Formatief evalueren en stimuleren van het denkend lezen - deel 2
Geplaatst op 22 november 2021
Goede lezers
Over zelfevaluatie en beheersingsaspecten van denkend lezen
Een checklist voor zelfevaluatie
Naam: Walter
Datum:
Dit gebruik ik bij mijn lezen
|
Opmerkingen | |
Lezen met een leesdoel |
+ | Doe ik |
Voorkennis gebruiken bij mijn lezen. |
++ | Ik gebruik foto’s in mijn hoofd over mijn eigen leven. |
Voorspelling gebruiken bij mijn lezen. |
+ | Ik bedenk vaak wat er gaat gebeuren. |
Verbeelden bij woorden en zinnen die ik lees. |
+ | Dit probeer ik. Het gaat steeds beter. Het lijkt vaak alsof ik een stripboek lees of een film bekijk |
Eigen vragen stellen. |
Ik stel vragen bij de foto’s in mijn hoofd. | |
Hoofdgedachten vinden en samenvatten. |
- | Nog moeilijk |
Conclusies trekken. |
- | Nog moeilijk |
Mening geven en evalueren na het lezen. |
Nog moeilijk |
Beheersingsaspecten
Lezen met voorkennis
- Verbindt voorkennis met eigen ervaringen: verbinden van tekst met je eigen leven. Dit doet me denken aan wat ik zelf heb meegemaakt.....
- Verbindt informatie uit de tekst met informatie uit een andere tekst: dit doet me denken aan iets wat ik heb gelezen.....
Lezen met voorspellingen
- Gebruikt voorkennis bij het voorspellen.
- Gebruikt aanwijzingen in de tekst om iets te voorspellen.
- Bevestigt of verandert voorspellingen bij het lezen en herstelt het begrip.
Lezen met verbeelding
- Gebruikt filmpjes en foto's in het hoofd tijdens het lezen bij woorden en zinnen.
- Gebruikt meer zintuigen bij het verbeeldend lezen: geluid, geur, gevoel (en emotie).
- Gebruikt voorkennis en voorspelling bij het verbeelden.
Lezen met eigen vragen
- Bedenkt een vraag bij de eigen voorkennis en voorspelling.
- Bedenkt een vraag bij de eigen verbeelding, naar aanleiding van de tekst.
- Bedenkt en beantwoordt concluderende vragen op basis van voorkennis en voorspelling.
Belangrijke leesdoelen
Hoofdgedachte vinden en samenvatten
- Vertelt alleen letterlijk de belangrijke informatie uit de tekst.
- Gebruikt tekstkenmerken om samen te vatten en vertelt het in de goede volgorde.
- Vertelt de tekst in eigen woorden na.
Concluderen
- Gebruikt voorkennis en voorspelling om conclusies te trekken.
- Bedenkt een concluderende zin (een denkstarter): ik kan dat zeggen, omdat…
- Concludeert en discussieert over karakters, gevoelens en de informatie: mijn verrassing bij de tekst is….....omdat…... Of: nu denk ik dat… omdat.........
Mening geven en evalueren
- Is het wel of niet eens met de schrijver en geeft een argument.
- Geeft een mening en beoordeelt de eigen leesaanpak.
- Evalueert de stijl van de schrijver en geeft daarbij een argument.
Monitoren van begrip
Laat zien hoe ervaren lezers (onbewust) hun begrip monitoren door zich de vraag te stellen, ' Is dit logisch?'
Denkstarters
- Dit is (niet) logisch want……..' ' Dit is niet wat ik verwachtte want...........'
- Dit sluit (niet) aan bij ik al gelezen heb/weet, want .........'
Voorbeelden
- Dit is niet logisch want eerder werd er gesproken over drie soldaten, en nu nog maar over twee.
- Dit is niet wat ik verwachtte, want het ging over elektrische circuits, en nu wordt er ineens gesproken over weerstand.
- Dit klinkt niet logisch, maar ik was er met mijn gedachten niet bij, dus ik moet het stuk herlezen.
- Dit snap ik niet, want ik weet niet wat ‘Siamese tweeling’ betekent, en daar lijkt het over te gaan.
- Dit sluit aan bij wat ik eerder heb gelezen over de Vikingen.
Denkactiviteiten om verwarring aan te pakken en begrip te herstellen
- Herlezen;
- verder lezen om te kijken of dit opheldering biedt;
- eerdere ideeën proberen te koppelen aan dit onduidelijke stuk tekst;
- vervangen van onbekende woorden door woorden die logisch lijken in deze context; opzoeken van woorden in woordenboek;
- veranderen van ideeën of visualisaties van het verhaal om nieuwe informatie in te passen, d.w.z. wellicht heeft u een verkeerde aanname/visualisatie gehad. U moet uzelf wellicht corrigeren en iemand om hulp vragen.
Denkstarters
- Misschien kan ik beter…...
- Ik zou kunnen…….
- Omdat ik dit woord niet begrijp, zou ik……………
- Eerst dacht ik, maar nu denk ik….' .
- Ik dacht dat het hierover ging, maar dat lijkt nu niet meer logisch…
- Ik moet mijn gedachten veranderen door….' .
- Misschien moet ik denken aan….' .
Voorbeelden
- Misschien kan ik beter verder lezen om te zien of ik het begrijp.
- Ik snap niet hoe dit samenhangt met eerdere gebeurtenissen. Ik zou eerdere passages kunnen herlezen om te kijken of ik samenhang kan ontdekken.
- Aangezien ik dit woord niet ken, kan ik naar de context kijken om te zien wat het zou kunnen betekenen.
- Ik dacht dat dit ging over belastingen, maar de informatie over wasmiddelen sluit hier niet bij aan. Misschien gaat dit wel over wassen.
Differentiatie
Differentiatie-ideeën
- Kies een andere tekst
- Kies een andere groepering
- Kies een andere leesstrategie
Kies ander leesmateriaal
- Een langere of juist kortere tekst (teksten uit kindertijdschriften in plaats van uit een boek).
- Fictie of juist non-fictie (zakelijke teksten uit bijvoorbeeld de Kijkdoosserie in plaats van een verhalende tekst).
- Verplichte teksten of juist zelfgekozen teksten (een tekst uit Nieuwsbegrip of juist een zelf gekozen en geïllustreerde tekst uit Kidsweek Junior).
- Teksten van verschillend AVI-niveau of CLIB-niveau (teksten op een precies AVI-niveau uit de bibliotheek of juist een inhoudelijk geschikte tekst).
- In een klassikale les gericht op voorspellend lezen met een wat langere tekst, neemt u eerst een heel kort fragment en oefent nogmaals met de leerlingen het voorspellend lezen klassikaal.
Kies een andere groepering
- Alleen klassikaal leesonderwijs in een onrustige en onzelfstandige groep.
- Begeleide instructie in een duo of kleine groep: ondersteuning van het hardopdenkend lezen in een homogeen duo of groepje.
- Interessegroepen: het hardopdenkend lezen door een duo of in een groepje leerlingen met verschillende leesniveaus, maar met een tekst waar alle vier de leerlingen sterk in geïnteresseerd zijn.
- Leerlingen kiezen zelf om individueel of in een groepje te lezen: vrijlezen.
- In plaats van een klassikale start met hardopdenkend lezen, begint u het hardopdenkend lezen steeds in een kleine groep gedurende enkele dagen. Of u vraagt aan de leerlingen na een klassikale les, om een leesstrategie in een duo of interessegroepje toe te passen. U geeft vervolgens leesgroepjes ondersteuning op maat in de verlengde instructie, terwijl betere lezers zelfstandig lezen.
Kies een andere strategie
- Bepaal welke leerlingen, welke leesstrategie van de vier v's (voorkennis, voorspelling, verbeelden en vragen stellen) nog eens moeten oefenen in een duo, kleine groep of individueel.
- Bepaal welke leerlingen nog moeten oefenen om een hoofdgedachte te achterhalen en samen te vatten. Of een conclusie te trekken op basis van hun voorkennis. Of om hun begripsprobleem te herstellen. Of om hun mening te geven en hun eigen leesaanpak te evalueren.
- Terwijl u een les over voorspellend lezen geeft, merkt u dat enkele leerlingen het moeilijk vinden om gebeurtenissen op te sommen en daar een voorspelling aan te verbinden. U besluit om extra aandacht te besteden aan het voorspellen bij een opsomming. Wijs leerlingen er op dat ze uiteindelijk meerdere strategieën moeten gebruiken bij onduidelijkheden en onbegrip met betrekking tot de tekst.
Het afpellen van instructie
- Je doet het hardopdenkend lezen voor en de leerlingen kijken en luisteren (Ik).
- Je doet het hardopdenkend lezen en de leerlingen denken met u mee (Wij).
- Je leerlingen doen het hardopdenkend lezen zelf en je helpt (Jullie).
- Je leerlingen doen het en je observeert en evalueert het hardopdenkend lezen van je leerlingen (jullie, jij).
Verlengde instructie
Start klassikaal met hardopdenkend lezen met stap 1 en 2 van het basislesmodel. |
|
Interactief hardopdenkend lezen of stil denkend lezen door de betere lezers. |
Verlengde instructie met de zwakkere lezers met observatie en ondersteuning via het hardop-denkend lezen en aandacht voor strategisch lezen en het leesproces. |
Hulprondje door de leerkracht voor alle leerlingen en eventueel individuele aandacht. |
|
Gezamenlijk afsluiting: praten over de inhoud van de tekst en over de leesaanpak. |
Het idee van de Vrije response komt er op neer dat je bij moeizame lezers het leesniveau van de naaste ontwikkeling opzoekt, terwijl je interactief hardopdenkend leest met deze leerlingen. Het gaat dan om het basislesmodel waarbij er hardopdenkend wordt gelezen over de inhoud en niet dwingend met leesstrategieën wordt gelezen.
Literatuur
Gerelateerd




























