Hoeveel tijd besteden leraren in Nederland aan hun werkzaamheden?
Geplaatst op 2 april 2019
Samenvatting
Leraren in Nederland werken meer uren per week dan de vastgestelde norm. Leraren primair onderwijs maken meer overuren dan leraren voortgezet onderwijs. In vergelijking met andere Europese landen maken Nederlandse leraren veel uren. Dit geldt voor primair en voortgezet onderwijs. De verhouding tussen lesgebonden en niet-lesgebonden activiteiten ligt ongeveer op het Europese gemiddelde.
Bij onderzoek naar tijdsbesteding wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen:
a) lesgebonden activiteiten, zoals het lesgeven zelf, lesvoorbereiding en nakijken
b) niet-lesgebonden activiteiten, zoals bijscholen en administratieve taken
De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft in het schooljaar 2015/2016 een studie naar tijdsbesteding uitgevoerd. Doel was de taakverdeling van leraren in het primair en het voortgezet onderwijs in kaart te brengen. De taakverdeling van de leraren is in figuur 1 en figuur 2 weergegeven, voor het primair en voortgezet onderwijs apart.
Figuur 1. Gemiddelde werkweek primair onderwijs. Totaal aantal gewerkte uren per week is 46,9 uur, bij een fulltime-aanstelling (norm werkweek is 40 uur) (Algemene Onderwijsbond, 2017).
Figuur 2. Gemiddelde werkweek voortgezet onderwijs. Totaal gemiddelde per week is 45,2 uur, bij een fulltime-aanstelling (norm werkweek is 42,5 uur) (Algemene Onderwijsbond, 2017).
Tijdsbesteding hoger dan normtaak
De feitelijke tijdsbesteding ligt in beide sectoren hoger dan de normtaak; in het primair onderwijs is het verschil het grootst. In het primair onderwijs is ook het aandeel niet-lesgebonden activiteiten groot, namelijk 47 procent. In het voortgezet onderwijs is dit minder: 41 procent.
De cijfers van de AOb voor het voortgezet onderwijs kunnen we vergelijken met de gegevens over de tijdsbesteding van Nederlandse leraren van TALIS, de vijfjaarlijkse Teaching and Learning International Survey van de OECD. Volgens TALIS 2013 besteden Nederlandse leraren in het voortgezet onderwijs meer tijd aan het lesgeven (42 procent) dan volgens de AOb (32 procent). De tijd die gemoeid is met voorbereiden en nakijken verschilt niet veel volgens beide onderzoeken (TALIS: 23 procent, AOb: 27 procent). Aan de overige taken besteedt de Nederlandse docent volgens TALIS 35 procent en volgens de AOb 40 procent van zijn werktijd.
Vergelijking met andere Europese landen
Een recente, internationale vergelijking is gemaakt door de OECD. Voor Nederland is er geen verschil gemaakt in het aantal bestede uren voor het voortgezet onderwijs (onderbouw en bovenbouw).
Nederlandse leraren besteden gemiddeld meer tijd aan onderwijsuren dan bijna alle andere landen. Het gaat om respectievelijk 930 uur per jaar voor het primair onderwijs en 750 uur voor het voortgezet onderwijs. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde lag in 2015 op 767 uur per jaar in het primair onderwijs, 666 uur in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en 632 uur in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Het aantal uren in Nederland ligt hier dus ruim boven.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Anne Luc van der Vegt (kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: beleidsadviseur PO-raad
Referentie: Kennisrotonde. (2018). Hoe veel tijd besteden leraren in Nederland aan hun werkzaamheden? (KR.434). Den Haag: Kennisrotonde.
Vraag
Hoe veel tijd besteden leraren in Nederland aan hun werkzaamheden: lesgeven, overige lesgebonden activiteiten, deskundigheidsbevordering en schooltaken?
A) Wat is de tijdsbesteding binnen verschillende onderwijssectoren?
B) Hoe verhoudt de tijdsbesteding van Nederlandse leraren zich tot die in andere Europese landen?
Kort antwoord
Leraren in Nederland werken meer uren per week dan de vastgestelde norm. Leraren primair onderwijs maken meer overuren dan leraren voortgezet onderwijs. In vergelijking met andere Europese landen maken Nederlandse leraren veel uren. Dit geldt voor primair en voortgezet onderwijs. De verhouding tussen lesgebonden en niet-lesgebonden activiteiten ligt ongeveer op het Europese gemiddelde.
Toelichting antwoord
A) Wat is de tijdsbesteding binnen verschillende onderwijssectoren?
Bij onderzoek naar tijdsbesteding wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen:
a) lesgebonden activiteiten, zoals het lesgeven zelf, lesvoorbereiding en nakijken;
b) niet-lesgebonden activiteiten, zoals bijscholen en administratieve taken.
In het schooljaar 2015/16 is een studie naar tijdsbesteding uitgevoerd door de Algemene Onderwijsbond (2017). Het doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de taakverdeling van docenten in het primair en het voortgezet onderwijs. De taakverdeling van de docenten is in Figuur 1 en Figuur 2 weergegeven, voor het primair en voortgezet onderwijs apart. In beide figuren is de verdeling van tijd verdeeld over negen categorieën: lesgeven, voorbereiden en nakijken, individuele leerlingenzorg, andere activiteiten met leerlingen, scholing en innovatie, administratie, overleg intern en extern, contact met ouders, het lokaal en anders.
Figuur 1. Gemiddelde werkweek primair onderwijs. Totaal aantal gewerkte uren per week is 46,9 uur, bij een fulltime-aanstelling (norm werkweek is 40 uur) (Algemene Onderwijsbond, 2017).
Figuur 2. Gemiddelde werkweek voortgezet onderwijs. Totaal gemiddelde per week is 45,2 uur, bij een fulltime-aanstelling (norm werkweek is 42,5 uur) (Algemene Onderwijsbond, 2017).
De feitelijke tijdsbesteding ligt in beide sectoren hoger dan de normtaak; in het primair onderwijs is het verschil het grootst. In het primair onderwijs is ook het aandeel niet- lesgebonden activiteiten groot, namelijk 47 procent. In het voortgezet onderwijs is dit minder: 41 procent.
De cijfers van de AOb voor het voortgezet onderwijs kunnen we vergelijken met de gegevens over de tijdsbesteding van Nederlandse leraren van TALIS, de vijfjaarlijkse Teaching and Learning International Survey van de OECD. De laatste meting van TALIS waarover is gepubliceerd dateert van 2013.[1]
Volgens TALIS 2013 besteden Nederlandse leraren in het voortgezet onderwijs meer tijd aan het lesgeven (42%) dan volgens de AOb (32%). De tijd die gemoeid gaat met voorbereiden en nakijken verschilt niet veel volgens beide onderzoeken (TALIS: 23%; AOb: 27%). Aan de overige taken besteedt de Nederlandse vo-leraar volgens TALIS 35% en volgens de AOb 40%.
Andere relevante en recente wetenschappelijke studies hebben we niet aangetroffen. Veel onderzoek is gefocust op de ervaren werkdruk van docenten en welzijn, meer dan op een betrouwbare raming van de tijdsbesteding.
B) Hoe verhoudt de tijdsbesteding van Nederlandse leraren zich tot die in andere Europese landen?
Een recente internationale vergelijking is gemaakt door de OECD. Figuur 3 geeft de totale aantallen uren weer die docenten van verschillende landen per jaar besteden aan voorbereidingstijd en lestijd, op basis van de meest recente gegevens van de OECD, over het jaar 2017. Voor Nederland is er geen verschil in het aantal bestede uren voor het voortgezet onderwijs (lower secondary en upper secondary).
Figuur 3. Totale tijd die docenten besteden in het po en vo in Europa in 2017.
Zoals uit de figuur is op te maken besteden Nederlandse docenten gemiddeld meer tijd aan onderwijsuren dan bijna alle andere landen, voor zover meegenomen in deze studie. Het gaat om respectievelijk 930 uur per jaar voor het primair onderwijs en 750 uur voor het voortgezet onderwijs. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde lag in 2015 op 767 uur per jaar in het primair onderwijs, 666 uur in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en 632uur in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs.[2] Het aantal uren in Nederland ligt hier dus ruim boven.
In Figuur 4 is te zien hoe Europese landen scoren op het totaal aantal uren dat zij daadwerkelijk lesgeven en het aantal uren dat zij werken, gebaseerd op gegevens uit 2015.
Figuur 4. Verdeling totale lestijd en werktijd onderbouw vo in Europa in 2015.
In dit overzicht is te zien dat Nederland boven het gemiddeld totaal aantal uren onderwijstijd zit (NL: 750 uur, gemiddeld: 691 uur) en gemiddeld scoort als er wordt gekeken naar welk percentage van de werktijd wordt besteed aan lesgeven (NL: 45%, gemiddeld 46%).
Geraadpleegde bronnen
- Algemene Onderwijsbond (2017). Tijdsbesteding leraren po en vo. Utrecht: Algemene Onderwijsbond.
-
OECD (2014), Talis 2013 Results: An International Perspective on Teaching and Learning.
OECD Publishing. http://dx.doi.org/10.1787/9789264196261-en - OECD (2017). Education at Glance 2017: OECD Indicators, OECD Publishing. http://dx.doi.org/10.1787/eag-2017-en
- OECD (2018), Teaching hours (indicator). Geraadpleegd op 11 september 2018. Doi: 10.1787/af23ce9b-en
- Philipp, A., & Kunter, M. (2013). How do teachers spend their time? A study on teachers’ strategies of selection, optimisation, and compensation over their career cycle. Teaching and Teacher Education, 35, 1-12.
- Regioplan (2008). Tijdsbesteding leraren voortgezet onderwijs, Regioplan Beleidsonderzoek, Amsterdam.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


Medilex Onderwijs


oo.nl


ANWB
































