Heeft instructie in en begeleiding van begrijpend luisteren in groep 1 en 2 een positief effect op begrijpend lezen in groep 4?
Geplaatst op 30 november 2020
Begrijpend luisteren vertoont een duidelijke relatie met begrijpend lezen. De vaardigheid begrijpend luisteren in groep 1 en 2 heeft zelfs een voorspellende waarde voor het leesbegrip op latere leeftijd. Dit komt onder meer door gedeelde subvaardigheden als het maken van inferenties (leerlingen leggen verbanden tussen de tekst en hun kennis van de wereld). Het aanleren van subvaardigheden in groep 1 en 2 kan ervoor zorgen dat leerlingen deze vaardigheden ook gebruiken bij het begrijpend lezen in groep 4.
Bij begrijpend luisteren kennen leerlingen betekenis toe aan gesproken taal, door actief en doelgericht te luisteren. Zo leren ze nieuwe woorden en vergroten ze hun kennis van de wereld. Bij begrijpend lezen kennen leerlingen betekenis toe aan geschreven taal. Deze decodeervaardigheden combineren ze met vaardigheden voor begrijpend luisteren. Beide componenten zijn van cruciaal en even groot belang.
Begrijpend luisteren in groep 1 en 2 voorspelt begrijpend lezen
Begrijpend luisteren in de kleutergroepen en in groep 3 staat in directe relatie met het leesbegrip in groep 4 en 5. Mondelinge taalvaardigheid (waaronder begrijpend luisteren) op kleuterleeftijd voorspelt het begrijpend lezen in groep 4. Woordenschat, begrijpend luisteren en het maken van inferenties op 4-jarige leeftijd voorspellen de latere leesvaardigheid in groep 5.
De relatie tussen begrijpend luisteren en begrijpend lezen is deels te verklaren door overeenkomstige (sub)vaardigheden. Begripscontrole en kennis van tekststructuren bijvoorbeeld zijn nodig bij zowel begrijpend luisteren als begrijpend lezen. Dan kunnen leerlingen tot een goede mentale representatie van een tekst komen.
Instructie en begeleiding verbeteren begrijpend luisteren in groep 1 en 2
Expliciete en systematische instructie in woordenschat, grammatica, het maken van inferenties en begripsmonitoring (de leerling is in staat om zelf te controleren of hij de tekst nog begrijpt) kan begrijpend luisteren bij leerlingen verbeteren. Daarbij is onderscheid te maken in vaardigheden van lagere orde en hogere orde. Woordenschat en grammatica vallen onder de lagere-ordevaardigheden; deze zijn nodig voor letterlijk begrip van een gesproken of geschreven tekst.
Tot de hogere ordevaardigheden behoren het maken van inferenties, begripscontrole en kennis van tekststructuren. Al voor de start van het leesonderwijs – bij interactief voorlezen bijvoorbeeld – kunnen leerlingen hogere ordevaardigheden ontwikkelen.
Het maken van inferenties is essentieel voor het bevorderen van luisterbegrip
Het maken van inferenties houdt in dat leerlingen tekstdelen relateren aan hun eigen wereldkennis om de tekst te begrijpen of te verrijken. Het is belangrijk om kleuters al inferenties te leren maken, bijvoorbeeld tijdens het interactief voorlezen. Bemiddeling door de leerkracht voor het maken van inferenties zijn zowel op 2½-jarige als op 8½-jarige leeftijd effectief. Een mooi voorbeeld is de leerkracht die tijdens het lezen causale vragen stelt. Leerlingen zijn na de interventie beter in staat een verhaaltje na te vertellen en vragen over het verhaal correct te beantwoorden.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Martine Gijsel (kennismakelaar)
Vraagsteller: leerkracht primair onderwijs
Vraag
Heeft instructie en begeleiding t.a.v. begrijpend luisteren in groep 1 en 2 een positief effect op begrijpend lezen in groep 4?
Kort antwoord
Begrijpend luisteren vertoont een duidelijke en wederkerige relatie met begrijpend lezen. De vaardigheid begrijpend luisteren in groep 1 en 2 blijkt voorspellend voor het leesbegrip op latere leeftijd. Dit is o.a. te verklaren op basis van de gedeelde onderliggende subvaardigheden, zoals het maken van inferenties. Instructie en begeleiding ten aanzien van deze subvaardigheden in groep 1 en 2 kunnen ervoor zorgen dat leerlingen deze vaardigheden ook effectief inzetten bij het begrijpend lezen in groep 4.
Toelichting antwoord
Begrijpend luisteren hangt samen met begrijpend lezen
Begrijpend luisteren vertoont een duidelijke relatie met begrijpend lezen. Bij begrijpend luisteren kennen leerlingen betekenis toe aan gesproken taal, door actief en doelgericht te luisteren. Het resultaat is dat ze nieuwe woorden leren en hun kennis van de wereld vergroten. Bij begrijpend lezen kennen leerlingen betekenis toe aan geschreven taal. Volgens de Simple View of reading wordt begrijpend lezen bepaald door het product van decodeervaardigheid en begrijpend luisteren (Hoover & Gough, 1990). Beide componenten zijn van cruciaal en even groot belang.
Verschillende empirische studies onderbouwen deze theorie (zie bijv. Kendou, Savage, & van den Broek, 2009) en voegen nieuwe kennis aan het model toe (bijv. Foorman, Petscher, & Herrera, 2018; Lepola et al., 2016; Verhoeven & Van Leeuwe, 2008; Verhoeven, Voeten & Vermeer, 2019).
Begrijpend luisteren in groep 1 en 2 voorspelt begrijpend lezen
Empirische studies laten zien dat begrijpend luisteren in de kleutergroepen en in groep 3 het leesbegrip in groep 4 en 5 voorspelt (bijv. Kendou, Van den Broek, White, & Lynch, 2015; Lepola et al., 2016). Kendou et al. (2015) lieten in een studie bij 113 kinderen zien dat mondelinge taalvaardigheid (waaronder begrijpend luisteren) op kleuterleeftijd het begrijpend lezen in groep 4 voorspelde. Lepola et al. (2016) lieten in een longitudinale studie bij 90 leerlingen in Finland zien dat mondeling taalbegrip (woordenschat, begrijpend luisteren en het maken van inferenties) op 4-jarige kleuterleeftijd de latere leesvaardigheid in groep 5 van de basisschool voorspelde.
De duidelijke relatie tussen begrijpend luisteren en begrijpend lezen werd in Nederland onder ander aangetoond door Verhoeven en collega’s. Verhoeven en Van Leeuwe (2008) onderzochten in een longitudinale studie bij ruim 2000 leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 de invloed van decodeervaardigheid, woordenschat en begrijpend luisteren op begrijpend lezen. Met name in groep 4 werd begrijpend lezen duidelijk voorspeld door luisterbegrip in groep 3.
In de hogere groepen was er vaak een wederkerige relatie tussen begrijpend luisteren en begrijpend lezen. Dat wil zeggen dat de relatie ook in de andere richting aanwezig was; de vaardigheid in begrijpend lezen voorspelde het begrijpend luisteren. Ook Verhoeven, Voeten en Vermeer (2019) lieten zien dat begrijpend luisteren en decodeervaardigheid in groep 3 het begrijpend lezen in groep 4 voorspellen.
De relatie tussen begrijpend luisteren en begrijpend lezen kan deels verklaard worden door de overeenkomstige (sub)vaardigheden die ten grondslag liggen aan begrijpend luisteren en lezen. Hogereordevaardigheden zoals begripscontrole en kennis van tekststructuren zijn nodig bij zowel begrijpend luisteren als begrijpend lezen om tot een goede mentale representatie van een tekst te komen.
Instructie en begeleiding beïnvloeden begrijpend luisteren in groep 1 en 2
Expliciete en systematische instructie in woordenschat (zie bijv. Coyle et al., 2010), grammatica, het maken van inferenties en begripsmonitoring kan het begrijpend luisteren verbeteren (zie Kim & Pilcher, 2016 voor een overzichtsstudie). Hogan, Bridges, Justice en Cain (2011) maken daarbij onderscheid in vaardigheden van hogere orde en lagere orde. Tot de lagereordevaardigheden behoren woordenschat en grammatica; deze zijn nodig voor letterlijk begrip van een gesproken of geschreven tekst.
Tot de hogereordevaardigheden behoren het maken van inferenties, begripscontrole en kennis van tekststructuren. Hier is helaas -zeker op kleuterleeftijd- veel minder onderzoek naar gedaan dan naar de lagereordevaardigheden.
Het leren maken van inferenties is essentieel voor het bevorderen van luisterbegrip
Al voor de start van het leesonderwijs kunnen leerlingen hogereordevaardigheden ontwikkelen. Hogan Bridges, Justice en Cain (2011) laten zien dat leerkrachten voor het verbeteren van de drie hogere vaardigheden (het maken van inferenties, begripscontrole en kennis van tekststructuren) empirisch onderbouwde instructiestrategieën kunnen toepassen in de kleutergroepen. In een activiteit als interactief voorlezen kunnen deze strategieën worden toegepast.
De meeste onderzoeken die zijn uitgevoerd naar hogereordevaardigheden hebben betrekking op het maken van inferenties en het effect daarvan op begrijpend luisteren. Met het maken van inferenties wordt bedoeld dat leerlingen tekstdelen relateren aan eigen wereldkennis om de tekst te begrijpen of te verrijken.
Van Kleeck (2008) betoogt op basis van de literatuur waarom het belangrijk is om al in de kleutergroep inferenties te leren maken, bijvoorbeeld tijdens het interactief voorlezen. Van den Broek, Kendeo, Lousberg, en Visser (2011) lieten zien dat een interventie ten aanzien van het maken van inferenties (door het stellen van causale vragen tijdens het lezen) zowel op 2 ½ - jarige en op 8 ½-jarige leeftijd effectief is. Kinderen konden na de interventie beter een verhaaltje navertellen en vragen over het verhaal correct beantwoorden.
De vaardigheid om inferenties te maken blijkt veel overeenkomst te hebben in verschillende mediums (gesproken zonder beeld, gesproken met beeld, geschreven) (Kendou, Bohn-Gettler,White, & van den Broek, 2008).
Het maken van inferenties is dus al te trainen bij luisteractiviteiten in groep 1 en 2. Omdat het maken van inferenties op kleuterleeftijd voorspellend is voor het begrijpend lezen (zie bijv. Silva & Cain, 2015) en een belangrijke rol speelt tijdens het begrijpend lezen (zie bijv. Van den Broek, 1990) is het aannemelijk dat leerlingen profijt hebben van instructie hierin in groep 1 en 2 bij het begrijpend lezen in groep 4.
Geraadpleegde bronnen
- Bowyer-Crane, C., Snowling, M. J., Duff, F. J., Fieldsend, E., Carroll, J. M., Miles, J., & Hulme, C. (2008). Improving early language and literacy skills: Differential effects of an oral language versus a phonol- ogy with reading intervention. Journal of Child Psychology and Psychi- atry, 49, 422–432. doi:10.1111/j.1469-7610.2007.01849.x
- Hogan, T. P., Bridges, M. S., Justice, L., M., & Cain, K. (2011). Increasing higher level language skills to improve reading comprehension. Focus on Exceptional Children, 44(3), 1-19.
- Hoover, W. A., & Gough, P. B. (1990). The Simple View of Reading. Reading and Writing: An Interdisciplinary Journal, 2, 127-160.
- Foorman, B. R., Petscher, Y., & Herrera, S. (2018). Unique and common effects of decoding and language factors in predicting reading comprehension in grades 1-10. Learning and Individual Differences, 63, 12–23.
- Kendeou, P., Bohn-Gettler, C., White, M. J., & van den Broek, P. (2008). Children’s inference generation across different media. Journal of Research in Reading, 31, 259–272.
- Kendeou, P., Savage, R., & Van den Broek, P. (2009). Revisiting the simple view of reading. British Journal of Educational Psychology, 79, 353–370.
- Kendeou, P., van den Broek, P., White, M., & Lynch, J. S. (2009). Predicting reading comprehension in early elementary school: the independent contributions of oral language and decoding skills. Journal of Educational Psychology, 101, 765-778.
- Kim, Y. G., & Pilcher, H. (2016). What is listening comprehension and what does it take to improve listening comprehension? In R. Schiff & M. Joshi (Eds.). Handbook of interventions in learning disabilities (pp. 159-174). New York: Springer.
- Lepola, J., Lynch, J. S., Kiuru, N., Laakkonen, E., & Niemi, P. (2016). Early oral language comprehension, task orientation, and foundational reading skills as predictors of grade 3 reading comprehension. Reading Research Quarterly, 51, 373-390.
- Silva, M., & Cain, K. (2015). The relations between lower and higher level comprehension skills and their role in prediction of early reading comprehension. Journal of Educational Psychology, 107, 321–331.
- Van den Broek, P. (1990). Causal inferences and the comprehension of narrative texts. In Graesser, A. C, & Bower, G. (Eds.), The psychology of learning and motivation: Inferences and text comprehension (Vol. 25, pp. 175-196). San Diego, CA: Academic Press.
- Van den Broek, P. W., Kendeou, P., Lousberg, S., & Visser, G. (2011). Preparing for reading comprehension: Fostering text comprehension skills in preschool and early elementary school children. International Electronic Journal of Elementary Education, 4, 259-268.
- Van Kleeck, A. (2008). Providing preschool foundations for later reading comprehension: The importance of and ideas for targeting inferencing in storybook-sharing interventions. Psychology in the Schools, 45, 627– 643.
- Verhoeven, L., T. W. & Van Leeuwe, J. (2008). Prediction of the development of reading comprehension: A longitudinal study. Applied Cognitive Psychology, 22, 407–423.
- Verhoeven, L. T.W., Voeten, M. J. M., & Vermeer, A. R. (2019). Beyond the simple view of early first and second language reading. Journal of Neurolinguistics, 50, 28 - 36.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


oo.nl


Medilex Onderwijs























