Welke hulpstap is voor leerlingen effectiever: woorden fonetisch opschrijven of de bijbehorende spellingregels opschrijven?

Geplaatst op 18 maart 2022

Leerlingen leren spellen op verschillende manieren. Twee mogelijke hulpstappen zijn een woord eerst fonetisch opschrijven en dan de juiste regel toepassen, of het opschrijven van de spellingregel. Beide hulpstappen bevatten effectieve componenten: werken aan regelkennis en spellingbewustzijn. Het letterlijk weergeven van tekens van de klankstructuur, maakt voor leerlingen de toepassing van de spellingregels inzichtelijk. Of die werkwijze een meer of minder effectieve hulpstap is dan het opschrijven van de spellingregels, is niet bekend.

Om te leren spellen moeten leerlingen het fonologisch principe van de spelling begrijpen en kunnen toepassen: een woord wordt gespeld met de fonemen (klanken) die je hoort. Bij deze zogenoemde fonologische strategie worden de spraakklanken geanalyseerd en gekoppeld aan grafemen (geschreven letters of lettercombinaties). Deze kennis is voldoende om klankzuivere woorden zoals ‘pot’ te kunnen spellen.

Regelkennis en spellingbewustzijn noodzakelijk bij niet-klankzuivere woorden

Kennis over de fonologische strategie is echter niet afdoende bij niet-klankzuivere woorden, zoals woorden met open lettergrepen (‘poten’) of gesloten lettergrepen (‘potten’). Ook bij woorden die vanwege het principe van gelijkvormigheid anders worden geschreven (tand vanwege het meervoud tanden, en kant kanten) is de fonologische strategie ontoereikend. Leerlingen hebben expliciete regelkennis nodig en moeten een vaste regelstrategie toepassen om bij dergelijke woorden tot de juiste spellingwijze te komen.

Naast regelkennis is ook spellingbewustzijn nodig voor het spellen van niet-klankzuivere woorden. Spellingbewustzijn is het vermogen te reflecteren op de eigen spellingvaardigheid, spellingprocessen en de toepassing van spellingregels. Training om het spellingbewustzijn te bevorderen is effectief; een klein aantal sessies blijkt al voldoende. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat ‘getrainde’ leerlingen iets meer woorden correct spellen dan leerlingen zonder training.

Vergelijkend onderzoek fonetisch spellen - spellingregels opschrijven ontbreekt

Er is geen onderzoek bekend waarin een vergelijking tussen het effect van fonetisch spellen of het effect van het opschrijven van spellingregels bij niet-klankzuivere woorden is gemaakt. Evenmin zijn er interventiestudies bekend waarin het effect van beide oefenvormen is vergeleken met een ander type spellingsoefening. Zowel bij fonetisch spellen als bij het opschrijven van de regels oefenen leerlingen om een bepaalde spellingstrategie toe te passen voordat ze een woord definitief opschrijven, wat bevorderlijk lijkt voor hun spellingresultaten.

Weergave op basis van klankstructuur lijkt effectieve tussenstap

Het fonetisch spellen als oefenvorm lijkt in sommige opzichten op de werkwijze van de Fonologische en Leerpsychologische methode. Deze methode onderscheidt met kleuren zes verschillende klankgroepen: lange klanken (aa, ee, oo, uu), korte klanken (a, e, i, u, o), tweeteken klanken (ij/ei, au/ou, ui, eu, oe, ie), stomme klinkers (e, ‘i’ in ‘-ig’, ‘ij’ in ‘- lijk’), drietekenklanken (aai, ooi, oei,…) en medeklinkers. Daarnaast worden er leenwoordklanken onderscheiden (c, y,..). De klanken zijn steeds het uitgangspunt en het beslissingscriterium voor het al dan niet toepassen van een regel. Deze werkwijze is effectief. Leerlingen met lees- en spellingproblemen die deze methode volgen, maken een inhaalslag in het spellen van woorden ten opzichte van de gemiddelde leerling.

Het opschrijven van spellingregels is een andere oefenvorm waarin leerlingen direct tot de juiste schrijfwijze proberen te komen en daarna de corresponderende spellingregel opschrijven. Hoewel deze werkwijze niet lijkt op reeds onderzochte methodes, bevat het effectieve didactische componenten: leerlingen moeten nadenken over de toepassing van de juiste spellingregel en het is aannemelijk dat door de herhaling de spellingregels worden ingeslepen.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Martine Gijsel (kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: leerkracht basisonderwijs

Vraag

Welke hulpstap is voor leerlingen effectiever: woorden fonetisch opschrijven of de bijbehorende spellingregels opschrijven?

Kort antwoord

Er is geen vergelijkend onderzoek bekend naar enerzijds een woord eerst fonetisch opschrijven en dan de juiste regel toepassen, en anderzijds het opschrijven van de spellingregel. Beide werkwijzen bevatten wel effectieve componenten: werken aan regelkennis en spellingbewustzijn. Door eerst de klankstructuur letterlijk weer te geven in tekens (fonetisch schrijven) wordt de toepassing van de spellingregels inzichtelijk gemaakt. Er is geen overtuigend bewijs gevonden dat het schrijven van het foutieve woordbeeld een negatief effect heeft op de spellingprestaties van leerlingen.

Toelichting antwoord

Regelkennis noodzakelijk voor juiste spelling van niet-klankzuivere woorden

Om te leren spellen moeten leerlingen het fonologisch principe van de Nederlandse spelling begrijpen en kunnen toepassen: een woord wordt gespeld met de fonemen (klanken) die je hoort in het woord. Toepassing hiervan wordt de fonologische strategie genoemd. Bij de fonologische strategie worden de spraakklanken geanalyseerd en gekoppeld aan grafemen. Deze kennis is voldoende om klankzuivere woorden zoals ‘pot’ te kunnen spellen. Deze kennis is echter niet afdoende wanneer er geen een-op-een relatie is tussen de klanken en letters, zoals bij woorden met open lettergrepen (‘poten’) of gesloten lettergrepen (‘potten’). Dit worden niet-klankzuivere woorden genoemd.

Het spellen van niet-klankzuivere meerlettergrepige woorden met open en gesloten lettergrepen is vaak lastig voor leerlingen, blijkt uit experimenteel onderzoek (De Bree et al., 2018; Landerl & Reitsma, 2005). Leerlingen hebben regelkennis nodig en moeten een vaste regelstrategie toepassen om tot de juiste spellingwijze te komen (Bonset & Hoogeveen, 2009). Concreet: ze moeten woorden in klankgroepen verdelen en de regels voor verenkeling en verdubbeling toepassen: wanneer de klankgroep eindigt op een lange klank, schrijf je één klinker (zie ook Kennisrotonde, 2020). Niet alleen bij open en gesloten lettergrepen moet een vaste regel worden toegepast, maar ook bij woorden die bijvoorbeeld vanwege het principe van gelijkvormigheid anders worden geschreven: tand vanwege tanden en kant vanwege het meervoud kanten. Expliciete instructie in deze regels in effectief (zie o.a. Kennisrotonde, 2018).

Bevorderen van spellingbewustzijn is effectief

Naast regelkennis is ook spellingbewustzijn nodig voor het spellen van niet-klankzuivere woorden. Spellingbewustzijn is het vermogen te reflecteren op de eigen spelling, spellingvaardigheid en spellingprocessen (Cordewener, 2014; Oepkes, 2006). Training om het spellingbewustzijn te bevorderen blijkt effectief: Paffen en Bosman (2005) onderzochten bij 21 leerlingen uit groep 5 die vergeleken werden met een controlegroep van 21 kinderen het effect van een korte training waarin leerlingen werd geleerd zich bewust te worden wat ze wel en wat ze mogelijk niet konden spellen. Vijf trainingssessies bleken daarvoor te voldoen. Ook waren er aanwijzingen dat de spellingprestaties van de experimentele groep na de training meer verbeterd waren dan bij de controlegroep: zij spelden iets meer woorden correct dan leerlingen uit de controlegroep.

Nadenken over spellingstrategieën tijdens de spellingtaak is effectief

Niet alleen nadenken over je eigen spellingvaardigheid, maar ook nadenken over spellingprocessen en de toepassing van spellingregels is effectief. Wanneer leerlingen oefenen om een bepaalde spellingstrategie toe te passen voordat ze een woord opschrijven, verbetert dat hun spellingresultaten (Cordewener et al., 2018, aangehaald in Kennisrotonde, 2018). Cordewener et al. (2018) vergeleken drie groepen leerlingen.

  • De eerste groep kreeg in een spellingles één strategie aangeleerd. Bijvoorbeeld: eerst het woord verdelen in lettergrepen, vervolgens op iedere lettergreep de bijbehorende spellingregel toepassen.
  • De tweede groep oefende dezelfde spellingstrategie, alleen nu bij het nakijken achteraf, enige tijd na het maken van het dictee. Aan hen werden bijvoorbeeld vragen gesteld over de reden waarom een bepaalde spellingregel was toegepast.
  • De derde groep had een zelfcorrectietraining gekregen in aanvulling op de reguliere lessen. Zij keken zelfstandig hun dictee na, direct nadat ze dat gemaakt hadden.

De spellingresultaten van alle drie de groepen leerlingen gingen vooruit. De leerlingen in de eerste groep bleken na afloop ook een beter spellingbewustzijn te hebben: zij konden beter inschatten of ze woorden correct of niet correct hadden gespeld (Cordewener et al., 2018).

Effectonderzoek waarin fonetisch spellen vergeleken wordt met spellingregels opschrijven ontbreekt

Fonetisch spellen is een oefenvorm waarin leerlingen woorden eerst opschrijven zoals je ze hoort (volgens de fonologische strategie) en dan de juiste spellingregel toepassen om tot de juiste schrijfwijze te komen. Bijvoorbeeld: de leerkracht dicteert het woord ‘bomen’. Dit woord is niet-klankzuiver aangezien je een lange /oo/ hoort, maar slechts 1 o schrijft en er een stomme e achter in het woord zit. De leerling schrijft in deze oefenvorm eerst het woord zoals hij het hoort, dus /boomun/. Daarna past hij de spellingregels toe. Het woord wordt in klankgroepen verdeeld: de eerste klankgroep (/boo/) eindigt op een lange klank, dus schrijf je één klinker (regel voor verenkeling). In de tweede klankgroep (/mun/) hoor je een /u/: de regel is: ‘Hoor je /un/ aan het eind van een woord? Dan schrijf je ‘en’.’

Er is geen onderzoek bekend waarin een vergelijking is gemaakt tussen het fonetisch spellen van niet-klankzuivere woorden en het opschrijven van de bijbehorende spellingregels van de (niet-klankzuivere) woorden. Evenmin zijn er interventiestudies bekend waarin het effect van fonetisch spellen of het effect van het opschrijven van spellingregels is vergeleken met een ander type spellingsoefening. Zowel bij fonetisch spellen als bij het opschrijven van de regels oefenen leerlingen om een bepaalde spellingstrategie toe te passen voordat ze een woord (definitief) opschrijven, wat bevorderlijk lijkt voor hun spellingresultaten (Cordewener et al., 2018; aangehaald in Kennisrotonde, 2018).

Weergave op basis van klankstructuur lijkt effectieve tussenstap

Het fonetisch spellen als oefenvorm lijkt in sommige opzichten op de werkwijze van de Fonologische en Leerpsychologische (F&L) methode. Deze methode onderscheidt met kleuren zes verschillende klankgroepen: lange klanken (aa, ee, oo, uu), korte klanken (a, e, i, u, o), tweeteken klanken (ij/ei, au/ou, ui, eu, oe, ie), stomme klinkers (e, ‘i’ in ‘-ig’, ‘ij’ in ‘- lijk’), drietekenklanken (aai, ooi, oei,…) en medeklinkers. Daarnaast worden er leenwoordklanken onderscheiden (c, y,..). De klanken zijn steeds het uitgangspunt en het beslissingscriterium voor het al dan niet toepassen van een regel. Uit onderzoek van onder andere Gijsel en Bosman (2010) blijkt deze werkwijze effectief: leerlingen met lees- en spellingproblemen die met deze methode werden behandeld maakten een inhaalslag in het spellen van woorden ten opzichte van de gemiddelde leerling.

In de schoolversie van deze methode -Taal in Blokjes- bouwen leerlingen bij een dictee het woord met zogeheten klankblokken en verklanken ze het woord. Elk blokje stelt een letter voor (zie Figuur 1). Leerlingen blokken het woord zoals ze het horen, dus volgens de fonologische strategie (bijv. /pootun/). Vervolgens hakken ze het woord in klankgroepen, waar de onderscheiden kleuren bij horen (in het voorbeeld aan het eind van de eerste klankgroep een geel blokje, behorend bij een lange klank). Ze leren dat er aan het eind van een klankgroep bij een lange klank een letter van het gele blokje eraf gehaald moet worden (net als bij ‘regels’, zie figuur 1). Bij de tweede klankgroep ‘tun’ uit het voorbeeld horen ze een stomme klinker, die met een oranje blokje wordt weergegeven (net als ‘regels’, zie figuur 1). Daarna schrijven ze het woord op.


Figuur 1. Voorbeeld toepassing van spellingregels volgens Taal in Blokjes. Bron:Letterbos

Effect van een foutieve schrijfwijze bij fonetisch spellen onduidelijk

Bij het fonetisch spellen als oefenvorm worden geen kleuren en gekleurde blokken gebruikt voor de klanken, maar wordt letterlijk de klankstructuur uitgeschreven volgens de fonologische strategie (bijvoorbeeld teelufoon). Vervolgens past de leerling op deze foutieve schrijfwijze de juiste spellingregels toe en zet hij het woord om naar de juiste spellingwijze. Of het schrijven van een verkeerde spellingswijze bij een auditief dictee een negatief effect heeft doordat leerlingen een onjuist woordbeeld onthouden is niet onderzocht. Er is wel onderzoek gedaan naar het effect van het schrijven van verkeerde spellingwijze bij een visueel dictee en het het lezen van een verkeerde spellingwijze. Dixon en Kaminska (2007) onderzochten bij 93 leerlingen van groep 7 en 8 in een experimentele studie het effect van het aanbieden van de verkeerde spelling.

De leerlingen werden verdeeld over vier condities:

  • spellen van woorden die schriftelijk werden aangeboden (visueel dictee),
  • lezen van woorden,
  • (wat uitgebreidere) tekst lezen met daarin de betreffende woorden,
  • en een controlegroep zonder blootstelling aan de woorden.

Bij de experimentele groepen was de helft van de woorden correct gespeld, de andere helft niet. Uit analyse van de woorden die met correcte spellingwijze waren aangeboden, bleek dat de leerlingen die een visueel dictee hadden gehad nadien beter spelden dan de controlegroep. Ook was er een verschil tussen de spellingprestaties van de leerlingen die de woorden hadden gelezen en de controlegroep (ten nadele van de controlegroep), maar dit verschil was net niet significant.  Uit de analyse van de woorden die met foutieve spellingwijze waren aangeboden bleek dat er geen verschillen waren tussen de spellingprestaties van de groepen. Het aanbieden van de correcte spelling had dus een positief effect op de spellingprestaties bij de nameting, maar het aanbieden van de foutieve spelling had geen negatief effect op de spellingprestaties.

Opschrijven van spellingregels

Het opschrijven van spellingregels is een oefenvorm waarin leerlingen direct tot de juiste schrijfwijze proberen te komen en daarna de corresponderende spellingregel opschrijven. In het geval van ‘bomen’: leerlingen spellen het woord en schrijven daarna op welke regels zijn toegepast (namelijk de regel van verenkeling en de regel is: ‘Hoor je /u/ aan het eind? Dan schrijf je ‘en’.’  Hoewel deze werkwijze niet lijkt op reeds onderzochte methodes, bevat het effectieve didactische componenten: leerlingen moeten in deze oefensituatie nadenken over de toepassing van de juiste spellingregel (werken aan spellingbewustzijn) en het is aannemelijk dat door de herhaling de spellingregels worden ingeslepen (werken aan regelkennis).

Geraadpleegde bronnen 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Congres
Leesproblemen en dyslexie
Leesproblemen en dyslexie
Herken en begeleid leerlingen met stagnaties bij lezen
Medilex Onderwijs 
E-learning module
Mondeling taalgebruik en woordenschat in de klas
Mondeling taalgebruik en woordenschat in de klas
Doorloop deze gratis module!
Wij-leren.nl Academie 
Spellingvaardigheid
Spellingvaardigheid en leren spellen (1) - relatie spellen en lezen.
Anna Bosman
De speller
Spellingvaardigheid en leren spellen (2) - de speller.
Anna Bosman
Spelling instructie
Spellingvaardigheid en leren spellen (3) - de instructie.
Anna Bosman
taalonderwijs met rijke leeromgeving
Taalonderwijs vraagt een rijke leeromgeving
Dolf Janson
Een andere grammatica-aanpak
Hoe nuttig zijn grammaticalessen?
Dolf Janson
Spelling oefenen
Oefenen van spelling
Dolf Janson
Expliciete instructie
Spelling en expliciete instructie
Anna Bosman
Effectief leren spellen
Hersenen en woorden in verbinding
Dolf Janson
Schoolvaardigheidstoets spelling
Spellingfouten categoriseren
Teije de Vos
Opbrengstgericht werken bij spelling
Opbrengstgericht lesgeven bij spelling
Dolf Janson
Taalonderwijs aantrekkelijk en zinvol maken
Hoe kinderen taalonderwijs weer als aantrekkelijk en zinvol kunnen ervaren.
Dolf Janson
Woordenschat verbinden met taalbeschouwing
Woorden en betekenissen
Dolf Janson
Op zoek naar letters
Op zoek naar letters - de andere spelling- en grammaticadidactiek
Machiel Karels
Zo ontdek ik het lezen - spellingsrijpheid
Spellingonderwijs: pas als het kind er rijp voor is
Ewald Vervaet


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Didactische werkvormen in een video van één minuut uitgelegd
Didactische werkvormen in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



didactische werkvorm
spelling
taalontwikkeling
werkwoordspelling

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest