Leren stellen en niet vergeten correct te spellen - Het succes van de zelfcorrectietraining
Geplaatst op 1 juni 2014
Bosman, A. Van Hell, J.G. Willemen, M. (2014). Leren stellen en niet vergeten correct te spellen - Het succes van de zelfcorrectietraining.
Geraadpleegd op 16-01-2021,
van https://wij-leren.nl/stellen-spellen.php
Dit artikel is geschreven samen met Marieke Willemen en Janet G. van Hell
Inleiding
Onderzoek

Om er voor te zorgen dat de gemiddelde spellingvaardigheid van de leerlingen in de trainingsgroepen voor aanvang van de training gelijk was aan die van de leerlingen die geen training kregen werd het gemiddelde percentage fouten in hun eerste opstel vastgesteld. We gebruikten percentage spelfouten, omdat de lengte van de opstellen te veel varieerden. In lange opstellen kunnen immers meer spelfouten gemaakt worden dan in korte opstellen. Vervolgens werden op beide scholen twee gelijke groepen gemaakt, een groep die de zelfcorrectietraining volgde en een groep die geen training kreeg.
Alle leerlingen schreven een keer per week een opstel. Tijdens deze fase van het onderzoek werd er geen speciale instructie gegeven. Alle leerlingen schreven heel ongedwongen een verhaal zonder dat benadrukt werd dat ze op de spelling moesten letten. Zodra ze klaar waren, kregen de leerlingen die niet in de zelfcorrectietraining zaten de tijd om hun opstel een keer goed na te kijken zonder dat ze daarbij speciale aanwijzingen kregen hoe ze dat konden doen. De leerlingen die in de zelfcorrectietraining zaten, kregen nadat ze hun opstel af hadden de gelegenheid om hun opstel heel systematisch na te kijken op spelfouten. Dit werd hen aangeleerd door het stappenplan, dat ze samen met de onderzoekster hadden opgesteld, heel systematisch door te nemen. Een voorbeeld van een individueel stappenplan staat in het kader hieronder.
Stappenplan
- Ik lees mijn verhaal goed door, van het begin tot het einde. Heb ik misschien woorden vergeten?
- Ik kijk of ik alle hoofdletters en punten op de goede plaats heb staan.
- Zie ik woorden van afspraak 18, de regelwoorden petten en rokken? Ik werk met de luisterblokjes. Heb ik ze goed geschreven?
- Zie ik woorden van afspraak 19, de regelwoorden ramen en muren? Ik werk met de luisterblokjes. Heb ik ze goed geschreven?
- Mijn moeilijke spellingafspraken zijn woordjes met g of ch en woordjes met au of ou. Zie ik woorden die hierbij horen? Deze woorden zoek ik op in het woordenboek of ik vraag ze aan de juf. Heb ik ze goed geschreven?
- Vreemde moeilijke woorden die ik bijna nooit schrijf zoek ik op in het woordenboek of ik vraag ze aan de juf.
Zelfcorrectietraining
Om na te gaan of de zelfcorrectietraining tot minder fouten in de opstellen leidt werd het percentage spelfouten van alle opstellen van alle leerlingen (dus ook van de groepen die geen training hadden gekregen) vastgesteld. Zo konden we nagaan of er na de training minder fouten werden gemaakt in de groepen die de zelfcorrectietraining hadden gehad dan in de groepen die geen training hadden ontvangen. De resultaten staan in onderstaande grafieken weergegeven.


Transfer, metacognitie en spellingbewustzijn
Het succes van de zelfcorrectietraining werpt ook een ander licht op de metacognitieve vaardigheden van leerlingen. Metacognitie verwijst naar het vermogen van een leerling om over haar of zijn eigen cognitieve (denk) processen en strategieën na te denken. Leerlingen die sterk ontwikkelde metacognitieve vaardigheden hebben zijn zich bewust van de processen die betrokken zijn bij het leren, waardoor ze controle krijgen over hun eigen leerproces. In ons geval betekent het dat de leerlingen zich tijdens het schrijven van het opstel bewust moeten zijn van het feit dat ze de geschreven woorden op spelfouten moeten nakijken, of dat ze na het schrijven van het opstel hun tekst op spelfouten moeten controleren. Het is hierbij natuurlijk van belang dat de schrijver weet welke woorden zij of hij niet of waarschijnlijk niet kan spellen en welke woorden wel (alles opzoeken of vragen is immers niet doenlijk). Een schrijver die goed kan inschatten welke woorden zij of hij wel kan spellen en welke niet heeft een goed spellingbewustzijn ontwikkeld. De ontwikkeling van een goed spellingbewustzijn draagt bij aan de ontwikkeling van goede metacognitieve vaardigheden.
Er wordt vaak gezegd dat vooral leerlingen met leerproblemen een onvoldoende spellingbewustzijn hebben en niet beschikken over voldoende metacognitieve vaardigheden. Wij menen echter dat ons onderzoek heeft aangetoond dat ook bij leerlingen uit het speciaal basisonderwijs veel succes is te behalen door hen te laten zien hoe ze de controle over hun eigen leerproces terug kunnen krijgen. Het nakijken van hun opstel op spellingfouten met behulp van het stappenplan heeft immers ook hun spellingvaardigheid zichtbaar doen toenemen.
Tips voor de praktijk
A. Het feit dat de zelfcorrectietraining ook succesvol was voor leerlingen in het speciaal onderwijs geeft aan dat er niet noodzakelijk een aangepaste methode voor het schrijven van opstellen ontwikkeld hoeft te worden.
B. Leerlingen uit het speciaal basisonderwijs kunnen gerust opstellen schrijven. Hoewel ze vaak veel spellingfouten maken, zijn ze wel degelijk in staat om de fouten in hun voltooide opstel te vinden en te verbeteren.
C. Plezier in het schrijven van een opstel lijkt door de toevoeging van het stappenplan eerder toegenomen dan afgenomen. Een controletaak na afloop van een primaire taak bevordert het enthousiasme en heeft bovendien een positief didactisch effect.
D. De motivatie van de leerlingen om naar spelfouten in hun eigen werk te zoeken nam sterk toe als gevolg van het succes dat ze daarbij hadden.
E. Systematisch gebruik van het stappenplan maakte de leerlingen bewust van de vele woorden die zij in hun opstel gebruikten en die met behulp van de regels in het stappenplan gecontroleerd konden worden.
F. Spellen en stellen worden over het algemeen apart geoefend, maar het blijkt ook zeer vruchtbaar geïntegreerd plaats te kunnen vinden.
G. Het geïntegreerd oefenen van twee vaardigheden bevordert het inzicht van de leerlingen in de functie van vaardigheden. Door aandacht voor spellen tijdens het stellen begrijpen ze beter waarom het belangrijk is om tijdens de spellingles goed op te letten.
Literatuur
Bosman, A. M. T., Schep-Ottevanger, K., & Bon, W. H. J. van (1997). Heeft stellen negatieve gevolgen voor spellen? Dat hoevt niet! Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 36, 303-312.
Verhoeven, G. (1979) Verbeelding en werkelijkheid; spelfouten in de opstellen uit verschillende typen van onderwijs. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 1, 146-163.
Verhoeven, L., & Ven, H. van de (1997). Vroegtijdige interventie van leesproblemen met nadruk op metacognitie en leesmotivatie. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 36, 118-130.
Willemen, M., Bosman, A. M. T., & van Hell, J. G. (2000). Beter Leren Spellen tijdens het Stellen. Pedagogische Studiën, 77, 173-182.
Bosman, A. Van Hell, J.G. Willemen, M. (2014). Leren stellen en niet vergeten correct te spellen - Het succes van de zelfcorrectietraining.
Geraadpleegd op 16-01-2021,
van https://wij-leren.nl/stellen-spellen.php
Gerelateerd



























