Hoe kunnen leerlingen de regie over hun eigen leerproces voeren, zodat hun leerprestaties omhoog gaan?
Geplaatst op 22 april 2016
Samenvatting
Er zijn sterke aanwijzingen dat leerlingen betere leerprestaties kunnen behalen, als zij zelf goed de regie kunnen voeren over hun eigen leerproces. Daarvoor moeten ze bewust verschillende leerstrategieën combineren, zoals relateren, analyseren, structureren, oriënteren, plannen en evalueren. Of meer zelfregulering per definitie tot betere prestaties leidt, staat niet vast.
Het vraagt veel van leerlingen om de regie over hun eigen leerproces te voeren. De strategieën die leerlingen daarvoor nodig hebben, ontwikkelen ze niet vanzelf. Welke leerstrategieën effectief zijn en wat daarover bekend is in Nederland en Vlaanderen is onderzocht in de reviewstudie Zelfgestuurd leren in de onderwijspraktijk (Kostons e.a., 2014). De onderzoekers gaan uit van de definitie van Boekaerts en Simons voor “zelfgestuurd leren”: de leerling neemt zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen in handen (Boekaerts & Simons, 1995). Dit gaat dus verder dan zelfstandig leren.
Welke strategieën hebben leerlingen nodig?
Drie aspecten zijn van belang voor zelfgestuurd leren: cognitie, metacognitie en motivatie of affectie. Cognitieve leerstrategieën stellen de leerling in staat om informatie te onthouden en om nieuwe informatie bij bestaande kennis in het geheugen te integreren. Metacognitieve strategieën zijn nodig om het leren te reguleren. Leerlingen moeten een taak kunnen plannen, de voortgang bewaken en kunnen evalueren. Leerlingen hebben motivationele of affectieve strategieën nodig om gemotiveerd te leren en voor hun doorzettingsvermogen.
Combineren
De volgende strategieën zijn het meest effectief:
- relateren: verbanden leggen, analogieën bedenken
- analyseren: lesstof opsplitsen in onderdelen, onderzoeken
- structureren: samenbrengen, schematiseren, ordenen
- oriënteren: je leerproces voorbereiden
- plannen: je leerproces ontwerpen en voorspellen
- evalueren: je leerproces beoordelen (in licht van het plan en doel)
Als leerlingen deze strategieën op een inhoudelijk zinvolle combineren, is het effect ervan groter. De leerling begint een rekenles met plannen (wat ga ik doen, hoeveel tijd heb ik nodig). Daarna gebruikt de leerling tijdens diezelfde les de strategie analyseren om de sommen op te lossen. Tot slot evalueert de leerling hoe hij de les heeft gedaan: heb ik de sommen goed opgelost? Wat zou ik een volgende keer nog beter kunnen doen?
Vooral plannen en voorspellen blijken belangrijke strategieën te zijn. Het heeft een positief effect op de leerresultaten wanneer leerlingen goed nadenken voordat ze aan een taak beginnen, of wanneer ze een plan van aanpak maken. Ook kennis over leerstrategieën is belangrijk. Als leerlingen weten waarom en hoe deze strategieën werken, kunnen ze taken beter uitvoeren. Ze snappen beter hoe ze hun werk moeten aanpakken en waarom ze dingen doen.
Over motivationele en affectieve strategieën is in Nederland nog weinig bekend. Wel blijkt uit internationaal onderzoek dat het helpt als leerlingen inzien waarom taken belangrijk zijn. Wanneer leerlingen taken op waarde schatten, bijvoorbeeld als deze geplaatst zijn in een authentieke context, ronden ze de taken vaker met succes af.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Sanne Kruijer en Hanneke Weger
Vraagsteller: Projectmedewerker namens groep VO-scholen
Hoe kunnen leerlingen de regie over hun eigen leerproces voeren, zodat hun leerprestaties omhoog gaan? En wat kunnen leraren doen om hen daarin te ondersteunen?
Er zijn sterke aanwijzingen dat leerlingen betere leerprestaties kunnen behalen, als zij zelf goed de regie kunnen voeren over hun eigen leerproces. Daarvoor moeten ze bewust verschillende leerstrategieën combineren, zoals relateren, analyseren, structureren, oriënteren, plannen en evalueren. Leraren kunnen het beste gebruikmaken van hints en modelling om leerlingen deze strategieën bij te brengen. Of meer zelfregulering per definitie tot betere prestaties leidt, staat niet vast.
Het vraagt veel van leerlingen om de regie over hun eigen leerproces te voeren. De strategieën die leerlingen daarvoor nodig hebben, ontwikkelen ze niet vanzelf. Welke leerstrategieën effectief zijn en wat daarover bekend is in Nederland en Vlaanderen is onderzocht in de reviewstudie Zelfgestuurd leren in de onderwijspraktijk (Kostons e.a., 2014). De onderzoekers gaan uit van de definitie van Boekaerts en Simons voor “zelfgestuurd leren”: de leerling neemt zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen in handen (Boekaerts & Simons, 1995). Dit gaat dus verder dan zelfstandig leren.
Welke strategieën hebben leerlingen nodig?
Drie aspecten zijn van belang voor zelfgestuurd leren: cognitie, metacognitie en motivatie of affectie. Cognitieve leerstrategieën stellen de leerling in staat om informatie te onthouden en om nieuwe informatie bij bestaande kennis in het geheugen te integreren. Metacognitieve strategieën zijn nodig om het leren te reguleren. Leerlingen moeten een taak kunnen plannen, de voortgang bewaken en kunnen evalueren. Leerlingen hebben motivationele of affectieve strategieën nodig om gemotiveerd te leren en voor hun doorzettingsvermogen.
Combineren
De volgende strategieën zijn het meest effectief:
- relateren: verbanden leggen, analogieën bedenken
- analyseren: lesstof opsplitsen in onderdelen, onderzoeken
- structureren: samenbrengen, schematiseren, ordenen
- oriënteren: je leerproces voorbereiden
- plannen: je leerproces ontwerpen en voorspellen
- evalueren: je leerproces beoordelen (in licht van het plan en doel)
Als leerlingen deze strategieën op een inhoudelijk zinvolle combineren, is het effect ervan groter. De leerling begint een rekenles met plannen (wat ga ik doen, hoeveel tijd heb ik nodig). Daarna gebruikt de leerling tijdens diezelfde les de strategie analyseren om de sommen op te lossen. Tot slot evalueert de leerling hoe hij de les heeft gedaan: heb ik de sommen goed opgelost? Wat zou ik een volgende keer nog beter kunnen doen?
Vooral plannen en voorspellen blijken belangrijke strategieën te zijn. Het heeft een positief effect op de leerresultaten wanneer leerlingen goed nadenken voordat ze aan een taak beginnen, of wanneer ze een plan van aanpak maken. Ook kennis over leerstrategieën is belangrijk. Als leerlingen weten waarom en hoe deze strategieën werken, kunnen ze taken beter uitvoeren. Ze snappen beter hoe ze hun werk moeten aanpakken en waarom ze dingen doen.
Over motivationele en affectieve strategieën is in Nederland nog weinig bekend. Wel blijkt uit internationaal onderzoek dat het helpt als leerlingen inzien waarom taken belangrijk zijn. Wanneer leerlingen taken op waarde schatten, bijvoorbeeld als deze geplaatst zijn in een authentieke context, ronden ze de taken vaker met succes af.
Welke instructie kunnen leraren toepassen?
Leraren kunnen het best gebruikmaken van hints en modelling om leerlingen te helpen de benodigde strategieën aan te leren. Met hints legt de leraar niet alles in één keer uit, maar geeft hij stukjes informatie om de leerling strategisch te laten nadenken. Leraren kunnen hints zowel in opdracht- als in vraagvorm aanbieden. Een opdracht-hint is: “Kijk wat voor type som dit is”. Een hint in vraagvorm is: “Welke getallen heb je nodig om tot de oplossing te komen?” Voor welke vorm de leraar kiest, hangt af van de kennis en ervaring van de leerling. Onervaren leerlingen hebben het meest aan gerichte hints. Bij meer ervaren leerlingen kun je ook vragen stellen.
Hints kunnen zowel over de lesstof gaan als over de aanpak van een taak. Inhoudelijke hints over de lesstof helpen om taken op te lossen. Procedurele hints over de aanpak zetten leerlingen meer aan tot zelfregulerend leren. Vragen stellen vergroot de vaardigheden voor zelfregulerend leren.
Ook modelling blijkt een effectieve instructiemethode. Bij modelling doet de leraar vaardigheden voor. Hij voert bijvoorbeeld hardop denkend een voorbeeldtaak uit. Hij benoemt daarbij expliciet wanneer, waarom en hoe hij bepaalde strategieën inzet.
Bewijs
De onderzoeken in de literatuurstudie hebben vooral betrekking op het primair onderwijs, daar is ook het meeste bewijs voor de effectiviteit van genoemde strategieën voor het leren. Toch vermoeden de onderzoekers, op basis van internationaal onderzoek, dat de conclusies ook voor het voortgezet en tertiair onderwijs gelden.
Geraadpleegde bronnen
- Boekaerts, M., & Simons P. R. (1995). Leren en Instructie. Assen: Van Gorkum.
- D. Kostons, A.S. Donker & M.-C. Opdenakker (2014): Zelfgestuurd leren in de onderwijspraktijk: Een kennisbasis voor effectieve strategie-instructie. (GION onderwijs/onderzoek Rijksuniversiteit Groningen). Geraadpleegd op 25 januari 2016 via Zelfgestuurd-leren-in-de-onderwijspraktijk (PDF)
Dit antwoord is tot stand gekomen met dank aan Sanne Kruijer en Hanneke de Weger. Zij hebben hiervoor hoogleraar Onderwijswetenschappen Liesbeth Kester geraadpleegd.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Augeo


oo.nl


ANWB


Medilex Onderwijs


Voedingscentrum



































