Kennisplatform
Kindgesprekken voeren - hoe doe je dat? Gratis leermodules van Noëlle Pameijer en Karen van Kooten.

Woorden leren in de zaakvakken - deel 4

Filipiak, P. (2022). Woorden leren in de zaakvakken - deel 4.
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/woorden-leren-in-zaakvakken-hulpmiddelen.php.
Geplaatst op 26 maart 2022
Zaakvakwoorden hulpmiddelen

In een viertal delen van het artikel Woorden leren in de zaakvakken wordt het leren van woorden in de zaakvakken besproken. In het eerste deel werd besproken wat goed zaakvakonderwijs inhoudt en werd de werkwijze ‘Zesstappenaanpak’ voor het aanleren van zaakvakwoorden besproken. In het tweede deel werd ingegaan op drie andere werkwijzen voor het aanleren van zaakvakwoorden en waarom woordenboeken gebruikt moeten worden in het zaakvakonderwijs. In het derde deel lag de focus op het werken met woordenboeken. In dit vierde deel wordt het schrijvend woorden gebruiken besproken.

Wiki-schrijven met woorden 

ICT kan een stimulerend hulpmiddel zijn bij het schrijven, herschrijven en vormgeven van teksten. ICT biedt meer mogelijkheden om het schrijfonderwijs en de toepassing van woorden aantrekkelijker te maken. Werkstukken worden vormgegeven met behulp van opmaakprogramma's en illustraties van internet. Je kunt hiermee woord, beeld en tekst gemakkelijk combineren. Leerlingen plaatsen net als echte schrijvers foto's van zichzelf bij hun teksten. Ze geven commentaar met de commentaarfunctie van Word en versturen hun teksten via e-mail. ICT-gebruik is een wezenlijk onderdeel van de jeugdcultuur; leerlingen werken er graag mee en zijn er handig (Hoogeveen, Brouwer, 2011). 

Zie voor voorbeelden: 

Meester (!) Sanne gebruikte met zijn groep 7 de gratis Wiki-omgeving PBworks waarmee leerlingen schrijvend woorden gebruiken. Dit is heel belangrijk in het woordenschatonderwijs. Betreffende Wiki-mogelijkheid is gemakkelijk te gebruiken, zeker voor de leerlingen. De software is Engelstalig, maar dat levert nauwelijks problemen op'. Naast 'PBworks' zijn er nog andere gratis Wiki-omgevingen beschikbaar, zoals MediaWiki en Google Docs

Elk heeft zijn eigen voor- en nadelen. Welke Wiki-omgeving je kiest, is vooral een kwestie van smaak of van wat anderen in je omgeving gebruiken. De groepen 8 uit Riethoven en Westerhoven (internet) hebben samen een Digitale leeromgeving ingericht in de vorm van een Wiki. 'We hebben ervoor gekozen om te werken rondom het vakgebied woordenschat. Elke week plaatsen beide groepen een aantal woorden uit hun eigen leerstof op de Wiki. Deze woorden worden uitgelegd met behulp van plaatjes, filmpjes, uitleg uit een woordenboek of met voorbeelden. De uitleg van de woorden, door de leerlingen gemaakt, wordt bekeken door de leerlingen uit het andere dorp. Op deze manier leren we van en aan elkaar. De leerlingen hebben nieuwe vaardigheden geleerd met betrekking tot het inrichten van de Wiki, bijvoorbeeld het 'embedden' van een filmpje van YouTube'. 

Account(s) aanmaken

Meester (geen juf) Sanne en de leerlingen uit zijn groep 7 hadden allemaal een eigen account; ze logden in met hun eigen e-mailadres en school-wachtwoord. Een andere mogelijkheid is om één groepsaccount aan te maken. Wie daarvoor kiest, is nog minder voorbereidingstijd kwijt voordat de leerlingen aan de slag kunnen. Die klas- of groepsaccounts, dat door sommige leerkrachten als erg handig ervaren, zijn alleen beschikbaar in PBworks. 

Uitproberen

Een aanrader is wel om, voordat de leerlingen echt met hun werkstuk aan de slag gaan, even met zijn allen de mogelijkheden te verkennen. Marian: 'Ik had voor dat doel een 'rommel-Wiki' aangemaakt waar we van alles in geprobeerd hebben: tekst en plaatjes invoeren, een link toevoegen, een filmpje plaatsen, wat opmerkingen maken. Gewoon met zijn allen een beetje rommelen. Dat bleek genoeg om met het serieuze werk te beginnen.’ 

Werkstukken 

Leerlingen kunnen zowel thuis als op school aan hun Wiki-werkstuk werken, ook als de computer niet zo snel is. Een internetverbinding en een gratis account zijn alles wat je nodig hebt. Een leerkracht kan naar eigen keuze een Wiki openbaar en voor iedereen zichtbaar maken, of juist afgeschermd houden. In dit laatste geval wordt de Wiki achter een wachtwoord geplaatst. Door zich te abonneren op meldingen per e-mail over iedere verandering in de Wiki, kan je eenvoudig in de gaten houden wat de leerlingen precies doen. 

Aurora vertelt: 'Als in een pagina van een ander een spelfout staat of zo, mag je dat wel bij elkaar veranderen. Of als iemand hoofdletters vergeten is, die heb ik er op een pagina van Loubna wel eens ingezet. Maar je mag niet hele stukken van iemand anders veranderen. Als je vindt dat iets er een beetje raar uitziet, als je echt vindt dat iets anders moet, of dat er nog een plaatje of een filmpje bij moet, dan zeg je het tegen elkaar. Of je kunt onderaan een pagina een opmerking maken'. 'Hoi, ik wil dit veranderen, mag dat?' 'Het scheelt ook dat je goede vrienden van elkaar bent, dan gaan die dingen best gemakkelijk.

De leerlingen zijn eensgezind in hun oordeel: 'Dit werkstuk was een succes. Olaf verwoordde het als volgt in zijn slotwoord: 'Ik hoop dat jullie het een leuke en leerzame Wiki vonden. Ik vond het in elk geval heel leuk om eraan te werken en ik heb er heel veel van geleerd. Van alle andere werkstukken die ik gemaakt heb, vond ik dit het meest leerzaam. Vooral omdat je zoveel moest samenwerken. Het was wel even wennen, maar het is goed gekomen. Het was best moeilijk om alles op tijd af te krijgen, maar het is gelukt.' 

Werk ook met webpaden die erop zijn gericht om leerlingen feitenkennis bij te brengen. Hier staan vragen die helpen om een artikel op te bouwen, met bronnen die je kunt gebruiken. Verwerk de informatie met Wikikids, dat gebruik maakt van tekst, woorden, beelden, beweging en geluiden. Laat de gemaakte teksten zien op het Digibord en bespreek ze op het gebied van de toegepaste zaakvakbegrippen. 
Zie ook: Wiki-werkstuk, over het maken van een Wiki-werkstuk, JSW november 2011, bladzijde 25-27: M. van der Pol. 

Het Digibord

De school van Tessa van Zadelhoff (Internet en zie ook www.warempel.nl) gebruikt het Digitale schoolbord op diverse manieren voor woordenschatonderwijs. Ze maken woordenboekpagina’s. Dat doen ze door vanuit de plaatjesbibliotheek door plaatjes rondom een bepaald thema te zoeken en daar de woorden bij te schrijven of te typen. Ieder groepje zorgt voor een pagina rond een bepaald onderwerp. Woorden die vanuit de actualiteitenkring naar voren kwamen als moeilijk, worden in een moeilijk woordenboek geplaatst. Per pagina plaatsen ze een woord plus de bijbehorende betekenis. Eventueel komt er een plaatje bij en wordt een zin gemaakt waarin het woord gebruikt wordt, zodat je uit de context de waarschijnlijke betekenis kunt opmaken. 

Het verhaal van Tessa deed Arja Veerman (internet) denken aan het programma inspiration/kidspiration. Dit is een concept-mapping programma, dat je heel goed op een Digiboard kan gebruiken. Je kan goed met woorden en begrippen slepen, deze met elkaar verbinden en snel associaties maken. Met Inspiration kun je Digitale 'conceptmaps' maken, waarbij je begrippen vrij aan elkaar linkt en daaraan ook aantekeningen kan hangen met audio, video, websites en documenten. Ook kun je zelf plaatjes invoeren en door anderen laten gebruiken. Inspiration kun je heel goed gebruiken bij leeractiviteiten of werkvormen zoals gezamenlijk brainstormen, oriënteren, reflecteren. Ook voor het werken aan de woordenschat kun je je er van alles bij voorstellen. Bijvoorbeeld associatief redeneren en dit visueel weergeven in een map (Bron: kennisnet).

'Nieuwe Zaken' voor groep 7 en 8 (Zwijsen) brengt de wereld in de klas met Digibordlessen voor de zaakvakken, gebaseerd op het nieuws. 36 keer per jaar maakt de educatieve redactie van Nieuwe Zaken een les voor op het Digibord, op basis van een aansprekend en actueel nieuwsbericht. Hoe ziet een les eruit? Vieze restaurants in het nieuws? Dan krijg je bijvoorbeeld een Digibordles over bacteriën en schimmels. Sail Amsterdam? 

Goed voor een Digibordles over ontdekkingsreizigers door de eeuwen heen. De lessen verschijnen steeds compleet online op het Digibord. Zo kun je de lessen eenvoudig klassikaal behandelen en hoef je weinig voor te bereiden. Alleen de werkbladen print je uit. Het spreekt voor zich dat je hiermee veel woordgroep-drie-woorden kunt aanbieden. Een doorsnee Digibordles bevat:

  • Een filmfragment dat het nieuwsbericht introduceert;
  • Een educatieve animatie die de essentie van een proces of concept voor alle leerlingen duidelijk maakt (bijvoorbeeld het groeien van een plant of de kringloop van het water);
  • Interactieve opdrachten die je vanaf het Digibord klassikaal kunt doen;
  • Werkbladen waarmee de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen;
  • Voorbeeldschermen. 

Waar vind ik de tijd en hoe ga ik om met de verschillen?

Voor het leren gebruiken van diverse woordenboeken en het verschijnsel van definities moet apart tijd ingeruimd worden. Doe het in het kader van het zaakvakonderwijs. Win wat tijd door zaakvakbegrippen uit woordenlijsten van je taalmethode geen uitgebreide aandacht te geven. Differentieer door weer drie subgroepen te maken met leerlingen die veel, weinig of geen instructie nodig hebben bij het leren werken met definities, woordenboeken en wiki-schrijven. En pel de instructie in de les af. Daarna kunnen de leerlingen er in tweetallen het gebruik van een woordenboek en wiki-schrijven oefenen om er daarna ook individueel mee te gaan werken. Het maken van Wiki-werkstukken met het schrijvend woorden gebruiken kan ook in tweetallen plaats vinden. De leerlingen leren daarbij vaak veel van elkaar. Het tweetal bestaat uit een goede en een minder goede woordleerder. 

Samenvatting

Het leren van zaakvakbegrippen uit de zaakvakmethoden vereist een aparte woordenschataanpak, die ingebed moet zijn in goed zaakvakonderwijs. We noemden de 'Zesstappenaanpak, 'Samen aan de praat', ‘Lezend woorden leren’ en de ‘Viertakt’. Je las over acht stappen om met een woordenboek te leren omgaan, waarbij de vertrouwdheid met grafische schema's en daarop gebaseerde definities voorwaardelijk zijn; vooral bij het begrijpen en gebruiken van zaakvakbegrippen. Het ging verder over het gebruik van Wikipedia en het Digibord met betrekking tot het luisterend, pratend, lezend en schrijvend zaakvakwoorden leren. 

Geraadpleegde literatuur

  • Allen, J. (1999). Words, Words, Words. Teaching Vocabulary in grades 4-12. Stenhouse Publishers. 
  • Anderson & Nagy (1992). The vocabulary conundrum. American Educator.
  • Appel, A. Kuiken, F. Vermeer, A. (1995). Nederlands als Tweede Taal in het basisonderwijs. Meulenhoff Educatief.
  • Aitchinson, J. (1994 en 2003). Words in the mind: In: Introduction to the Mental lexicon. 3rd edn. Oxford, Blackwell Publishing.
  • Beck, I. McKeown, M. G , & Kucan, L. (2008, 2010). Creating Robust Vocabulary: Frequently Asked Questions. Guilford Press.
  • Blachowicz, C. Fisher, P. (2004). Vocabulary Lessons; Educational Leadership. In: J. Preszler (2006); Strategies to Build Student Vocabularies, grades 4-12.
  • Blachowicz, C. Fisher, P. J. (2010). Teaching Vocabulary in All Classrooms. Allyn & Bacon.
  • Block, C. & Pressley, M. (2002). In: Comprehension Instruction; Research-Based Best Practices. The Guilford Press. Het hele artikel is vertaald bij Onderwijs Maak Je Samen (OMJS), waar de rechten voor verspreiding in Nederland berusten.
  • Browne, Cihi, Culligan. (2007). Measuring Vocabulary Size via Online Technology. Lexica.
  • Bonset, H. en Hoogeveen, M. (2010). Woordenschatontwikkeling in het basisonderwijs. SLO.
  • Carter, R. & Mccartey, M. (1989). Vocabulary and Language Teaching. Longman.
  • Crutch, S.J. (2006). Qualitatively different semantic representations for abstract and concrete words. Neurocas, 12, 91-97.
  • Davis, M.H. Di Betta, A.M., Macdonald M.J.E., Gaskell, M.G. (2008). Learning and Consolidation of Novel Spoken Words. Journal of Cognitive Neuroscience 21: 4, pp. 803. Massachusetts Institute of Technology.
  • Desain, S. (2010). Wiki-werkstukken; Gebruik van ICT bij samenwerken; JSW maart, 2010.
  • Duerings, J., Linden, B. van der, Schuurs, U., & Strating, H. (2011). Op Woordenjacht. Garant.
  • Elsäcker, W. Damhuis, R. Droop, M. & Segers, E. (2010). Zaakvakken en taal: Twee vliegen in één klap. Taalontwikkeling stimuleren bij het zaakvakonderwijs in groep 5-8 van de basisschool. Expertisecentrum Nederlands.
  • Graves, M.F. (2000). A Vocabulary program to complement and bolster a middle-grade comprehension program. In: B.M. Taylor, M.F.
  • Grave, P. & van den Broek (Eds), Reading for meaning: Fostering comprehension in the middle grades New York. Teachers College Press, Newark. International Reading Association.
  • Guchte & Vermeer (2003). Een passende woordkeus: het kiezen van woorden voor woordenschatlessen. 69 (1). Toegepaste Taalwetenschap in Artikelen, 69, 9-22.
  • Guthrie, J. & Ozgungor, S. (2002). Instructional Contexts for Reading Engagement. In: Comprehension Instruction; C. Block en M. Pressley (2002). Het hele artikel is vertaald bij Onderwijs Maak Je Samen (OMJS), waar de rechten voor verspreiding in Nederland berusten.
  • Hiebert, E. en Kamil, M. ed. (2005). PAVED for Success;. In: Teaching and Learning Vocabulary; bringing Research to Practice.
  • Hiebert, E. H. en Kamil, M. L. (2005). Teaching and Learning Vocabulary; Bringing Research to Practice. Lawrence Erlbaum, Publishers.
  • Hoff, E. Shatz, M. EDT (2009). Blackwell Handbook of Language Development.. John Wiley And Sons Ltd.
  • Lehr, F., Osborn, J. & Hibert, H. (2004). A Focus on Vocabulary. Pacific Resources for Education and Learning; product # ES0419.
  • Lemov, D. (2010). Teach like A Champion; 49 techniques that Put Students on the Path to College. Jossey-Bass.
  • Lieshout, K. van (2005). Van woorden naar daden. Faculteit Communicatie en cultuur, Universiteit Tilburg.
  • Marzano, R.J. (2004). Building background knowledge for academic achievement. Alexandria, VA: Association for supervision and curriculum development.
  • Marzano, R.J. (2004). Six-step Process for Teaching Vocabulary. In: Building background knowledge for academic achievement. Alexandria, VA: Association for supervision and curriculum development.
  • Marzano, R.J. & Pickering, D.J. (2005). Building Academic Vocabulary; Teacher's Manual; ASCD, Alexandria, Virginia USA.
  • Light, J. & Drager, K. (2011). National Institute on Disability and Rehabilitation Research.
  • Meara, P. (2009). Connected words. Word associations and second language vocabulary acquisition. John Benjamins Publishing Company.
  • National Reading Technical Assistance Center (NRTAC) (2010). A Review of the Current Research on Vocabulary Instruction.
  • Nation, I. S. P. (2001). Learning vocabulary in another language. Cambridge University Press.
  • Nation, P. Waring, R. (1997). Vocabulary size, text coverage and word lists.
  • Nagy, W. & Scott, J. A. (2000). Vocabulary processes. In: M. L. Kamil, P. Mosenthal, P. D. Pearson, & R. Barr (Eds.) Handbook of reading research. (vol 3, pp. 269-284). Mahwah, Erlbaum.
  • Nehaniv, C. Lyon, C. Saunders, J. (2011). Robot learns language skills; Lauren Carter; Internet.
  • Rhoer, F. van de & Vermeer, A. (2005). Hiërarchische relaties en woordenschatonderwijs. Toegepaste Taalwetenschap in artikelen, 73.
  • Robb, L. (2003). Teaching Reading in Social Studies, Science, and Math; Scholastic.
  • Schmitt, N. (2000). Vocabulary in Language Teaching. Cambridge University Press.
  • Schmitt, N. (2004). Key issues in teaching and learning vocabulary. University of Nottingham.
  • Simmons, D. C. Kameenui. (1998). What Reading Research Tells Us About Children With Diverse Learning Needs. Lawrence Erlbaum Associates Publishers.
  • Stahl, A.A. (1999). Vocabulary development. Cambridge, MA: Brookline Books.
  • Stahl, S.A., & Fairbanks, M.M. (1986). The effects of vocabulary instruction: A model-based meta-analysis. Review of Educational Research, 56, 72-110.
  • Stahl, S.A. & Nagy, W.E. (2006). Teaching Word Meanings. Mahwah, Lawrence Erlbaum associates inc. Publishers.
  • Stemmer, B. & Whitaker, H. (2008). Handbook of the Neuroscience of Language. Elsevier.
  • Stoeldraijer, J. (2010). Woordenschatontwikkeling en Taalmethodes. TaalPilots.
  • Strating, H. (2009). Woordenschatverwerving: De bodem onder woordenschatdidactiek. Expertisecentrum Nederlands, POraad.
  • Verhallen, M. (1991). Woordenschatuitbreiding bij anderstalige kinderen. Amsterdam: Universiteit van  Amsterdam, Instituut voor Algemene Taalwetenschap.
  • Verhallen, M. (2009). Meer en beter woorden leren. POraad.
  • Vernooij, K. (2008). Een goede woordenschat; Digitale implementatiekoffer; Taalbeleid Onderwijsachterstanden. POraad.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.