Wat zijn effecten van klassenverkleining in het voortgezet onderwijs op leerprestaties, gedrag en sociaal welbevinden van leerlingen?
Geplaatst op 22 maart 2022
Positieve effecten van klassenverkleining op leerprestaties zijn voornamelijk gevonden bij leerlingen op de basisschool en bij leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen. Voor zover effecten op prestaties zijn aangetoond in het voortgezet onderwijs, zijn die erg klein. Positieve effecten van klassenverkleining op gedrag, actieve betrokkenheid en welbevinden van leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn niet aangetroffen.
Het lijkt logisch dat het kleiner maken van klassen de kwaliteit van het lesgeven verbetert. Doordat er minder leerlingen in de klas zitten, kan de leraar meer tijd per leerling besteden. De leraar kan in die tijd bijvoorbeeld meer individuele instructie en feedback geven.
Kleinere klassen vooral effectief in het primair onderwijs
Klassenverkleining gaat inderdaad samen met betere educatieve kwaliteit, zowel in primair als voortgezet onderwijs. Verscheidene studies wijzen uit dat de hogere kwaliteit van lesgeven in kleinere klassen resulteert in betere leerprestaties. Maar het bewijs hiervoor is aanzienlijk sterker in het primair onderwijs dan in het voortgezet onderwijs. In het primair onderwijs geldt dit al bij een afname van enkele leerlingen per klas. Voor zover in het voortgezet onderwijs positieve effecten worden gevonden, zijn die erg klein.
Internationale meta-analyses laten zien dat klassenverkleining in het basisonderwijs gemiddeld een kleine leerwinst oplevert, van twee maanden. Daarbij gaat het vaak om een forse afname van het aantal leerlingen, zo’n tien per klas. In kleine klassen richten leerkrachten het onderwijs flexibeler in en krijgen leerlingen meer en betere feedback. Van de studies in het voortgezet onderwijs laat de helft een klein positief effect zien, de andere helft heeft geen effect.
In Nederland is weinig onderzoek gedaan naar het effect van klassenverkleining. Uitspraken over effecten in het voortgezet onderwijs zijn gebaseerd op internationaal onderzoek.
Sociaal-economische achtergrond leerling en ervaring leraar zijn van belang
De effecten van klassenverkleining zijn het meest merkbaar bij leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen, zo blijkt uit een buitenlandse studie. Ook profiteren vooral leerlingen met een laagopgeleide moeder enigszins van kleine klassen. Dit geldt zowel voor het voortgezet als het primair onderwijs.
De ervaring van docenten kan ook een verschil maken voor het effect van klassenverkleining. Vooral voor beginnende leraren is lesgeven in kleine klassen effectiever.
Geen effect klassenverkleining op gedrag en welbevinden van vo-leerlingen
Er zijn geen aanwijzingen dat kleine klassen in het voortgezet onderwijs bevorderlijk zijn voor de actieve betrokkenheid van leerlingen. Dit in tegenstelling tot het primair onderwijs. Basisschoolleerlingen in kleinere klassen tonen meer betrokkenheid en minder verstorend gedrag dan leerlingen in grotere klassen. Het lijkt erop dat het verkleinen van klassen vooral effect heeft op de betrokkenheid van jongere leerlingen; dit effect vermindert naarmate zij ouder worden. Dezelfde bevinding gaat op voor de tijd die leerlingen taakgericht bezig zijn: vier- en vijfjarigen zijn gebaat bij kleinere klassen, leerlingen van een jaar of tien niet.
Het weinige onderzoek naar de invloed van klassenverkleining op het welbevinden van leerlingen laat geen effecten zien.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Tessa Schuurman (antwoordspecialist) en Anne Luc van der Vegt (kennismakelaar)
Vraagsteller: Adviseur onderwijs en onderzoek in het VO
Vraag
Wat zijn (onder welke condities) effecten van klassenverkleining in het Nederlandse voortgezet onderwijs op leerprestaties, gedrag en sociaal welbevinden van leerlingen?
Kort antwoord
Er is weinig bewijs voor een positief effect van klassenverkleining in het voortgezet onderwijs op de leerprestaties en geen bewijs voor effect op gedraag en sociaal welbevinden. Positieve effecten op leerprestaties zijn voornamelijk gevonden bij leerlingen in de basisschoolleeftijd en bij leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen. Voor zover effecten op prestaties zijn gevonden in het voortgezet onderwijs, zijn die erg klein. Ook positieve effect op gedrag, actieve betrokkenheid en welbevinden zijn niet aangetroffen in het voortgezet onderwijs.
Toelichting antwoord
Effecten van klassenverkleining op prestaties
Internationaal onderzoek: positief effect klassenverkleining vooral in het basisonderwijs
Het lijkt logisch dat het kleiner maken van klassen de kwaliteit van het lesgeven zou verbeteren. Doordat er minder leerlingen in de klas zitten, kan de leraar meer tijd per leerling besteden. De leraar kan in die tijd bijvoorbeeld meer individuele instructie en feedback geven. Uit observatie-onderzoek blijkt dat klassenverkleining inderdaad samengaat met betere educatieve kwaliteit, zowel in primair als voortgezet onderwijs (Blatchford et al., 2011).
Ook wijzen verscheidene studies erop dat de hogere kwaliteit van lesgeven in kleinere klassen resulteert in betere leerprestaties, maar het bewijs hiervoor is aanzienlijk sterker in het primair onderwijs dan in het voortgezet onderwijs. ‘Verklein de klas’ is één van de acht aanbevelingen in de notitie ‘Effectieve interventies leerachterstanden in het primair onderwijs’ van het CPB (2018). Volgens de studies die het CPB bespreekt, geldt dit al bij een afname van de klassengrootte van enkele leerlingen. In een update van dit overzicht presenteert het CPB (2020) ook studies naar klassenverkleining in het voortgezet onderwijs. Voor zover daar positieve effecten worden gevonden, zijn die erg klein. Ook in een eerder antwoord van de Kennisrotonde (2020) wordt deze conclusie getrokken, op basis van verscheidene studies.
Dit verschil in effect tussen basis- en voortgezet onderwijs zien we ook in het overzicht van de Education Endowment Foundation (EEF, 2021). Volgens de analyse van EEF wijst het onderzoek naar klassenverkleining gemiddeld op een kleine leerwinst, van twee maanden. Daarbij gaat het vaak om een forse klassenverkleining, van tien leerlingen per klas. Blijkens de onderzoeken is er een verband met de educatieve kwaliteit: in kleine klassen wordt het onderwijs flexibeler ingericht en krijgen leerlingen meer en betere feedback. De effecten worden vooral aangetroffen in het primair onderwijs. Van de studies in het voortgezet onderwijs laat de helft een klein positief effect zien, de andere helft heeft geen effect.
De invloed van SES en leservaring
Bepaalde kenmerken lijken invloed te hebben op de effectiviteit van klassenverkleining. Uit een Noorse studie blijkt dat vooral leerlingen met een laagopgeleide moeder enigszins profiteren van kleine klassen in het voortgezet onderwijs (Leuven et al., 2008). Dit geldt ook in het primair onderwijs, blijkt uit een literatuurstudie waarin meer dan 100 afzonderlijke studies zijn geanalyseerd. De onderzoekers concludeerden dat de effecten van klassenverkleining het meest merkbaar waren bij leerlingen uit gezinnen met een laag inkomen (Finn et al., 2003).
De ervaring van docenten kan ook een verschil maken voor het effect van klassenverkleining. Kleine klassen hebben vooral een positief effect bij beginnende docenten (CPB, 2020).
Weinig Nederlands onderzoek naar klassenverkleining in het voortgezet onderwijs
In Nederland is weinig onderzoek gedaan naar het effect van klassenverkleining. De meeste studies naar klassenverkleining zijn uitgevoerd onder leerlingen in de basisschoolleeftijd.
Effect van klassenverkleining op gedrag en sociaal welbevinden
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van klassenverkleining op gedrag, met name de actieve betrokkenheid van leerlingen bij de les, en op sociaal welbevinden van leerlingen.
Actieve betrokkenheid in kleine klassen alleen groter in het basisonderwijs
We hebben geen aanwijzingen dat kleine klassen in het voortgezet onderwijs bevorderlijk zijn voor de actieve betrokkenheid van leerlingen. Op grond van het onderzoek van Blatchford en collega’s (2010) zouden we dat wel verwachten, aangezien er in kleine klassen meer tijd kan worden besteed aan instructie en interactie met individuele kinderen. Alleen bij jonge kinderen hebben we aanwijzingen dat dit leidt tot meer betrokkenheid. Zo concludeerde een grootschalige literatuurstudie dat basisschoolleerlingen in kleinere klassen meer betrokkenheid toonden en minder verstorend gedrag dan leerlingen in grotere klassen (Finn et al., 2003). Een latere Amerikaanse studie vond ook dat het verkleinen van klassen enkel effect heeft op de betrokkenheid van jongere leerlingen en dat dit effect vermindert naarmate zij ouder worden (Dee et al., 2008). Daarnaast lijkt ook de tijd die leerlingen taakgericht bezig zijn afhankelijk van klassenverkleining, al werd ook dit effect alleen gevonden bij 4- en 5-jarigen en niet bij oudere leerlingen van 10 of 11 jaar (Blatchford et al., 2005).
Geen duidelijk effect van klassenverkleining op welbevinden
Het onderzoek naar effecten van klassenverkleining op het welbevinden van leerlingen is beperkt. Ook hier lijkt het beperkte bewijs niet te wijzen op effecten. Zo is in een studie onder 2.755 Zweedse leerlingen van 14 en 15 jaar onderzocht of klassenverkleining effect heeft op de prevalentie van psychische problemen en het welzijn van leerlingen. De onderzoekers vonden geen effecten (Jakobsson et al., 2013).
Geraadpleegde bronnen
- Blatchford, P., Bassett, P., & Brown, P. (2005). Teachers’ and pupils’ behaviour in large and small classes: a systematic observation study of pupils aged 10/11 years. Journal of Educational Psychology, 97(3), 454e467.
- Blatchford, P., Bassett, P., & Brown, P. (2011). Examining the effect of class size on classroom engagement and teacher–pupil interaction: Differences in relation to pupil prior attainment and primary vs. secondary schools. Learning and instruction, 21(6), 715-730.
- Centraal Planbureau (2018) Effectieve interventies leerachterstanden in het primair onderwijs. Centraal Planbureau.
- Centraal Planbureau (2020) Kansrijk onderwijsbeleid. Update 2020. Centraal Planbureau.
- Dee, T. S., & West, M. R. (2011). The non-cognitive returns to class size. Educational Evaluation and Policy Analysis, 33(1), 23-46.
- Doolaard, S., Annevelink, E., & Bosker, R. (2003). Effecten van klassengrootte en extra handen in de groep op het onderwijs aan jonge leerlingen. Pedagogische studiën, 80(1), 53-69.
- Doolaard, S., & Bosker, R. J. (2006). Kleine klassen, extra handen… beter onderwijs en betere resultaten?. Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs (GION).
- Education Endowment Foundation (2021). Reducing class size.
- Finn, J. D., Pannozzo, G. M., & Achilles, C. M. (2003). The “why’s” of class size: Student behavior in small classes. Review of Educational Research, 73(3), 321-368.
- Jakobsson, N., Persson, M., & Svensson, M. (2013). Class-size effects on adolescents' mental health and well-being in Swedish schools. Education Economics, 21(3), 248-263.
- Kennisrotonde (2020). Zijn grotere klassen mèt een klassenassistent beter voor leerprestaties dan kleinere klassen zònder klassenassistent in het voortgezet onderwijs, uitgaande van een gelijk budget? (KR. 863), Kennisrotonde.
- Leuven, E., H. Oosterbeek & M. Rønning (2008). Quasi-Experimental Estimates of the Effect of Class Size on Achievement in Norway. Scandinavian Journal of Economics, vol. 110(4): 663-693.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Augeo


Wij-leren.nl Academie


ANWB


Voedingscentrum


oo.nl

.png)
Uitgeverij Ten Brink


Medilex Onderwijs





























