Techniek - Onderzoeken met de empirische cyclus (2)
Hanno van Keulen
Professor in Leadership in Education bij Windesheim Flevoland
Geraadpleegd op 08-09-2024,
van https://wij-leren.nl/techniek-onderzoek.php
De kunst van het vragen stellen
De kunst van het vragen stellen is ook om de vraag of het probleem zó te formuleren dat je er mee aan de slag kunt. ‘Operationaliseren’ heet dat: praktisch uitvoerbaar maken. Bij de vraag: “Welke kleur heeft de tijd?” heeft nog niemand een succesvol onderzoek bedacht, omdat (voor zover we nu denken te weten!) kleur geen kenmerk van tijd kan zijn.
Sommige vragen komen voort uit eigenbelang (“hoe kun je naar school fietsen zonder moe te worden?”) of juist vanuit medeleven (“hoe zorgen we er voor dat niemand meer ziek wordt?”), en ook die vragen zijn lang niet altijd te operationaliseren. Maar met een onderzoekbare vraag kun je aan het werk.
Veel kinderen popelen om in actie te komen wanneer ze iets willen weten. Dat is lang niet altijd verkeerd. Door uitproberen en ‘aanrommelen’ doe je namelijk ervaringen op waar je je voordeel mee kunt doen. Sommige kinderen hebben geluk of zetten intuïtief meteen de juiste stappen. En niet alle vragen hebben een uitgebreid of goed doordacht plan van aanpak nodig.
Toch zal het heel vaak niet meteen duidelijk zijn hoe je te werk moet gaan. Dan helpt het als je een plan kunt maken en de verschillende stappen om van vraag tot antwoord te komen met elkaar in verband weet te brengen. Veel kinderen moeten echter nog leren dat de beloning, in dit geval de oplossing of het antwoord op de vraag, vaak pas later komt, na de nodige geconcentreerde en systematische inspanning.
Talent voor empirisch werken
Kinderen met talent voor het volgen van de empirisch cyclus hebben het geduld en het vermogen om zichzelf aan te sturen. Het betekent ook dat ze goed overzicht hebben over de verschillende onderdelen die vroeg of laat in het onderzoeken of ontwerpen aandacht moeten krijgen. Het betekent dat je aanvoelt aan welk onderdeel je je tijd en energie op dit moment het beste kan besteden. Onderzoekend en ontwerpend leren is niet een kookboekrecept volgen, want al lijkt het logisch om de empirische cyclus als een vast stappenplan te beschouwen dat je van begin tot eind doorloopt, in werkelijkheid pendelen goede onderzoekers en ontwerpers voortdurend heen en weer tussen de verschillende stappen. Soms weet je pas na een paar half gelukte experimenten of ontwerpen hoe je het probleem eigenlijk had moeten formuleren. Je mag, nee, je moet vaak improviseren. Je staat soms langer stil bij een bepaalde stap dan je van plan was. En het is een teken van talent wanneer kinderen bij de eerste stappen in de cyclus direct alvast nadenken over de vraag welke onderdelen ze in het verslag willen zetten, zodat ze niet vergeten de goede foto’s of tekeningen te maken. Talent voor empirisch werken kan ook betekenen dat je een specifiek talent hebt voor één of meer van die verschillende onderdelen of fases. We zetten ze hier op een rij:- Een open oog hebben voor wat opmerkelijk is.
- Goede, onderzoekbare vragen of problemen kunnen formuleren.
- Een probleem kunnen verkennen.
- Eisen kunnen formuleren waar een antwoord of oplossing aan moet voldoen.
- Experimenten kunnen verzinnen; oplossingen kunnen ontwerpen
- Verwachtingen en hypotheses kunnen formuleren.
- Experimenten kunnen uitvoeren; oplossingen kunnen bedenken
- Gegevens kunnen verzamelen.
- Nauwgezet kunnen waarnemen en beschrijven.
- Data kunnen verwerken.
- Verbanden kunnen leggen en verklaringen kunnen opperen.
- Kunnen argumenteren.
- Resultaten kunnen presenteren.