Kennisplatform
Kindgesprekken voeren - hoe doe je dat? Gratis leermodules van Noëlle Pameijer en Karen van Kooten.

Instructie voor kleuters - Tips en voorbeelden

Aafke Bouwman
Onderwijsadviseur jonge kind bij Onderwijsadviseurs.com  

Bouwman, A. (2021). Instructie voor kleuters - Tips en voorbeelden.
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/instructiemodel-bij-kleuters-voorbeelden-tips.php
Geplaatst op 14 september 2021
instructie kleuters tips

In een eerder artikel over instructie voor kleuters gaven de auteurs handvatten hoe je keuzes kunt maken in je eigen didactisch handelen tijdens reken/wiskunde situaties die zich spontaan voordoen en bij geplande activiteiten in kleutergroepen. Dit artikel gaat hier verder op in door voorbeelden en tips te geven. 

Dit artikel is geschreven met Margreeth Mulder. 

Er zijn situaties denkbaar waarbij het gebruik van een instructiemodel bij kleuters kan bijdragen aan de verdere rekenontwikkeling, maar het blijft belangrijk om een model op zo’n manier te gebruiken dat deze bij instructiebehoefte van kleuters past. De volgende tips kunnen je op weg helpen.

Tip 1 - Plaats instructie in context en verweef het doel 

Plaats de instructie in een context van spel (betekenisvol maken) en verweef daarin ook het doel. Zo voorkom je dat ‘instructie’ vooral een lesje op formeel niveau wordt. Jonge kinderen leren vooral, als de aan te leren vaardigheden zijn verweven in spelsituaties of door contexten die voor kinderen betekenisvol zijn.

Als situaties op formeel niveau worden aangeboden heeft het voor veel kinderen geen betekenis, waardoor de kinderen amper betrokken zijn en nauwelijks iets leren van de activiteit.

Tip 2 - Geef instructie in kleine groepen 

Instructie in een kleine groep is over het algemeen effectiever. Met een kleine groep wordt een subgroep bedoeld. Afhankelijk van het onderdeel / doel wordt de subgroep samengesteld, er is dus sprake van subgroepen in wisselende samenstellingen.

Je kunt beter inspelen op verschil in niveaus, de kinderen zijn allemaal actief, je kunt alle kinderen goed observeren en je hebt voldoende materiaal. Je kiest bewust voor wie de instructie geschikt is en welke instructie passend is.

Tip 3 - Houd het interactief bij instructie in grotere groepen

Als er gekozen wordt voor instructie in een grote kring moet deze kort en interactief zijn en moet er een beroep worden gedaan op de actieve betrokkenheid van alle kinderen. Het gebruik van verschillende niveaus van handelen (handelingsmodel) kan helpen om alle kinderen te laten profiteren van het aanbod.

Tip 4 - Bedenk op welk moment en hoe je het activiteitendoel benoemt

Dit kan verweven zijn in een context, waarbij de kinderen eerst in tweetallen gaan denken, redeneren en oplossen. Het doel kan ook benoemd worden na de denkactiviteit van de kinderen. Soms is het zinvol om het doel bij de start van de activiteit te benoemen.

Bijvoorbeeld bij een activiteit waarbij je wilt focussen op een specifieke vaardigheid. Een voorbeeld hiervan is bij een activiteit bij verkort tellen, waarbij je de kinderen bewust maakt van het gebruik van de dobbelsteenstructuur. Ik gooi de dobbelsteen, die mag je even zien, daarna doe ik er een doek overheen. Kijk goed hoe de dobbelsteen eruit ziet, zodat je weet hoeveel ik heb gegooid.

Tip 5 - Houd het kort en gebruik enkele stappen

Houd de instructie kort en beperk je tot enkele stappen. Van kleuters kun je nog niet verwachten dat ze allerlei denkstappen na elkaar onthouden.

Tip 6 - Houd het concreet 

Probeer te werken met concrete voorbeelden en maak het indien nodig visueel.

Tip 7 - Maak gebruik van begeleide inoefening

Maak de begeleide inoefening waar mogelijk actief door het gebruik van een eenvoudige samenwerkingsoefening en bewegingsactiviteiten.

Tip 8 - Kijk of een aparte verwerking noodzakelijk is

Bij veel activiteiten is de begeleide inoefening eigenlijk al een vorm van verwerking. Daarom kun je de aparte verwerking vaak achterwege laten. Zet deze gevarieerd in en alleen bij voldoende concentratie en motivatie. Het verder oefenen en toepassen kan vaak in verschillende situaties tijdens de speelwerktijd. Zie de voorbeelden bij tip 1, 6 en 7 en in de tabel in het artikel.

Tip 9 - Laat iedereen succes ervaren

Zorg voor succeservaringen bij kinderen. Door gebruik te maken van verschillende niveaus van handelen kun je differentiëren en alle kinderen succes laten ervaren.

Tip 10 - Plan tijd in voor reflectie en feedback 

Neem altijd tijd voor reflectie en feedback. Dat kan op verschillende manieren: laat kinderen bijvoorbeeld samenvatten wat ze geleerd hebben of voor het eerst gedaan hebben, wat ze ontdekt hebben, benoemen wat goed ging, wat de volgende keer anders kan. Stilstaan bij wat geleerd is, ontdekt is. Hierbij zijn zowel het proces als het resultaat van belang.

Kijk ook met de kinderen vooruit. Door vragen te stellen als hoe konden we nu snel zien waar een bloem verdwenen was? (voorbeeld bij tip 1) of kunnen jullie vertellen en laten zien hoe je de brokken van klein naar groot kon sorteren (door vergelijken) maak je kinderen bewust van de vaardigheid die ze hebben geleerd.

Voorbeeld voor tip 1

Je wilt aandacht besteden aan het verkort tellen, waarbij de kinderen gebruik maken van de dobbelsteenstructuur. Elk kind krijgt 5 fiches op een vouwblaadje. Als de kinderen de ogen sluiten wordt er bij een kind één fiche weggehaald. Kunnen de kinderen zonder te tellen zien waar het fiche is weggehaald?

  • Voorbeeld formuleren op formeel niveau: ik leer snel zien waar een fiche weg is.
  • Voorbeeld formuleren in een context: er verdwijnen steeds bloemen uit de tuin. We gaan de tuinman helpen om snel te zien waar de bloemen verdwijnen. Of: Er verdwijnen paaseieren uit de mandjes van de paashaas… De context wordt gekozen aansluitend bij het thema waarmee wordt gewerkt.

Tussentijds wordt benoemd dat het handig is om gebruik te maken van de dobbelsteen. Door het in structuur te leggen kun je snel zien waar een fiche of bloem weg is. Bij het gebruik van de context kan op deze manier het doel tussentijds worden genoemd en kan er naar formeler niveau gewerkt worden.

Je reflecteert tijdens en aan het eind van de activiteit, door te bespreken en te benoemen dat het gebruik maken van de structuur van de dobbelsteen ervoor zorgt dat je niet steeds alles hoeft te tellen en daardoor snel kunt zien waar iets weg is.

Voorbeeld voor tip 6

Je wilt dat de kinderen ‘5’ op verschillende manieren splitsen. Om het concreet en visueel te maken, gebruik je 5 auto’s en 2 vellen papier die als plattegrond dienen van een parkeergarage. Al handelend met de auto’s laat je een voorbeeld zien hoe de auto’s op verschillende manieren in de garages geplaatst kunnen worden. De kinderen splitsen ook in tweetallen de auto’s in de garages. Kinderen die verder kunnen krijgen blokjes en/of mogen de mogelijkheden tekenen.

Voorbeeld voor tip 7

Bij de start van de activiteit zijn getallen bij voorwerpen gelegd. De begeleide inoefening kan bijvoorbeeld door:

  • Verschillende groepjes blokjes en/of getalbeeldenkaartjes verspreid in de ruimte leggen. De kinderen mogen kaartjes met getallen van een centrale plaats pakken en deze bij het juiste groepje of kaartje leggen.
  • Alle kinderen hebben een getalbeeldenkaartje of een kaartje met een getal. Met de activiteit ‘zoek iemand die’ oefenen ze het koppelen van aantallen aan getallen.

Voorbeeld tip 1 en 7 gecombineerd

Rekendoel: getalbeelden koppelen aan getalsymbolen.

Stijn heeft geobserveerd dat een groepje kinderen al wekenlang vol overgave superheld speelt. Ze zijn nauwelijks betrokken bij rekenactiviteiten en leven op zodra de speeltijd ingaat. Ze maken gedetailleerde speelplannen, waaronder het redden van prinsessen en prinsen en spelen hun bedachte spelscript gespreid over meerdere dagen uit.

Stijn besluit het spelscript van superheld aan de rekenactiviteiten te verbinden. Verspreid in de ruimte staan kinderen met een kroontje met een getalsymbool erop. Langs de kant staan banken, waar getalbeeldenkaartjes op liggen (‘de veilige plaatsen’). Een paar superhelden ‘redden’ de kinderen door ze naar de juiste veilige plaats te brengen. Dit kan nog spannender worden doordat er een draak/dinosaurus wordt toegevoegd die oplet of de prinsen en prinsessen wel naar het juiste getal(beeld) gebracht worden. Als getalbeeld en -symbool niet overeenkomen, wordt de draak wakker… Stijn ziet meteen een grotere betrokkenheid van de kinderen.

"Houd instructie kort en interactief: doe een beroep op de actieve betrokkenheid van alle kinderen, onder ander door gebruik te maken van verschillende niveaus van handelen."

Door aan te sluiten bij het thema en/of het spontane spel van kinderen maak je met eenvoudige aanpassingen van spel de motor voor ontwikkeling en leren voor jonge kinderen.

Over Margreeth Mulder

Margreeth Mulder is zelfstandig onderwijsadviseur jonge kind en rekenen (Wizz Scholing)

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.