Lastige ouders, lastige leraren - Vijf tips voor een goede samenwerking
Peter de Vries
Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu
Geraadpleegd op 10-11-2024,
van https://wij-leren.nl/lastige-ouders-gesprekken-communicatie-tips.php
Vlak voor de zomervakantie van 2017 brak in de media de discussie los over het feit dat een Haagse moeder een rechtszaak tegen een school won omdat haar kinderen niet op de schoolfoto konden vanwege het Offerfeest. Vakbond CNV hield meteen een peiling onder de achterban en van de 134 ondervraagde schoolleiders gaf tweederde aan dat ouders op hun school wel eens met een procedure hebben gedreigd (Trouw, 14 juli 2017). Volgens Trouw interpreteren directeuren dit gedrag van ouders vaak als onredelijk en dwingend. Toch hebben ouders kennelijk zoveel invloed en het kan zelfs zover komen dat schoolleiders willen stoppen met hun werk. Is het terecht dat we dergelijk gedrag interpreteren als dwingend, onredelijk of egoïstisch? Of moeten we verder kijken en ons afvragen wat er schuilgaat achter dat gedrag?
Er zijn ouders die erg lastig en dwingend kunnen zijn en gedrag kunnen vertonen dat echt niet door de beugel kan. Regelmatig krijg ik van leraren en schoolleiders geanonimiseerde mails van ouders onder ogen waar zij echt geen raad mee weten. Deze zomer kreeg ik van een leraar weer een dergelijke mail: ‘Ik verwacht van leraren en juffen dat ze empathisch zijn. Maar die eigenschappen zijn bij D haar juffen ver te zoeken. (…) Als ik weer hoor dat iemand D heeft gepest of zand op haar hoofd heeft gegooid, dan houd ik D tot de schoolvakantie thuis en dan ga ik een klacht indienen dat jullie je niet aan het pestprotocol houden! (…) L en D worden gepest sinds jij dit liedje in de klas hebt geïntroduceerd en ik eis dat je dit klassikaal rechtzet! Als dit niet gebeurt ga ik aangifte van discriminatie doen!’ Dit soort mails kan leraren lam slaan, moedeloos maken en van invloed zijn op hun werkplezier.
Ouders: lastig of kwetsbaar?
Dat ouders en leraren het elkaar soms zo lastig kunnen maken, intrigeert mij. Want uiteindelijk hebben beide partijen hetzelfde doel, namelijk: ervoor zorgen dat het kind op een zo aangenaam en zinvol mogelijke wijze door de schoolperiode heengaat. Die belangstelling is ontstaan naar aanleiding van een conflict met een leerling en zijn ouders uit de periode dat ik nog als leraar in het speciaal basisonderwijs werkte. Het was een ervaring die een ommekeer betekende in mijn omgaan met ouders. Ter wille van de privacy verander ik de naam van de leerling.
Tijdens een griepgolf zaten we met een lerarentekort op school. Nadat ook de beschikbare invallers waren ingezet, besloten we om de hoogste groep te verdelen over de andere klassen. We hadden ingeschat dat dat te doen was, omdat deze leerlingen over het algemeen redelijk zelfstandig kunnen werken. Diederik van 12 kwam die dag samen met twee klasgenoten in mijn groep en vertoonde gedrag waar ik niet zo goed mee uit de voeten kon. Ik sprak hem daar een aantal keren op aan, maar de situatie dreigde te verzanden in een duel wie de scherpste opmerkingen naar elkaar kon maken. Ik was trots dat ik deze dag tot een goed einde had gebracht totdat ik de moeder van Diederik de volgende ochtend voor schooltijd in mijn klaslokaal aantrof. Ze leek boos en verdrietig tegelijk en zei zacht: ‘We weten al hoe we het kistje gaan maken.’ Ik vroeg verbaasd wat ze bedoelde, waarop moeder antwoordde: ‘Als jij zo doorgaat, loopt het niet goed met Diederik af.’
Nadat het gesprek abrupt door de moeder werd afgebroken, liep ik hevig ontdaan naar onze adjunct-directeur. Zou ik echt zo ongeschikt zijn voor mijn vak? Ik herinner me zijn kalmte en bevestiging dat dit gedrag van de moeder echt niet door de beugel kon, maar ook dat hij mij uitnodigde om samen met deze moeder in gesprek te gaan. Zijn woorden: ‘Dit is de taal die deze moeder nog over heeft om iets duidelijk te maken na jarenlange slechte ervaringen met scholen.’
De moeder van Diederik werd uitgenodigd en mijn adjunct-directeur startte het gesprek door bij de moeder te verifiëren of het klopte wat ze tegen mij had gezegd. Nadat de moeder van Diederik het beaamde, vroeg mijn adjunct-directeur of zij begreep dat ze echt te ver was gegaan en dat ze haar excuses moest aanbieden. Verder gaf hij aan dat zij er beter aan had gedaan om ook eerst mijn verhaal aan te horen.
Op dat moment leerde ik hoe je ouders kunt begrenzen als basis voor een beter contact met ouders. Het bracht mij niet alleen een werkelijk goed gesprek met de moeder van Diederik, ik besefte vooral hoe kwetsbaar ouders zijn als het gaat om het welbevinden van hun kind en hoe zij soms vechten voor hun kind. Het leerde mij opmerkingen van ouders niet persoonlijk op te vatten wanneer ze niet persoonlijk bedoeld zijn, maar vooral om met respect voor ouders én mezelf met passie te luisteren, en ook ouders waar nodig te begrenzen. En natuurlijk: pijnlijke verwijten doen zeer, maar professionele pijn gaat door het hart heen en blijft er niet in hangen.
Vijf tips voor een goede samenwerking
De casus van Diederik stond mij in de meer dan tien jaar dat ik met ouderbetrokkenheid bezig ben steeds voor ogen om niet alleen ouders te begrijpen, maar vooral ook om inzicht te krijgen in de invloed van het professionele gedrag van de leraar. Dat laatste is vooral nodig waar ouders in hun emotie over grenzen van professionals kunnen gaan. Het bracht mij ertoe vijf tips op te stellen die leraren kunnen helpen om met vrijwel alle ouders een goede band te krijgen. Daarbij moet natuurlijk worden aangetekend dat sommige situaties zo complex zijn dat meer specialistische hulp nodig is om opgelopen schade bij ouders te herstellen of enigszins beheersbaar te maken voordat zij weer vertrouwen in onderwijsprofessionals kunnen opbouwen.
Stop met zeggen dat veel ouders tegenwoordig zo ‘lastig’ zijn. Ouders leven net als leraren in een tijd waarin een ieder geacht wordt mondig te zijn en voor zichzelf op te komen, en waarin vrijheid van meningsuiting al gauw vrijheid van belediging dreigt te worden. We moeten ouders die over grenzen gaan, corrigeren, maar ons ook realiseren dat dit een teken des tijds is.
Iedere professional moet oog hebben voor zijn eigen angsten. Waaróm wordt een leraar zo geraakt door ouders die hevig geëmotioneerd reageren? (Galenkamp, 2006; 2009). In trainingen merk ik dat leraren soms moeite hebben met het accepteren van ouders die andere – in de ogen van de leraar misschien geen realistische – verwachtingen hebben. Ook geven sommige leraren aan dat zij bang zijn dat ouders op hun stoel gaan zitten. De meest ‘lastige’ ouders maken leraren een nog betere professional: óf deze ouders hebben een punt óf door deze ouders leert men beter eigen grenzen te bewaken.
Eerst begrijpen, dan begrepen worden. In zijn boek De zeven eigenschappen van effectief leiderschap reikt Covey gewoonten van effectief functioneren aan (Covey, 2010). Zijn vijfde gewoonte geeft professionals woorden om een constructieve houding naar ouders aan te nemen. Praten met ouders of praten tegen ouders: daar zit het verschil. Of zoals een directeur laatst zei: ‘Ik heb leraren die ouders iets willen vertellen en collega’s die in gesprek met ouders willen. In het eerste geval gaat het bijna altijd mis.’ Empathisch luisteren is van groot belang om een goede relatie met ouders op te bouwen, maar vergt wel oefening.
Een startgesprek met ouders en kind aan het begin van het schooljaar doet wonderen. Door dit gesprek ontstaat er vertrouwen en kunnen wederzijdse verwachtingen en afspraken worden gemaakt. In haar proefschrift Een kwestie van vertrouwen toont Mariëtte Lusse aan dat dit individuele contact aan het begin van het schooljaar essentieel is voor het tot stand komen van een goede en constructieve samenwerking met vrijwel iedere ouder (Lusse, 2013).
Laat in alles professioneel gedrag zien. Wanneer de leraar geen grenzen aangeeft, roept dat soms grenzeloosheid bij ouders op. Wanneer de leraar echter te veel op haar strepen gaat staan als ‘professional’ wekt dat irritatie op. Stevige professionaliteit met heldere grenzen dwingt respect af, accuratesse kweekt vertrouwen en vriendelijkheid en begrip zorgt al gauw voor ouders die leraren het beste gunnen (De Vries, 2017).
Iedere leerling verdient een goede samenwerking tussen school en ouders. Het vraagt om een investering in vertrouwen van beide kanten. Bovenstaande tips dragen ertoe bij dat leraren in hun professionele kracht komen te staan op momenten dat het hen door emotioneel reagerende ouders moeilijk wordt gemaakt.
Literatuur
- Covey, S.R. (2010). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Amsterdam: Business Contact.
- Galenkamp, H. (2006). Bang voor boos? De rol van emoties op veiligheid in de school. Amersfoort: CPS.
- Galenkamp, H. (2009). Krachtige leraren, prachtig onderwijs. Amersfoort: CPS.
- Lusse, M. (2013). Een kwestie van vertrouwen: Een ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van het contact met ouders in het ‘grootstedelijke’ vmbo als bijdrage aan preventie van schooluitval. Proefschrift. Rotterdam: Rotterdam University Press.
- Vries, P. de (2017). Handboek Ouderbetrokkenheid 3.0. Amersfoort: CPS.
Verder lezen?
Download het gratis eBook Ouderbetrokkenheid 3.0 (in po- en vo-editie) en voor nog meer verdieping zie het Handboek Ouderbetrokkenheid 3.0.