Welke factoren belemmeren of stimuleren mbo-studenten om buitenlandervaring op te doen?

Geplaatst op 9 november 2021

De belangrijkste belemmeringen voor studenten om buitenlandervaring op te doen, zijn de financiering en sociale banden. Positieve ervaringen van medestudenten of docenten stimuleren studenten om naar het buitenland te gaan. Persoonlijke kenmerken van mbo-studenten, zoals taalvaardigheid, vertrouwen in eigen kunnen, eerdere buitenlandervaring en studierichting beïnvloeden eveneens een eventueel buitenlands avontuur. Verder speelt de kwaliteit van het onderwijs of de stage op de locatie een rol.
Een studie of stage in het buitenland kan bijdragen aan de opleiding, het ontwikkelen van (interculturele) vaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling van studenten. Niet elke mbo-student is evenwel geneigd om een buitenlandervaring op te doen. Verschillende factoren spelen bij de keuze een rol.

Grootste drempel om naar het buitenland te gaan is geld

Studenten zien geldgebrek als grootste belemmerende factor om tijdens hun studie naar het buitenland te gaan. Dit ondanks mogelijkheden voor financiële steun van bijvoorbeeld Erasmus+. Mochten ze wel buitenlandervaring (willen) opdoen, dan hebben studenten een voorkeur voor landen in de buurt of waar de kosten van levensonderhoud relatief laag zijn.
Wanneer de mbo-opleiding studenten en hun ouders goed informeert over de mogelijkheden maken ze er vaker gebruik van. Het gaat onder meer om informatie over financiering, paspoort en visa, en hoe een buitenlandervaring past binnen de studie. Een goede verankering van internationalisering in het beleid van een mbo-instelling – met bijvoorbeeld een strategie of kwaliteitsplan – helpt daarbij.

Sociale banden kunnen zowel belemmeren als stimuleren

Sociale banden kunnen mbo-studenten belemmeren om naar het buitenland te gaan. De grote afstand tot familie en vrienden weerhoudt hen af te reizen. Andere redenen zijn hobby´s, een bijbaan en het niet willen achterlaten van huisdieren. Om deze obstakels deels weg te nemen, bieden sommige mbo-instellingen reizen in groepsverband aan of zoeken ze naar internationale ervaringen net over de grens. Mogelijk dat studenten dan thuis kunnen overnachten.
Tegelijkertijd kunnen positieve ervaringen en verhalen van vrienden en studiegenoten studenten juist stimuleren om zelf ook een buitenlandervaring op te doen. Enthousiaste docenten die als rolmodel en ambassadeurs fungeren, kunnen studenten eveneens motiveren een deelstudie of stage in het buitenland te gaan volgen.

Persoonlijke ontwikkeling is reden om naar het buitenland te gaan

Persoonlijke ontwikkeling is voor veel studenten een belangrijke motivatie om naar het buitenland te gaan. Ze willen meer zelfvertrouwen en zelfstandigheid, en zoeken het avontuur op. Verder willen ze andere culturen leren kennen en nieuwe mensen ontmoeten. Ook hun horizon verbreden in het vakgebied is soms een doel. De vreemde taal kan zowel een barrière vormen om buitenlandervaring op te doen, als een motivatie om die taal (beter) te leren.
Voor een aantal studies in het hbo en wo geldt dat studenten met hoogopgeleide ouders vaker naar het buitenland gaan, dan studenten met lager opgeleide ouders. In het mbo kan dat ook opgaan. De financiële onzekerheid en een gebrek aan support van thuis vormen dan voor mbo-studenten obstakels. Goede voorlichting over subsidies en studiebeurzen als Erasmus+ kan deze obstakels mogelijk wegnemen.

Kwaliteit van de buitenlandstudie speelt ook een rol

De kwaliteit van een buitenlandse universiteit speelt voor wo-studenten een grote rol. Mogelijk dat ook mbo-studenten de naam en faam van een stagebedrijf of opleiding meewegen. Studenten die niet naar het buitenland willen, zijn bang dat de studie of stage niet erkend wordt. Of ze denken dat de studie niet past binnen hun opleiding, met studievertraging als gevolg. Gaan die studenten wel, dan vinden ze de meerwaarde van een buitenlandervaring voor de persoonlijke ontwikkeling belangrijker.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Ellen van Drie (adviseur internationalisering) en Sandra Wagemakers (kennismakelaar)
Vraagsteller: Medewerker Internationalisering, mbo-instelling

Vraag

Welke factoren belemmeren of stimuleren mbo-studenten om een buitenlandervaring op te doen?

Kort antwoord

De belangrijkste belemmering voor studenten om een buitenlandervaring op te doen hangt samen met de financiering. Sociale banden thuis is daarnaast ook een belangrijke belemmering om naar het buitenland te gaan. Positieve ervaringen van medestudenten of docenten kunnen daarentegen mbo-studenten stimuleren om naar het buitenland te gaan. Verschillende kenmerken die relateren aan de mbo-student, zoals taalvaardigheid, vertrouwen in eigen kunnen, eerdere buitenlandervaringen, studierichting en het opleidingsniveau van ouders, kunnen ook het opdoen van een buitenlandervaring beïnvloeden. Tenslotte hebben aspecten die samenhangen met de bestemming mogelijk effect op de bereidheid om naar het buitenland te gaan: de kwaliteit van het onderwijs of stage en de locatie.

Toelichting antwoord

Een internationale leerervaring door middel van een stage of studie in het buitenland kan bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van studenten en het ontwikkelen van (interculturele) vaardigheden (Kennisrotonde, 2018; Erasmus+, 2019). Niet elke mbo-student is even geneigd om een dergelijke buitenlandervaring op te doen. Verschillende factoren spelen hierbij een belemmerende of bevorderende rol. We groeperen deze factoren in randvoorwaarden, sociale aspecten, studentkenmerken, en kenmerken die samenhangen met de mogelijke buitenlandervaring zelf.

Randvoorwaarden zijn onder meer geld en informatie

Financiën vormen belangrijkste belemmering

Uit enquêtes onder studenten komt naar voren dat ze geldgebrek zien als grootste belemmerende factor om tijdens hun studie naar het buitenland te gaan (Van Mol & Timmerman, 2014; Eurostudent, 2018), ondanks mogelijkheden voor financiële steun van bijvoorbeeld Erasmus+ (Eurostudent, 2018). Uit data van mobiliteitsverkeer van studenten in Europa tussen 1995 en 2006 blijkt ook dat studenten een voorkeur hebben voor locaties die dichterbij zijn, waardoor ze goedkoper zijn om te bereiken, en waar de kosten van levensonderhoud relatief laag zijn (Rodríguez González, 2011).

Goede informatie over buitenlandervaringen werkt bevorderend

Als studenten en hun ouders (door hun school) goed geïnformeerd zijn over mobiliteitsmogelijkheden zijn zich bewuster van de mogelijkheden en maken er vaker gebruik van (Erasmus+, 2018; Eurostudent, 2018). Mbo-studenten die (nog) niet naar het buitenland zijn geweest noemen in een enquête verschillende soorten informatie die hen zouden hebben geholpen om naar het buitenland te gaan. Het gaat onder meer om informatie over financiering, paspoorten, visa en hoe een buitenlandervaring past binnen de studie (Kurver et al., 2019).

Schoolbeleid

Uit beschreven praktijkvoorbeelden van acht mbo-instellingen in Nederland blijkt dat een goede verankering van internationalisering in het beleid van een mbo-instelling, met bijvoorbeeld een strategie of kwaliteitsplan, leidt tot actieve en succesvolle activiteiten op het gebied van internationalisering, waar buitenlandervaringen deel van uitmaken. Het is daarbij belangrijk expliciet te maken wat er van onderwijsmedewerkers wordt verwacht op het gebied van internationalisering door bijvoorbeeld te expliciteren welke actie verwacht wordt in samenwerkingsconstructies met partners in andere landen (Erasmus+, 2019).

Of een student naar het buitenland gaat of niet kan afhangen van de studierichting van een student. Sommige mbo-opleidingen hebben een lange traditie van internationalisering, terwijl andere dat niet hebben (Paronen, 2014). Binnen het opleidingsdomein Toerisme en recreatie gaan studenten het vaakst naar het buitenland (Nuffic, 2019; Steehouder, 2020; Paronen, 2014).

Sociale aspecten kunnen zowel belemmeren als stimuleren

Sociale banden in de eigen omgeving (home ties) kunnen mbo-studenten belemmeren om naar het buitenland te gaan. Tegelijkertijd kunnen positieve ervaringen en verhalen van zowel studenten als docenten in de omgeving van studenten hen juist stimuleren om zelf ook een buitenlandervaring te gaan opdoen.

Sociale banden met thuis belemmeren studenten om te gaan

Verschillende sociale banden die studenten hebben in hun thuisland, zoals vrienden, familie, hobby’s en een bijbaan, kunnen een reden vormen om niet naar het buitenland te gaan (Eurostudent, 2018; Beerkens et al., 2016). Zo blijkt uit de resultaten van een vragenlijst onder studenten in heel Europa dat ze - na financiën - het op afstand zijn van ouders, partner, kinderen of vrienden als grootste belemmering ervaren. Op de derde plek staat het verliezen van een bijbaan (Eurostudent VI 2016-2018). Bovendien kan ook het achterlaten van een hobby, sport of huisdieren een rol spelen (Van Mol & Timmerman, 2014).

Ook ander vragenlijstonderzoek benadrukt het belang van sociale banden in de eigen omgeving (home ties). Samen met een gebrek aan interesse worden home ties genoemd als de belangrijkste redenen voor studenten om af te haken zonder verder zich te verdiepen in de mogelijkheden om naar het buitenland te gaan (Beerkens et al., 2016; Souto-Otero et al., 2013).
Bestuurders van mbo-instellingen benoemen verschillende alternatieven voor buitenlandervaringen waarbij de belemmerende rol van sociale banden met thuis mogelijk minder aan de orde is. Zo kunnen reizen in groepsverband worden aangeboden voor studenten die niet alleen ergens heen kunnen of willen. Daarnaast kunnen internationale ervaringen dichtbij huis gezocht worden, bijvoorbeeld net over de grens, waardoor studenten misschien ook thuis kunnen overnachten (Erasmus+, 2018).

Studenten en vrienden motiveren elkaar

Medestudenten of vrienden (peers) die naar het buitenland gaan of geweest zijn, kunnen studenten motiveren om dit ook te doen, bijvoorbeeld door hun buitenlandervaringen te delen met andere studenten (Rodríguez Gonzáles, 2011; Van Mol & Timmerman, 2014).

Ook docenten kunnen studenten motiveren

Enthousiaste docenten die als rolmodel en ambassadeurs fungeren kunnen studenten stimuleren om gebruik te maken van de mogelijkheden voor buitenlandervaringen (Erasmus+, 2019; Kurver et al., 2019; Onderwijsraad, 2016; Paronen, 2014). Uit de eerder genoemde praktijkvoorbeelden van mbo-instellingen komt naar voren dat docenten en coördinatoren die de ruimte krijgen om te experimenteren met nieuwe ideeën voor internationale activiteiten, onder meer het opdoen van buitenlandervaringen kunnen bevorderen (Erasmus+, 2019).

Studentkenmerken

Studentkenmerken die invloed hebben om al dan niet een buitenlandervaring op te doen relateren aan hun motivatie om naar het buitenland te gaan (persoonlijke ontwikkeling en taalvaardigheid) en hun achtergrondkenmerken (opleidingsniveau van ouders, eerdere buitenlandervaring, en vertrouwen in eigen kunnen).

Persoonlijke ontwikkeling

Uit onderzoeken met vragenlijsten onder studenten blijkt dat studenten vooral naar het buitenland willen uit een behoefte aan persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld: het avontuur opzoeken, in zelfvertrouwen en zelfstandigheid groeien, leren over andere culturen, nieuwe mensen ontmoeten en je horizon verbreden in het vakgebied van je opleiding (Lesjak et al., 2015).

Een vreemde taal: een barrière maar ook een motivatie

Taal kan een barrière vormen voor mbo- en ho-studenten om naar het buitenland te gaan (Eurostudent, 2018; Findlay et al., 2006; Kurver et al., 2019). Tegelijkertijd is taal ook een motiverende reden: verschillende studenten gaan naar het buitenland om beter te worden in een vreemde taal (Findlay et al., 2006; Rodríguez González, 2011; Lesjak et al., 2015).

Studenten met hoogopgeleide ouders gaan vaker naar het buitenland

Hbo- en wo-studenten met hoogopgeleide ouders lijken relatief vaker naar het buitenland te gaan dan studenten met lager opgeleide ouders, maar niet alle studies vinden dat verband (Elfferich, 2020; Findlay et al., 2006; Rodríguez González, 2011; Van Mol & Timmerman, 2014). In het mbo is in één studie een dergelijke relatie gevonden (Kurver et al., 2019).
Rodríguez González (2011) merkt op dat voor een student met laagopgeleide ouders de financiële onzekerheid en een gebrek aan support van mensen thuis grotere obstakels kunnen vormen. Eurostudent (2018) laat inderdaad zien dat voor Europese studenten met laagopgeleide ouders de financiën, het verliezen van een bijbaan en de taalbarrière door deze groep als grotere obstakels worden gezien dan gemiddeld.

Eerdere buitenlandervaringen werken stimulerend

Studenten met internationale ervaringen in het middelbaar onderwijs zijn vaker van plan naar het buitenland te gaan. Hbo- en wo-studenten die naar het buitenland zijn geweest tijdens de middelbare school, mee hebben gedaan aan een internationale activiteit op hun middelbare school (zoals een internationale studenten competitie), of internationaal (georiënteerd) voortgezet onderwijs hebben gevolgd willen vaker studeren of stage lopen in het buitenland (Elfferich, 2020). Buitenlandervaringen in de persoonlijke sfeer kunnen ook stimulerend werken: als een student eerder een keer alleen (of met vrienden) op reis is geweest is dit een positieve factor (Van Mol & Timmerman 2014). Hoewel Elfferich (2020) gericht is op hbo en wo studenten, en Van Mol en Timmerman (2014) alleen op wo studenten, zouden dezelfde factoren ook kunnen gelden voor mbo studenten.

Vertrouwen in het afronden van studieprogramma

Uit vragenlijstonderzoek onder Nederlandse eerstejaars hbo en wo studenten blijkt dat wanneer een student vertrouwen heeft in de afronding van zijn studieprogramma dit positief samenhangt met de intentie om naar het buitenland te gaan (Elfferich, 2020). Het is niet onwaarschijnlijk dat ook mbo-studenten die minder twijfels hebben over het succesvol afronden van hun opleiding, vaker naar het buitenland gaan.

Kenmerken gerelateerd aan de mogelijke buitenlandervaring

Ten slotte zijn er enkele factoren die samenhangen met de bestemming en het te volgen onderwijsprogramma of stage. De kwaliteit, de passendheid binnen het studieprogramma en de locatie van de bestemming hebben mogelijk invloed op de bereidheid om te gaan.

Kwaliteit buitenlandervaring, passend binnen studieprogramma

Mogelijk zou de kwaliteit van een stageplek of onderwijsprogramma een rol kunnen spelen om naar het buitenland te gaan. Studenten die niet naar het buitenland willen gaan zijn onder meer bang dat de buitenlandervaring niet erkend wordt en niet past binnen hun studie waardoor ze bijvoorbeeld studievertraging zouden oplopen (Eurostudent, 2018; Findlay et al., 2006). Wo-studenten die wel gaan vinden de meerwaarde van een buitenlandervaring voor de persoonlijke ontwikkeling vaak belangrijker dan de kwaliteit van de instelling (Van Mol & Timmerman, 2014; Lesjak et al., 2015). Daarnaast kan voor wo-studenten de kwaliteit van een universiteit wel een rol spelen in welke bestemming wordt gekozen (Rodríguez González, 2011).

Studenten gaan vaker naar Mediterraans land met goed klimaat op korte afstand

De locatiemogelijkheden hebben mogelijk ook invloed op het opdoen van een buitenlandervaring. Veel Europese studenten kiezen voor een Mediterraan land met een  goed klimaat en waar de kosten voor levensonderhoud relatief laag zijn (Rodríguez González, 2011). Dit geldt ook voor Nederlandse mbo-studenten: Spanje was in 2015-2016 voor deze groep de meest gekozen bestemming (Nuffic, 2018).
Studenten hebben een voorkeur voor locaties die dichterbij zijn, zoals eerder benoemd hangt dit mogelijk ook samen met de kosten om er te komen (Rodíguez González, 2011). Bestuurders van mbo-instellingen geven in interviews aan dat het aanbieden van internationale ervaringen dichter bij huis mogelijk mbo-studenten die een drempel ervaren om naar het buitenland te gaan kan stimuleren (Erasmus+, 2018).

Geraadpleegde bronnen 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Professionalisering
De beste nascholing volg je bij Medilex Onderwijs
De beste nascholing volg je bij Medilex Onderwijs
Gemiddeld beoordelen deelnemers ons met een 8,4
Medilex Onderwijs 
Webinar
Burgerschap: noodzaak of hype?
Burgerschap: noodzaak of hype?
In gesprek met Jan Bransen - gratis toegang
Wij-leren.nl Academie 
Nederlands onderwijsstelsel
Het Nederlandse onderwijsstelsel - basisschool - ontwikkelingen.
Arja Kerpel
Passend mbo onderwijs
Passend onderwijs in het mbo maakt meer los dan gedacht
Annemieke Top
Wereldgericht onderwijs -1-
Wereld-gericht onderwijs: vorming tot volwassenheid
Gert Biesta
Wereldgericht onderwijs -2-
Kind, school, wereld: een pleidooi van Gert Biesta voor wereldgericht onderwijs
Machiel Karels
Tweetaligheid
Tweetaligheid is geen probleem
Sieneke Goorhuis
Verbindend communiceren
Verbindend communiceren
Hélène van Oudheusden
Stimuleert een digitaal portfolio zelfsturing?
Zelfsturing stimuleren met een digitaal portfolio
Maaike van de Loo


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Omix Webtalks met Adjiedj Bakas - De onderwijsinrichting van morgen
Omix Webtalks met Adjiedj Bakas - De onderwijsinrichting van morgen
redactie
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
redactie
Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
redactie
Hoe is de mens geworden wie hij is? Tjipcast 006
Hoe is de mens geworden wie hij is? Tjipcast 006
redactie
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
redactie
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
redactie
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



beroepsonderwijs
bildung
burgerschap
curriculum
lio-stage
persoonlijke ontwikkeling

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest