan het zelfvertrouwen.
 

Werken aan het zelfvertrouwen kan heel veel verschillende vormen aannemen, zoals het kind veel succeservaringen laten beleven, de zelfevaluatie van het kind verbeteren, de leerstof opbouwen in stijgende moeilijkheidsgraad, het kind aanmoedigen en / of helpen om een hoogbegaafd vriendje te zoeken enz.
 

Deze adviezen blijven echter vrij algemeen. Het vraagt van de volwassene een diep inzicht in de persoonlijkheid van een kind om te weten welk advies het best past binnen de persoonlijkheidsstructuur van het kind. Het gekozen advies dient bovendien ook goed aan te sluiten bij de persoonlijkheid van de volwassene. Als de volwassene bijvoorbeeld didactisch heel sterk is dan kiest hij misschien wel best voor de graduele opbouw van de leerstof.

3.   Ondermaatse executieve vaardigheden

Last but not least bespreken wij een gebrek aan executieve functies bij veel hoogbegaafde kinderen. Hun dyssynchrone ontwikkeling leidt nogal eens tot een disharmonische ontwikkeling als persoon. Ondermaatse executieve functies kunnen deze disharmonische ontwikkeling ook nog versterken.
 

Hoogbegaafde personen presteren meestal schitterend op vlak van input (opslaan van kennis). Vaak is het echter triestig gesteld aan de outputzijde. Kennis toepassen met veel discipline en met voldoende zin voor nauwkeurigheid, volledigheid en precisie laat vaak te wensen over. Bij nogal wat hoogbegaafde personen is er een zwakke harmonie tussen kennen (input) en kunnen (output). 
 

Kennis dient niet om te imponeren maar om inzichten te verwerven en deze om te zetten in maatschappelijk waardevolle producten.

Voor het toepassen van kennis zijn uitvoerende vaardigheden nodig. Deze vaardigheden zijn niet aangeboren, maar moeten worden aangeleerd. Goed ontwikkelde executieve vaardigheden zorgen voor ‘flow’ in de uitvoering. 

            .

Veel hoogbegaafde personen denken echter dat zij kennis die zij goed begrijpen, ook wel zullen kunnen toepassen. Zij willen bijgevolg geen tijd verspillen aan toepassingen. Deze kapitale denkfout vloeit voort uit hun aversie tegen herhaling. Voor de uitvoering van taken is het namelijk noodzakelijk om verschillende automatismen op te bouwen en dit vraagt tijd, veel oefening en dus ook herhaling. Het opbouwen van motorische automatismen is belangrijk in het gewone leven, maar is essentieel in veel professionele activiteiten. Een tennisser bijvoorbeeld bouwt jarenlang automatismen op. Iedere slag is verschillend maar door jarenlang te trainen en te herhalen ontdekt de leerling - tennisser terugkerende patronen, die later ook werkelijk als motorische automatismen gaan functioneren. Ook een schaker ziet pas na lang oefenen bepaalde configuraties, die hij nadien haast “automatisch” kan inzetten.

Voor het uitvoeren van complexe, cognitieve taken moet de hoogbegaafde persoon, naast declaratieve kennis, ook beschikken over veel procedurele vaardigheden en kennis, zoals taakanalyse, activeren van vroegere kennis, intentionaliteit, plannen en timen, monitoren (bewaken van vooruitgang), evalueren, ondernemen, reflecteren.

Het beheersen van al deze vaardigheden vraagt jarenlange training. Hoogbegaafde personen die dit groeiproces niet kunnen opbrengen, zullen nooit in staat zijn om secuur afgewerkte producten af te leveren. Slechts door vlijt en inspanning kunnen deze vaardigheden uitgroeien tot echte competenties.

Succesvolle hoogbegaafdheid zoekt naar harmonie tussen analytische, creatieve en praktische intelligentie (R. Sternberg). Bij dit evenwicht is de praktische intelligentie (de executieve functies) vaak de zwakke schakel bij hoogbegaafde personen. Onhandigheid, gebrek aan praktisch inzicht, zwakke motorische automatismen komen bovendien in het dagelijkse leven bizar over. Voor het ontwikkelen van een harmonische persoonlijkheid is het van belang om de executieve vaardigheden van hoogbegaafde kinderen en jongeren van dichtbij te begeleiden.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.