Heeft de stagevorm (lint- of blokstage) effect op het leerrendement in het mbo?

Geplaatst op 28 maart 2019

Samenvatting

Er is één studie naar de invloed van lint- en blokstages op het leerrendement in het mbo, maar daarin zijn geen effecten gevonden. Een aantal andere studies laat op basis van ervaringen van betrokkenen wel verschillende andersoortige voor- en nadelen van stagevormen zien. Genoemde voordelen van een lintstage zijn onder andere betere afstemming en afwisseling tussen theorie en praktijk, en meer mogelijkheden voor feedback en reflectie. Bij een blokstage zijn dat bijvoorbeeld lagere werkdruk voor studenten en meer tijd om een beroepshouding te ontwikkelen. Deze voordelen hebben weliswaar een indirecte link met leerrendement, maar die link is niet empirisch onderzocht.

In het beroepsonderwijs staat de combinatie van leren op school en in de beroepscontext (werkplekleren) centraal. Werkplekleren kan verschillende vormen aannemen, zoals een stage, leerafdeling of een schoolbedrijf. Binnen de beroepsopleidende leerweg (bol-opleidingen) wordt vaak voor een stage gekozen, een lint - of een blokstage. Bij een lintstage volgen studenten wekelijks les op school. Tegelijkertijd lopen zij een aantal dagen stage. Bij de blokstage is er een duidelijke(re) afbakening in tijd tussen school en praktijk. Op school wordt de student voorbereid op de praktijk. In de stage ligt de begeleiding nagenoeg geheel in handen van de praktijkopleider of werkbegeleider.

Effect van lint- of blokstages op het leerrendement

Positieve effecten van leren op de werkplek zijn onder andere afhankelijk van de vormgeving ervan. Afgezien van één studie is er, voor zover bekend, geen onderzoek gedaan naar het effect van vorm van de stage (lint- of blokstages) in het mbo op het leerrendement. Met leerrendement bedoelen we in dit geval kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die worden opgedaan tijdens een stage.

In een kleine studie onder 102 eerstejaars studenten zijn geen significante verschillen gevonden in studieresultaten tussen studenten die een lint- of een blokstage hebben gevolgd. Het onderzoek laat wel zien dat studenten die een lintstage volgden meer zelfvertrouwen hebben in het uitoefenen van het beroep.

Andersoortige voor- en nadelen van lint- of blokstages

Voor zover bekend zijn in vier studies ervaren voor- en nadelen van lint- en blokstages in het beroepsonderwijs onderzocht door middel van gesprekken of vragenlijsten onder betrokkenen (studenten, docenten en/of stagebegeleiders). Deze voor – en nadelen zouden (direct of indirect) een positieve of negatieve invloed kunnen hebben op het leerrendement. Echter, deze indirecte relatie is in geen van de gevonden studies empirisch onderzocht.

Er worden verschillende voordelen genoemd van een lintstage. Zoals een betere afstemming en afwisseling tussen theorie en praktijk en meer gemotiveerde studenten. Een lintstage zou ook geschikt zijn voor beroepsoriëntatie en meer mogelijkheden geven voor feedback. En docenten verliezen studenten van niveau 1 en 2 niet uit het oog.
Nadelen zijn de hogere werkdruk voor studenten en studenten moeten steeds opnieuw worden ingewerkt, wat de lintstage minder efficiënt maakt.

De blokstage heeft als voordeel dat studenten het hele werkproces meemaken. Ook is deze stage  geschikt voor het ontwikkelen van een beroepshouding. Bovendien zijn studenten sneller ingewerkt en is er meer variatie in het werk. En er wordt een lagere werkdruk ervaren, behalve door stagebegeleiders. Zij schatten in dat de werkdruk voor studenten bij blokstages juist hoger is, doordat studenten hierin een volledige werkweek maken.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Denise Bijman (ecbo), Ingrid Christoffels (Kennismakelaar Kennisrotonde) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: Docent mbo

Vraag

Heeft de stagevorm (lint- of blokstage) effect op het leerrendement in het mbo?

Kort antwoord

Er is één studie gevonden die ingaat op de effecten van lint- en blokstages op het leerrendement in het MBO (Bosma & Ritzen, 2015). Deze studie laat geen effecten zien van de stagevorm op studieresultaten. Op basis van enkel deze kleinschalige studie is het niet mogelijk om voldoende onderbouwde uitspraken te doen over studieresultaten bij verschillende stagevormen.

In een aantal andere studies worden op basis van ervaringen van betrokkenen (studenten, docenten, stagebegeleiders) wel verschillende andersoortige voor- en nadelen van stagevormen besproken. Betrokkenen ervaren bij de lintstage de volgende voordelen: betere afstemming en afwisseling tussen theorie en praktijk, meer mogelijkheden voor feedback en reflectie, geschiktheid ervan voor een beroepsoriëntatie en docenten geven aan studenten niveau 1 en 2 zo beter te kunnen monitoren. Bij een blokstage worden de volgende voordelen ervaren: lagere werkdruk voor studenten, meer tijd om een beroepshouding te ontwikkelen en goed in het werkritme te komen en meer afwisseling in het werk.

De genoemde voordelen hebben weliswaar een indirecte link met leerrendement, deze link is echter niet empirisch onderzocht in de verschillende studies.

Toelichting antwoord

In het beroepsonderwijs staat de combinatie van leren op school en in de beroepscontext (werkplekleren) centraal. Werkplekleren kan verschillende vormen aannemen, zoals een stage, leerafdeling of een schoolbedrijf (Hoeve & Vlokhoven, 2017). Binnen de beroepsopleidende leerweg (bol-opleidingen) wordt vaak voor een stage gekozen, die twee vormen kan aannemen: een lint - of een blokstage. “Bij een lintstage volgen studenten wekelijks les op school en tegelijkertijd lopen zij een aantal dagen stage, bij de blokstage is er een duidelijke(re) afbakening in tijd tussen school en praktijk. Op school wordt de student voorbereid op de praktijk en in de stage ligt de begeleiding nagenoeg geheel in handen van de praktijkopleider of werkbegeleider.” (Bosma & Ritzen, 2015, p.15)

Volgens Poortman en collega’s zijn positieve effecten van leren op de werkplek onder andere afhankelijk van de vormgeving ervan (Poortman e.a., 2012).
Afgezien van één studie (Bosma & Ritzen, 2015) is er, voor zover bekend, geen onderzoek gedaan naar het effect van vorm van de stage (lint of blokstages) in het mbo op het leerrendement. Met leerrendement bedoelen we in dit geval kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die als opbrengst van de stage kunnen worden aangemerkt (zie bijvoorbeeld Nelen e.a., 2010). Wel wordt in de literatuur ingegaan op verschillende andersoortige voor- en nadelen van lint- of blokstages, die (direct of indirect) een positieve of negatieve invloed zouden kunnen hebben op het leerrendement.

Effect van lint- of blokstages op het leerrendement

Bosma en Ritzen (2015) hebben effecten van lint- en blokstages op studieresultaten onderzocht bij eerstejaars studenten verzorgende individuele gezondheidszorg (IG) niveau 3 aan het ROC van Twente. In de opleiding verzorgende IG worden studenten opgeleid om individuele gezondheidszorg te bieden aan mensen thuis, in een verpleeghuis of een woonvorm (ROC van Twente, 2018). Bosma en Ritzen (2015) vonden geen significante verschillen in studieresultaten tussen studenten die een lint- of blokstage hebben gevolgd.
Studieresultaten zijn in dit onderzoek gemeten door het gemiddelde cijfer te nemen van de vier onderdelen van de proeve van bekwaamheid die in de zorginstelling zijn afgenomen in het eerste leerjaar. Resultaten van het onderzoek laten wel zien dat studenten die een lintstage hebben gevolgd meer zelfvertrouwen hebben in het uitoefenen van het beroep. Let wel, het gaat in deze studie om een kleine en specifieke onderzoeksgroep (102 studenten); de resultaten zijn daarom niet zondermeer te generaliseren.

Andersoortige voor- en nadelen van lint- of blokstages

Voor zover bekend zijn in vier studies ervaren voor- en nadelen van lint- en blokstages in het beroepsonderwijs onderzocht door middel van gesprekken of vragenlijsten onder betrokkenen (studenten, docenten en/of stagebegeleiders). Deze voor – en nadelen zouden (direct of indirect) een positieve of negatieve invloed kunnen hebben op het leerrendement. Echter, deze indirecte relatie is in geen enkel van de gevonden studies empirisch onderzocht.

In de eerder genoemde studie van Bosma en Ritzen (2015) zijn door middel van vragenlijsten onder studenten (N = 102), docenten (N = 27) en stagebegeleiders (N = 19) en gesprekken met studenten (N = 12), docenten (N = 6) en stagebegeleiders (N = 5) verschillende voor- en nadelen van beide stagevormen naar voren gekomen:

  • Studenten en docenten ervaren de werkdruk bij de lintstage hoger dan bij de blokstage. Volgens docenten kunnen studenten zich op school vaak moeilijk concentreren, mogelijk door de soms lange reistijd naar de stageplek of de onregelmatige werktijden. Stagebegeleiders daarentegen schatten in dat de werkdruk voor studenten bij blokstages juist hoger is, doordat studenten hierin een volledige werkweek maken.
  • Volgens docenten is er in de lintstage een betere afstemming tussen theorie en praktijk: studenten kunnen ervaringen uit de praktijk meenemen naar school en herkennen situaties uit de theorie op stage. Studenten zijn daardoor volgens docenten meer gemotiveerd omdat ze meer de noodzaak ervaren van geleerde kennis en vaardigheden op school. Een goede afstemming tussen school en werkplek blijkt een bepalende factor voor de kwaliteit van werkplekleren in het beroepsonderwijs (Kennisrotonde, 2016).
  • Volgens docenten zijn blokstages geschikter voor het ontwikkelen van een beroepshouding, aangezien studenten een hele werkweek hebben. Hierdoor kunnen ze bijvoorbeeld een heel proces van een ernstig zieke cliënt meemaken. In een lintstage kan een deel van dit proces gemist worden als een student er een aantal dagen niet is. Linstages zijn meer geschikt voor het ontwikkelen van een beroepsoriëntatie. Om die reden geven docenten de voorkeur aan lintstages in het eerste jaar en blokstages in latere jaren. Stagebegeleiders hebben hierin geen duidelijke voorkeur.
  • Zowel docenten als praktijkbegeleiders ervaren de lintstages als minder efficiënt, aangezien studenten steeds voor een deel opnieuw ingewerkt moeten worden en moeten wennen, waardoor volgens hen het leerproces onderbroken.

In de studie van De Rick (2011) is door middel van gesprekken met onder andere studenten, docenten en werkgevers van zeven verschillende scholen de praktijk van afwisseling van leren op school en in de praktijk in het beroepsonderwijs in België onderzocht. Uit de gesprekken kwamen verschillende argumenten voor het kiezen van een bepaalde stagevorm (lint of blokstage) naar voren. Naast organisatorische argumenten werd als voordeel van een blokstage genoemd dat deze meer variatie biedt in het werk wat een student kan doen en dat tijdens een blokstage een student het gehele werkproces kan meemaken en niet alleen de opstart of afronding van een proces.

Nieuwenhuis en collega’s (2009) onderzoeken in het kader van het Doorbraakproject werkplekleren verschillende voordelen van stagevormen in het beroepsonderwijs (mbo, hbo), vanuit het perspectief van docenten. Docenten ervaren bij de lintstage de volgende voordelen:

  • Bij studenten van lagere niveaus hebben docenten de voorkeur voor een lintstage, om ze niet uit het oog te verliezen.
  • Lintstages zorgen voor een betere transfer van theorie naar praktijk.
  • Lintstages bieden meer mogelijkheden voor feedback van docenten of studenten
  • Lintstages zorgen voor meer afwisseling tussen theorie en praktijk.

Aan de andere kant geven stagebegeleiders aan dat zij de voorkeur geven aan blokstages, omdat studenten dan sneller zijn ingewerkt.

In een internationale literatuurstudie bespreken Ryan, Toohey & Hughes (1996) onder andere de structuur van de stage in het hoger onderwijs. Volgens hen wordt de keuze voor een bepaalde stagevorm in een opleiding vaak weinig onderbouwd met argumenten. In een aantal opgenomen studies worden wel verschillende voor en nadelen van stagevormen benoemd, zoals ervaren door docenten. Als nadeel van de lintstage wordt bijvoorbeeld benoemd dat de werkdruk voor studenten hoger is aangezien ze zowel voor school als stage opdrachten hebben, terwijl in blokstages studenten een heel werkproces meemaken en een beter beeld van wat het werk inhoud krijgen.

Tot slot

In de tabel op de volgende pagina staat een overzicht van de genoemde voor en nadelen van lint– en blokstages in verschillende bronnen.

Tabel 1 Voor en nadelen van lint – en blokstages

  Lintstage   Blokstage  
Volgens: Voordeel Nadeel Voordeel Nadeel
Studenten

 

- Hogere werkdruk voor studenten

   
Docenten

- Betere afstemming en afwisseling tussen theorie en praktijk à meer gemotiveerde studenten

- Geschikt voor beroepsoriëntatie

- Studenten (van lagere niveaus) niet uit het oog verliezen

- Meer mogelijkheden voor feedback

- Hogere werkdruk voor studenten

- Minder efficiënt (continue inwerken)

- Heel werkproces meemaken à Geschikt voor ontwikkelen beroepshouding

 
Stagebegeleiders  

- Minder efficiënt (continue inwerken)

- Sneller ingewerkte studenten

- Hogere werkdruk voor studenten

Meerdere partijen vanuit school    

- Meer variatie in het werk

- Hele werkproces meemaken

 

Geraadpleegde bronnen

  • Bosma, K., & Ritzen, H. (2014). Studie naar de effectiviteit van de ‘lintstage’ en de ‘blokstage’ voor studenten van niveau 3 Verzorgende IG van het ROC van Twente. Hengelo: ROC van Twente.
  • De Rick, K. (2011). Alternerend leren in het voltijds en deeltijds beroepsonderwijs: experiment met een nieuw concept. Lessen uit het ESF EQUAL-project JANUS. Leuven: KU Leuven.
  • Hoeve, A. & van Vlokhoven, H. (2017). Onmisbare ‘inwijding’ in het beroep. ’s- Hertogenbosch: Ecbo.
  • Kennisrotonde. (2016). Welke factoren zijn van invloed op de kwaliteit van werkplekleren in het beroepsonderwijs? (KR. 53) Den Haag: Kennisrotonde
  • Nelen, A., Poortman, C. L., De Grip, A., Nieuwenhuis, L., & Kirschner, P. (2010). Het rendement van combinaties van leren en werken. Een review studie. ’s- Gravenhage: NWO PROO.
  • Nieuwenhuis, L., Hoeve, A., Nijman, D. J., & Van Vlokhoven, H. (2017). Pedagogisch-didactische vormgeving van werkplekleren in het initieel beroepsonderwijs: een internationale reviewstudie. Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
  • Nieuwenhuis, L., de Ries, K., Nijman, D. J. J. M., Kat, M., & van Vijfeijken, M. (2009). Een doorbraak forceren voor werkplekleren. Tilburg: IVA beleidsonderzoek en advies.
  • Poortman, C., Nelen, A., De Grip, A., Nieuwenhuis, L., & Kirschner, P. A. (2012). Effecten van leren en werken in het mbo: Een review studie. Pedagogische Studiën, 89 ,288-306. ROC van Twente (2018).
  • Verzorgende IG. Opgehaald uit: https://www.rocvantwente.nl/voor- scholieren/mbo-opleidingen/verzorgende-ig-bol-3.html
  • Ryan, G., Toohey, S., & Hughes, C. (1996). The purpose, value and structure of the practicum in higher education: A literature review. Higher Education, 31(3), 355- 377.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Slimmer onthouden en begrijpen
Slimmer onthouden en begrijpen
Systeemdenken met mindmaps en causale lussen
Medilex Onderwijs 
Webinar
Burgerschap: noodzaak of hype?
Burgerschap: noodzaak of hype?
In gesprek met Jan Bransen - gratis toegang
Wij-leren.nl Academie 
Passend mbo onderwijs
Passend onderwijs in het mbo maakt meer los dan gedacht
Annemieke Top
Wereldgericht onderwijs -1-
Wereld-gericht onderwijs: vorming tot volwassenheid
Gert Biesta
Wereldgericht onderwijs -2-
Kind, school, wereld: een pleidooi van Gert Biesta voor wereldgericht onderwijs
Machiel Karels
Autonome motivatie
Hoger leerrendement door vergroten autonome motivatie
Michel Verdoorn
Verbindend communiceren
Verbindend communiceren
Hélène van Oudheusden
MBO en ouders
Ouderbetrokkenheid op het mbo noodzakelijk voor schoolsucces!
Peter de Vries


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Omix Webtalks met Adjiedj Bakas - De onderwijsinrichting van morgen
Omix Webtalks met Adjiedj Bakas - De onderwijsinrichting van morgen
redactie
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
Omix Webtalks met Ben Tiggelaar - Leiderschap en verandering in het onderwijs.
redactie
Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
redactie
Hoe is de mens geworden wie hij is? Tjipcast 006
Hoe is de mens geworden wie hij is? Tjipcast 006
redactie
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
redactie
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
redactie
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
Is het tijd om ons onderwijs anders vorm te geven? Tjipcast 011
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



beroepsonderwijs
bildung
burgerschap
curriculum
leerrendement
lio-stage
persoonlijke ontwikkeling

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest