Van de kat en de bel
Geplaatst op 26 mei 2021
Tellen en vertellen met de eindtoets basisonderwijs
De eindtoets is in vijftig jaar uitgegroeid tot een instrument met twee belangrijke functies: toezicht houden op de kwaliteit van onderwijs en het verdelen van toegangsbewijzen voor vervolgonderwijs.
De eindtoets speelt een belangrijke rol in de maatschappelijke ordening van Nederland en is te beschouwen als een institutie in sociologische zin. Dat roept de vraag op naar wat de eindtoets telt en vertelt, welke keuzes daarachter schuil gaan, welke aannames er zijn (gedaan) en wat de boodschap is die wordt overgebracht. Deze vragen worden in dit boek uitgebreid beantwoord.
"Naar succes en falen in onderwijs wordt op dit moment op een eendimensionale manier gekeken. Dit heeft gevolgen. Onderwijs in dienst van economisch georiënteerde selectiebelangen zorgt niet voor inclusiviteit, maar sluit uit."
Beleidsmatige keuzes
In dit promotieonderzoek zijn de wetenschappelijke argumenten en onderbouwingen getoetst, die gebruikt zijn in het politieke, het beleidsmatige en het maatschappelijke discours over de eindtoets en zijn voorlopers. Door de lange ontstaansgeschiedenis van de eindtoets, ingebed in verschillende periodes van denken en handelen, zijn de keuzes die eraan vooraf zijn gegaan aan het zicht en daarmee aan de discussie onttrokken en zijn de normatieve implicaties ervan voor een belangrijk deel onbesproken gebleven.
‘Van de kat en de bel’ is een reconstructie van de werkelijkheid zoals die met behulp van de eindtoets gestalte heeft gekregen. Wat is de bepalende kracht van de eindtoets als het gaat om vraagstukken inzake doel en functie van onderwijs in het algemeen, rechtvaardigheid van verdelingen, kansengelijkheid en vraagstukken van verdelingen in de praktijk?
En wat kan gezegd worden over de psychometrische waarde van de eindtoets. Zo kan uiteindelijk de normatieve vraag naar de deugdelijkheid van de eindtoets beantwoord en onderbouwd worden.
"De opgaven in de toets zijn in hoge mate bepalend geworden voor de concrete invulling van de onderwijspraktijk, inclusief de leermiddelen."
Het sturen op ongelijke onderwijsuitkomsten is een expliciete doelstelling van de eindtoets (en van de toetsen van het leerlingvolgsysteem, LVS). De toetsen zijn gericht op het kunnen differentiëren van leerlingen zodat ze geordend kunnen worden van laag naar hoog. In de praktijk blijken vooral kinderen van autochtone, hoger opgeleide ouders de meeste kans te hebben op de hoogste onderwijsposities.
Bevestiging van verschillen in resultaten voor taal en rekenen, mits te herleiden tot sociaal-economische achterstanden, leidt ook tot een positief inspectie-oordeel bij de beoordeling van de kwaliteit van scholen. Want de inspectie bepaalt op basis van de SES-score wat de opbrengsten zouden moeten zijn. Ze past haar norm dus aan op de populatie van de school. Dat lijkt eerlijk, want op sommige scholen moet je nu eenmaal harder werken voor resultaten dan op andere. Maar is het ook rechtvaardig? Want neem je hierdoor niet de urgentie weg om verschillen te verkleinen, en bestendig je achterstand?
Voor de leerling en zijn ouders betekent ‘gelijke kansen’ vooral dat alle leerlingen dezelfde toets op hetzelfde moment maken, zodat ze ‘eerlijk’ met elkaar vergeleken kunnen worden. Niet de geschiktheid of passendheid ten opzichte van een vorm van vervolgonderwijs maar de relatieve positie ten opzichte van de rest van het deelnemende cohort leerlingen, op basis van hun gecombineerde score taal en rekenen, is hierbij het uitgangspunt. En die score wordt maatschappelijk geassocieerd met en geaccepteerd als een bepaalde mate van intelligentie waarmee de rechtvaardigheid van de adviezen wordt gelegitimeerd. De invulling die zo aan het begrip ‘gelijke kansen’ wordt gegeven is vooral een procedurele.
De meritocratische uitgangspunten van onderwijs en toetsing leiden zowel op het niveau van de school als op het niveau van de leerling meer tot bevestiging van de uitgangssituatie bij intrede in het funderend onderwijs, dan dat het leidt tot het vergroten van kansen voor kinderen die met achterstanden het onderwijs instromen. Daarmee heeft de eindtoets niet of nauwelijks de emancipatoire rol die we er graag aan toedichten. De eindtoets en het daarmee samenhangende kwaliteitsoordeel van scholen door de overheid dragen vooral bij aan een verdere bevestiging van de bestaande maatschappelijke ongelijkheid en draagt bij aan een verdere verharding van bestaande maatschappelijke ongelijkheid.
Samenvatting van de hoofdstukken
Beoordelen en beleid
"De eindtoets laat zien welke normatieve doelstellingen de maatschappelijke orde nastreeft of nagestreeft heeft."
Waarde en waardering van onderwijs
"De focus op 'meetbare'indicatoren kan een ernstige bedreiging vormen voor de kwaliteit van onderwijs. Leerlingen zijn gebaat bij het verwerven van een brede kennisbasis en niet bij het drillen en trainen voor toetsen die maar een smal deel van het curriculum dekken."
Onderwijs en selectie
"Er dringt zich een beeld op van de testwetenschap die vooral de belangen dient van hen die met testen maatschappelijke belangen willen dienen en daarbij voorbij gaan aan de belangen van de leerling en waarbij enige empathie voor de individuele leerling en zijn persoonlijke omstandigheden ontbreekt."
Onderwijskwaliteit en toetsing
"Bevestiging van verschillen in resultaten voor taal en rekenen, mits te herleiden tot sociaal-economische achterstanden, leidt tot een poitief inspectie-oordeel: de school levert dan (voldoende) kwaliteit."
Maatschappelijke ordening en testen
"De technocratische onderwijsoriëntatie in combinatie met een zucht naar het meetbaar willen maken van kwaliteit, staat onderwijs met aandacht voor brede doelen in de weg."
Rechtvaardigheid en testen
"Het ontrafelen van de stappen en besluiten die met de eindtoets samenhangen, laat zien dat de eindtoets een aaneenschakeling is van subjectieve, door menselijke oordelen en ingrijpen beïnvloede besluiten."
Wetenschap en testen
"De dubbele functie van én selectie én beoordelen van kwaliteit van onderwijs vormt een bedreiging voor de validiteit van de eindtoets."
Balans en debat
"De toetsing is zo gericht dat er sprake is van exclusiviteit en buitensluiting, terwijl de pedagogische opdracht van onderwijs er een hoort te zijn van inclusiviteit: iedereen doet ertoe en iedereen mag meedoen."
Recensie
De auteur Karen Heij heeft met dit boek een meesterwerk neergezet, en wel om de volgende redenen:
1. Ze geeft een glasheldere psychometrische analyse van de technische werking van de eindtoets en van toetsing in zijn algemeenheid. En ze geeft daarbij aan hoe kindonvriendelijk bepaalde psychometrische keuzes zijn.
2. Karen Heij analyseert en brengt in beeld hoe de eindtoets als een beleidsinstrument fungeert en hoe de onderliggende keuzes samenhangen met maatschappelijke overtuigingen en ook weer maatschappelijke gevolgen hebben.
3. Ze maakt inzichtelijk hoe toetsing zich verhoudt tot de pedagogische opdracht van de school en welke versmalling dit tot gevolg kan hebben.
4. Ze heeft oog voor de pedagogische consequenties voor kinderen die succes en falen rondom toetsen met zich meebrengen.
Al deze elementen ontrafelt Karen Heij voor de lezer en brengt ze op een inzichtelijke manier met elkaar in verband. Wat mij betreft is dit boek een must-read voor elke zichzelf respecterende onderwijscollega!
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Augeo


oo.nl


ANWB


Wij-leren.nl Academie

























