De schoolleider als architect van een leeromgeving voor leraren
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 07-11-2024,
van https://wij-leren.nl/schoolleider-architect-leeromgeving-leraren.php
Dit artikel is samen geschreven met Gerard Bel.
Hoe geef je als schoolleider vorm aan de leeromgeving voor leraren? Wat organiseer je en hoe zorg je voor een lerende cultuur? In dit artikel worden vijf lerende gewoonten beschreven die richtinggevend zijn voor het vormgeven aan een lerende cultuur in een schoolteam.
In het vorige artikel over het gedrag van de schoolleider bij veranderingen, wordt beschreven dat de schoolleider cultuurbouwer is. En dat succesvolle teams niet zozeer goed presteren door de kwaliteiten van de individuele teamleden, maar door de kwaliteit van hun samenwerking. Het is dus van belang om een cultuur te vormen, waarin het leren van en met elkaar centraal staat.
Voorwaarden voor een lerende cultuur
Een eerste voorwaarde voor een lerende cultuur is een klimaat van veilige onzekerheid: een klimaat waarin er zoveel veiligheid is dat onzekerheid niet remmend werkt, maar juist brandstof is voor leren en ontwikkelen. Alleen als dat aanwezig is, kan er geleerd worden en komen de lerende gewoonten tot hun recht. Het is de hoofdtaak van jou als schoolleider om te zorgen voor zo’n klimaat van veilige onzekerheid. Waarderend leiderschap kan hierin een mooie rol spelen.
Een tweede voorwaarde is een gedeelde visie in de vorm van een helder gezamenlijk verlangen. Een aanstekelijk doel maakt het leren uitdagend, interessant en de moeite waard. Het gezamenlijk verlangen is het antwoord op de vraag: wat willen wij aan het einde van de schoolloopbaan bij de leerlingen zien aan kennis, houding en vaardigheden? Hoe scherper en breed gedragen dat beeld is, hoe meer synergie er zal zijn in het team.
Een derde voorwaarde is dat er werkwijzen en structuren zijn die het leren van en met elkaar faciliteren. Dit betreft maatjeswerk, leerwerkgroepen, PLG’s, klassenbezoeken etc.
"Succesvolle teams presteren niet zozeer goed door de kwaliteiten van de individuele teamleden, maar door de kwaliteit van hun samenwerking."
Vijf lerende gewoonten
In een school waar het leren van en met elkaar ingeburgerd is, is er sprake van een aantal gewoonten[1]. Als schoolleider laat je deze gewoonten zien in je houding en gedrag en je bent er voortdurend op gericht om deze gewoonten bij anderen te stimuleren. Door bij je team deze gewoonten te stimuleren, bouw je aan een lerende cultuur. De noodzaak van een lerende houding is evident: de wereld is in toenemende mate onvoorspelbaar en zo complex dat niemand alle antwoorden en oplossingen heeft. De focus kan daarom ook niet meer naar beheren gaan of naar taakoptimalisatie, de focus verschuift naar het leggen van verbindingen[2] en daarmee naar leren.
Het gaat om de volgende vijf lerende gewoonten.
- Op leren gericht zijn
- Op leren gericht leiderschap
- Op leren gericht gebruik van data
- Op leren gerichte interactie
- Op leren gerichte innovatie
Bij de beschrijving van de vijf lerende gewoonten, is ook verbinding gemaakt met de vijf disciplines van een lerende organisatie[3]. Dat zijn de volgende vijf disciplines:
- Gedeelde visie
- Mentale modellen
- Teamleren
- Persoonlijk meesterschap
- Systeemdenken
Tenslotte zijn de zeven factoren uit het OECD model voor de lerende organisatie geïntegreerd in de vijf lerende gewoonten.[4]
1. Op leren gericht zijn
Het ‘op leren gericht zijn’ is feitelijk een basishouding van nieuwsgierig en onderzoekend gedrag. Je ziet fouten niet als een afgang, ze zijn juist welkom als een kans om te leren. Er ligt hier een duidelijke relatie met de ‘growth mindset’ zoals die naar voren komt in het werk van Dweck.[5] Je hebt een open houding en durft je kwetsbaar op te stellen. Je voert graag een dialoog met anderen over onderwijskundige inzichten, zonder dat het meteen een discussie over het eigen gelijk wordt. Je bent ervan overtuigd dat iedereen kan leren. Dat zou in het onderwijs geen verbazingwekkende overtuiging moeten zijn, maar de gedachte ‘je hebt het of je hebt het niet’ komt toch nog vaak voor. Een klein voorbeeld hierbij is het aantal uitvallers bij zij-instromers. Het op leren gericht zijn, zorgt er ook voor dat je actief zoekt naar manieren om situaties lerend te maken. In deze lerende gewoonte herken je het element persoonlijk meesterschap uit de vijf disciplines van een lerende organisatie.
Aspecten van 'op leren gericht zijn:
- Ik wil verbeteren en ik streef hoge normen na.
- Ik ben proactief en creatief in het focussen op leren.
- Ik zoek de uitdaging, de groei en ik treed buiten mijn comfortzone.
- Ik wil begrijpen. Ik zoek naar samenhang en inzicht.
- Ik ben open over mijn eigen sterke en zwakke kanten.
- Ik wil feedback van anderen. Ik zie feedback als kans om te groeien.
- Ik ben nieuwsgierig naar nieuwe inzichten, opvattingen en werkwijzen.
- Ik leer met en van de externe omgeving en het wijdere leersysteem.
- Ik zie veranderingen in het werk als een krachtige prikkel om te leren.
"Een belangrijke voorwaarde voor een lerende cultuur is een klimaat van veilige onzekerheid."
KADER: CONCREET VOORBEELD
Een illustratie. In groep 4 staat het groepsklimaat onder druk. Er zijn al diverse maatregelen genomen, maar het effect daarvan is er nog niet echt. Je besluit om een ouderavond te beleggen. Op deze avond komt veel onvrede naar boven en een van de ouders richt zich op jou en maakt het onaangenaam persoonlijk. Je pakt het professioneel op en je kunt de ouder goed te woord staan. Je brengt de avond tot een goed einde, maar het doet je veel.
Men zegt wel eens: waar je struikelt ligt de schat. Dan is het verstandig om goed om je heen te kijken als je onderuit bent gegaan. De volgende dag zijn je collega’s nieuwsgierig naar hoe de avond verliep. Op welke manier kan je deze gebeurtenis gebruiken om op leren gericht leiderschap te tonen?
Je kunt bijvoorbeeld een gesprek beleggen met team, waarin je de omgangsvormen en achtergrond van deze emoties analyseert. Je reflecteert samen met het team op beide aspecten: Waar hebben deze ouders een punt? Als deze situatie een film was op welk moment zou je op ‘Stop’ duwen en een andere afloop schrijven? Waarom dat moment, wat zou er dan anders gaan? Wat kunnen we als team doen om enerzijds te begrenzen en tegelijk in contact te blijven? Hoe is dat nu gegaan en gedaan?
2. Op leren gericht leiderschap
De houding van ‘op leren gericht zijn’ werkt aanstekelijk. Wanneer je als schoolleider deze houding hebt en hier congruent naar handelt, zal dit een sterke uitstraling hebben naar het team. Dit is vooral ook te merken aan je interactie. Je activeert je team door veel (reflectieve) vragen te stellen en hen te stimuleren tot onderzoek.
Daarnaast heb je als schoolleider de taak om het leren van de teamleden te faciliteren en in de structuur en processen te verankeren. Je oefent invloed uit op de manier waarop er binnen de school over leerlingen en over elkaar gesproken wordt.
Het leren in de organisatie moet zichtbaar worden in de inrichting van je organisatie. Dit komt naar voren in de manier waarop overleg plaatsvindt in je school. Daarnaast gaat het ook breder om werkwijzen en routines die het leren van leraren bevorderen. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan collegiale consultatie, maatjeswerk, intervisie en PLG’s. Het is bekend dat kennisdelen veel meer plaatsvindt als leraren hier expliciet voor worden uitgenodigd. Het aspect teamleren komt hier sterk in naar voren.
Aspecten van 'op leren gericht leiderschap'
- Ik ben rolmodel in ‘op leren gericht zijn’ en in gedeeld leiderschap.
- Ik geef vertrouwen en zorg voor een cultuur van veilige onzekerheid.
- Ik zorg voor een gedeelde visie die gericht is op het leren van iedereen.
- Ik creëer en ondersteun gelegenheden voor alle teamleden om levenslang te leren.
- Ik bevorder onderzoek, teamleren, samenwerken en kennisdelen.
- Ik bevorder een cultuur van onderzoeken en reflecteren, innoveren en exploreren.
- Ik stel kaders waarbinnen teamleden zelf invulling geven aan het hoe.
- Ik maak anderen bewust van de verschillende fases van de leerkuil.
- Ik zorg voor een integratieve benadering in het reageren op leerbehoeften van leraren.
- Ik bewaak dat acties in lijn zijn met het gezamenlijk verlangen.
- Ik ontwerp structuren, werkwijzen en routines waarbinnen het leren plaats kan vinden.
- Ik ben rolmodel in lerend leiderschap en in het doen groeien van alle betrokkenen.
KADER: GEZAMENLIJK VERLANGEN ALS STARTPUNT VAN ONDERWIJSKWALITEIT
Het startpunt van onderwijskwaliteit is het gezamenlijk verlangen. Dat is het antwoord op de vraag: hoe wil je dat leerlingen je school aan het einde van de rit verlaten? Wat wil je zien aan kennis, houding en vaardigheden? En wat vraagt dit van de leeromgeving en het leerproces?
De mate waarin dit gezamenlijke verlangen leeft, bepaalt of er sprake is van een lerende cultuur. En die cultuur organiseer je door de manier waarop de schoolorganisatie qua structuur is ingericht.
Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw venster.
3. Op leren gericht gebruik van data
Bij het leren van data is er een sterke verbinding met het gezamenlijk verlangen van het team. Aan de hand van deze data, krijg je inzicht hoe succesvol het realiseren van het gezamenlijke verlangen is. Je moet weten wat je belangrijk vindt om te kunnen bepalen welke data relevant zijn. Leraren kunnen zich de vraag stellen: wat zegt deze informatie over mijn impact op het leren van de leerlingen? In dit verband krijgen toetsen een mooie plek in formatieve evaluatie. Welke informatie geeft dit toetsresultaat over de volgende stap in het leerproces van de leerling? Maar ook: wat zegt dit toetsresultaat over mijn eigen leerproces als leraar?
Vaak komen er naast het kennisaspect veel brede ontwikkelvragen voor in het gezamenlijk verlangen. Je wilt als team dus niet alleen goede basisvaardigheden op het gebied van rekenen, taal en lezen zien aan het einde van de rit. Maar juist ook aspecten als zelfstandig leergedrag, nieuwsgierigheid, sociale vaardigheden etc. Het werken aan deze vaardigheden zou ook tot data moeten leiden. Vaak zijn dat bijvoorbeeld observatiegegevens.
De aspecten systeemdenken en het omgaan met mentale modellen komen sterk naar voren in de reflectieve manier waarop er over de data wordt gesproken.
Wat zegt de beschikbare data over mijn eigen leerproces als leraar?
Aspecten van 'op leren gericht gebruik van data'
- Ik zorg voor systemen voor het verzamelen en delen van kennis om leren mogelijk te maken.
- Ik verzamel data vanuit ‘willen weten’. Ik ben nieuwsgierig naar het effect van eigen handelen.
- Ik gebruik meerdere databronnen om vanuit een totaalbeeld te kunnen analyseren.
- Ik benader problemen en vraagstukken vanuit meerdere invalshoeken.
- Ik gebruik data om het effect van aanpak of innovatie te onderzoeken en te verbeteren.
- Ik breid kennis en vaardigheden in analyseren en onderzoeken uit. Ik ontwikkel!
- Ik verbind data aan het gezamenlijke verlangen van de school. Zijn we op koers?
Kader faciliteren of activeren?
VRAAG: De schoolleider als architect van leren klinkt alsof het van hem/haar moet komen. Terwijl idealiter juist het team gezamenlijk vanuit intrinsieke motivatie en vanuit gezamenlijke competentie de architectuur ontwerpt. Dan is toch alleen (dienend) leiderschap nodig in de vorm van stimuleren en schouderklopjes geven? Laat de schoolleider vooral een mensenmens zijn en volgens het Rijnlandse model het team bijsturen!
REACTIE: Je kunt inderdaad als schoolleider in juichstemming zijn als je team gezamenlijk vanuit intrinsieke motivatie en competentie de lerende structuur ontwerpt. Dan kun je het zeker laten bij coachend leiderschap en participeren in die lerende cultuur.
Daarnaast is het zo dat je als schoolleider ook een faciliterende verantwoordelijkheid hebt en je de leraren niet teveel wilt belasten naast hun primaire lestaken. En je hebt vaak genoeg teams die wat op gang moeten komen met het uit eigen kracht ontwerpen van een lerende structuur. Daar speel je dan meer een activerende en ontwerpende rol. Eigenlijk net als de leraar in de klas: je kijkt wat er al aan eigenaarschap en zelfsturend gedrag is en daar sluit je bij aan.
4. Op leren gerichte interactie
De op leren gerichte interactie vloeit logischerwijs voort uit het op leren gerichte zijn. Door de lerende basishouding, is je interactie ook op leren gericht. Je stelt reflectieve vragen en je luistert naar anderen om hen te begrijpen en om te willen leren. Eerst begrijpen, dan begrepen worden. Dat geldt voor je eigen interacties als schoolleider, maar het betreft net zo goed de wijze waarop de overleggen binnen de school zijn georganiseerd.
De luisterhouding en de vragen worden ingegeven door de gerichtheid op het gezamenlijk verlangen. Telkens is het de vraag wat werkt om het gezamenlijk verlangen te bereiken. Je streeft doelen na waarvan iedereen weet (en voelt) dat je elkaar nodig hebt om ze te verwezenlijken. Samenwerken is cruciaal en vanwege de verbondenheid met je drijfveren draagt dit sterk bij aan de motivatie binnen je team.
Teams waarin de overleggen gekenmerkt worden door gesprek en samenwerking, groeien in zowel collegialiteit als in lerende houding[6]. Daarom spelen de aspecten systeemdenken en het omgaan met mentale modellen hierin een grote rol. Dit vraagt niet alleen om interactie, reflectie en dialoog, maar ook om actie en experiment.
Vernieuwing kun je maar deels plannen. Bij eenvoudige thema’s als het kiezen en implementeren van een nieuwe methode kan dat natuurlijk prima. Maar het toewerken naar meer kindgericht onderwijs door bijvoorbeeld groepsdoorbroken te werken met meerdere volwassenen in een unit is dermate complex dat het verstandig is om de veranderaanpak flexibel te houden zodat continue bijstelling onderweg mogelijk blijft[7].
Aspecten van 'op leren gerichte interactie'
- Ik luister vanuit willen begrijpen.
- Ik luister vanuit willen leren van de ander.
- Ik bevorder feedback, dialoog en reflectie.
- Ik stel vragen die zorgen voor diepgang in de reflectie.
- Ik stel in overleg en interactie samen kennis opbouwen over “wat werkt” centraal.
- Ik volg overleg en interactie op met initiatieven om te verbeteren.
5. Op leren gerichte innovatie
Allereerst is het belangrijk om onderscheid te maken tussen schoolverbetering en schoolontwikkeling of innovatie. Bij schoolverbetering staat de basiskwaliteit onder druk en moeten er elementen van het onderwijs aangepakt worden. Bij schoolontwikkeling of innovatie groei je als school steeds dichter toe naar het steeds beter realiseren van je gezamenlijk verlangen.
Een school die zich ontwikkelt, stemt het onderwijs steeds beter af op de brede ontwikkeling van leerlingen. Dat vraag om een flexibel organisatiemodel en sterke pedagogische en didactische vaardigheden. Leraren reflecteren op deze vaardigheden en stellen zelf persoonlijke leervragen op. Veranderdoelen op schoolniveau worden gezamenlijk opgesteld. Hierdoor is er meteen ook draagvlak voor de uitvoering. Het is van belang om steeds de koppeling te houden tussen het leren van teamleden en de ontwikkeling van leerlingen. Een hoog niveau van leren is zowel het bestaansrecht van de school als de fundamentele verantwoordelijkheid van iedereen die in deze school werkt.[8]
De gerichtheid op innovatie kan verschillen. Als je beginnend schoolleider bent, maak je vaak een zeer leerzame periode door. Je volgt een opleiding, ontvangt coaching, staat open voor ideeën en je denkt hard en diep na over hoe je je werk wilt doen. Als je een schoolleider bent met meer ervaring, is het de kunst om deze lerende en ontwikkelingsgerichte houding vast te houden. Het is gemakkelijker bekwaam te worden dan bekwaam te blijven[9].
Bij de op leren gerichte innovatie komen het gezamenlijk verlangen en de data bij elkaar. De reflectie op de data leidt namelijk tot veranderinitiatieven, gericht op het gezamenlijk verlangen. Het element gedeelde visie speelt hierin een grote rol vanwege de doorlopende verbinding met het gezamenlijk verlangen.
Hoe versterk je als schoolleider het leervermogen van leerlingen en leraren?
Aspecten van 'op leren gerichte innovatie'
- Innovatie is nauw verbonden met gezamenlijk verlangen, drijfveren en overtuigingen.
- Veranderdoelen zijn gezamenlijk opgesteld en worden als inspirerend ervaren.
- Het eigenaarschap voor innovatie ligt bij de direct betrokkenen.
- De innovatie is gericht op kennis opbouwen over ‘wat werkt’ om de visie te realiseren.
- Werkenderwijs vindt bijstelling van aanpak en doelen plaats op basis van data.
Tenslotte
Samenvattend komt het er op neer dat je als schoolleider blijft nadenken over wat leren is en hoe je het leervermogen van je school versterkt. Dan is je school een leeromgeving voor leerlingen en leraren en niet in de laatste plaats voor jezelf!
[1] Geisen, G., en Rijn, H. van, (2017) De vijf lerende gewoonten, reflectielijst voor Leerrijk.
[2] Both, D., De Bruijn, A., Huijgen A. (2017) Nieuw Leiderschap, van bezitten naar delen, Uitgeverij Groen
[3] Senge, Peter M., (1990) De vijfde discipline, De kunst & praktijk van de lerende organisatie. New York: Doubleday Currency.
[4] OECD (2016). What makes a school a learning organisation? A guide for policy makers, school leaders and teachers. https://www.oecd.org/education/school/school-learning-organisation.pdf
[5] Dweck, C.S. (2016) Mindset, the new psychology of success, Ballantine Books
[6] Choi, H., Drago-Severson, E., Marsick, V.J. (2021) Conceptualizing a Model for Teacher Team Learning: The Promise of Integration of Diversity of Perspectives During Team Learning
[7] Vermaak, H. (2009) Plezier beleven aan taaie vraagstukken, werkingsmechanisme van vernieuwing en weerbarstigheid, Kluwer Deventer
[8] Fullan, M. (2009) The challenge of change – start school improvement now!, Sage Publications Inc.
[9] Wierdsma, A.F.M., Swieringa, J. (2017) Lerend organiseren, Noordhoff