Onderwijsverslag 2012 / 2013: focus op de leerling
Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 13-12-2024,
van https://wij-leren.nl/onderwijsverslag-2012-2013.php
De staat van het onderwijs
De onderwijsinspectie heeft de stand van zaken in het afgelopen onderwijsjaar samengevat in het onderwijsverslag 2012/2013. In dit artikel worden enkele kernpunten uit het onderwijsverslag en de mondelinge toelichtingen in verband gebracht met actuele trends in het onderwijs.
Samenvatting
Het lijkt er op dat de nadruk bij de onderwijsinspectie verschuift van een sterke focus op basisvaardigheden naar een bredere blik op leerlingen en hun ontwikkeling. Waar er de achterliggende jaren veel gesproken werd over de het systeem en de resultaten, is er dit jaar veel aandacht voor de leerlingen en hun motivatie.
Bij de presentatie van het onderwijsverslag in het gebouw van ROC Mondriaan in Den Haag doen de inspecteur-generaal van het onderwijs en de bewindslieden interessante uitspraken.
Verschuiving van focus?
Annette Roeters, inspecteur-generaal van het onderwijs geeft een toelichting op het onderwijsverslag. Zij geeft meteen al het belangrijkste punt uit het onderwijsverslag aan:
“In internationale vergelijkingen staan we in de onderste regionen wat betreft plezier en motivatie, met name voor lezen en wiskunde. … Motivatie van studenten en leerlingen bepaalt mede de kwaliteit van het onderwijs. Dat ervaart iedere leraar. Tegelijkertijd speelt de leraar ook een belangrijke rol in deze motivatie. Het is een wisselwerking.”
Dit is opmerkelijk. Er is momenteel veel te doen over de doorgeslagen toetscultuur en de daaraan gerelateerde afrekencultuur. Met name de eenzijdige focus op de gemakkelijk meetbare resultaten wordt hierin gehekeld. Regelmatig wordt hierbij ook naar de onderwijsinspectie gewezen als mede-veroorzaker van deze afrekencultuur. Frappant is dat nu uitgerekend de onderwijsinspectie komt met het punt ‘motivatie’. Dit is immers een minder gemakkelijk meetbaar aspect van de onderwijskwaliteit en nog op leerlingniveau ook.
Registratiesystemen
Annette Roeters zegt ook belangwekkende dingen over de inzet van registratiesystemen:
“Steeds meer scholen werken met kwaliteits- en registratiesystemen die onderwijsverbeteringen ondersteunen. Toch werken deze systemen vaak niet door in de klas, de ‘beweging’ wordt niet afgemaakt. Als het systeem gevuld is met gegevens, is het nog niet ‘af’. Juist de leraar en leerling hebben er dan nog onvoldoende profijt van. Dit soort systemen zijn een middel voor goed onderwijs; ze moeten geen doel op zich worden.”
Dit is een herkenbaar punt. Veel systemen zoals Cito LOVS, ParnasSys of Magister moeten na aanschaf door de leerkrachten gevuld worden met data. Bij de implementatie wordt echter vaak te weinig tijd ingeruimd voor de volgende stap. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het gebruik van de beschikbare informatie bij de voorbereiding en de planning van de lessen. Leerkrachten krijgen dan het gevoel dat het zinloos is om alle gegevens in te voeren. Als schoolleiders hier niet alert op zijn, is dit verspilling van tijd en geld.
Het moet van de inspectie
Annette Roeters grijpt de toelichting op het onderwijsverslag ook aan om een misverstand uit de wereld te helpen:
“Regelmatig hoor ik dat docenten administratieve verplichtingen opgelegd krijgen ‘omdat het moet van de inspectie’. Als er iets demotiverend werkt, is het dat wel. Leraren willen werken voor de leerlingen, niet voor de inspectie. Ik geef ze daarin groot gelijk. Bij doorvragen blijkt vervolgens dat het helemaal niet moet van de inspectie.”
Het lijkt er op dat een deel van de schoolleiders het zelf ook lastig vindt om in te zien wat het nut van bepaalde administratieve handelingen is. “Het moet van de inspectie” is dan het argument om bepaalde zaken ingevoerd te krijgen. Er blijft echter overeind staan dat de overheid bepaalt wát er moet gebeuren en dat de school zelf bepaalt hoe dat gedaan wordt.
Recent schreef Kees van Overveld een artikel over de administratie rond groepsplannen en hoe dat door veel leerkrachten als een corveetaak gezien wordt. Dit is typisch zo’n administratieve handeling die vaak op de verkeerde manier geïmplementeerd wordt. Zie het artikel "Groepsplannen, niet meer dan een corveetaakt!"
Minister Jet Bussemaker: Brede kijk op prestaties
Minister Jet Bussemaker gaat in haar reactie op het onderwijsverslag in op een brede oriëntatie op leren.
“Er is meer nodig dan de basisvaardigheden taal en rekenen. De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor taal en rekenen. Dat blijft belangrijk. Maar leren is meer. En leerlingen die moeite hebben met juist die basisvaardigheden, kunnen nog steeds heel veel in hun mars hebben. Dat vraagt om een brede oriëntatie op leren. Het gaat ook om 21e eeuwse vaardigheden. Het is belangrijk dat kennis, vaardigheden en vorming meer in balans zijn. Dat is ook essentieel voor de motivatie van leerlingen!”
De nadruk die de onderwijsinspectie in het onderwijsverslag legt op de motivatie van leerlingen wordt door de minister verbreed naar aandacht voor 21e eeuwse vaardigheden en naar een brede oriëntatie op leren. Veel onderwijsvernieuwers die zich het afgelopen jaar hebben laten horen, zullen hiermee van harte instemmen.
Staatssecretaris Sander Dekker: Focus op de leerlingen!
Staatssecretaris Sander Dekker onderstreept de uitspraken van de minister en de inpecteur-generaal en spitst het toe op aandacht voor excellentie.
“Motivatie van de leerling is de sleutel tot succes. Focus op de leerlingen!
Er moet ook aandacht zijn voor leerlingen die méér kunnen. Een zesde deel van de leerlingen wordt te weinig uitgedaagd. Die leerlingen hebben meer uitdaging nodig. Leraren moeten steeds beter om kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen. Zonder maatwerk geen uitdaging, zonder uitdaging geen motivatie. Er moet daarom geïnvesteerd worden in de kwaliteit van leraren. De lerarenbeurs is daar een mooi voorbeeld van.”
Motivatie van leerlingen in het toezichtkader?
De inspectie geeft de motivatie van leerlingen nadrukkelijk aandacht in het onderwijsverslag en in haar toelichting daarop. Kunnen we nu verwachten dat dit binnenkort een belangrijk aandachtspunt wordt in het toezichtkader van de inspectie?
Jan Willem Swane, persvoorlichter van de onderwijsinspectie, zegt hier desgevraagd over: “Het komende jaar zal de inspectie het thema ‘motivatie’ zeker op de agenda zetten bij haar gesprekken met leerkrachten, schoolleiders, leerlingen en ouders. Een resultaat daarvan kan zijn dat dit thema ook een plek krijgt in het toezichtkader.”
Jan Willem Swane geeft ook aan dat de onderwijsinspectie blij is met de discussie over de motivatie van leerlingen die ontstaan is na de publicatie van het onderwijsverslag. De NOS verbond dezelfde dag de conclusies van de onderwijsinspectie met een werkwijze van René Kneyber die hij gebruikt om leerlingen te motiveren. Dick van der Wateren schrijft op de site van een schrijverscollectief dat het motiveren van leerlingen de kern van het werk van leerkrachten is.
Verbeteringen niet in de klas geland
Een ander aandachtspunt uit het onderwijsverslag is het gegeven dat veel onderwijsveranderingen op schoolniveau wel tot verbetering hebben geleid, maar in de klas vaak weinig effect hebben. Interessant hierbij is dat Luc Stevens hetzelfde constateert met betrekking tot het WSNS proces. De veranderingen in de zorg voor leerlingen hebben ook bij het WSNS-proces de leerkracht niet bereikt. Luc Stevens geeft in een interview met Wij-leren.nl aan dat de invoering van Passend onderwijs op dezelfde manier dreigt te verlopen: "Passend onderwijs bevestigt oude structuren" De onderwijsinspectie komt nu met betrekking tot Passend onderwijs met dezelfde waarschuwing.
Hier ligt een belangrijke rol voor de schoolleider. En dat is dus ook precies wat de onderwijsinspectie aangeeft. De schoolleider is een essentiële schakel tussen het schoolbeleid en het dagelijkse werk. De schoolleider kan professionalisering en duurzame schoolontwikkeling faciliteren en aansturen. De leerling krijgt namelijk vooral via de leerkracht baat bij onderwijsverbeteringen. Professionalisering van leerkrachten is daarom erg belangrijk. Dat is iets waar een schoolleider een duidelijke stimulerende rol in kan spelen.
Samenvatting
Het onderwijsverslag 2012/2013 van de onderwijsinspectie benadrukt een verschuiving van een focus op basisvaardigheden naar een bredere blik op leerlingen en hun motivatie. Leerlingen moeten niet alleen basisvaardigheden beheersen maar ook gemotiveerd zijn, volgens de inspecteur-generaal Annette Roeters. Ze wijst op het belang van de leraar in het stimuleren van motivatie en uit zorg over de afrekencultuur in het onderwijs. De inspectie benadrukt ook dat registratiesystemen vaak niet effectief worden benut in de klas.
Minister Jet Bussemaker pleit voor een brede oriëntatie op leren en benadrukt de noodzaak van aandacht voor 21e-eeuwse vaardigheden naast basisvaardigheden. Staatssecretaris Sander Dekker onderstreept het belang van leerlingmotivatie en roept op tot aandacht voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. De inspectie zal het thema motivatie in het komende jaar meer aandacht geven in haar gesprekken met onderwijspartijen en overweegt dit op te nemen in het toezichtkader. Daarnaast wordt benadrukt dat verbeteringen op schoolniveau vaak de klas niet bereiken, en schoolleiders spelen een cruciale rol in het faciliteren van professionalisering en duurzame schoolontwikkeling.
Bronnen / verder kijken
- Website van de onderwijsinspectie over het onderwijsverslag 2012 / 2013.
- Persbericht onderwijsverslag met links naar het onderwijsverslag.
- Inspectieverslag in drie minuten middels een animatie.
- Dick van der Wateren: "Motivatie is ons werk".
- Verslag van de lezing minister Bussemaker bij symposium KNAW.
- Speciale overzichtspagina van de NOS over het onderwijsverslag.
- Kamerbrief over toezicht in transitie.