Blended learning effectiever met regelmatig online toetsen
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/blended-learning-online-toetsen.php
Auteurs: Ingrid Spanjers, Karen Könings, Jimmie Leppink, Jeroen van Merriënboer
Blended learning combineert contactonderwijs met online leren. Deze vorm van onderwijs blijkt effectiever als leerlingen van hun leraar geregeld online toetsen, zelftesten en quizzen moeten maken. Ze oefenen dan het ophalen van informatie, spreiden hun (leer)werk beter en kunnen de feedback vanuit de elektronische leeromgeving als wegwijzers gebruiken voor hun leerproces.
Onderwijs dat online leren en contactonderwijs combineert, heet blended learning (Graham, 2006; 2013). Het kan het beste van twee onderwijswerelden verenigen: enerzijds het ‘live’ contact met medeleerlingen om mee samen te werken en te discussiëren en met een leraar bij wie je met al je vragen terecht kunt, en anderzijds het gebruik van online lesmateriaal, dat leerlingen binnen en/of buiten schooltijd moeten bestuderen.
Blended learning is inmiddels niet meer weg te denken uit het onderwijs. Dit hangt samen met het toegenomen gebruik van internet. Zo gebruikte in 2007/2008 nog amper de helft van de leraren in het voorgezet onderwijs een elektronische leeromgeving, terwijl in 2011/2012 al bijna driekwart van de leraren dit deed (SLO, 2012).
Verwachtingen en effectiviteit van blended learning
Wie ‘blended learning’ intikt op Google krijgt miljoenen hits: deze vorm van onderwijs staat volop in de belangstelling. Hiervoor zijn meerdere redenen. In de eerste plaats leeft de verwachting (en de hoop) dat blended learning tot onderwijsverbetering leidt. Door het gebruik van internet is het immers eenvoudig om meer realistische en gevarieerde typen lesmateriaal te gebruiken, om innovatieve leeractiviteiten in te voeren en het onderwijs actiever en meer leerlinggericht in te richten.
Het maakt het daarbij mogelijk om leerlingen meer controle over hun eigen leerproces te geven en ze hierbij te ondersteunen. Maar toch blijft ook het directe sociale contact, via contactonderwijs, een grote rol spelen.
Daarnaast zijn er praktische en economische motieven. Zo zou blended learning toegankelijker kunnen zijn voor leerlingen die verder van de onderwijsinstelling af wonen, of om andere redenen (zoals werk of zorgtaken) minder vaak aanwezig kunnen zijn. Een andere reden waarom blended learning in de belangstelling staat, is omdat het het onderwijs kosteneffectiever zou kunnen maken (Graham, 2006). Immers: wanneer leerlingen minder aanwezig hoeven te zijn op school (omdat een deel van het leren online plaatsvindt), dalen bijvoorbeeld de energiekosten van de school.
Kortom: er zijn uiteenlopende verwachtingen van blended learning en daarom is het hoe dan ook belangrijk om meer inzicht te krijgen in de onderwijsopbrengsten van deze vorm van onderwijs. Als blended leren om praktische of economische redenen wordt ingevoerd, dan is het voldoende wanneer het even effectief en aantrekkelijk is als meer traditioneel onderwijs. Als het wordt ingevoerd uit het oogpunt van onderwijsverbetering dan moet er daadwerkelijk sprake zijn van een aantoonbare verbetering.
In een overzichtsstudie hebben wij gekeken naar wat er in de wetenschappelijke literatuur is gevonden over de effectiviteit en aantrekkelijkheid van blended learning (Spanjers et al., 2014). Daarvoor hebben we studies bekeken die blended learning vergelijken met meer traditioneel contactonderwijs, waarbij beide onderwijsvormen enigszins gelijke leeractiviteiten gebruiken en waar het online gedeelte in blended learning een deel van het meer traditionele contactonderwijs verving.
Uit deze studie blijkt dat blended learning gemiddeld iets effectiever is dan meer traditioneel contactonderwijs en ongeveer even aantrekkelijk. De gemiddelde effectgrootte is klein tot medium, positief voor effectiviteit en triviaal voor aantrekkelijkheid. ‘Gemiddeld’ betekent dat er ook vormen van blended learning zijn die minder effectief en aantrekkelijk zijn dan meer traditioneel leren.
In de volgende paragrafen gaan we in op de voorwaarden die blended learning wél effectiever maken. Vooralsnog kunnen we stellen dat de gevonden resultaten een voorzichtige ondersteuning zijn voor het gebruik van blended learning voor onderwijsverbetering, én om praktische en economische redenen. Wat dit laatste betreft is echter meer onderzoek nodig om te kijken of de verwachtingen met betrekking tot toegankelijkheid en kosteneffectiviteit terecht zijn (Graham, 2013).
Toetsen, zelftesten en quizzen
De vraag is dus: wat maakt blended learning effectiever dan meer traditioneel onderwijs? Uit onze overzichtsstudie blijkt dat de effectiviteit van blended learning samenhangt met het regelmatig laten maken van online toetsen, zelftesten en quizzen. We hebben geen aanwijzingen gevonden voor een samenhang met andere factoren, zoals:
- keuzevrijheid van leerlingen wat betreft onderwijsvorm;
- het schoolniveau (basis- en voortgezet onderwijs of vervolgonderwijs);
- het type schoolvak;
- de duur van het onderwijs;
- de vorm van communicatie in het online gedeelte van het blended onderwijs.
Bekend is dat toetsen, zelftesten en quizzen op verschillende manieren kunnen leiden tot effectiever leren: door het toetseffect, door het spreidingseffect en door het effect van feedback. Om dieper inzicht te krijgen in de mate waarin deze effecten een rol spelen, hebben wij nader onderzoek gedaan naar de studies uit onze overzichtsstudie die de leeruitkomsten van blended learning met toetsen, zelftesten en quizzen vergelijken met de leeruitkomsten van meer traditioneel onderwijs zonder dergelijke toetsen.
In totaal betrof dit dertien studies. In figuur 1 is aangegeven in hoeveel van deze dertien studies de drie verschillende effecten geleid kunnen hebben tot de betere effectiviteit van blended learning.
Figuur 1: Aantal studies waarbij toetseffect, spreidingseffect en het effect van feedback geleid kan hebben tot betere effectiviteit van blended learning en aantal studies waarbij het niet of minder waarschijnlijk is dat het toetseffect, spreidingseffect en het effect van feedback geleid hebben tot betere effectiviteit. (Referenties artikelen)
Toetseffect
Bij het maken van toetsen, zelftesten en quizzen halen leerlingen actief informatie op uit hun geheugen. In een onderzoek van Jia en collega’s (2012) is gekeken naar verschillende quizzen bedoeld om Engelse woordjes te leren. De leerlingen hoorden Engelse woordjes en moesten daar informatie bij ophalen, zoals kiezen welke vertaling de juiste was.
Of zij moesten (bij een andere quiz) het Engelse woord schrijven, aangeven wat voor een woordsoort het was en de vertaling opschrijven. Leerlingen oefenen zo het ophalen van de informatie en verstevigen daarmee ook de toegang tot de informatie in het geheugen, waardoor ze de informatie beter kunnen onthouden (Pashler et al., 2007; Kester & Van Merriënboer, 2013). Dit wordt het toetseffect genoemd (Pashler et al., 2007). Uit ons onderzoek blijkt dat dit effect in elf van de dertien studies een rol kan hebben gespeeld.
Spreidingseffect
Het tweede belangrijke effect is het spreidingseffect. Dit houdt in dat het regelmatig geven van toetsen, zelftesten en quizzen leerlingen kan motiveren hun leeractiviteiten te spreiden over de lesperiode, in plaats van deze uit te stellen tot vlak voor de afsluitende test. Door deze spreiding van leeractiviteiten besteden leerlingen wellicht ook meer tijd aan het leren (Roediger et al., 2011). Het spreidingseffect kan in zeven van de dertien studies hebben bijgedragen aan de effectiviteit van blended learning.
Effect van feedback
Het laatste effect heeft betrekking op het geven en krijgen van feedback. Online toetsen, zelftesten en quizzen geven feedback aan de leerlingen en hun leraren. Denk aan een terugkoppeling richting de leerling over de correctheid van de antwoorden die hij/zij heeft gegeven (al dan niet met een inhoudelijke component) en terugkoppeling richting de leraar over de mate waarin leerlingen de stof beheersen.
Roediger en collega’s (2011) geven aan dat feedback bij quizzen op een paar manieren een positief effect kan hebben.
- In de eerste plaats biedt het leerlingen beter inzicht in eigen kunnen. Leerlingen overschatten vaak hoe goed ze presteren. Door testen en feedback kan zelfoverschatting worden verminderd; leerlingen kunnen daardoor beter beoordelen of ze nog meer tijd moeten besteden aan het leren.
- In de tweede plaats krijgen leraren en leerlingen een beter idee van hoe goed verschillende onderdelen van de stof beheerst worden. Zo kunnen zij bepalen welke onderdelen nog beter bestudeerd moeten worden en hoe zij dus de tijd (om te leren of onderwijs te geven) het beste kunnen verdelen. Dit ondersteunt leerlingen bij het reguleren van hun leren en dat is, naast het opdoen van kennis en vaardigheden, tegenwoordig ook vaak een doel in het onderwijs (Kester & Van Merriënboer, 2013).
- Tot slot kunnen leerlingen van de feedback leren wat de correcte antwoorden zijn.
In twaalf van de dertien studies naar blended learning vonden we duidelijk aanwijzingen dat de toetsen, zelftesten en quizzen feedback aan de leerlingen en/of leraar gaven. Bij deze studies kunnen één of meer van de beschreven effecten van feedback opgetreden zijn.
Wat werkt bij blended learning?
Blended learning is effectiever als een leraar zijn of haar leerlingen regelmatig online toetsen, zelftesten en quizzen laat maken. Zij leren dan kennis op te halen, waardoor ze deze makkelijker onthouden, ze leren meer door de lesperiode heen in plaats van alleen vlak voor de afsluitende toets en ze krijgen feedback die hen aanwijzingen geeft voor hun leerproces.
Ook de leraar krijgt feedback, die hem of haar inzicht verschaft in welke onderdelen van de stof leerlingen lastig vinden. Op basis hiervan kan de leraar het lesprogramma aanpassen. Zo leidt blended learning daadwerkelijk tot verbetering van het onderwijs.
Referenties
- Graham, C.R. (2006). Introduction to blended learning In C.J. Bonk & C.R. Graham (Red.), Handbook of Blended Learning: Global Perspectives, Local Designs (pp. 3-22). San Francisco, CA: Pfeiffer.
- Graham, C.R. (2013). Emerging practice and research in blended learning. In M.G. Moore (Red.), Handbook of Distance Education (3e editie, pp. 333-350). New York, NY: Routledge.
- Jia, J., Chen, Y., Ding, Z. & Ruan, M. (2012). Effects of a vocabulary acquisition and assessment system on students’ performance in a blended learning class for English subject. Computers & Education, 58(1), 63-76.
- Kester, L. & Merriënboer, J. van. (2013). Effectief leren van multimediale leerbronnen.4W. Weten Wat Werkt en Waarom, 2(4), 14-51.
- Pashler, H., Bain, P.M., Bottge, B.A., Graesser, A., Koedinger, K., McDaniel, & Metcalfe, J. (2007). Organizing instruction and study to improve student learning (NCER2007-2004). Washington, DC: National Center for Education Research, Institute of Education Sciences, U.S. Department of Education. Beschikbaar op http://ncer.ed.gov.
- Roediger, H.L., Putnam, A.L. & Smith, M.A. (2011). Ten benefts of testing and their applications to educational practices. In J. Mestre & B. Ross (Red.), Psychology of Learning and Motivation (deel 5, pp. 1-36 ). Oxford: Elsevier.
- Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2012). Trends in leermiddelen: Leermiddelenmonitor 07-12. Enschede: SLO.
- Spanjers, I.A.E., Könings, K.D., Leppink, J. & Merriënboer, J.J.G., van. (2014). Blended leren: Hype of verrijking van het onderwijs? Rapportage voor Kennisnet. Beschikbaar op http://www.kennisnet.nl/onderzoek/nieuws/blended-leren-hype-of-verrijking-van-het-onderwijs.
Wat we weten over de effectiviteit van blended learning
Zo vormgegeven leidt blended learning tot verbetering van het onderwijs. |
Bron: Kennisnet