Over leren en onderwijzen
Luc Stevens
Emeritus hoogleraar orthopedagogiek, directeur bij NIVOZ
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/onderwijzen.php
Leren en betrokken zijn: hetzelfde proces
Een oriëntatie op leren in school of intentioneel leren levert in beginsel dezelfde kenmerken op als die we tegenkwamen bij de verkenning van het begrip ontwikkeling. De kenmerken verschijnen echter scherper.
Intentioneel leren
Intentioneel leren vormt als het ware een verdichting van ontwikkeling. Beide begrippen verwijzen naar processen van verwerving van kennis, inzichten en vaardigheden en naar het actieve, gemotiveerde karakter van deze processen.
Met bewuste, doelgerichte inzet van hun aandacht en van wat ze weten en kunnen, proberen leerlingen nieuwe competenties te verwerven. Zij zijn het die leren, die het leerwerk doen, langs individueel variërende wegen, zoals we zagen.
Betrokkenheid en zelfstandigheid
De kwaliteit van dit proces is af te meten aan de mate van betrokkenheid en zelfstandigheid die een leerling tijdens het werk laat blijken. Hieruit blijkt in hoeverre een leerling cognitief actief is, of er geleerd wordt. In zekere zin is dit een kwestie van alles of niets. Je kunt niet een beetje gemotiveerd zijn om te leren omdat je niet half bewust kunt leren, althans niet effectief.
Actief en bewust proces
Leren is per definitie een actief en bewust proces, leren is per definitie gemotiveerde arbeid. De aanduidingen actief, bewust en gemotiveerd verwijzen alle naar één en hetzelfde kenmerk van leren of de aard van leren.
Uitdaging
De aard van leren als proces heeft belangrijke gevolgen voor het werk van de leraar. Het komt er voor haar op aan dat leerlingen zich bewust achter een taak zetten en dit doen zij in principe gemakkelijker, naarmate de taak meer uitdaging biedt.
Ervaren competentie
Uitdaging wordt geboden wanneer er een zeker evenwicht is tussen wat een leerling denkt dat hij kan (ervaren competentie) en de ervaren moeilijkheidsgraad van een taak. Niet te gemakkelijk, niet te moeilijk of misschien beter, net iets boven wat een leerling denkt dat hij kan, net iets moeilijker dan gemakkelijk. Dat houdt leerlingen alert, beantwoordt aan hun behoefte om op eigen kracht nieuwe competenties te bereiken.
Overweging
De aard van leren maakt een stimulerend pedagogisch klimaat onontbeerlijk. Wat we later nog uitvoerig zullen bespreken dient zich hier al aan. Zou het zo kunnen zijn dat er in een klas verschillende pedagogische klimaten heersen, één voor de leerlingen die vlot meekomen en één voor de leerlingen die niet meekomen? Denk eens na over de vraag: "Als het niet lukt: wat denken leraar en leerling"?
Adaptief onderwijs, de leerling als eigenaar van het onderwijsproces
Ook voor leerlingen die niet vlot meekomen, die meer dan anderen op onderwijs zijn aangewezen, zal de leraar met haar aanpak zo dicht mogelijk blijven bij wat wij de aard van ontwikkeling en leren hebben genoemd: de leerlingen willen het zelf en kunnen het zelf.
Leraren maken met dit uitgangspunt de beste kans om erin te slagen de leerling tot een actieve deelname aan het onderwijsproces te brengen. Zij zal dit stimuleren door de leerling met eigen voorstellen te laten komen voor de doelen die hij denkt te kunnen halen, voor de tijd en de middelen die hij denkt nodig te hebben en voor de beoordelingscriteria die hij aan wil leggen.
Op deze wijze krijgt een leerling de gelegenheid zich 'eigenaar' van het onderwijsleerproces te voelen, misschien wel de krachtigste motivatie om mee te doen.
Uitdaging om actief mee te doen
We treffen hier de kern van wat adaptief onderwijs heet. Adaptief onderwijs betekent niet alleen aanpassing van het onderwijsaanbod aan de individuele behoeften van leerlingen (dit is éénrichtingsverkeer), maar ook en vooral de uitdaging om actief mee te doen: de leerling wordt uitgedaagd de leraar te informeren over wat hij denkt dat hij kan, voorstellen te doen en hiervoor ook verantwoordelijkheid te nemen.
Proces begeleiden
De leraar van haar kant begeleidt dit proces, geeft de instructie die kennelijk nog nodig is, doet eventueel tegenvoorstellen en stelt afspraken voor. Leraar en leerling maken samen onderwijs, hoe zou het ook anders kunnen?
Volwaardige partners
Deze 'onderwijsformule' vraagt dat je je leerlingen (jong en oud) als volwaardige partners in het onderwijsproces ziet en hen uitdaagt om die rol ook op zich te nemen. Dit betekent, dat je je leerlingen leert om vragen stellen, zichzelf te informeren en jou te informeren, problemen niet te laten liggen, doelen te stellen en te plannen, tijdig hulp te vragen, zelf te evalueren en daarvan weer te leren. Kortom, de leerling moet leren zelf zijn zaken op orde te houden.
Verantwoordelijk voor eigen ontwikkeling
Dat is het waar kinderen voor naar school komen: om te leren zichzelf te ontwikkelen en daarvoor verantwoordelijkheid te dragen. Op dit punt haken achterblijvers al vroeg af omdat de school ze de indruk geeft dat ze daartoe onvoldoende in staat zijn. Dat is niet waar.
Elk kind, elk mens is daartoe in beginsel in staat, in staat om zich te ontwikkelen of te leren. Dat dit langs individueel verschillende wegen gaat, dat de een meer tijd nodig heeft om iets onder de knie te krijgen dan de ander en dat de een meer aankan dan de ander, dat hoort bij mensen, daar kan de school niet van opkijken, dat is normaal.
Het gaat erom dàt er wordt geleerd, dàt kinderen zich ontwikkelen en dat ze dit zelfstandig doen. Het Engelse woord 'learner' geeft het zelfstandige karakter van leer- of ontwikkelingsactiviteiten goed weer. De school heeft tot taak van kinderen echte 'leerders' te maken, voorzover ze het nog niet waren.
Met deze interpretatie wordt adaptief onderwijs onderwijs dat zich afstemt op de kenmerken van ontwikkeling en leren.
Goed onderwijs
Adaptief onderwijs is niet anders dan goed onderwijs. Adaptief onderwijs vraagt hiermee dus veel van de schoolorganisatie. Het spreekt, dat als je de aard van ontwikkeling en leren serieus neemt, dat je dan individuele verschillen serieus neemt, dus kinderen een ononderbroken ontwikkeling in school biedt.
Het spreekt dat je dan het leerstofjaarklassensysteem zal moeten doorbreken. Dit heeft trouwens voor kinderen toch al geen nut. Het staat niet alleen haaks op het beginsel van individuele verschillen, het verhoudt zich ook niet met de aard van leren en ontwikkeling.
Overweging
We hebben eerder vastgesteld, dat de school veronderstelt dat leerlingen leraren volgen. Veronderstellen de aard van leren en ontwikkeling en adaptief onderwijs niet dat leraren leerlingen volgen?
Leren en ontwikkeling als kwaliteit van samenleven in een school
Het soort interacties dat we beschreven voor adaptief onderwijs verloopt natuurlijk niet altijd zo vlotjes als de tekst suggereert, maar dat behoeft het uitgangspunt niet tekort te doen: de leerling als competente, zelfstandige probleemoplosser.
Evenmin behoeft het uitgangspunt tekort te worden gedaan door de soms grote individuele verschillen in een groep. Een combinatie van homogene en heterogene groepering van leerlingen in een klas of liever door de school heen, vergezeld van vormen van coöperatief leren (leerlingen helpen elkaar) kan zeer effectief zijn, zo blijkt uit de literatuur.
Zolang het ontwikkelingsvermogen van leerlingen maar krachtig genoeg aangesproken wordt, zolang ze ervaren dat ze doen wat ze kunnen en dat proces en resultaat van hèn zijn, door eigen talent en inspanning tot stand gebracht.
Kwaliteit van samenleven
Tegen deze achtergrond kunnen ontwikkeling en leren begrepen worden als kwaliteit van (samen)leven in een school, niet alleen als schoolvordering. Zorg dat het proces in orde is, dit houdt al in dat leerlingen optimaal werken. De (goede) resultaten komen bij wijze van spreken vanzelf.
Pedagogisch beginsel
Samengevat luidt het pedagogisch beginsel voor de leraar: het kind gaat vóór de leerling uit. Dit wil zeggen: voordat een kind zijn rol en verantwoordelijkheid als leerling op zich kan nemen zullen zijn primaire motivationele behoeften als (jong) mens moeten zijn ingevuld, of moet dit als haalbaar perspectief gegeven zijn. Hoe verhouden de zeden en gewoonten in onze school zich tot dit beginsel ?
Overweging
Ga voor jezelf of met elkaar eens na wat de beeldvorming rond zogenaamde zwakke leerlingen in je school allemaal inhoudt en hoe pedagogisch verantwoord die beeldvorming is.
Deze artikelenserie is een geredigeerde en geactualiseerde versie van de brochure 'Over denken en doen'.