Kennisplatform
Zo doe je een ontwikkelingsgerichte audit

Filosoferen met hoogbegaafde kinderen

Lisanne van Nijnatten
Kinder- & jeugdpsycholoog bij Praktijk De Blik  

van Nijnatten, L. (2017). Filosoferen met hoogbegaafde kinderen.
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/filosoferen-met-hoogbegaafde-kinderen.php
Geplaatst op 14 juli 2017
Filosoferen met hoogbegaafde kinderen

Filosofische vragen hebben geen eenduidig antwoord. Al meer dan 2000 jaar filosoferen mensen en we hebben nog steeds geen sluitende antwoorden op de grote vragen van het leven. Dat maakt filosofie ingewikkeld, uitdagend en enorm interessant. In de filosofielessen die ik geef word ik graag verrast door zeer diepgaande filosofische uitspraken van kinderen. Deze filosofische gedachten en vragen zorgen voor mooie gesprekken en kunnen ingezet worden in de ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen.

Hoogbegaafdheid en filosofie

Meer dan andere mensen hebben hoogbegaafde mensen een vorm van existentieel bewustzijn. Dit houdt in dat ze zich uitermate bewust zijn van zichzelf en hun omgeving, waarbij ze veel kunnen nadenken over de grote vragen van het leven. Wat is de zin van het leven? Wat gebeurt er na de dood? Wat is het nut van werk/school/relaties? Ik zie regelmatig kinderen die al vanaf jonge leeftijd deze vragen stellen. Ze hebben niet altijd de ruimte om deze vragen te stellen en uit te zoeken. De andere kinderen en volwassenen om hen heen zijn niet met dezelfde onderwerpen bezig, of raken na een tijdje vermoeid van al het doorvragen. Dit kan onder andere leiden tot een gevoel van afwijzing, piekeren en frustratie. Er is dan geen uitlaatklep voor deze grote vragen en geen antwoord.

In het boek ‘Searching for meaning’ door James Webb (auteur van ‘Misdiagnose van hoogbegaafden’) worden de teleurstelling en existentiële crises die hoogbegaafden hierbij kunnen ervaren heel mooi beschreven.

Naar mijn ervaring is filosofie bij uitstek geschikt om wél een uitlaatklep te geven voor deze grote vragen. Er is misschien geen eenduidig antwoord op filosofische vragen, maar de geschiedenis van de filosofie biedt meer dan 2000 jaar aan slimme mensen die interessante standpunten hebben over de grote vragen. Dit kan een ander perspectief bieden op de vragen waar je zelf mee rondloopt. Hiernaast biedt de methodiek van de filosofie (Socratische methode) een mogelijkheid om op een hoog denkniveau door te blijven denken, waar anderen het misschien al hadden afgekapt.

Filosofie als therapie

Ik gebruik filosofielessen en gesprekstechnieken regelmatig met een therapeutisch doel. Hoogbegaafde kinderen kunnen moeite hebben met hun rechtvaardigheidsgevoel, vriendschappen, de dood, aanpassingsgedrag en andere grote onderwerpen. Door dit bespreekbaar te maken en van anderen verschillende standpunten te horen breng je het gedachtenproces van deze kinderen verder. Opeens worden er grote gedachten uitgesproken en wordt er kritisch gekeken naar de logica van deze gedachten. Dat biedt een veilige omgeving waarin alle ruimte is voor vragen en een kritische houding. Hier zijn hoogbegaafde kinderen uitermate goed in. Blijven doorvragen tot de kern is bereikt.

Daarna krijgen de kinderen de ruimte om voor zichzelf de nieuwe gedachten een plekje te geven. Binnen filosofie leer je hen niet wat de juiste manier is om over iets na te denken, maar leer je ze omgaan met hun eigen gedachten en vragen op hun eigen manier.

Hiernaast is filosofie een mooie manier om sociale vaardigheden te leren. Kinderen wordt geleerd om goed naar elkaar te luisteren en meningsverschillen te erkennen zonder te veroordelen. Om een controversieel filosofisch standpunt in te nemen (bijvoorbeeld: Het leven heeft geen zin) vergt aardig wat assertiviteit. Je moet alleen je standpunt wel kunnen onderbouwen. Zo voorkom je dat kinderen blijven hangen in meningen waar ze zelf niet goed over nagedacht hebben.

De Socratische methode

Wanneer je bezig gaat met filosofie is de Socratische methode één van de belangrijkste vaardigheden om te beheersen. Eén van de grote uitspraken van de filosoof Socrates was “Ik weet alleen dat ik niks weet”. Dit houdt in dat je alles in twijfel kunt trekken, niks staat écht vast behalve je eigen twijfel. Praktisch toegepast betekent dit dat je als begeleider van een filosofisch gesprek geen standpunt inneemt. Je hebt zelf ook het goede antwoord niet. Je kunt dus wel doorvragen naar de logica en kern van de uitspraken van kinderen en de filosofische waarde ervan eruit halen. Dat is al een hele vaardigheid! Nadat je de filosofische kern uit uitspraken hebt gehaald kun je deze kritisch bekijken. Als je dit argument verder doorvoert, houdt hij dan nog?

Casus rechtvaardigheid

“Heinz is een man en zijn vrouw is heel ziek. Zo ziek, dat ze binnenkort dood gaat als ze niet behandeld wordt. Er is in heel de wereld één apotheker die het medicijn voor de ziekte van Heinz’ vrouw heeft. Dit medicijn heeft 100 procent kans op genezing. De apotheker vraagt echter €1.000.000,- voor het medicijn. Dat geld heeft Heinz niet. Mag hij het medicijn van de apotheker stelen of niet?”

Kind: “Ja, ik vind wel dat Heinz het medicijn mag stelen. Hij heeft zoveel geld niet, dus het is niet eerlijk dat zijn vrouw dood moet gaan om geld. Dan zouden alleen rijke mensen het medicijn krijgen.”

Begeleider: “Dus jij vindt dat iedereen even veel toegang moet hebben tot het medicijn, ongeacht hoeveel geld ze hebben. Het is dus rechtvaardig als iedereen gelijke toegang heeft?”

Kind: “Ja, dat denk ik wel.”

Begeleider: “Dus als iedereen evenveel toegang heeft tot het medicijn heeft, de armen het medicijn mogen stelen en de rijken ervoor betalen, dan is dat rechtvaardig. Toch?”

Kind: “Nou, nee. Dat is niet eerlijk tegenover de rijken. Zij betalen er wel voor. Ze zouden het ook net zo goed kunnen stelen als de armen dat ook doen. Maar dan houdt de apotheker geen geld meer over.”

Begeleider: “Hmm, dus gelijke toegang dekt de lading nog niet helemaal. Het speelt dan ook mee dat de apotheker geen schade oploopt en dat mensen gelijkwaardig zijn, in plaats van precies gelijk zijn. Wat denk je daarvan?”

Bij het voorbeeld zie je dat de begeleider zelf geen standpunt inneemt, maar de logica van het kind doorvoert. Zo worden de verschillende grotere thema’s (gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, consequenties van eigen acties voor anderen) besproken. Wanneer je dit in groepsverband doet heb je makkelijk een verscheidenheid aan opvattingen. Hierbij laten de kinderen persoonlijke waarden zien. Sommige kinderen vinden iets rechtvaardig wanneer de wet gevolgd wordt. Andere kinderen vinden het redden van een leven het belangrijkst.

Voor hoogbegaafde kinderen komt er nog een uitdaging bovenop de Socratische methode, is mijn ervaring. Ik hoef meestal maar één vraag te stellen of  een kort verhaal te vertellen en er komt al een enorme complexiteit aan respons van de kinderen terug. De kinderen nemen gelijk allemaal zijpaden en veel verschillende factoren mee in hun argumentatie. De valkuil is dan al snel om in een oppervlakkige discussie zonder veel structuur te komen, waarbij weinig begrippen met goede diepgang worden uitgewerkt. Het is dus zaak dat de begeleider veel structuur biedt en de zijpaden wel benoemt, maar ook stil kan staan bij één (deel)onderwerp om dat met voldoende diepgang uit te werken.

Casus zin van het leven

Kind 1: “Stel je hebt een kind dat in de buik al heel ernstig ziek is. Dat kind overlijdt al tijdens de geboorte. Dan heeft het leven van dat kind toch geen zin?”

Kind 2: “Nou, ik denk van wel! De dokter die helpt bij de bevalling kan daarvan leren. Wanneer hij een andere bevalling heeft bij een kind met dezelfde ziekte dan kan hij er misschien voor zorgen dat dat kind het wel overleeft. Als het eerste kind er niet was geweest, dan had het tweede kind niet kunnen leven.”

Kind 1: “Ja, maar dan heeft het leven toch geen zin voor dat eerste kind?”

Begeleider: “Interessant. Jij (kind 2) bekijkt de zin van het leven van iemand dus ook op de lange termijn en voor andere mensen. Jij neemt dus een breder kader van zingeving dan de ander. Jij (kind 1) ziet de zin van het leven meer als de zin voor jezelf van jouw eigen leven. Volgens mij hebben we hier een meningsverschil te pakken!”

Bij dit voorbeeld zie je een voorbeeld van hoe abstract en complex hoogbegaafde kinderen kunnen denken. Ik vind het heerlijk als kinderen met een gedachtegang aankomen waar ik zelf nog nooit over heb gedacht! Het biedt wel een uitdaging om dit soort argumentaties bij te houden en daarbij de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden.

Filosofie in het onderwijs

Filosofielessen zijn steeds meer in opkomst in het hele onderwijs in Nederland. Gelukkig maar, omdat het een mooi middel is voor onder andere burgerschapsvorming en zelfreflectie. Vaardigheden die tegenwoordig steeds belangrijker worden in het onderwijs.

Het opmerkelijke is dat veel leerkrachten een hele andere rol aannemen wanneer ze filosoferen. Ze zijn opeens niet meer de persoon met alle antwoorden en beoordelingen. Er wordt weinig uitgelegd, de kinderen zijn vooral aan het woord. Ik vind dat een hele mooie verandering. Het is alleen niet altijd makkelijk. Zowel leerlingen als de leerkracht zijn een bepaalde verhouding gewend. Het ligt dus op de loer dat de leerlingen toch vooral naar de leerkracht kijken voor antwoorden, of dat de leerkracht toch stiekem een eigen mening geeft en de leerlingen dat als het juiste antwoord  zien. Het is dus voor beide partijen even wennen. Daarom is het ook heel belangrijk dat de leerkracht de Socratische gespreksvaardigheden bezit en uitdrukkelijk aandacht besteedt aan de boodschap dat hij het antwoord niet heeft.

Gelukkig zijn er veel hulpmiddelen waar leerkrachten gebruik van kunnen maken. Ik kan de volgende boeken met gespreksvaardigheden, lesvormen en uitgewerkte lessen aanraden:

  • ‘Ik zag twee beren filosoferen’ door Sabine Wassenberg en Maaike Merckers Bekkers
  • ‘Spelenderwijs filosoferen met kinderen’ door Nanda van Bodegraven
  • ‘Denken door filosofie’ (boekenserie) door Paul Cleghorn

Voor hoogbegaafde kinderen zijn sommige lessen soms wat kinderachtig. Je kunt de verhalen dus best wat aanpassen om ze wat abstracter of serieuzer te maken. Ook kan het handig zijn om al snel het kernbegrip van de discussie te benoemen (zoals rechtvaardigheid, in plaats van medicijngebruik). Veel vragen en verhalen in filosofiemethodes voor kinderen gaan over dieren, planten en voorwerpen. Zo draaien ze om een filosofische kern heen om het voor kinderen vrolijk en fantasierijk te maken. Bij hoogbegaafde kinderen werkt het echter beter om dit top-down aan te pakken. Benoem dus eerst de filosofische kernbegrippen, daarna kun je het verhaal wat makkelijker en op hoger niveau uitwerken.

Ik merk wel dat de creatieve en actieve werkvormen voor hoogbegaafde kinderen erg leuk zijn. Werkvormen waarbij de kinderen mogen bewegen zijn altijd favoriet. Bij het verhaal van Heinz maak ik meestal drie kampen in de klas: wel stelen, niet stelen en twijfel. Tijdens de discussie kun je als begeleider heel goed zien wie zijn mening verandert, waar je mooi op in kunt haken. Ook zien de kinderen dat iemand zijn mening kan veranderen en dat zij soms zelf iemand kunnen overtuigen.

Filosofie voor thuis

Ook thuis kan een regelmatig filosofisch gesprek interessant en nuttig zijn. Ik hoor van ouders regelmatig dat er tijdens het avondeten grote onderwerpen als het heelal, oorlog en armoede voorbijkomen. Het kan thuis wat extra intellectuele uitdaging bieden om dit soort gesprekken op een filosofisch niveau te bespreken. Ook voor ouders kan het even wennen zijn om de Socratische methode in de vingers te krijgen. In een kleiner gezelschap is het wat makkelijker om ook je eigen filosofische standpunt in te brengen, om zo de discussie verder te helpen. Ik gebruik zelf ook regelmatig mijn kennis van verschillende filosofen. Zo kan ik nieuwe standpunten inbrengen zonder dat ik mijn eigen standpunt geef.

Ik kan het iedereen aanraden om zich te verdiepen in de rijke geschiedenis van de filosofie. Vooral de werken van Kant, Sartre, Aristoteles, Descartes en Foucault geven aanknopingspunten voor onderwerpen om met kinderen te bespreken. Gelukkig zijn er een hele hoop toegankelijke samenvattingen te vinden voor wie zich niet in de oorspronkelijke werken wilt storten. Ik kan de Praatprikkels van Fabien van der Ham ook erg aanraden. Dit zijn kleurrijke kaartjes met fantasierijke vragen erop, waar je qua filosofisch gesprek alle kanten mee op kunt. Ook hier blijft het een kunst om de filosofische laag van een gesprek naar boven te halen. Zo voorkom je een discussie die enkel in de fantasiewereld speelt en kun je de filosofie toepasbaar maken voor het dagelijks leven.

Sinds ik zelf bezig ben met het bestuderen van de filosofie heb ik de slimste mensen ontdekt die ik ooit heb gevonden. Ik merk dat filosofie een enorme intellectuele uitdaging is waar niet snel een einde aan komt.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.