Wat is een effectieve aanpak die (zeer) zwakke basisscholen helpt om 'goed' of 'excellent' te worden?

Geplaatst op 22 oktober 2021

Er is niet één aanpak waardoor (zeer) zwakke basisscholen zich ontwikkelen naar ‘goed’ of ‘excellent’. Een combinatie van aanpakken lijkt het beste, maar welke combinatie is afhankelijk van de schoolcontext en de reeds gerealiseerde schoolontwikkeling. Voor veel (zeer) zwakke scholen bestaat zo’n combinatie in elk geval uit het verbeteren van het didactisch handelen van leerkrachten, het systematisch monitoren van leerresultaten en het ontwikkelen van onderwijskundig leiderschap.

Scholen die zich willen ontwikkelen van (zeer) zwak naar ‘goed’ of ‘excellent’, richten zich op de verbetering van hun kwaliteit. Zij kunnen zich daarbij baseren op het beoordelingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Dat kader omvat het onderwijsproces, schoolklimaat, onderwijsresultaten, kwaliteitszorg en ambitie, en financieel beheer.

Scholen waarderen het programma ‘Goed Worden, Goed Blijven’

Er is in Nederland één programma dat zich specifiek richt op het versterken van basisscholen die door de inspectie zijn beoordeeld als (zeer) zwak of onvoldoende: ‘Goed Worden, Goed Blijven’ (GWGB). Dit programma biedt ondersteuning aan schoolbesturen met één of meer als zeer zwak of onvoldoende beoordeelde basisscholen. Ruim tachtig procent van de zeer zwakke basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in de periode 2015-2020 maakte gebruik van deze ondersteuning. Verder deed ongeveer de helft van de scholen met een onvoldoende een beroep op GWGB.

Schoolleiders en bestuurders waarderen GWGB. Ze ervaren de kritische, externe blik met praktisch uitvoerbare aanbevelingen als waardevolst. Daarnaast hebben de scholen een positief oordeel over het op gang brengen van bewustwording en urgentiebesef, over de focus op het handelen van leerkrachten, de mogelijkheid tot maatwerk en over opbrengstgericht werken.

Bewezen effectief mag GWGB echter niet worden genoemd; daarvoor is meer onderzoek nodig. Scholen die kiezen voor een ander ondersteuningsaanbod, van bijvoorbeeld een externe adviseur, verbeteren zich overigens ook. Die ervaringen wijzen erop dat elke school een combinatie van aanpakken moet kiezen die past bij de verbetering van de aspecten waar de school zwak op scoort.

Scholen stellen hun eigen combinatie van aanpakken samen

Uit het buitenland komen vergelijkbare geluiden. Ook daar zijn aanwijzingen dat scholen een combinatie van aanpakken kiezen om tot verbeteringen te komen. Een passende mix hangt af van de aanleiding voor de verbetering, de schoolcontext en de reeds gerealiseerde schoolontwikkeling.

Internationaal onderzoek naar onderwijssystemen toont eveneens aan dat er niet één aanpak effectief is voor schoolverbetering en hogere leerprestaties van alle scholen binnen alle schoolsystemen. Wel zijn daar enkele algemene actiepunten uit af te leiden. De belangrijkste zijn het verbeteren van instructievaardigheden van leerkrachten en managementvaardigheden van leidinggevenden. Daarnaast is het in kaart brengen van leerlingprestaties van belang, bijvoorbeeld via leerlingvolgsystemen.

Het programma leerKRACHT biedt scholen verbetermogelijkheden

In Nederland biedt het programma leerKRACHT mogelijkheden tot het verbeteren van het professioneel handelen van leerkrachten en het komen tot een lerende cultuur. Op basis van een pilotstudy zijn vier sleutelinterventies ontwikkeld, te weten gezamenlijke lesplanning, lesobservaties door collega’s en feedback, regelmatige whiteboardsessies om doelen te formuleren en acties te herzien, en het betrekken van studenten hierbij.

Het is niet duidelijk of leerKRACHT daadwerkelijk een effectieve aanpak is voor kwaliteitsverbetering en daarmee voor het bereiken van hogere leerprestaties bij leerlingen. Wel is bekend dat op scholen die het programma uitvoeren onderwijsteams doelgericht en systematisch samenwerken aan onderwijsverbetering. Leerkrachten worden vooral sterker in het creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat. Zowel schoolleiders als leerkrachten geven aan dat het programma bijdraagt aan een lerende cultuur in school.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Esther Stronkhorst (antwoordspecialist), Christa Teurlings en Wouter Schenke (kennismakelaars Kennisrotonde)
Vraagsteller: Leerkracht basisonderwijs

Vraag

Wat is een effectieve aanpak die (zeer) zwakke scholen helpt om 'goed' of 'excellent' te worden?

Kort antwoord

Er is niet één aanpak waardoor (zeer) zwakke scholen zich ontwikkelen naar ‘goed’ of  ‘excellent’. Een combinatie van aanpakken lijkt het beste uit te werken, maar het hangt van de schoolcontext en de reeds gerealiseerde schoolontwikkeling af welke combinatie werkt. Voor veel (zeer) zwakke scholen bestaat zo’n combinatie in ieder geval uit het verbeteren het didactisch handelen van de leraren, het (systematisch) monitoren en verbeteren van leerresultaten, en het ontwikkelen van leiderschap.

Toelichting antwoord

De beoordeling van scholen

Scholen die zich willen ontwikkelen van (zeer) zwak naar ‘goed’ of ‘excellent’, richten zich op de verbetering van hun kwaliteit. Zij kunnen zich daarbij baseren op het beoordelingskader van de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie beoordeelt de volgende kwaliteitsgebieden: onderwijsproces, schoolklimaat, onderwijsresultaten, kwaliteitszorg en ambitie, en financieel beheer. Per kwaliteitsgebied onderscheidt de inspectie basiskenmerken en schooleigen aspecten van kwaliteit (Inspectie van het Onderwijs, 2020). De Inspectie beoordeelt scholen als ‘zeer zwak’, ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’. (Zeer) zwakke scholen schieten vooral tekort op het didactisch handelen van docenten, zicht op ontwikkeling van hun leerlingen, onderwijskundig leiderschap en een lerende cultuur (zie Blank & Schoenmakers, 2019).

Verder kunnen scholen de waardering ‘goed’ krijgen als ze voldoende op de basiskenmerken van de inspectie scoren en daarnaast extra eigen ambities tonen op kwaliteitsgebieden van het waarderingskader (bv. toekomstgericht aanbod). Deze waardering baseert de inspectie op een analyse van de eigen ambities en de realisatie van die ambities van een school.

‘Goede’ scholen kunnen vervolgens opgaan voor het predicaat ‘excellent’. In deze gevallen moeten scholen zich onderscheiden op een of meerdere excellentieprofiel(en), bijvoorbeeld op het excellentieprofiel schoolklimaat, ouderbetrokkenheid of talentontwikkeling. Een onafhankelijke jury beoordeelt of de visie op het excellentieprofiel duidelijk geformuleerd is door de schoolleiding en of leraren, leerlingen en ouders die visie herkennen. Excellente scholen blijken beter dan goede scholen in het geboden onderwijsaanbod, in de ondersteuning van leerlingen, in het realiseren van leerresultaten en in het bieden van een veilige sfeer in school (Schenke et al., 2020).  

Het programma ‘Goed worden en Goed Blijven’

In onze zoektocht naar effectieve aanpakken of programma’s voor scholen hebben we één programma in Nederland gevonden dat zich specifiek richt op het versterken van basisscholen die door de inspectie zijn beoordeeld als (zeer) zwak of onvoldoende. Dit programma ‘Goed Worden Goed Blijven’ (GWGB) biedt ondersteuning aan schoolbesturen met één of meer als zeer zwak of onvoldoende beoordeelde basisscholen. Ruim 80 procent van de zeer zwakke basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in de periode 2015-2020 maakte gebruik van de ondersteuning van GWGB. Daarnaast maakte ongeveer de helft van de scholen met een onvoldoende gebruik van het programma (Bijman et al., 2021).

Vrijwel alle zeer zwakke scholen die aan GWGB deelnemen, kregen na gemiddeld anderhalf jaar een voldoende beoordeling van de inspectie. De onvoldoende scholen die door GWGB zijn begeleid, deden er gemiddeld dertien maanden over om zich te verbeteren tot voldoende.
Het aantal scholen dat geen verbetering liet zien, was heel klein. Redenen hiervoor zijn zeer specifiek. Volgens de inspectie was dat bijvoorbeeld omdat een bestuur forse ingrepen in het team doorvoert, waardoor herstel langer duurt. Ook komt het voor dat een team het oordeel van de inspectie niet accepteert of in shock verkeert. Tot slot kan een school gesloten zijn, bijvoorbeeld een kleine school die minder leerlingen ontvangt (Bijman et al., 2021).

De interventies binnen het programma GWGB bestaan uit een analyse en een vliegende brigade. De analyse begint met een documentenstudie en een schoolbezoek door een analist waarbij er lessen worden geobserveerd en interviews worden gehouden. Daarna ontvangen de scholen een analyserapport. Naar aanleiding hiervan kan een schoolbestuur kiezen voor de inzet van de vliegende brigade. De vliegende brigadier is een ervaren adviseur, die de school ondersteunt bij de punten die nog onvoldoende waren volgens het oordeel van de inspectie. De precieze invulling van het programma wordt in samenspraak met het schoolbestuur bepaald. De vliegende brigade bleek in de periode van 2013-2017 vooral in te zetten op het geven van een duidelijke uitleg over de leerstof door leraren, op het werken aan planmatige zorg, op de opbrengsten aan het einde van de basisschool en op het realiseren van een taakgerichte werksfeer. Sinds het nieuwe toezichtkader van 2017 zet de vliegende brigade het meest in op didactisch handelen en het zicht op de ontwikkeling van kinderen. In de helft van de gevallen wordt ingezet op het verbeteren van de onderwijsresultaten (Blank & Schoenmakers, 2019).

Schoolleiders en bestuurders waarderen GWGB: ze ervaren de kritische, externe, blik met praktisch uitvoerbare aanbevelingen als meest waardevol. Daarnaast hebben de scholen een positief oordeel over het op gang brengen van bewustwording en urgentiebesef, over de focus op het handelen van leraren en over het opbrengstgericht werken. De scholen waarderen de mogelijkheid tot maatwerk, die te zien is in de specifieke ondersteuning van de vliegende brigade (Bijman et al., 2021; Schoenmakers, 2017).

Het programma GWGB blijkt al met al een doeltreffend programma te zijn (Bijman e.a., 2021). Echter blijkt dat scholen die geen gebruikmaken van GWGB zich ook verbeteren: zij kiezen er voor om zelf het verbetertraject te doorlopen, waarbij ze vaak gebruik maken van een ondersteuningsaanbod van bijvoorbeeld een externe adviseur met wie zij al contacten hadden (Bijman e.a., 2021). Mede door gebrek aan uitgebreider effectonderzoek, is er derhalve onvoldoende basis is om het programma GWGB bewezen effectief te mogen noemen. De ervaringen binnen GWGB laten zien dat iedere school een combinatie van aanpakken moet kiezen, die past bij de verbetering van de aspecten waar de school zwak op scoort.

Programma’s gericht op verbetering van onderwijs en leerprestaties

Diverse onderzochte programma’s in het buitenland geven aanwijzingen dat scholen een combinatie aan aanpakken kiezen om tot verbeteringen te komen. Deze mix hangt mede samen met de redenen om te komen tot verbetering, met de schoolcontext en met de reeds gerealiseerde schoolontwikkeling.

Zo realiseerden de Amerikaanse Turn Around Schools binnen een jaar verbeteringen om te zorgen dat leerlingen hogere leerprestaties lieten zien (Schueler et al., 2020). Dit kwam vooral door het verlengen van de leertijd (bijvoorbeeld door langere schooldagen, meer instructietijd, extra onderwijs, buitenschoolse ondersteuning) en door het vervangen van  tenminste 35% van het personeel. Het inzetten op een combinatie van  interventies, zoals verlengen van de leertijd en een-op-een-begeleiding (tutoring) leverde hogere leerprestaties op, dan een enkele aanpak. Daarnaast regelde een deel van de scholen buitenschoolse ondersteuning aan leerlingen en hun familie die dat nodig hadden. Het ging dan om diensten, die in de VS minder uitvoerig geregeld zijn dan in Nederland, zoals therapie, gezondheidszorg en voedselhulp (Schueler et al., 2020).

Ook op bijna honderd Londense scholen is het mogelijk gebleken in een korte tijd een sterke kwaliteitsverbetering in de leerprestaties te laten zien. In terugblikkende interviews schreven de betrokken schoolleiders deze verbeteringen toe aan het verbeteren van de kwaliteit van het lesgeven, aan het verbeteren van de kwaliteit van de schoolleider, en aan het verbeteren van de datamonitoring van de leerlingen (McAleavy & Riggal; 2016; McAleavy e.a., 2016). Daarnaast wezen de schoolleiders op het aanstellen van nieuw personeel bij het bestuur, op het betrekken van het bestuur bij monitor- en evaluatieprocessen, en op het verbeteren van de vaardigheden van het bestuur in het omgaan met gegevens zoals financiële data en performance.

De uitspraken van deze schoolleiders zijn uiteraard geen overtuigend bewijs voor de effectiviteit van hun aanpakken. Wel geven ze inzichten in factoren die er volgens de schoolleiders toe doen.
Tevens maakt langlopend onderzoek in Chicago duidelijk dat scholen die prestatieverbeteringen van leerlingen realiseerden, zich niet slechts op één aspect richtten. Die scholen hebben zich juist gericht op het ontwikkelen en versterken van vijf onderdelen tegelijkertijd (Bryk, 2010): 1) een samenhangend instructiesysteem, 2) de professionele capaciteit van leraren, 3) de ouderbetrokkenheid, 4) een leerling-gecentreerd leerklimaat en tot slot 5) sterk leiderschap door de directie. Bryk stelt dat wanneer scholen aan al deze vijf onderdelen werken, scholen een tien keer zo grote kans hebben om te verbeteren dan wanneer zij slechts aan een of enkele onderdelen werken.

Ook bevestigt internationaal onderzoek naar onderwijssystemen (Barber & Mourshed, 2007; Mourshed et al., 2010) dat er niet één aanpak effectief is voor schoolverbetering en verbetering van leerprestaties van alle scholen binnen alle schoolsystemen. Wel zijn bepaalde interventies in alle onderwijssystemen van belang. Alhoewel deze inzichten zijn gebaseerd op onderzoek naar schoolsystemen, kunnen we hieruit wel actiepunten afleiden die scholen zelf kunnen inzetten. Zo zouden scholen de instructievaardigheden van leraren en van de managementvaardigheden van de leidinggevenden kunnen verbeteren. Scholen die al verder zijn in het proces van schoolverbetering delen hun verantwoordelijkheden steeds meer met hun leraren. Ook zouden scholen de leerlingprestaties in kaart moeten brengen en kunnen benutten (bijv. uit leerlingvolgsystemen).

In Nederland biedt het programma leerKRACHT mogelijkheden tot het verbeteren van het handelen van leerkrachten en het komen tot een lerende cultuur, zo wijst evaluatieonderzoek uit (De Jong et al., 2020; Sol & Stokkink, 2014). LeerKRACHT is in 2012 van start gegaan in scholen voor PO, VO, MBO en Lerarenopleidingen. Het programma wil het professioneel handelen van leerkrachten versterken. Het doel is bij te dragen aan een cultuur van continue aandacht aan het verbeteren van de kwaliteit van het lesgeven. Op basis van een pilotstudy zijn vier sleutelinterventies ontwikkeld, te weten gezamenlijke lesplanning, lesobservaties door collega’s en feedback, dagelijkse of wekelijkse whiteboard sessies om doelen te formuleren en acties te herzien, en het betrekken van studenten hierbij.

Tot op heden is nog onbekend of leerKRACHT daadwerkelijk een effectieve aanpak is voor kwaliteitsverbetering en daarmee voor het bereiken van betere leerprestaties bij leerlingen. Wel weten we dat scholen het programma uitvoeren zoals het is bedoeld; onderwijsteams gaan doelgericht en systematisch samenwerken aan het verbeteren van het onderwijs. Leraren worden met name sterker in het creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat voor hun leerlingen. Daarnaast zijn schoolleiders en leraren bij de start van het programma erg enthousiast en geven ze aan dat het programma bijdraagt aan een lerende cultuur in school (De Jong et al., 2020; Sol & Stokkink, 2014).

Geraadpleegde bronnen 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Mediation voor schoolleiders
Mediation voor schoolleiders
Mediation en conflicthantering in het onderwijs
Medilex Onderwijs 
Webinar
7 valkuilen bij veranderprocessen in het onderwijs
7 valkuilen bij veranderprocessen in het onderwijs
Webinar met Machiel Karels
Wij-leren.nl Academie 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Schoolorganisatie
Schoolorganisatie en teamwork op een basisschool - leiderschap.
Arja Kerpel
Beleid school maken
Zo maak je richtinggevend beleid voor je school.
Machiel Karels
Kenmerken goede schoolleider
De schoolleider doet ertoe.
Myriam Lieskamp
Onderwijs- en schoolontwikkeling
Onderwijs- en schoolontwikkeling: veranderingen doorvoeren
Machiel Karels
Kansenongelijkheid in het onderwijs
Aan de slag met kansenongelijkheid in het onderwijs
Jaap Versfelt
Bewezen effectieve interventies
Evidence informed werken in het onderwijs
Jaap Versfelt
Hoe je het NPO inzet om leerachterstanden te beperken met beperkte capaciteit
Hoe je met schaarse capaciteit maximaal effect bereikt met het Nationaal Programma Onderwijs
Jaap Versfelt
Nationaal Programma Onderwijs stappen
Hoe breng je als schoolleider alle recente ontwikkelingen bij elkaar in een samenhangend plan?
Machiel Karels
Het waarom en het hoe van veranderen
Aan de slag met onderwijsvernieuwing
Jaap Versfelt
Werkend schoolplan
Hoe maak je een schoolplan dat werkt?
Jaap Versfelt
Programma LeerKracht
Programma LeerKracht doorbreekt eilandjescultuur
Annemieke Top
Van deze rotonde
Hoe komen we van deze rotonde? Over het belang van creatief en probleemoplossend denken bij schoolontwikkeling
Myriam Lieskamp
Duurzame schoolontwikkeling
Duurzame schoolontwikkeling
Myriam Lieskamp

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Omix Webtalks met Joost Leenders - Excelleren in het onderwijs
Omix Webtalks met Joost Leenders - Excelleren in het onderwijs
redactie
Hoe bouw je aan een topteam? Tjipcast 033
Hoe bouw je aan een topteam? Tjipcast 033
redactie
Eric van 't Zelfde - De verdeling van onze onderwijskwaliteit
Eric van 't Zelfde - De verdeling van onze onderwijskwaliteit
redactie
Marco de Witte over de essentie van veranderen in organisaties
Marco de Witte over de essentie van veranderen in organisaties
redactie
Wat is de invloed van management op werk, leven en democratie?
Wat is de invloed van management op werk, leven en democratie?
redactie
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
redactie
Kim Spinder - Succesvolle innovatiestrategie in het onderwijs
Kim Spinder - Succesvolle innovatiestrategie in het onderwijs
redactie
Helma van der Hoorn - Bestuurlijke vernieuwingen door vertrouwen
Helma van der Hoorn - Bestuurlijke vernieuwingen door vertrouwen
redactie
Onderwijskwaliteit in een video van één minuut uitgelegd
Onderwijskwaliteit in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Schoolontwikkeling in een video van één minuut uitgelegd
Schoolontwikkeling in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



leiderschapsstijl
lerende school
onderwijskwaliteit
professionele leergemeenschap
schoolontwikkeling
schoolplan
teamleren

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest