Beelddenkers, als kwartjes vallen…
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 16-10-2024,
van https://wij-leren.nl/beelddenkers-als-kwartjes-vallen.php
Beelddenken
Het boek 'BEELDDENKERS, als kwartjes vallen' is een vlot geschreven en praktisch boek over 'beelddenkers' in het onderwijs. Dit artikel geeft eerst een samenvatting van het boek en daarna een recensie.
Samenvatting “BEELDDENKERS, Als kwartjes vallen…”
Beelddenkers, Als kwartjes vallen is een boek geschreven voor ouders en leerkrachten van kinderen die in beelden denken. In het onderwijs is het inmiddels wel bekend dat 20 % van de leerlingen in beelden denken of in ieder geval een voorkeur hebben voor visuele informatieverwerking. Maar wat beelddenken nu precies inhoud, daar is nog niet veel eenduidigheid over.
In de wetenschap is wel steeds meer duidelijk, maar er is ook veel discussie over de juiste definities en wetenschappelijke onderbouwing. Hoe dan ook blijft het lastig om alle inzichten uit de wetenschap te combineren tot een geheel. Natasja Esmeijer heeft dat in dit boek gedaan: alle aspecten van het beelddenken samengebracht en daaruit een samenhangend geheel geëxtraheerd waardoor het duidelijk wordt waarom beelddenkers denken zoals zij doen. Ook wordt duidelijk waar alle problemen waar zij in het onderwijs en in de opvoeding tegenaan lopen, vandaan komen.
"Aanbevolen voor elke leraar of PABO-student, vanwege de heldere stijl, de praktische aanbevelingen en zinnige reflecties op het onderwijsleerproces."
Dominante hersenhelft
Of je een taal- of beelddenker bent wordt bepaald door welke hersenhelft dominant is en is al voor je geboorte bepaald. De hersenhelften werken altijd samen bij het verwerken van informatie. Er is echter vaak wel één hersenhelft dominant bij deze informatieverwerking. Dit wordt ook wel de voorkeursstijl genoemd.
Linkerhersenhelft dominant: taaldenker
Als de linkerhersenhelft dominant is (links brein) betekent dat dat jij bij voorkeur in stapjes denkt, in logische volgorde. Je bent gefocust op details en wil graag herhalen om iets te leren. Je werkt graag met een voorbeeld en door te oefenen wordt er geautomatiseerd. Zo is ons onderwijssysteem ook opgebouwd: de lesstof wordt in stukjes aangeboden en er wordt steeds nieuwe, moeilijkere stof aangeboden. Makkelijk en overzichtelijk.
Rechterhersenhelft dominant: beelddenker
Als je rechterhersenhelft (rechts brein) dominant is dan heb jij een hele andere manier van leren. Je denkt vanuit het geheel en leert op begrip. Als je iets nieuws hoort of ziet gaan je hersenen vanzelf op zoek naar associaties uit het verleden: “wat weet ik hier al van, waar hoort het bij”. Je gevoel is belangrijk en je wilt graag weten ‘waaròm’ je iets moet leren. Omdat je in beelden denkt zie je al voor je hoe iets moet worden zodat je ook precies ziet als iets niet goed is, perfectionisme is dan ook een tweede natuur, net als intuïtie. Dit geheel past minder goed in ons onderwijssysteem omdat als je kleine stapjes krijgt waarvan je niet weet wat het einddoel is je de stapjes dan wel eens aan het verkeerde kapstokje op kunt hangen waardoor je niet precies de volgorde ziet. Je ziet niet waar iets in het grote geheel past. Omdat het gevoel ook continue aanwezig is voel je ook direct wat iemand van jou vind en ben jij de eerste om jezelf te veroordelen als iets niet goed gaat. Ook het gevoel van andere mensen kun je makkelijk lezen waardoor je hun gevoel over kunt nemen.
Afbeelding uit besproken boek.
Hooggevoelig denkproces
Dit hooggevoelige denkproces is altijd aanwezig. In het kort: Als een beelddenker in een nieuwe situatie komt denk hij als eerste terug aan een vergelijkbare situatie uit het verleden met alle beelden, geluiden, geuren en gevoelens die erbij horen. Er wordt bedacht welke mogelijke reacties er zijn. Per reactie wordt er bedacht en gevoeld wat de gevolgen zijn. Er wordt gezocht naar de meest ideale reactie waar de groep zich het beste bij voelt. Als deze reactie uitgevoerd wordt komt de innerlijke criticus en die vraagt of het wel goed genoeg was, of het beter had gekund. En vervolgens begint het proces opnieuw omdat de situatie door de reactie veranderd is.
Waarneming
De hersenen van beelddenkers zijn anders bedraad dan bij taaldenkers. Al vanaf het allereerste begin neemt een beelddenker de wereld intenser waar waardoor het vaak hooggevoelige kinderen zijn. Bij taaldenkers gaan de hersenverbindingen rechtdoor waar ze bij beelddenkers alle kanten op gaan. Als een bepaalde handeling gedaan wordt zal een beelddenker dat steeds op een andere manier doen. Hierdoor worden er geen stevige hersenpaden aangelegd maar heel veel kleinere paadjes. Beelddenkers kunnen daarom niet zo makkelijk automatiseren.
Middellijn
De ontwikkeling van de hersenen gaat bij alle kinderen hetzelfde. Eerst bewegen de beide helften van het lichaam onafhankelijk van elkaar waarbij de rechterhersenhelft de linker kant aanstuurt en de linkerhersenhelft de rechterkant. Op ongeveer 4-jarige leeftijd ontstaat er een middellijn van waaruit beide handen werken. De middellijn kan nog niet bewust worden overgestoken met de handen. Autootjes en kleurtjes zullen daarom doorgegeven worden tijdens het spelen. Op 6- jarige leeftijd verschuift deze middellijn naar de dominante kant. Als de linkerhersenhelft dominant is zal deze naar links verschuiven en is de rechterhersenhelft dominant dan verschuift deze naar rechts. Kinderen met een voorkeur voor de rechterhersenhelft hebben dus van nature een andere werkrichting dan taaldenkers. Zij denken, lezen en schrijven vanuit rechts. Hierdoor ontstaan hardnekkige omdraaiingen en worden woorden vaak achterstevoren gelezen. Als een kind niet weet dat het ‘de verkeerde kant’ op leest of rekent zal dus gefrustreerd raken omdat hij het steeds ‘fout’ doet. Als voorbeeld het rekenen. 5 x 5 = 25 een beelddenker schrijft daar vaak 52 voor. Als hier een streep door gaat dan zal het kind niet meer weten hoe het de som uit moeten rekenen. Hij had het namelijk wel goed uitgerekend maar niet goed opgeschreven. Door inzicht te geven dat het andersom denkt en er geen rode streep door te geven wordt het kind geholpen om tot een goede schrijfrichting te komen zonder frustratie. Het krijgt het vertrouwen dat het wel de som goed heeft uitgerekend.
Andere zintuigen
Naast een dominante hersenhelft zijn er nog meer zintuigen die een dominantie hebben zoals de handen, voeten, ogen en oren. De combinatie van al deze dominantie bepaald mede op welke manier een kind leert. Als voorbeeld: Een kind dat een rechts brein heeft gecombineerd met een links oor zal goed kunnen luisteren. Heeft het daarnaast een rechts oog dan zal alles wat gezien wordt geblokkeerd binnenkomen en zal het dus de leerkracht niet aan moeten kijken om toegang te krijgen tot het gehoor. Alle zintuigen die kruislings dominant zijn komen direct binnen, zitten ze aan dezelfde kant dan zijn ze geblokkeerd en duurt het langer voor er reactie is. Een kind met een links oog en rechterhand zal last hebben met de oog-hand coördinatie.
Afbeelding uit besproken boek
Hooggevoeligheid
Veel beelddenkers zijn hooggevoelig. Hooggevoeligheid uit zich op diverse terreinen. In fysieke prikkels, emotionele prikkels, nieuwe situaties, sociale situaties en al deze prikkels worden ook nog eens intenser verwerkt. Samen met het hooggevoelig denkproces kan dit best overweldigend zijn. Gelukkig hebben de meeste kinderen niet overal last van en als ze ouder worden leren ze er vaak wel mee omgaan.
Hoogbegaafdheid
Als een kind hoogbegaafd is zal het in eerste instantie ook een beelddenker zijn. Beelddenkers denken vele malen sneller dan taaldenkers en kunnen alle kanten op denken iets wat typerend is voor hoogbegaafde kinderen. Echter omdat de rechterhersenhelft dominant is met de bijbehorende problemen komt het vaak voor dat deze kinderen niet opvallen en onderpresteren op school. De gevoeligheid neemt vaak de overhand en ze zijn heel perfectionistisch. Leggen de lat voor zichzelf erg hoog en zoeken de fout snel bij zichzelf. Deze kinderen hebben vooral behoefte aan begripsleren en in weinig oefenen. Dat is in ons onderwijs lastig te realiseren waardoor juist deze groep goed vertegenwoordigd is in de thuiszitters.
ADHD
ADHD en Autisme zijn verwant aan beelddenken. De meeste kinderen met ADHD zijn beelddenkers waarbij er een stofje in de hersenen niet aangemaakt wordt. Daardoor missen ze een paar cruciale vaardigheden die leiden tot extra snel afgeleid zijn. Ze hebben vaak een vol hoofd. Beelddenkers hebben daar ook snel last van en veel kinderen krijgen daarom onterecht de stempel ADHD. Om een vol hoofd leeg te maken zijn kun je de MatriXmethode toepassen. Hierdoor structureer je al je gedachten en komt er duidelijkheid in de chaos. Deze techniek is juist voor beelddenkers uitermate geschikt omdat zij beschikken over een visuele gedachtegang waarbij in en buiten het hoofd visueel dingen voorgesteld en gemanipuleerd kunnen worden. Op deze manier kun je ook spelling en tafels leren. Een krachtige tool om beelddenkers te helpen.
Autisme / ASS
Autisme (ASS) heeft ook een grote overlap met beelddenken. Vooral de hooggevoeligheid is hier opvallend gelijk al zijn er duidelijke verschillen. Vooral meisjes met autisme vallen niet altijd op vanwege hun, van nature, grotere empathisch vermogen. De kinderen met autisme die hoog functioneren kunnen met enige aanpassing in het reguliere onderwijs uit de voeten mits er rekening gehouden wordt met hun beperkingen. Datzelfde geldt voor kinderen met ADHD.
Hersengebieden
Welke hersengebieden zijn nu verantwoordelijk voor het sterker reageren van beelddenkers? De spiegelneuronen werken vaak beter waardoor gevoel makkelijk overgenomen kan worden. Ze zijn gevoelig voor gevoel van andere mensen maar ook de sfeer van een ruimte. De amygdala werkt vaak beter waardoor bij herinneringen het gevoel sterker naar voren komt. Ook de hippocampus, hypothalamus en het stresssysteem komen langs.
Hoe geef je deze kinderen nu les?
Op de basisschool is het belangrijk om vanaf het eerste begin de kinderen het gevoel te geven dat de manier waarop zij leren òòk goed is en die dan ook te onderkennen en te benoemen. Daarnaast moet je als eerste het grote plaatje schetsen voordat je de details gaat uitleggen. Als voorbeeld het alfabet. Er wordt normaal gesproken begonnen met twee letters: de i en de k. Daarmee wordt dan het woordje ik gemaakt. Een beelddenker weet dat er heel veel woorden zijn en kan niet overzien hoeveel letters ervoor nodig zijn om al die woorden te kunnen maken. Als je al die letters moet leren schrijven is dat een hele klus. Als de juf was begonnen met laten zien dat het alfabet uit 26 letters bestaat en dat we daarmee alle woorden kunnen maken was het een stuk duidelijker geweest. Het kind weet waar het aan toe is en is bereid om de eerste twee letters te gaan leren, gelukkig hoeven ze nog niet allemaal. In het hoofd is er inmiddels wel een vakje letters aangemaakt en zodra de juf een paar dagen later met de volgende letters verder gaat hoeft ze alleen nog maar te benoemen dat we met het alfabet verder gaan en plop, het vakje gaat open.
Context
Voor andere vakken is het vaak handig om het nieuwe onderwerp te geven en de kinderen eerst zelf even te laten brainstormen hoe zij het zelf op zouden lossen. Dat kan dan eventueel besproken worden waarna de leerkracht laat zien wat de makkelijkste oplossing is. Nu weten de beelddenkers de context, hebben er zelf over na kunnen denken en willen best de makkelijke stappen van de leerkracht overnemen. Op deze manier wordt er aanspraak gemaakt op hun vaardigheden: associëren, begrip en creatief denken, en wordt het pad vrijgemaakt om de stappen te beheersen.
Voortgezet onderwijs
Ook op de middelbare school komen er specifieke problemen voor. Deze kunnen vaak ondervangen worden door duidelijk aan te geven in de les waar de les over gaat en om eerst de bredere context te geven. Daarnaast bieden snellezen en mindmappen veel aanvulling om de vaardigheden te benutten. Op deze leeftijd ontwikkelen de hersenen zich verder en als het kind lekker in zijn vel zit zal het de vaardigheden van de linkerhersenhelft ook kunnen gaan gebruiken.
Thuiszitters
Wat nu als het toch misgaat? In Nederland zitten 4500 kinderen thuis en zijn er nog een paar duizend die met moeite naar school gaan. Deze kinderen wijken net teveel af van het gemiddelde kind. Meestal als gevolg van hoogbegaafdheid of autisme. Deze kinderen komen niet altijd in aanmerking voor speciaal onderwijs. De rode draad bij deze kinderen is dat ze het gevoel hebben dat ze niet begrepen worden op school. Gelukkig is er ook goed nieuws. Hooggevoelige kinderen zijn heel gevoelig voor de omstandigheden waarin zij opgroeien, dat wil zeggen dat ze snel problemen krijgen als zij zich niet begrepen voelen en als ze op de verkeerde manier les krijgen. Ze zijn echter ook gevoelig voor goede omstandigheden en bloeien snel op als de omstandigheden verbeteren. Er is dus nog hoop en je bent nooit te laat om deze kinderen te helpen. Door eerlijk te zijn en soms te zeggen dat jij het ook niet weet (wist) kun je deze kinderen helpen door samen op zoek te gaan naar de manier die wel past. Passend onderwijs begint in de klas met een leerkracht die weet waar deze kinderen het mee moeten doen. Zolang er begrip is en het kind voelt dat je het probeert is dat voldoende en kunnen jullie samen tot een oplossing komen.
Recensie
Het boek 'BEELDDENKERS, als kwartjes vallen' is een vlot geschreven en praktisch boek over beelddenkers in het onderwijs. De onderliggende theorie wordt helder uiteengezet en met voorbeelden en plaatjes geillustreerd. Dat mag je natuurlijk ook wel verwachten van een boek over beelddenkers...
Het is belangrijk voor leraren om te weten hoe informatieverwerking in de hersenen verloopt en wat er gebeurt als dit leerproces op een te eenzijdige manier wordt ingericht. Als leraar heb je namelijk ook een bepaalde leervoorkeur. Het risico bestaat dat je teveel lesgeeft vanuit je eigen dominante hersenhelft of leervoorkeur. Daarmee doe je dan leerlingen met een andere leervoorkeur tekort. Voor leraren is het dus ook zinnig om aan de hand van dit boek te reflecteren wat de eigen leervoorkeur is en hoe dat doorwerkt in de lessen.
Feitelijk wil de auteur van het boek 'Beelddenkers' leraren stimuleren om op een zo afwisselend mogelijke manier les te geven. Dat is een goed en belangrijk streven en dat maakt het lezen van dit boek nuttig voor leraren.
Ook is het heel goed dat er aandacht wordt gevraagd voor een grote groep leerlingen die in het huidige onderwijssysteem niet op de juiste manier benaderd worden en mogelijk zelfs vast dreigen te lopen. De pedagogische consequenties hiervan zijn namelijk groot en kunnen levenslange psychische gevolgen hebben.
Het begrip 'beelddenken' wordt vanuit de hoek van het cognitivisme overigens wel onder kritiek gesteld. Het zou in dit verband zinnig zijn als er in het boek nadrukkelijker naar onderliggend onderzoek verwezen werd. Voor meer informatie over deze discussie verwijs ik naar de begripsbeschrijving beelddenken op deze site.
Dit boek beveel ik aan elke leraar of PABO-student aan, vanwege de heldere stijl, de praktische aanbevelingen en zinnige reflecties op het onderwijsleerproces.
Bestellen
Het boek Beelddenkers, als kwartjes vallen… is te bestellen via: