Zes misverstanden over ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Peter de Vries

Expert ouderbetrokkenheid bij PeterdeVries.nu

  

  Geplaatst op 30 april 2020

Mijn ervaring is dat ouderbetrokkenheid, vormgegeven zoals onderzoeken dat aantonen, nog onvoldoende op de agenda staat van veel scholen voor voortgezet onderwijs. En dat dit te maken heeft met een aantal misverstanden over wat ouderbetrokkenheid wel en niet is en hoe je dat vormgeeft. In dit artikel wil ik een aantal misverstanden over ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs de revue laten passeren.

Inleiding

Wanneer ik iets schrijf over ouderbetrokkenheid, krijg ik vaak reacties dat er in het voortgezet onderwijs nog een wereld te winnen is. Deze reacties komen meestal van leerkrachten uit het basisonderwijs en van ouders van wie hun kinderen het voortgezet onderwijs bezoeken. Tijdens trainingen in het basisonderwijs reageren leerkrachten vaak: “Geef je deze training ook in het voortgezet onderwijs? Dat zou goed zijn.” Toch is ouderbetrokkenheid volgens veel scholen voor voortgezet onderwijs wel belangrijk.

Zo lees ik op de website van de school van mijn dochter: 'Leren doen we samen' geldt ook voor de contacten tussen onze school en de ouders, want ook die wederzijdse samenwerking vinden wij heel belangrijk. Maar de praktijk is vooral dat we goed worden geïnformeerd over alles, dat van ons verwacht wordt dat we onze kinderen thuis ondersteunen met huiswerk en hen in de gaten houden met Magister. Maar dat is nog geen ouderbetrokkenheid om de beoogde effecten te halen die onderzoeken ons inmiddels leren.

Wel staat men open voor samenwerking als het niet lekker gaat met je kind, maar samenwerken is ook belangrijk voor leerlingen zonder zorgen. Ook zijn er steeds meer scholen die zogenaamde MOL-gesprekken voeren (Mentor-Ouder-Leerling), in die gesprekken komt samenwerking vaak mooi tot stand. Maar ouderbetrokkenheid is meer.

Misverstand 1

Ouderbetrokkenheid is vooral iets voor het basisonderwijs

Uit onderzoeken blijkt dat veel docenten in het voortgezet onderwijs ouderbetrokkenheid als iets beschouwen voor het basisonderwijs (Lusse & Willemse, 2018). Daarom is het goed om te stil te staan bij wat ouderbetrokkenheid dan inhoudt. In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen ouderparticipatie, ouderverantwoordelijkheid en ouderbetrokkenheid (De Vries, 2017). Onder ouderparticipatie wordt verstaan dat ouders meehelpen op school. Te denken valt aan het als chauffeur meerijden voor een excursie, maar ook zitting hebben in de medezeggenschapsraad wordt vaak onder ouderparticipatie gerekend.

Het eerste wordt wel informele ouderparticipatie genoemd, het tweede formele ouderparticipatie. Eigenlijk is het vrijwilligerswerk op school, in wat voor vorm dan ook. De informele ouderparticipatie komt in het voortgezet onderwijs nauwelijks voor. Onder ouderverantwoordelijkheid wordt de verantwoordelijkheid van ouders voor hun kind verstaan, die afneemt naarmate het kind zelfstandiger wordt (Stroetinga, in Oostdam & De Vries, 2014). Weergegeven in het volgende schema:

 

Het verminderen van ouderverantwoordelijkheid is een streven van het voortgezet onderwijs. Maar ouderbetrokkenheid is in het voortgezet onderwijs van groot belang. Ik hanteer daarom de volgende visie:

School en ouders werken effectief en efficiënt samen om de leerling steeds meer verantwoordelijkheid over zijn eigen ontwikkeling te geven (het eigenaarschap van de leerling). Deze ontwikkeling is gericht op het vergroten van kennis en sociale vaardigheden om hem tot een zelfverantwoordelijke burger te vormen.

Het gaat bij ouderbetrokkenheid dan ook om goed samenwerken met alle ouders.

Misverstand 2

Wij informeren ouders goed

Scholen informeren ouders vaak goed. Maar ouderbetrokkenheid omvat meer dan informeren van en zelfs communiceren met ouders. Het is belangrijk om te kijken welke vormen van ouderbetrokkenheid effecten laten zien bij leerlingen in het voortgezet onderwijs. Want ook specifiek voor de leeftijdsgroep van twaalf tot achttien jaar zijn positieve effecten van ouderbetrokkenheid gemeten. Dit geldt vooral voor taal- en wiskundeprestaties, maar ook voor niet-cognitieve aspecten, zoals zelfbeeld, motivatie, zelfwerkzaamheid, spijbelen, voortijdig schoolverlaten en loopbaanoriëntatie.

Het gaat hierbij vooral om de thuisbetrokkenheid (de betrokkenheid die ouders thuis tonen), zoals interesse tonen, aanmoedigen en hoge verwachtingen die ouders van hun kind hebben. Daarom vereist het kennis van de docent om die zogeheten ‘thuisbetrokkenheid’ te faciliteren (Lusse & Willemse, 2018). Bijvoorbeeld hoe ga je als docent met Magister om? Heb je voldoende kennis van de ontwikkelingspsychologie van jongeren in relatie tot hun ouders, en welke invloed hebben ouders op de school- en loopbaanontwikkeling van hun kind? Hoe beïnvloed je dat op een positieve manier?

Het gaat ook over de bewustwording van de positie van de leerling in de samenwerking met ouders. Ouderbetrokkenheid kan al gauw worden opgevat als de samenwerking tussen de mentor en ouders, terwijl ouderbetrokkenheid zich juist zou moeten richten op de positionering van de leerling (Lusse & Willemse, 2018). Verder laat onderzoek zien dat het belangrijk is dat docenten zich kunnen verplaatsen in beroepen waar ouders ook mee te maken krijgen in de schoolperiode van hun kind. Zo is het noodzakelijk dat lerarend bijvoorbeeld tijdens hun opleiding meelopen met de schoolpsycholoog of maatschappelijk werker, omdat dit de samenwerking met ouders zal verbeteren (Lusse & Willemse, 2018).

Misverstand 3

Leerlingen in het voortgezet onderwijs zitten niet op ouderbetrokkenheid te wachten

Als je het leerlingen vraagt, willen ze helemaal niet dat hun ouders zich met school bemoeien. Dat klopt, maar het ligt wel genuanceerder.

  • Het hangt af van de mate waarin leerlingen zitten op de lijn van steeds meer zelf verantwoordelijkheid overnemen van hun ouders (zie figuur boven).
  • Leerlingen willen geen uitzondering zijn, dus ook niet wanneer zij de enigen zijn met wiens ouders géén contact is.
  • Er zijn negatieve effecten gemeten ten aanzien van ouderbetrokkenheid bij oudere leerlingen. Bijvoorbeeld wanneer ouders zich te veel bemoeien met het huiswerk van hun kind of sociale controle uitoefenen of grote druk om goed te presteren. Als de frequentie van het contact tussen school en ouders toeneemt vanwege slechte prestaties of spijbelgedrag, kan ook dat negatieve effecten hebben, want ook dan kan een kind te veel druk ervaren (Bakker et al., 2013). Zo kan ook Magister bij verkeerd gebruik door ouder en/of docent juist negatieve effecten hebben.

Een voorbeeld dat ik als vader meemaakte, maakte mij duidelijk wat een goede samenwerking tussen leerling, school en ouders is. Toen onze dochter in VMBO 4 zat werd ze humeuriger naarmate het examen dichterbij kwam. In januari van dat jaar wisten we als ouders niet meer zo goed wat we met de situatie moesten en we besloten een gesprek met haar en haar mentor te organiseren. Onze dochter sputterde nogal, maar het gesprek vond plaats. De mentor complimenteerde ons dat we met z’n drieën kwamen, want zei ze tegen onze dochter: “Als mijn ouders dit vroeger hadden gedaan vermoed ik dat ik niet was blijven zitten.”

Onze dochter ontspande bij deze opmerking, want kennelijk was het niet gek dat we met z’n vieren een gesprek hadden. “Wat is het probleem?” vroeg de mentor. Onze dochter: “Mijn ouders zitten altijd boven op mijn weekplanning.” De mentor verifieerde bij ons of dit klopte en wij beaamden dat. “Want,” zeiden we, “als we dat niet doen, lukt het haar niet zo goed.” Onze dochter bevestigde dit. “Als ik nu elke twee weken met jou de weekplanning doorneem, wat heb je dan van je ouders nodig?” “Gewoon,” antwoordde ze, “dat ze er voor me zijn als ik hen iets vraag.” Een simpele oplossing voor een ingewikkeld probleem. Buiten zei ze tegen ons: “Waarom hebben we nooit eerder zulke afspraken gemaakt met elkaar? Dan was het allemaal toch veel gemakkelijker geweest?” (De Vries, 2020).

Misverstand 4

Mijn vak is lesgeven, aan leerlingen

Een docent geeft les en we weten dat het vak van docent om pedagogische vaardigheden vraagt om jongeren te begrijpen. Dat is meer dan ‘orde kunnen houden’ wat naast didactische vaardigheden vroeger de belangrijkste eis leek te zijn. Wil je jongeren in hun ontwikkeling goed kunnen begrijpen en begeleiden, dan kan dat alleen maar wanneer je hen wilt begrijpen en begeleiden in hun totale context, dus ook van hun gezin. Dan is niet zozeer de focus de betrokkenheid ván ouders, maar je betrokkenheid óp ouders belangrijk. Door goed contact en een optimale samenwerking met ouders, leer je leerlingen in z’n totale ontwikkeling beter kennen en weet je hen nog meer te stimuleren en te motiveren. Een docent die zijn vak en zijn leerlingen serieus neemt, verdiept zich in de ouders en weet beschikbare theorieën en onderzoeken over ouderbetrokkenheid doelmatig in te zetten.

Niet zozeer de betrokkenheid ván ouders, maar de betrokkenheid van de docent óp ouders is belangrijk.

Misverstand 5

Ouders moeten ons als professionals vertrouwen

“Ouders kunnen ook iets té mondig zijn,” kopte De Volkskrant op 17 juli 2019: “Er moet een halt worden toegeroepen aan ouders die menen alles beter te weten dan de school, betoogt schoolleider Titia Wittenberg. (…) … de toenemende juridisering van het onderwijs is een feit. Hoe kan de wal het schip keren? Volgens mij kan dat als de overheid niet alleen oog heeft voor het regelen van de rechten van ouders, maar ook beter kijkt naar de rechten van docenten. (…) Ouders denken dat zij, in tegenstelling tot de vakdocenten, wél het tekort van 0.4 kunnen vinden in één van de acht examens waardoor hun kind alsnog geslaagd zou zijn.

Immers, de wet biedt het recht op inzage ter controle; je zou wel gek zijn dit niet te gebruiken. ‘Hoe kan ik mijn kind nog in de ogen kijken als ik niet alles heb geprobeerd om de beslissing terug te draaien?’ of ‘Niet geschoten is altijd mis’. (…) Ik roep politieke partijen op beleid te maken waar het recht van de mondige ouder ophoudt en waar de bevoegdheden van de onderwijsprofessional vanzelfsprekend zijn. Waar (aan)klagen geen zin heeft. Beslissen ouders of een kind over kan of niet? Beslissen ouders in welke klas hun kind moet worden geplaatst, van welke docent het les moet krijgen, hoeveel herkansingen het moet krijgen?” (Wittenberg, 2019).

Natuurlijk is het belangrijk dat docenten worden erkend in hun vakmanschap en het volste vertrouwen genieten van ouders. Maar vertrouwen is nauwelijks af te dwingen, wel te winnen. Het besef dat je met andermans kinderen in een soms ingewikkelde leeftijd en dus ontwikkelingsproces mag werken, is het uitgangspunt om niet zozeer vertrouwen te vragen, maar vooral vertrouwen te geven. Het vraagt om zelfvertrouwen en betrouwbaarheid van de docent, zoals je dat ook van bijvoorbeeld een arts mag verwachten.

Iemand die niet gauw van zijn stuk te brengen is, omdat hij ouders vanuit zijn vakkennis ouders weet te overtuigen. Iemand die betrouwbaar alle afspraken nakomt en altijd respectvol met en over ouders spreekt en dus ook grenzen weet te stellen wanneer dat nodig is, en zichzelf laat begrenzen, ook door ouders. Overigens is dit professionele gedrag naar ouders ook enorm belangrijk voor de imago van de school, want het imago van een school wordt meer bepaald door het gedrag van medewerkers dan door bijvoorbeeld een strak onderwijsconcept (Birkigt & Stadler, 1986).

Ouderbetrokkenheid begint met ouders vertrouwen te geven in plaats van te vragen.

Misverstand 6

Ouderbetrokkenheid kost veel tijd

Ouderbetrokkenheid kost veel tijd, en die tijd is er gewoon niet, is een redenering die ik vaak hoor op scholen voor het voortgezet onderwijs. Allereerst is het belangrijk om taken goed af te bakenen. Het is de mentor die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor contact met alle ouders van zijn klas. Daarnaast is het belangrijk om effectief en efficiënt samen te werken met ouders. Zogenaamde startgesprekken aan het begin van het jaar (ook in het voortgezet onderwijs) hebben hun waarde bewezen, onderbouwd door onderzoek (Lusse, 2013).

Wanneer we informatie multimediaal en eigentijds durven delen kunnen we bezuinigen op bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten. Wanneer we de tienminutengesprekken als vorm durven te vervangen door communicatie op maat, passend bij de ontwikkeling van elke leerling, zul je zien dat het niet alleen minder werkstress maar meestal ook minder werkdruk oplevert.

Conclusies

We kunnen de volgende conclusies trekken:

  • ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs is een meer dan relevant thema en is altijd gericht op de ontwikkeling van de leerling;
  • ouderbetrokkenheid vraagt voor alle docenten in het voortgezet onderwijs om vooral kennis van zaken (kennis van theorie en onderzoeken, kennis van processen als loyaliteit naar ouders en daardoor de invloed van ouders, effectieve vormen in plaats van traditionele vormen van ouderbetrokkenheid enzovoort), daarnaast is het voor sommigen nodig om gericht te oefenen in het voeren van gesprekken;
  • wanneer je ouderbetrokkenheid effectief en efficiënt vormgeeft en je laat leiden door vooral onderzoeken hoe je dat doet, geeft het meer werkplezier en levert het meestal tijd op.

Zie voor meer informatie: www.ouderbetrokkenheidnext.nl en Ouderbetrokkenheid neXt, Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs.

Bronnen

  • Bakker, J., Denessen, E., Dennissen, M. & Oolbekkink-Marchand, H. (2013). Leerkrachten en ouderbetrokkenheid. Een reviewstudie naar de effectiviteit van ouderbetrokkenheid en de rol die leraren daarbij kunnen vervullen. Nijmegen: Radboud Universiteit.
  • Birkigt & Stadler, 1986 in Scholten, S., & Verhoeven, A. (2009). Handboek marketing en communicatie voor scholen: De eerste indruk is bepalend... Amersfoort: CPS.
  • De Vries, P. (2017). Handboek Ouderbetrokkenheid 3.0. Amersfoort: CPS.
  • De Vries, P. (2020). Ouderbetrokkenheid neXt. Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs. Huizen: Pica.
  • Lusse, M. (2013). Een kwestie van vertrouwen: Een ontwerpgericht onderzoek naar het  verbeteren van het contact met ouders in het ‘grootstedelijke’ vmbo als bijdrage aan preventie van schooluitval. Proefschrift. Rotterdam: Rotterdam University Press.
  • Lusse, M. & Willemse, M. (2018). Samenwerken met ouders. Wat betekent het voor de leraar als professional? Van Twaalf tot Achttien, 2018-6, 22-24.
  • Oostdam, R.J. & De Vries, P. (redactie) (2014). Samen werken aan leren en opvoeden. Basisboek over ouders en school. Bussum: Coutinho.
  • Wittenberg, T. (2019). Ouders kunnen ook iets té mondig zijn. De Volkskrant. Geraadpleegd op 23 april 2020, van https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/ouders-kunnen-ook-iets-te-mondig-zijn~b1b3522e/?referer

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Antipestcoördinator in het po
Antipestcoördinator in het po
Pestgedag signaleren, beleid in de praktijk en gespreksvoering
Medilex Onderwijs 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
E-learning module
Wat is ouderbetrokkenheid?
Wat is ouderbetrokkenheid?
Gratis online module over ouderbetrokkenheid in het VO
Wij-leren.nl Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Ouderbetrokkenheid
Ouderbetrokkenheid - communicatie - educatief partnerschap.
Arja Kerpel
Ouderbetrokkenheid in VO
Ouderbetrokkenheid in het Voortgezet Onderwijs
Peter de Vries
Samenwerking ouders
Leerlingsucces vraagt om samenwerking met ouders
Peter de Vries
MBO en ouders
Ouderbetrokkenheid op het mbo noodzakelijk voor schoolsucces!
Peter de Vries
Tips voor ouderbetrokkenheid
Ouderbetrokkenheid; zeven dingen die elke ouder moet weten
Peter de Vries
Het polariseren van ouders helpt niet
Wie oordeelt over ouders, stopt met luisteren
Peter de Vries
Veeleisende ouders
Veeleisende ouders
Peter de Vries
Tips voor mentoren in begeleiding problematiek
De morele plicht van elke mentor
Ivo Mijland
De mentor als spil in de begeleiding
Beter goed gedaan dan beter geprobeerd
Ivo Mijland
Een domme mentor
Gezocht: domme mentoren (m/v)
Ivo Mijland
Strategie voor opvangen van productieve relaties met ouders
Een strategie voor het opbouwen van productieve relaties met ouders
Crystal Frommert
Strategie voor opvangen van productieve relaties met ouders
Een strategie voor het opbouwen van productieve relaties met ouders
Crystal Frommert
Weg met oudertevredenheidsonderzoeken
Weg met oudertevredenheids-onderzoeken!
Peter de Vries
It takes a schoolclass to raise a child
It takes a schoolclass to raise a child
Peter de Vries
Te betrokken ouders bestaan niet
Te betrokken ouders bestaan niet
Peter de Vries
Emo mails verboden
Emo-mails verboden!
Peter de Vries
Emo mails verboden
Emo-mails verboden!
Peter de Vries
Samen sterk
Samen sterk - Ouderbetrokkenheid en schoolsucces
Arja Kerpel
Ouderbetrokkenheid NeXt
Ouderbetrokkenheid NeXt, Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs
Joost Karels

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Communicatie met ouders in een video van één minuut uitgelegd
Communicatie met ouders in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



communicatie met ouders
mentor
ouderavond
ouderbetrokkenheid
ouderparticipatie
oudertevredenheidspeiling

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest