Wat zijn de leeropbrengsten van internationaliseringsactiviteiten in het mbo?
Geplaatst op 28 mei 2019
Samenvatting
Door internationaliseringsactiviteiten in het onderwijs, zoals een buitenlandse stage of online samenwerken met buitenlandse studenten, kunnen mbo-studenten interculturele vaardigheden en kennis opdoen. De daadwerkelijke impact van deze activiteiten is echter nog niet goed onderzocht. Ervaringen van docenten en studenten laten zien dat deze activiteiten bijdragen aan zowel hun persoonlijke als professionele ontwikkeling. Om de invloed van internationaliseringsactiviteiten te vergroten, is het belangrijk dat onderwijsinstellingen beleid ontwikkelen waar de hele school achter staat. En docenten moeten voldoende worden ondersteund om dit beleid uit te voeren.
Afgestudeerde mbo’ers hebben in hun werk vaak te maken met verschillende culturen en met buitenlandse klanten en collega’s. Daarom hebben ze interculturele vaardigheden en kennis nodig. Al tijdens hun opleiding moeten (mbo-)studenten hierop worden voorbereid.
Docenten en instructeurs in het mbo kunnen met een stage of studie in het buitenland op de hoogte te blijven van internationale ontwikkelingen in het vakgebied. Het gaat dan om vakinhoudelijke ontwikkelingen, maar ook om pedagogische en didactische kennis en vaardigheden en marktinformatie. Met deze kennis kunnen docenten en instructeurs de internationale context in hun lessen meenemen.
Internationaliseringsactiviteiten
Er zijn verschillende manieren waarop studenten internationale ervaring kunnen opdoen. Bijvoorbeeld door stage of studiereis in het buitenland, of stage bij een Nederlandse vestiging van een internationaal bedrijf. Online samenwerken aan een project met studenten van een (Europese) partnerinstelling (eTwinning) is ook mogelijk. Daarnaast kan de aanwezigheid van buitenlandse studenten in de klas een verrijking zijn.
Docenten kunnen zelf ook deelnemen aan internationaliseringsactiviteiten. Bijvoorbeeld door als gastdocent les te geven in het buitenland of een programma in een buitenlands bedrijf volgen. Andere mogelijkheden zijn: een internationale stage of studie volgen en het vergelijken van onderwijsprogramma’s van verschillende landen.
Impact
Specifiek binnen het mbo is weinig onderzoek gedaan naar de impact van internationaliseringsactiviteiten van zowel studenten als docenten. Er zijn wel enkele voorbeelden waarbij deelnemers vertellen over hun eigen ervaringen. Nadeel is dat de uitkomsten niet zijn vergeleken met ontwikkeling van collega’s of studenten die niet naar het buitenland zijn geweest. Ook is het de vraag hoe betrouwbaar de eigen inschatting van de respondenten is. Daarnaast ontbreekt zicht op de langere termijn.
Ervaringen van studenten en docenten
Volgens ruim 500 studenten en alumni van drie Nederlandse roc’s droeg hun buitenlandse stage bij aan: zelfstandig worden, versterken cv, talenkennis opdoen, inzicht in andere culturen.
Ruim 12.000 studenten die gebruikmaakten van een beurs van Erasmus+ (2018) voor een verblijf in het buitenland, rapporteren impact op het gebied van persoonlijke ontwikkeling (82%) en professionele ontwikkeling (74%). Iets minder maar met 2/3 van de groep nog steeds substantieel, is de invloed op taalvaardigheid in een vreemde taal en de moedertaal (69%) en interculturele ontwikkeling (67%).
Ook stafleden die met subsidie van Erasmus+ naar het buitenland zijn geweest, zeggen dat deze ervaring vooral invloed heeft op interculturele vaardigheden (81%). In iets mindere mate geldt dit voor persoonlijke ontwikkeling (64%) en professionele ontwikkeling (56%).
Van een kleine duizend (mbo-)docenten die deelnamen aan studiereizen van het Leonardo da Vinci programma, vindt 81% dat kennis die ze hebben opgedaan relevant is voor hun professionele activiteiten.
De impact vergroten
De impact van internationalisering hangt samen met de houding van het management van een school en docenten ten opzichte van internationalisering, en het beleid ten aanzien van internationale activiteiten. Daarnaast hangt de impact van goed onderwijs aan studenten van verschillende culturele achtergronden ook af van de begeleiding die docenten krijgen om deze internationale pedagogiek vorm te geven.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Femke van Glansbeek – Timmermans (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: beleidsmedewerker internationalisering mbo instelling
Vraag
Wat is bekend over de leeropbrengsten van internationaliseringsactiviteiten in het mbo?
Deelvragen:
- Wat zijn de leeropbrengsten van internationaliseringsactiviteiten voor mbo studenten?
- Wat zijn de leeropbrengsten van internationaliseringsactiviteiten voor mbo docenten?
- Welke activiteiten sluiten aan bij de behoeften van mbo studenten niveau 1 en 2?
Kort antwoord
Gezien hun toekomstige internationale werkomgeving, wordt het van belang geacht dat mbo studenten interculturele vaardigheden en kennis opdoen. Dit kan naar verwachting door deel te nemen aan internationaliseringsactiviteiten in het onderwijs, bijvoorbeeld via een buitenlandse stage, studiereis of @home activiteiten. De daadwerkelijke impact van deze activiteiten is echter nog niet goed onderzocht. Uit de ervaringen van docenten en studenten maken we op dat deze activiteiten bijdragen aan zowel hun persoonlijke als professionele ontwikkeling.
Om de impact van internationaliseringsactiviteiten te vergroten is het belangrijk dat onderwijsinstellingen beleid ontwikkelen waar de hele school achter staat, en dat docenten voldoende ondersteund worden om dit beleid uit te voeren.
Toelichting antwoord
We zullen eerst in gaan op het veronderstelde belang dat gehecht wordt aan internationalisering in het beroepsonderwijs: een belang dat meer normatief dan empirisch is onderbouwd. Vervolgens gaan we in op de mogelijkheden voor internationale activiteiten voor studenten en docenten en de impact hiervan?
Verondersteld belang
Het ontwikkelen van interculturele vaardigheden en kennis in het beroepsonderwijs wordt belangrijk gevonden (MBO Raad, 2014; Nuffic, 2017; Minister van Onderwijs, 2014). Alle werknemers hebben te maken met verschillende culturen op de werkvloer en met buitenlandse klanten en collega’s. Ook afgestudeerde mbo’s er komen in hun werk vaak terecht in een internationale werkomgeving. Om zich hier staande te kunnen houden, worden interculturele vaardigheden en kennis als vereist gezien. Al tijdens hun opleiding moeten (mbo) studenten hierop worden voorbereid.
Naast de bijdrage aan professionele ontwikkeling, wordt internationalisering als waardevol zien voor de persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming van studenten (Minister van Onderwijs, 2014). De Onderwijsraad (2016) schrijft dat internationalisering aandacht genereert voor “moderne vreemde taken, omgaan met diversiteit, kennis van andere landen en culturen en voor ontwikkelingen op Europees en wereldniveau.”
Voor docenten en instructeurs in het mbo, wordt een stage of studie in het buitenland gezien als een manier om op de hoogte te blijven van internationale ontwikkelingen in het vakgebied. Het gaat dan om vakinhoudelijke ontwikkelingen, maar ook pedagogische en didactische kennis en vaardigheden en marktinformatie. Deze kennis en informatie biedt docenten en instructeurs de mogelijkheid de internationale context in hun lessen mee te nemen (MBO Raad, 2014).
De Onderwijsraad (2016) adviseert dat alle studenten aan het eind van hun opleiding “internationaal competent” moeten zijn. De EU (2010) stelt dat het beroepsonderwijs zich in moet zetten om een internationale dimensie toe te voegen aan hun opleidingen, grensoverschrijdende samenwerking in het mbo te verbeteren en de internationale mobiliteit te vergroten. De Raad van de Europese Unie (2011) verbindt hier ook een doelstelling aan: van alle 18- tot 34-jarigen met een initiële beroepsgerichte kwalificatie, moet in 2020 6% een studie- of opleidingsperiode van minimaal twee weken in het buitenland hebben doorgebracht.
We kunnen onderscheid maken in verschillende typen internationalisering. Dit betreft docentmobiliteit, studentmobiliteit en internationalisering van het curriculum (Klarenbeek & Beekwilder, 2012). We gaan hieronder in op docent- en studentmobiliteit.
Internationaliseringactiviteiten van studenten
Er zijn verschillende manieren waarop studenten internationale ervaring op kunnen doen: stage of studiereis in het buitenland, online samenwerken aan een project met studenten van een (Europese) partnerinstelling (eTwinning) of bij een Nederlandse vestiging van een internationaal bedrijf stagelopen (Nuffic, 2017). Ook de aanwezigheid van buitenlandse studenten in de klas kan een verrijking zijn (MBO Raad, 2014).
Uit een rapport van Nuffic (2017) blijkt dat in 2015 7% van de mbo- gediplomeerden minimaal twee weken voor studie of stage in het buitenland verbleef (10000 studenten). 82,2% van de studenten gaat naar een bestemming binnen de Europese Economische Ruimte (EER: EU landen, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen). Echter niet alle mbo studenten nemen in dezelfde mate deel: er zijn verschillen tussen opleidingsniveau, sectoren, mannen en vrouwen. Hoewel de meeste studenten in Nederland blijven, neemt het aantal studenten dat naar het buitenland gaat toe.
Internationaliseringsactiviteiten van docenten
Docenten kunnen zelf ook deelnemen aan internationaliseringsactiviteiten. Mogelijkheden zijn: gastdocentschap verzorgen, volgen van een programma in een buitenlands bedrijf, internationale stage of studie en het vergelijken van onderwijsprogramma’s van verschillende landen (MBO Raad, 2014).
Impact
De impact van verschillende typen internationaliseringsactiviteiten kunnen we analyseren op verschillende niveaus: nationaal, sectoraal en instituutsniveau, en het niveau van de individuele leraar of student (Klarenbeek & Beekwilder, 2012). In dit antwoord beperken we ons tot impact bij studenten en docenten.
Specifiek binnen het mbo is weinig onderzoek gedaan naar de impact van internationaliseringsactiviteiten van zowel studenten als docenten. Er zijn wel enkele voorbeelden waarbij deelnemers zelf rapporteren over hun eigen ervaringen. Deze hebben als nadeel dat de uitkomsten niet vergeleken zijn met ontwikkeling van collega’s of studenten die niet naar het buitenland zijn geweest, en ook is de vraag hoe betrouwbaar de eigen inschatting van de respondenten is.
Daarnaast ontbreekt zicht op de langere termijn impact (Erasmus+, 2018). Door Erasmus+ wordt de komende twee jaar nog meer onderzoek gedaan naar de impact van internationalisering (in het mbo), zowel op het niveau van studenten en docenten, als de deelnemende organisaties. We gaan hieronder kort in op reeds bekende resultaten over de impact bij studenten en docenten.
Studenten
Van der Ploeg (2016) vroeg 521 studenten en alumni van drie Nederlandse ROC’s een vragenlijst in te vullen over hun buitenlandse stage. Volgens deze studenten droeg deze ervaring bij aan: zelfstandig worden, versterken CV, talenkennis opdoen, inzicht in andere culturen.
Studenten die gebruikmaakten van een beurs van Erasmus+ (2018) voor een verblijf in het buitenland, vullen na terugkomst een vragenlijst in. Deze vragenlijst bestaat uit een aantal thema’s. Vragen over het thema “persoonlijke ontwikkeling” gaan bijvoorbeeld over: het omgaan met nieuwe situaties, vertrouwen in eigen kunnen, bewustzijn van eigen sterke en zwakke punten. “Professionele ontwikkeling” wordt getoetst met vragen als: betere kansen op de arbeidsmarkt, meer inzicht in eigen ambities wat werk betreft. “Interculturele ontwikkeling” betreft openheid en houding ten opzichte van andere culturen, interculturele samenwerking, interesse voor andere landen. “Taal” ging over de ontwikkeling van taalvaardigheid in een vreemde taal en in de moedertaal.
12415 studenten rapporteren op basis van deze vragenlijst impact op het gebied van personal development (82%) en professional development (74%). Iets minder maar met 2/3 van de groep nog steeds substantieel, is de impact op language (69%) en intercultural development (67%).
Docenten
Ook stafleden die met subsidie van Erasmus+ naar het buitenland zijn geweest, vulden direct na terugkomst een enquête in (Erasmus+, 2018). Zij zijn naar het buitenland geweest in het kader van “staff training abroad” of “teaching/training assignments abroad.” Het thema “persoonlijke ontwikkeling” in de vragenlijst wordt uitgewerkt als: ontwikkeling interpersoonlijke en sociale competenties, uitbreiden persoonlijke netwerk. “Professionele ontwikkeling” betreft leren van nieuwe lesmethoden, kennis over VET in andere landen, houding ten opzichte van lesgeven. “Interculturele ontwikkeling” gaat over de impact op de ontwikkeling van cultureel bewustzijn en op kennis van eigen vakgebied.
De groep die in de periode 2014-2016 naar het buitenland is geweest (N=2598), zegt dat deze ervaring vooral impact heeft op het gebied van interculturele vaardigheden (81%). In iets mindere mate geldt dit voor persoonlijke ontwikkeling (64%) en professionele ontwikkeling (56%).
Van de 986 (mbo) docenten die deelnamen aan “study visits” van het Leonardo da Vinci programma, vindt 81% dat kennis die ze hebben opgedaan relevant is voor hun professionele activiteiten (Cedefop, 2011).
Onderzoek onder docenten die meededen aan het uitwisselingsprogramma Werelddocent van Edukans zien dat de ervaringen met name bijdragen aan hun professionele en persoonlijke ontwikkeling (Buissink e.a., 2011, in Klarenbeek & Beekwilder, 2012).
Klarenbeek & Beekwilder (2012) onderzochten de impact van deelname van (mbo) docenten aan een uitwisselingsreis. Uit de vragenlijsten die zij invulden, bleek dat deelname bijdraagt aan vakkennis van een docent, interventiekenmerken en persoonskenmerken.
De impact vergroten
Wij willen nog enkele kanttekeningen maken over de impact van internationalisering in het algemeen. Uit onderzoek in opdracht van The Finnish National Board of Education werden betrokken bij internationalisering in het Finse beroepsonderwijs geïnterviewd. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat impact samenhangt met houding van het management van een school en docenten t.a.v. internationalisering, en het beleid ten aanzien van internationale activiteiten. De hele organisatie moet achter dit beleid zijn, wil het impact hebben. Het beleid moet uitgewerkt worden in praktische doelen en activiteiten en er moeten voldoende middelen beschikbaar zijn (Paronen, 2014).
Daarnaast, de impact van goed onderwijs aan studenten van verschillende culturele achtergronden, hangt ook af van de begeleiding die docenten krijgen om deze internationale pedagogiek vorm te geven. Uit interviews met 50 docenten uit het beroepsonderwijs in Australië, blijkt dat voor hun gevoel laveren tussen het nationale systeem en de vragen van internationale studenten (Tran, 2013). Ook de Onderwijsraad (2016) stelt dat – gebaseerd op literatuuronderzoek, document analyse, gesprekken en bijeenkomsten met deskundigen - geïnvesteerd moet worden in de vaardigheden en competenties die docenten nodig hebben om internationalisering mogelijk te maken.
Geraadpleegde bronnen
- Cedefop (2011). Mayor benefits in education and training follow study visits. http://www.cedefop.europa.eu/files/8034_en.pdf Luxemburg: Publications Office of the European Union.
- Erasmus+ (2018). Participant reports staf- en studentenmobiliteit. Den Haag: Nuffic. Geraadpleegd op 26 november 2018 van https://www.erasmusplus.nl/projectuitvoering/middelbaar- beroepsonderwijs/hulpmiddelen/participant-reports
- Europese ministers van beroepsonderwijs en -opleiding, de Europese sociale partners en de Europese Commissie (2010). Communiqué van Brugge over intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor de periode 2011-2020. https://www.werk.be/sites/default/files/brugge_communique.pdf Brussel: EU.
- Klarenbeek, M. & Beekwilder, C. (2012). Betere docent door internationalisering? https://dspace.library.uu.nl /bitstream/handle/1874/250469/PGO- Betere%20docent%20 door%20internationalisering.pdf ?sequence=1 Utrecht: Centrum voor Onderwijs en Leren, Universiteit Utrecht.
- MBO Raad (2014). Visie MBO Raad op internationalisering in het mbo. https://www.mboraad.nl/sites/default/files/documents/visie-mbo-raad-op- internationalisering-in-het-mbo.pdf Woerden: MBO Raad.
- Nuffic (2017). Statistieken mbo mobiliteit. https://www.nuffic.nl/onderwerpen/mobiliteit-in-beeld/. Den Haag: Nuffic.
- Onderwijsraad (2016). Internationaliseren met ambitie. https://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/Internation aliseren-met-ambitie-scherm.pdf Den Haag: Onderwijsraad.
- Paronen, P. (2014). Evaluation and development tool for effective internationalisation of vocational education and training (Master’s thesis). https://www.theseus.fi/handle/10024/81169 Helsinki: HAAGA-HELIA University of Applied Sciences.
- Raad van de Europese Unie (2011). Council conclusions on a benchmark for learning mobility. www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/126380.pdf Brussel: EU.
- Shaw, A., Shaw, K. & Blake, S. (2016) Examining Barriers to Internationalisation Created by Diverse Systems and Structures in Vocational Education and Training. http://www.pedocs.de/volltexte/2016/12389/pdf/IJRVET_2016_2_Shaw_et_al_E xamining_barriers.pdf International Journal for Research in Vocational Education and Training (IJRVET), 3(2), 88-105.
- Tran, L. T. (2013). Internationalisation of vocational education and training: A learning curve for teachers and learners. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/1028315312469987 Journal of Studies in International Education, 17(4), 492-507.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


ANWB


Augeo


oo.nl






























