Onjuist oordeel van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs?

Joost Karels

Onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl

 

  Geplaatst op 19 september 2023

Enige tijd terug oordeelde de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (hierna: LKC) naar aanleiding van een klacht van ouders over de beoordeling van een groepsopdracht van hun zoon. De klacht van ouders wordt door de LKC ongegrond verklaard. Naar mijn mening een terecht oordeel voor wat betreft de inhoud van deze klacht.

Toch roept deze uitspraak van de LKC formele vragen op. Ter zitting is namelijk door mij betoogd dat de LKC niet ontvankelijk was om van deze klacht kennis te nemen omdat een andere wettelijke instantie, te weten de in artikel 2.63 Wvo 2020 genoemde Commissie van  beroep voor de eindexamens (hierna: CBE), zich reeds over de kwestie had gebogen. Dit betoog is door de LKC niet gevolgd. Is dit een juist oordeel van de LKC?

Aanleiding van het oordeel

Een groep leerlingen moet een groepsopdracht maken voor het vak bedrijfseconomie. De opdracht maakt onderdeel uit van het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Een andere leerling dan de zoon van klagers heeft de opdracht ingeleverd. De opdracht blijkt overwegend plagiaat te bevatten. De rector heeft vanwege dit plagiaat het cijfer 1.0 toegekend. Ouders stellen hierop administratief beroep in bij de CBE. Deze commissie oordeelt dat het cijfer 1.0 op goede gronden was toegekend. Vervolgens dienen ouders een klacht in bij de LKC. De ouders stellen in de klachtprocedure dat de medeleerling een verkeerde versie van de opdracht heeft ingeleverd en de zoon vervolgens een andere versie heeft ingeleverd die de juiste zou zijn. Verder zou de procedure voor inleveren van de groepsopdracht en ook het PTA zelf niet duidelijk zijn.

Inhoudelijke beoordeling van de klacht

De LKC oordeelt dat vaststaat dat het document dat op de inleverdatum is geüpload, plagiaat bevat. De rector kon niet anders dan van deze versie uitgaan. Het is niet aannemelijk gemaakt dat er per abuis een verkeerde versie is ingeleverd door het betreffende groepslid. Een groepsopdracht houdt een gedeelde verantwoordelijkheid in en daarom is de zoon van klagers medeverantwoordelijk voor de ingeleverde versie. Niet kan worden uitgesloten dat de versie waarvan naderhand betoogd wordt dat dit de juiste is, pas na de constatering van het plagiaat is opgesteld. De rector hoeft deze versie dan ook niet te beoordelen. Ook de procedure voor het inleveren van de opdracht en het PTA zelf zijn naar het oordeel van de LKC kenbaar en duidelijk.

Oordeel over de ontvankelijkheid van de klacht bij de LKC

Op zichzelf een begrijpelijk oordeel van de commissie. Punt is echter dat de CBE van de school zich al eerder over dezelfde kwestie had gebogen en had geoordeeld dat het cijfer 1.0 op goede gronden was toegekend. Om die reden had verweerder betoogd dat de klacht niet ontvankelijk was. Ten aanzien van die ontvankelijkheid heeft de LKC overwogen:

Het is het beleid van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs dat zij geen klachten beoordeelt die al door een onafhankelijke klachtencommissie zijn behandeld. Een klachtencommissie is onafhankelijk als deze voldoet aan de wettelijke vereisten; in artikel 3.35 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020 is bepaald dat een klachtencommissie bestaat uit ten minste drie leden, onder wie een voorzitter die geen deel uitmaakt van het bevoegd gezag en niet werkzaam is voor of bij het bevoegd gezag.
Weliswaar heeft de beroepscommissie de klacht al inhoudelijk behandeld, maar dit is geen onafhankelijke commissie. Verweerder heeft toegelicht dat de voorzitter van de beroepscommissie werkzaam is voor een andere school vallend onder het schoolbestuur, in zoverre is de vereiste onafhankelijkheid dan ook niet gewaarborgd. Nu de beroepscommissie niet aan de daaraan gestelde eis van onafhankelijkheid voldoet, kan de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs de klacht behandelen.

Op zichzelf is deze overweging in lijn met eerdere uitspraken van de LKC, zie bijvoorbeeld de uitspraak d.d. 3 mei 2021 met uitspraaknummer 2021004885 en de uitspraak d.d. 17 mei 2021 met uitspraaknummer 109688.
Dat de LKC zich al eerder op soortgelijke manier heeft uitgelaten, maakt de overweging op zichzelf echter niet juist. Uit deze overweging blijkt namelijk dat de LKC een door de school in stand gehouden CBE beoordeelt naar de maatstaven van een klachtencommissie in de zin van artikel 3.35 Wvo 2020. Vervolgens wordt de samenstelling van de CBE getoetst aan het bepaalde in lid 2 van artikel 3.35 Wvo 2020. Dat artikel bepaalt dat de voorzitter van een klachtencommissie niet werkzaam mag zijn voor of bij het bevoegd gezag. 

Wettelijk kader Commissie van beroep voor de eindexamens

Het toekennen van het cijfer 1.0 vanwege een onregelmatigheid betreft een besluit als bedoeld in artikel 2.61 lid 1 Wvo 2020. Voor een dergelijk besluit is een eigen rechtsgang voorgeschreven, namelijk het instellen van administratief beroep bij genoemde CBE in geval van een openbare school (artikel 2.63 Wvo 2020) of het vragen van een voorziening aan de CBE in geval van bijzonder onderwijs (artikel 2.64 Wvo 2020). Deze CBE kent een eigen wettelijk regime met specifieke voorschriften voor de samenstelling van de commissie. De inrichtingsvoorschriften bepalen niet -zoals bij een klachtencommissie- dat er een externe voorzitter moet zijn. Artikel 2.63 lid 1 Wvo bepaalt ‘slechts’ dat de rector of directeur die het initiële besluit heeft genomen, geen zitting mag hebben in de CBE. In deze procedure was aan dat wettelijk vereiste voldaan. Dat de voorzitter van de CBE niet werkzaam zou mogen zijn voor of bij het bevoegd gezag – zoals dat voor een klachtencommissie geldt - is ingeval van de CBE niet vereist. Om die reden was de CBE van dit schoolbestuur een bevoegde instantie in de zin van de wet. 

Comissie van beroep eindexamens als bevoegde instantie

De LKC heeft herhaaldelijk geoordeeld dat zij geen hoger-beroepsinstantie is en dat zij zich niet ontvankelijk verklaart als er ten aanzien van een bepaald besluit een andere (wettelijk) bevoegde instantie heeft geoordeeld. Dit uitgangspunt had in deze uitspraak ook toegepast moeten worden. Daar komt bij dat tegen een besluit van de CBE voor ouders en leerlingen een eigen beroepsgang open staat bij de bestuursrechter/Raad van State (voor het bijzonder onderwijs is dat de civiele rechter). Had de LKC anders geoordeeld als ouders zich tegelijkertijd (of eerder) tot de bestuursrechter hadden gewend?

Conclusie

Het uitgangspunt dat de LKC in de besproken uitspraak hanteert, lijkt mij dus juridisch onjuist en is bovendien problematisch voor schoolbesturen.

Het betekent namelijk dat wanneer een schoolbestuur een CBE in stand houdt overeenkomstig artikel 2.63 en artikel 2.64 van de Wvo 2020, dit hen geen garantie biedt dat ook de LKC zich in een voorkomend geval nog inhoudelijk gaat uitlaten over een door het CBE gedaan oordeel. Bovendien komen de kosten voor een dergelijke klachtprocedure voor rekening van het schoolbestuur. Het zou dus goed zijn dat de LKC zich in het vervolg onthoudt van een oordeel in kwesties waarover een bevoegde CBE zich inhoudelijk heeft uitgelaten.

Lees hier de bewuste uitspraak: Uitspraak LKC d.d. 23 juni 2023, nr. 44782

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Antipestcoördinator in het vo
Antipestcoördinator in het vo
Pestgedag signaleren, beleid in de praktijk en gespreksvoering
Medilex Onderwijs 
Examenpraktijk VO
Eindexamen Anders. Verbetering van de huidige vo-eindexamenpraktijk
Dick van der Wateren
Ruimte in het mbo om het onderwijs flexibel vorm te geven
Flexibel onderwijs - Speelruimte in regels voor mbo
Carine Elferink
Klagende ouders
Klagende ouders willen (n)iets
Ivo Mijland
Oud nieuws, lastige ouders
Lastige ouders? - Vier tips voor ouders
Peter de Vries
Lef om te luisteren
Lef om te luisteren - Hoe luister je nu echt naar leerlingen?
Arja Kerpel
Handboek onderwijsrecht
Handboek onderwijsrecht
Myriam Lieskamp
Veranderend toezicht onderwijsinspectie
Veranderend toezicht
Myriam Lieskamp
Communicatie ouders
Professioneel communiceren met ouders
Korstiaan Karels

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Communicatie met ouders in een video van één minuut uitgelegd
Communicatie met ouders in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



arbeidsrecht
communicatie met ouders
contactpersoon
examencommissie
klachtencommissie
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
onderwijsrecht
onderwijsverzekeringen-risicoafdekking
vertrouwenspersoon

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest