Formatief evalueren en stimuleren van het denkend lezen - deel 1
Geplaatst op 22 november 2021
Minder goede lezers ploegen vaak door een tekst, decoderen de woorden, maar begrijpen de tekst niet. Hardopdenkend lezen remt het lezen voor hen af, in vergelijking met de leessnelheid van vloeiend stillezen en het maakt daardoor ruimte om (samen) te reflecteren op de inhoud van de tekst. Als moeizame lezers in een hoog tempo van fragment naar fragment moeten snellen komen ze qua leesbegrip vaak in de problemen. Ze bedenken geen betekenis tijdens het lezen van de tekst. Ze lezen zonder begrip.
Hardopdenkend lezen helpt hen om betekenissen te identificeren, te consolideren en samen te vatten tijdens het leesproces. Minder goede lezers geven snel op. Hardopdenkend lezen helpt door hen te voorzien van herstelstrategieën op momenten dat de tekst onbegrijpelijk wordt. Leesonderzoeker James Baumann heeft aangetoond dat hardopdenkend lezen een zeer effectieve manier is om leerlingen te helpen bij het monitoren en herstellen van begrip. Minder goede lezers kunnen de volgende problemen laten zien:
Moeilijkheden van minder goede lezers |
Mogelijke maatregelen |
Minder goede lezers concentreren zich op het decoderen van woorden in plaats van het toekennen van betekenis.
|
Voorlezen van de tekst en daar eerst over praten. Ze moeten inzien dat teksten voor hen betekenis hebben! En niet lezen voor het maken van vragen achteraf of van slechte leestoetsen |
Minder goede lezers hebben een beperkte, vrij passieve kijk op lezen. Ze vinden het niet erg als ze iets niet begrijpen. |
Leerlingen zelf onderwerpen en teksten laten kiezen. Dan krijgen ze eigenbelang bij het begrijpen van iets. Ze moeten verder kijken dan de betekenis van woorden en op zoek gaan naar de globale betekenis van de tekst. Goede lezers zijn zich ervan bewust dat ze de tekst lezen voor eigen doelen en betekenis. Dit effect treedt op via het hardopdenkend lezen.
|
Minder goede lezers weten niet echt wat lezen inhoudt. Ze beschikken over een beperkt repertoire aan strategieën en zijn wellicht niet in staat om deze toe te passen bij onduidelijkheden in een tekst.
|
Gebruik het basislesmodel van hardopdenkend lezen met de Vrije response en introduceer eerst de vier v’s bij het lezen. Dit bij de overgang van beginnend naar voortgezet lezen. |
Minder goede lezers beheersen algemene strategieën, maar ze weten niet dat specifieke tekstsoorten of genres gelezen kunnen worden met aanvullende strategieën.
|
Leer eerst het denkend lezen aan met de vier v’s. en korte teksten. En dan pas het hardopdenkend lezen met langere teksten en met diverse tekstsoorten. En met een paar extra moeilijkere leesstrategieën. |
Minder goede lezers zien lezen meer als een persoonlijke, eenzame bezigheid, eerder dan als een sociale activiteit waarbij u in gesprek bent met de auteur, de personages en met andere lezers.
|
Maak heel vaak gebruik van het interactief hardopdenkend lezen in homogene én heterogene duo’s en in leesgroepjes. |
Minder goede lezers hebben vaak minder algemene
kennis en minder ervaringen. Daardoor kunnen ze niet lezen met en voor begrip
|
Integreer leesonderwijs in het cultuuronderwijs van de school, met allerlei concrete activiteiten, uitstapjes, excursies en tentoonstellingen over interessante onderwerpen. En laat je leerlingen naar aanleiding daarvan lezen en praten met elkaar.
|
Hulp met de 'Vrije response' bij de minder goede lezers
Hardopdenkend lezen met de Vrije respons komt neer op de basisaanpak van hardopdenkend lezen, waarbij de leerling alles vrij benoemt wat hij denkt, doet, ziet, voelt, vraagt en opmerkt, tijdens het lezen van een tekst. De leerlingen mogen vrijuit hardop denken bij hun lezen, zonder het te hebben over leesstrategieën.
Jeffrey werkt vaak met deze ‘Vrije respons-methode'. Het helpt hem bij het vormgeven van de hulp voor het beter lezen door de individuele leerling. Hij hoort daarbij wat de leerling wel en niet doen tijdens het leesproces. En hij doet, naar aanleiding van het onbegrip, het hardopdenkend lezen voor en laat horen wat hij daardoor begrijpt, van hetgeen de leerling niet begreep. Houd bij uw keuze rekening met het leesniveau en de leeftijd van de leerling.
Je kunt ook uit de volgende open vragen kiezen bij het lezen met de Vrije response en u kunt de leerling daardoor laten nadenken over de eigen leesaanpak.
-
Wat vond je leuk in de tekst? Heb je zin in lezen? Waarom?
-
Hoe heb je deze tekst gelezen? Was het alsof je een foto of film bekeek bij die woorden?
-
Heb je bij deze zin/dit stukje een vraag gesteld? Waar dacht je aan toen je dit las? Heb je bij dit plaatje een voorspelling gemaakt?
-
Waarom heb je dit stukje op deze manier gelezen? Welke dingen trokken je aandacht en wat zegt dat over jou?
-
Wat heb je van andere leerlingen geleerd? Hoe lezen zij en wat gebruik je in je eigen lezen?
-
Wat heb je geleerd over jouw manier van lezen? Wat viel je op? Wat doe je wel en wat doe je nog niet? Wat ga je doen?
-
Wat heb je over de tekst geleerd? Welke nieuwe ideeën heb je gekregen, nadat je de tekst hardopdenkend hebt gelezen? Hoe komt dat eigenlijk?
Reflectie op de methode van de Vrije response
Leerlingen krijgen door hardopdenkend lezen geleidelijk een inzicht in hun manier van lezen, ze delen hun manier met de leerkracht en klasgenoten en ze realiseren zich dat goede lezers gebruik maken van verschillende zogenoemde leesstrategieën. Het maakt hen bewust van het denkende leesproces en geeft hen inzicht in hoe zij zichzelf kunnen verbeteren. Als leerlingen geen vooruitgang boeken bij het lezen, dan is waarschijnlijk de instructie niet goed.
Checklist voor het observeren tijdens de Vrije response
Toen Jeffrey Wilhelm met Walter samenwerkte, maakte hij vaak gebruik van checklijstjes. Aan het begin van het jaar stond het denkend lezen met begrip van Walter op een laag niveau.
Door hem te helpen bij het toegankelijk maken en gebruiken van voorkennis bij zijn lezen en hem te stimuleren om voorspellingen te doen met behulp van de hardopdenken-methode, werd Walter een betere lezer. Het ging van het lezen met voorkennis, naar het corrigeren van voorspellingen, naar het verbeelden bij woorden en zinnen, naar het bedenken van eigen vragen.
Maar zelfs na een semester intensief werken, zag Jeffrey dat Walter nog niet veel vragen stelde bij een tekst en dat hij niets leek te verbeelden bij zijn lezen. Checklijstjes kunt u gebruiken om minder goede lezers te evalueren en om leespatronen te herkennen. Ze zijn ook handig voor om de vooruitgang van de leerling te volgen. En voor communicatie met ouders en wat die thuis kunnen doen om hun kind met het lezen en leren te helpen. Jeffrey Wilhelm gebruikte dit lijstje om te inventariseren wat Walter wel en niet kon:
Evaluatie zelden soms vaak
-
Kan op basis van vloeiend lezen, hardopdenkend lezen.
-
Is gemotiveerd om te lezen.
-
Staat stil bij eigen onbegrip.
-
Past voorkennis toe bij zijn lezen.
-
Geeft voorspellingen op basis van voorkennis en de tekst.
-
Corrigeert voorspellingen en trekt conclusies.
-
Gebruikt verbeelding bij woorden en zinnen.
-
Past herstelstrategieën bij betekenis -problemen toe.
-
Stelt eigen vragen bij voorkennis, voorspelling en verbeelding.
-
Beantwoordt eigen vragen.
|
Het gebruik van een dergelijke checklist maakte Jeffrey Wilhelm duidelijk dat Walter meer hulp nodig had bij het verbeelden van hetgeen hij las. Daarom begeleidde Jeffrey hem door het proces van het maken van foto's en filmpjes bij het lezen te stimuleren. Deze technieken liet hem ‘zien’ wat Walter wel en niet verbeeldde tijdens het lezen van een tekst.
Ook kon hij door middel van het hardopdenkend lezen zien hoeveel vooruitgang Walter boekte met het verbeelden van foto's en filmpjes in zijn hoofd bij zijn lezen. En dit kan ook betrekking hebben op het lezen met voorkennis, voorspelling en op het bedenken van eigen vragen.
Aan het einde van het jaar vertelde Walter: ik wist niet dat er zoveel bij het lezen komt kijken. Het lijkt ingewikkelder, maar tegelijkertijd ook makkelijker dan ik ooit had kunnen denken. Ik bedoel dat het ingewikkelder is omdat ik me niet bewust was van alle dingen die je kunt doen bij het lezen. Maar het is makkelijker omdat ik nu weet wat ik moet doen, en het is logischer.’
Helpen bij het zelfstandig lezen
Als je ziet dat je leerlingen een strategie effectief toepassen, dan geef je hen een taak waarbij ze de strategie in een tweetal of individueel kunnen gebruiken. Als een leerling moeite heeft met de strategie, dan kun je hem/haar apart nemen of door een andere goede lezer laten helpen.
Vervolgens verzeker je je ervan dat de leerling de strategie zelfstandig kan gebruiken en toepassen op nieuwe leestaken. Daarbij kun je het idee van leerkracht Lori Oczkus gebruiken met betrekking tot gebaren bij de leesstrategieën: hand aan het oor voor het uitlokken van een vraag, bijvoorbeeld. Of het gebruik van symbolen: microfoon voor het uitlokken van een vraag bijvoorbeeld).
Eindoefening
Vaak laat Jeffrey Wilhelm leerlingen aan het eind van het schooljaar als eindoefening nog een 'Vrije respons-oefening doen', waarbij de leerling dus alleen hardopdenkend leest. Een dergelijke oefening is tevens een uitstekend evaluatiemiddel. Het is ook goed om aan het einde van het jaar een 'Vrije respons - oefening' te geven om te zien of leerlingen het aantal leesstrategieën dat zij toepassen hebben uitgebreid. Een vergelijking met eerdere oefeningen werkt vaak stimulerend! Kan de leerling al hardopdenkend lezen met één leesstrategie. Kan de leerling lezen met meerdere leesstrategieën bij onduidelijke stukjes in de tekst?