Voorleestips voor thuis
Lilian van der Bolt
Adviseur Jonge Kind en Pedagogiek bij CPS
Geraadpleegd op 14-12-2024,
van https://wij-leren.nl/tips-voorlezen-thuis.php
Dit artikel is geschreven samen met Jeroen Aarssen.
Voor ouders met jonge kinderen hebben we hieronder een aantal tips bij elkaar gezet om een prentenboek interactief voor te lezen. En we geven er de tekeningen van Krook is jarig bij, zodat je meteen aan de slag kunt. Ook voor opa’s en oma’s (ooms, tantes, buren, juffen, meesters) kunnen de tips uitkomst bieden. Als zij door de coronacrisis niet in levende lijve bij hun (klein)kinderen kunnen zijn, kunnen zij via de computer (Skype, FaceTime, Zoom, Google Hangouts of andere programma’s) voorlezen. Sommige programma’s hebben de functie om het scherm te delen, zodat de tekeningen van Krook is jarig in beeld komen.
Interactief?
Je hebt voorlezen en voorlezen. Of beter: je kunt een boekje precies zo lezen als de schrijver en tekenaar hebben bedoeld. Jij leest, je kind luistert. Niets mis mee, lekker gezellig, altijd doen. Maar je kunt ook een boekje op een meer interactieve manier voorlezen. Dan gebruik je het verhaal om een gesprekje met je kind te hebben. Laat het kind maar lekker praten, want wat blijkt? De taalontwikkeling van jonge kinderen wordt extra snel op gang gebracht als ze zelf aan het woord zijn. Praten is de motor van taalontwikkeling. En de kunst is dan om kinderen zover te krijgen dat ze heel graag iets willen zeggen. Door vragen te stellen, door de wereld van het verhaal te verbinden met de wereld van je kind. Daar draaien de tips om.
We wensen jullie heel veel plezier met voorlezen. Want, o ja, dat is misschien wel het allerbelangrijkste: samen met je kind plezier hebben bij het voorlezen en voorgelezen worden. Zo zorg je ervoor dat kinderen gemotiveerd raken om later zelf ook te gaan lezen.
De tips
Weet wat je leest!
- Bedenk van tevoren welk boek je aan je kind gaat voorlezen. Een goed voorleesboek voor jonge kinderen heeft een duidelijk verhaal, met een kop en een staart, en is goed te begrijpen voor je kind. Je weet zelf het beste welke onderwerpen aanspreken. Ook leuk is het om erop te letten of je kind actief mee kan doen met het boek: kun je samen voorspellen hoe het verhaal verder gaat? Kan je kind lekker bewegen of dansen, net zoals de personages in het boek?
- Als je een boek hebt gekozen, is het verstandig om het eerst even zelf te bekijken en te lezen. Waar gaat het over? Is er een probleem dat moet worden opgelost? Wat gebeurt er allemaal? Hoe loopt het af? Als je weet waar het verhaal over gaat, kun je van tevoren bedenken wat je kunt uitleggen en vragen tijdens het voorlezen.
- Het verhaal van Krook is jarig heeft geen tekst. Dat betekent dat je het verhaal zelf vertelt, samen met je kind. Omdat je weet hoe het verhaal verloopt, kun je dit een beetje sturen. Maar laat je kind vooral lol hebben bij het bedenken van hoe het verhaal verder gaat.
Maak een eigen voorleesritueel
- Kies een lekker plekje uit om voor te lezen. Bijvoorbeeld op de bank, in een hoek met kussens. Voorlezen aan tafel kan ook, maar dat schept meer afstand.
- Misschien hebben jullie thuis wel speelgoed of andere voorwerpen die passen bij het boek? Pak ze erbij!
- Met een speelgoedkrokodil kun je het verhaal 'naspelen'.
Bekijk samen de kaft
- Begin niet meteen met voorlezen. Laat je kind eerst kennismaken met het boek. Als kinderen nog niet kunnen lezen, kun je ze nieuwsgierig maken door naar de titel te wijzen: Kijk, hier staat hoe het boek heet. En hier staat wie de tekeningen heeft gemaakt. Praat ook over de tekeningen op de voorkant. Waar denken jullie dat het over zal gaan?
- Je kunt het verhaal van Krook beginnen met een kort gesprekje over verjaardagen. Vind jij het leuk om jarig te zijn? En waarom vind je dat?
Laat de kinderen vertellen
- Geef je kind gelegenheid om iets te zeggen tijdens het voorlezen. Praten is namelijk de motor van taalontwikkeling. Kinderen leren veel nieuwe taal door veel aan het woord te zijn. Alle opmerkingen zijn goed. Dat kunnen eigen ideeën en gevoelens zijn naar aanleiding van de gebeurtenissen in het verhaal, of dingen die je kind heeft meegemaakt. Daar kun je dan weer op ingaan. Zo blijft je kind betrokken bij het verhaal.
- Geef je kind ruim baan om te praten, door vragen te stellen, door samen de afloop van het verhaal te voorspellen, of door het verhaal te koppelen aan eigen ervaringen van je kind. Wat denken jullie? Wat zit er in langwerpige pakje? Heb je dit ook wel eens meegemaakt? Ik ga naar de volgende bladzijde; wat zou daarop staan? Wat denken jullie? Wat gaat er nu gebeuren? Hoe zal dit aflopen?
Speel in op reacties
- Misschien heeft je kind een hoop te vertellen. Maak daar gebruik van! Hou niet altijd strak vast aan het boek, maar laat je leiden door de verhalen van je kind. Zo neem je je kind serieus. En begrijp je niet precies wat je kind bedoelt, vraag het gerust na.
- Praat met je kind over wat ze al weten over het onderwerp van het boek. Heb je al eens een keer zoiets gezien / gedaan / beleefd?
Voorspel samen het verhaal
- Laat je kind voorspellen. Vraag op spannende momenten hoe het verhaal verder zou kunnen gaan: Wat denk je dat er gaat gebeuren? Waar zou het boek over gaan? Door voorspellingen te doen over het verhaal, gaat een kind goed nadenken. Dat is goed, omdat een kind zo beter naar oplossingen leert zoeken voor problemen in het dagelijkse leven.
Besteed aandacht aan moeilijke woorden
- Bedenk welke woorden je kind misschien moeilijk vindt. Als je merkt dat je kind een woord niet kent, kun je helpen bij het vinden van de betekenis van dat woord. Soms is het al genoeg om een plaatje in het boek aan te wijzen, iets voor te doen, en/of een voorbeeld of omschrijving te geven. Zo onthoudt je kind de betekenis van het woord beter.
Maak het levendig
- Besteed aandacht aan de manier waarop je voorleest. Het verhaal wordt er duidelijker van en je kind blijft enthousiast :
- Lees spannend voor, gebruik verschillende toonhoogtes. Wissel ook af hoe hard (of zacht) je voorleest.
- Lees niet te snel. Het mag best langzaam, zodat je kind genoeg tijd heeft om naar de plaatjes te kijken.
- Praat meer over de tekeningen als er weinig tekst is.
- Maak ondersteunende geluiden of bewegingen tijdens het voorlezen, of vraag je kind om iets (voor) te doen.
Praat na over het boek
- Stel vooraf een luistervraag: Wat voor cadeautjes zou Krook van zijn vriendjes krijgen? Hoeveel jaar wordt Krook?
- Praat nog door met je kind als het boek uit is:
- Bespreek het verhaal. Waarom had Krook ook alweer visite?
- Bespreek het probleem en de oplossing. Wat was zijn probleem? En wat gebeurde er toen? Hoe liep het af?
- Laat je kind het verhaal nog een keer zelf vertellen aan de hand van de plaatjes.
- Laat je kind het verhaal navertellen. Misschien aan opa en oma via Zoom. Door het verhaal aan een ander te vertellen en erover na te praten gaat je kind het verhaal beter begrijpen.
Lees het boek meerdere keren voor
- De kans is groot dat je kind na het voorlezen vraagt of je het nóg een keer wilt voorlezen. Dat is ook mooi, want hij leert er iedere keer weer iets nieuws van en begrijpt zo verhaal steeds beter. Ze leren dan steeds weer nieuwe dingen.
Een praktisch voorbeeld
Mogelijke vragen.
(maak een keuze uit deze vragen, of verzin zelf een andere. Stel een open vraag waarmee je je kind aan het praten krijgt. Je hoeft niet alle vragen te stellen. De bedoeling is dat er aan de hand van de tekeningen en het verhaal een gesprekje ontstaat)
- Over wie gaat het verhaal, denk je?
- Wat is er met hem aan de hand?
- Een verjaardag? Hoe weet je dat?
- Is Krook blij? Waarom zou dat zijn?
- Kunnen we ergens zien hoe oud Krook wordt? Waarom kunnen we dat hier niet zien?
- Ben jij blij als je jarig bent? Waarom is dat?
- Komen er ook vriendjes op je verjaardag?
- Zullen we samen Lang zal hij leven zingen?
- Wat zouden de vrienden van Krook hebben meegenomen? Ik zie drie pakjes. Een rond, roze pakje, een langwerpig, oranje pakje en een groot blauw pakje.
- Ben jij ook benieuwd wat er in het roze pakje zit? Weet je het al?
- Zullen we de bladzijde dan maar eens omslaan?
Mogelijke vragen.
- Heee, wat is dat nou?
- Zat er in het ronde pakje een tandenborstel? Had je dat verwacht?
- Nee, een tandenborstel is niet rond, he.
- Heb jij ook wel eens een tandenborstel voor je verjaardag gekregen? Of een ander nuttig cadeau? Hoe vond je dat?
- En hoe vindt Krook het? Hoe kun je dat zien?
- Zullen we dan maar eens kijken wat Konijn heeft meegebracht, in zijn langwerpige oranje pakje?
Mogelijke vragen.
- Wat heeft Konijn meegebracht? Ook een tandenborstel!
- Nou ja zeg, Krook krijgt twee keer hetzelfde cadeau, twee keer een tandenborstel.
- Heb jij wel eens twee keer hetzelfde cadeau gehad? Wat vond je daarvan? Wat deed je toen? En wat vindt Krook ervan? Hoe weet je dat?
- Kunnen we intussen weten hoeveel jaar Krook geworden is?
- Tja, nou krijgt hij nog één cadeautje, van Egel. Die heeft wel heel erg zijn best gedaan om het in te pakken, zeg. Kijk eens wat een groot pak dat is! Wat zou dat zijn?
Mogelijke vragen.
- En? Wat is het?
- Hoe is het mogelijk! Ook Egel heeft een tandenborstel gekocht als verjaardagscadeau!
- Drie keer hetzelfde cadeau.
- Hoe vindt Krook dat? Hoe zou jij het vinden?
Mogelijke vragen.
- Aaaaah, arme Krook. Hij huilt dikke krokodillentranen. De dag was zo mooi begonnen, maar nu? Hoe voelt hij zich?
Mogelijke vragen.
- En hoe voelen zijn gasten zich?
- Het verhaal is nog niet klaar. De laatste tekening mag jij bedenken.
- Kun jij een einde bedenken? Ik ben benieuwd! Hoe gaat het verhaal verder? Hoe loopt het af?
Deze tips zijn niet nieuw. We hebben ze in iets andere vorm al eerder gebruikt, bij de Taallijn (van Sardes en het Expertisecentrum Nederlands, 2003) en de TINK-training (Sardes, Expertise-centrum Nederlands, ITTA, 2015-2018). Je kunt de tips meteen in praktijk brengen met het verhaaltje Krook is jarig. De tekeningen zijn gemaakt door Merle van Hees en komen oorspronkelijk uit het boekje Plaatjes kijken, praatjes maken dat wij in 2004 hebben geschreven.