Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Uitdagend onderwijs voor creatief begaafde leerlingen

Annemieke Top
Kwaliteitszorgmedewerker / beleidsondersteuner bij Hoornbeeck College  

Nifterik, A. van (2016). Uitdagend onderwijs voor creatief begaafde leerlingen.
Geraadpleegd op 16-10-2024,
van https://wij-leren.nl/uitdagend-onderwijs-creatief-begaafdheid.php
Geplaatst op 1 juni 2016
Creatief begaafd

Een hoogbegaafde leerling is anders dan een hoogintelligente leerling. Toch wordt hoogbegaafdheid vaak slechts vastgesteld op basis van een hoge IQ-score. Deze score betekent dat een leerling sterk ontwikkelde analytische vaardigheden heeft. Orthopedagoog Joyce Gubbels onderzocht aan de Radboud Universiteit de ontwikkeling van verschillende typen vaardigheden bij basisschoolleerlingen. Zij laat zien dat er twee groepen begaafde leerlingen zijn: analytisch begaafde leerlingen en creatief begaafde leerlingen. Beide groepen leerlingen hebben baat bij verrijkingsprogramma’s, terwijl deze programma’s lang niet altijd aangeboden worden aan de groep creatief begaafde leerlingen.

Succesvolle intelligentie

“Volgens de theorie van succesvolle intelligentie zijn er zowel analytische, creatieve als praktische vaardigheden nodig om succesvol te worden”, aldus Joyce Gubbels. Het onderwijs test leerlingen desondanks vooral op één ding: analytische vaardigheden, terwijl er ook hoogbegaafden zijn die voornamelijk creatief begaafd zijn. Gubbels: “Er zou meer aandacht moeten zijn voor creatieve hoogbegaafdheid; dat wordt maar weinig getoetst.

Hoogbegaafde leerlingen denken op vijf manieren die kenmerkend zijn voor hen:

  • Topdown thinking: denken vanuit het grote geheel.
  • Deep level learning: veel meer de diepte ingaan.
  • Lateral thinking: problemen creatief benaderen en vanuit verschillende kanten oplossen.
  • Visual thinking: beelddenken.
  • Caring thinking: veel meer denken vanuit het hart en de persoonlijkheid.

Vooral het lateral thinking is kenmerkend voor creatief hoogbegaafde leerlingen. Zij zijn dan ook goed in staat moeilijke vraagstukken op een creatieve manier op te lossen.

Denken van hoogbegaafde kinderen - topdown - deep level - lateral - visual - caring

Met toestemming overgenomen van Sonja Morbé, www.specialisthoogbegaafdheid.nl 

Creatieve vaardigheden

Creatieve vaardigheid ofwel het lateral thinking kan worden gemeten met open vragen waarbij er geen antwoorden goed of fout zijn. Een voorbeeld is de vraag ‘Wat kun je met een hamer?’. Het minst creatieve antwoord op deze vraag is dat je ermee kan timmeren. Er zijn echter ook leerlingen die originele toepassingen opschrijven, bijvoorbeeld dat het mogelijk is verf op de hamer te doen om zo stippen op de muur te verven.

Testen van hoogbegaafdheid

Om te kijken hoe ook de creatieve en praktische kant beter kan worden vastgesteld, deed Gubbels onderzoek onder 500 leerlingen in groep 7 en 8. Zij moesten een test maken met analytische, creatieve en praktische opdrachten. Op basis van de test laat ze zien dat het moeilijk is om de praktische vaardigheden van leerlingen in kaart te brengen. Analytische en creatieve vaardigheden kunnen wel goed getoetst worden. Dat zou volgens Gubbels dus ook meer moeten gebeuren. Wanneer immers de vaardigheden – zowel analytisch als creatief – van de leerlingen beter in kaart worden gebracht, kunnen verrijkingsprogramma’s op de betreffende leerlingen worden afgestemd. De analytische vaardigheden kunnen getest worden met behulp van een IQ-test; de creatieve vaardigheden met behulp van de reeds genoemde open vragen.

"Creatieve vaardigheden kunnen worden getest met behulp van open vragen."

Verrijkingsprogramma’s

In haar onderzoek laat Gubbels zien dat uitdagend onderwijs voor alle typen hoogbegaafdheid belangrijk is. Begaafde basisschoolleerlingen die een ochtend in de week lessen volgden op een middelbare school waren gemotiveerd. Zij konden met de input vanuit deze verrijking hun denkvaardigheden vergroten. Van begaafde leerlingen die niet deelnamen aan de plusklas werd de motivatie juist minder.

Daarnaast bleek het geteste online verrijkingsprogramma (Acadin) vooral gunstig te zijn voor creatief begaafde leerlingen, terwijl juist deze leerlingen minder vaak geselecteerd worden voor dit soort programma’s. Deze leerlingen gingen door het verrijkingsprogramma niet zozeer vooruit op creatieve vaardigheden, maar meer op hun analytische vaardigheden.

Analytische vaardigheden

Vanuit de theorie van de succesvolle intelligentie is het positief dat de analytische vaardigheden van creatief begaafde leerlingen gestimuleerd kunnen worden met behulp van verrijkingsprogramma’s. Deze theorie stelt namelijk dat naast de creatievevaardigheden de praktische en analytische vaardigheden nodig zijn om succesvol intelligent te zijn.

Daarnaast is het stimuleren van analytische vaardigheden van belang omdat deze veel aan bod komt op school. Rekenen, grammatica en begrijpend lezen doen een beroep op de analytische vaardigheden van de leerlingen.

Breder kijken naar intelligentie

Gubbels adviseert leerkrachten op basis van haar onderzoek breder te kijken naar intelligentie, zodat ook creatief begaafde leerlingen kunnen worden herkend. Zo kunnen zij de kans krijgen deel te nemen aan verrijkingsprogramma’s. Gubbels: “Deze leerlingen worden vaak over het hoofd gezien, terwijl het online verrijkingsprogramma vooral voor hen een positief effect blijkt te hebben.”

Vanuit het onderzoek van Gubbels blijkt dat werken aan verrijking van begaafde leerlingen niet vanzelfsprekend is. Voordat begonnen kan worden met werken in groepen is het dus nodig de hoogbegaafde leerlingen te signaleren en te onderzoeken waar verrijking voor hen nuttig kan zijn. Wanneer de groep hoogbegaafden goed in beeld is bij de leerkracht, kan worden begonnen met het aanbieden van verrijking en uitdaging.

Creatief begaafde leerlingen kunnen uitgedaagd worden hun denkvaardigheden te ontwikkelen door hen vragen te stellen waarover iedere leerling moet nadenken. Handelingsgericht werken kan een goede manier zijn om mogelijkheden voor begaafde leerlingen een plek te geven in de lespraktijk. Hierbij is het goed om begaafde leerlingen regelmatig samen te laten werken in een homogene groep, zodat zij elkaar uitdaging bieden en stimuleren in het nadenken. Het is echter ook van belang dat de hoogbegaafde leerlingen in contact blijven met de rest van de klas. Het kan ook goed zijn voor de praktische vaardigheden van een begaafde leerling om een minder begaafde medeleerling de lesstof uit te leggen. Wissel daarom het werken in homogene groepen en heterogene groepen af.

Bronnen

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.