Doorontwikkeling HGW: van papieren tijgers en administratieve rompslomp naar kleine handzame groepsplannen
Noëlle Pameijer
School-, GZ- en kinderpsycholoog NIP bij HGW Noëlle Pameijer
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/hgw-groepsplan-weekplan.php
Dit artikel is samen geschreven met Mirella van Minderhout van Bureau Mind en met Frosien Wielink
Inleiding
Handelingsgericht werken: een hype?
Handelingsgericht werken (HGW) bestaat ruim 10 jaar. De PO-raad schat dat zo’n 3 op de 4 scholen elementen van HGW min of meer toepast (Bosdriesz & Kuijs, 2013). Veel scholen implementeren inmiddels HGW op geheel eigen wijze en met vallen en opstaan. Geleidelijk aan lukt het deze scholen zich HGW eigen te maken en de elementen die passen bij hun schoolvisie en die voor hen meerwaarde hebben te benutten bij het verbeteren van de kwaliteit van hun onderwijs. De uitgangspunten van HGW zijn op verschillende niveaus toe te passen: de individuele leerling, groep en school (in de basisondersteuning) en bij de extra ondersteuning vanuit een bestuur of samenwerkingsverband. Zo ontstaat een doorgaande lijn vanuit een gezamenlijk kader en een gemeenschappelijke taal. In “Samen Sterk: Ouders en School!” (Pameijer, 2012) is HGW uitgewerkt voor ouders. Wat kunnen zij doen om het onderwijs aan hun kind te ondersteunen? Hiermee wordt ouderbetrokkenheid, eveneens een belangrijk thema in Passend Onderwijs, concreet. Van een hype is dus geen sprake.
Recente onderzoeksgegevens, zoals van Hattie (2013) en Mitchell (2015), voortschrijdend inzicht en praktijkervaringen hebben tot de nodige aanpassingen in HGW geleid (Pameijer & Van Beukering, 2015). De meeste recente omschrijving is: HGW beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning voor alle leerlingen te verbeteren (Pameijer & Van Beukering, 2015). Het concretiseert passend onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding, zodat een team effectief kan omgaan met de overeenkomsten en verschillen tussen leerlingen. HGW is een planmatige cyclische werkwijze waarbij onderwijsprofessionals (leraren, intern begeleiders, leidinggevenden en externe ondersteuners) zeven uitgangspunten toepassen. Deze uitgangspunten zijn:
- Doelgericht werken: doelen formuleren & opbrengsten analyseren
- Onderwijs/opvoedbehoeften: wat heeft deze leerling/groep nodig om een bepaald doel te behalen?
- Wisselwerking: onderwijs en opvoeding afstemmen op de behoeften van kinderen.
- Leraren & ouders doen ertoe: wat hebben zij nodig om passend onderwijs te bieden (ondersteuningsbehoeften leerkracht) en om het onderwijs aan hun kind te ondersteunen (ondersteuningsbehoeften ouders)?
- Positieve aspecten van de leerling, groep, leerkracht, team en ouders worden benut om doelen te behalen.
- Leerkrachten, leerlingen en ouders werken constructief met elkaar samen.
- Systematiek & transparantie: we doen wat we zeggen en we zeggen wat we doen. Formulieren zijn hierbij ondersteunend.
Successen van HGW
De succesfactoren van HGW betreffen met name het doelgericht en positief samenwerken met leerlingen en ouders. Veel scholen werken naar grote tevredenheid met kind-gesprekken/plannen. Zij weten leerlingen grip te geven op hun leerproces en hen te motiveren en bevorderen positieve leerkracht-leerling-relaties. Scholen werken ook met plezier aan ouderbetrokkenheid met bijvoorbeeld ‘startgesprekken’ en ‘omgekeerde oudergesprekken’ waardoor ze de ervaringskennis van ouders benutten en het schooljaar goed beginnen. Deze succesfactoren borgen zichzelf omdat ze werken. Leraren gaan ermee door. Leerlingen en ouders dragen ook bij aan borging. Bij een nieuwe leerkracht vraagt een leerling bijvoorbeeld om een kind-plan of een ouder om een startgesprek, omdat dat vorig schooljaar zo effectief was. Mooie voorbeelden van ‘samen sterk’.
Val niet in de valkuil van die formulieren
Helaas overheerst op sommige scholen maar één uitgangspunt: het laatste. De groepsoverzichten en -plannen zijn daar verworden tot betekenisloze papieren tijgers en zinloze administratieve rompslomp. Op de vraag waarom leerkrachten deze formulieren klakkeloos invullen en dan weer in de bureaula doen verdwijnen, komt vaak het antwoord “omdat het moet”. Maar van wie? Dan blijken misverstanden en onterechte argumenten een rol te spelen, zoals “we doen het voor de IB-er of de trainer HGW”, “het moet van de inspectie” (nergens staat echter vermeld dat dit moet) of “dat ís HGW” (neen, dit is maar 1 van de 7 uitgangspunten).
"Zonder formulier geen goed onderwijs"
Een formulier behoort een ondersteunend hulpmiddel te zijn. Oftewel: zonder formulier geen goed onderwijs. Een formulier is géén doel op zich. Helpt een formulier de leerkracht niet bij het plannen, uitvoeren en evalueren van zijn onderwijs en zijn de kosten van het invullen van het format hoger dan de baten, dan is het geen handelingsgericht werkdocument. Het is dan begrijpelijk - zo niet geheel terecht - dat leerkrachten bezwaar maken en ‘in de weerstand gaan’. Het wordt hoog tijd dat we ons afvragen waarom we eigenlijk überhaupt met formulieren zouden willen werken. Staatssecretaris Dekker zei hierover onlangs: Er ligt een taak bij de overheid om duidelijker te vertellen wat er nu precies gevraagd en verwacht wordt (en waarom, NP). Aan de andere kant vind ik dat er ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de leraren zelf ligt. Het slechtste argument om iets te doen, is omdat het móet. Dus ik zou alle leraren willen oproepen: als je het gevoel hebt dat je iets doet wat niet bijdraagt aan beter onderwijs of wat niet in het belang is van de leerlingen, stop er gewoon mee! Of ga in ieder geval daarover in discussie (presentatie onderwijsverslag, over regeldruk en administratieve last, 2015).
Doel van een groepsoverzicht en –plan
Begin bij het begin: wat is voor ons goed (passend) onderwijs? Aan welke opbrengsten hechten wij waarde? Wat is dan het doel van dingen opschrijven? Waarom willen we eigenlijk één en ander noteren? Welke informatie is nodig en waarom? Een doel van een groepsoverzicht kan zijn om zicht op de groep te krijgen: wat zijn de overeenkomsten en verschillen in deze groep? Een doel van een groepsplan kan zijn ‘grip op de groep’ krijgen: wat wil ik de komende periode bereiken en hoe ga ik dat doen? Een groepsoverzicht gaat dan over de leerlingen en het groepsplan over de aanpak van de leerkracht. En een bijbehorend formulier fungeert als houvast en geheugensteun. Omdat het helpt, zijn de baten hoger dan de kosten. Voorkom herhaling en overschrijven. Geef leerkrachten de ruimte om hun eigen hulpmiddelen te ontwikkelen. Bespreek in het team welke elementen een groepsoverzicht of groepsplan minimaal moet bevatten (dit moet) en laat leerkrachten per bouw uitvinden hoe ze dat willen weergeven (dat mag): in een formulier, mindmap of een visualisering (zoals een Mickey Mouse). Zo ontstaan niet alleen mooie creaties, maar ook eigenaarschap en trots op het zelf ontworpen hulpmiddel.
We bespreken twee voorbeelden waarbij teams de groepsplannen hebben aangepast en eigen gemaakt.
Van groepsplan naar weekplanning, in blokken van vakantie tot vakantie1
Wat was er mis met de groepsplannen?
Op basisschool De Achtbaan (Amersfoort) werden de groepsplannen keurig gemaakt, maar ze bleven in de kast liggen. De plannen waren niet van de leerkrachten, het eigenaarschap ontbrak. De IB-er vond de HGW-cyclus, het plannen van de leerontwikkeling en het afstemmen op onderwijsbehoeften echter wél noodzakelijk, omdat dit binnen het bestuur, de directie en het samenwerkingsverband zo afgesproken was. Zij voelde zich er verantwoordelijk voor. Het kostte haar enorm veel energie om het hele proces gaande te houden en leerkrachten vonden dat ze de groepsplannen voor de IB-er maakten.
Hoe is daar verandering in gekomen?
Tijdens een inspectiebezoek was het een bevrijding om van de inspectie zelf te horen dat groepsplannen wettelijk niet verplicht zijn. Daarnaast vond de inspectie dat het afstemmen op de onderwijsbehoeften onvoldoende zichtbaar was in de weekplanningen van de leerkrachten. Eén van de leerkrachten ontdekte toen via facebook de methodiek ‘Het kan ook zonder groepsplan’2. Na overleg met de directie werd een leerteam samengesteld om deze methodiek, samen met de onderwijsadviseur die de implementatie van HGW ondersteunt, te onderzoeken: is deze manier van werken geschikt voor onze school? Het antwoord op deze vraag was positief.
Wat werd de volgende stap?
In de combigroep 3/4/5 werd een pilot gestart. De leerkrachten formuleerden, samen met de IB-er , concrete doelen voor rekenen, lezen en spelling voor de periodes van vakantie tot vakantie. Leerkrachten én leerlingen ervoeren deze vijf periodes als natuurlijke momenten in het schooljaar. Tegelijkertijd waren er kind-gesprekken waarin de doelen met de leerlingen werden besproken en gevraagd werd wat zij nodig hadden om deze doelen te bereiken (hun onderwijsbehoeften). Een cruciaal doel van de herfst tot de kerst is bijvoorbeeld het optellen/aftrekken tot 100 met springen over het tiental (zoals: 91-54). Samen met leerlingen zocht de leerkracht uit aan welke andere doelen gewerkt moet worden, zoals herhaling van de tafels. Op deze manier zijn leerlingen mede-eigenaar van de planning en ontwikkeling. De leerlingen bepalen - daar waar dat kan - wanneer zij aan hun doelen werken en wat ze nodig hebben om die doelen te bereiken. Het format weekplanning en de gereedschapskist fungeren als hulpmiddelen. De pilot werd in april 2015 door het team positief geëvalueerd en uitgebreid naar de andere groepen.
En wat betekent deze doorontwikkeling nu voor de leerkrachten?
Per periode zetten de leerkrachten de doelen zelf in hun weekplanningen, voor zowel de basisgroep als de subgroepen. De doelen zijn hierdoor dichterbij het handelen van de leerkracht en de leerlingen komen te liggen. Ze zijn meer gaan leven in de lessen en betekenisvoller geworden. Zo vergemakkelijkt een weekplanning het doelgericht werken. Leerkrachten én leerlingen weten door het invullen van de gereedschapskist aan welke doelen ze werken. En aan het einde van een periode (dus vlak voor een vakantie) weten ze welke doelen ze al dan niet gehaald hebben. Deze werkwijze is bovendien efficiënt voor de invaller, die kan namelijk direct aan de slag. De weekplanning ‘leeft’, omdat de leerkracht deze iedere week met de leerlingen bespreekt. Zodoende wordt het kind mede-eigenaar, hetgeen bijdraagt aan diens motivatie om zich in te zetten. Aandachtspunt is nog wel het noteren van de dagelijkse evaluaties. Dit is nog in ontwikkeling, waarbij ervoor gewaakt moet worden alsnog in de valkuil van de formulieren te vallen.
Wat heeft deze manier van werken de school opgeleverd?
Het eigenaarschap van de leerkrachten voor handelingsgericht en opbrengstgericht werken is behoorlijk aan het toenemen. Naast het meer bewust worden van de cruciale rol van doelen in de HGW-cyclus (zonder doelen geen richting en niets te evalueren), is de communicatie met ouders over de onderwijsbehoeften van hun kind kwalitatief verbeterd. De inhoud van de gesprekken is gerichter: deze periode werken we aan deze doelen (van de basisgroep of een subgroep): wat heeft uw kind daarvoor nodig? Wat gaan wij doen en hoe kunt u het onderwijs aan uw kind ondersteunen? Hiermee borgen we meteen twee andere voor ons belangrijke uitgangspunten van HGW: samenwerken met leerlingen en hun ouders. Dit is een grote winst voor De Achtbaan!
Kwaliteit en ‘Kwalitijd’: het bespreken van een groepsplan met leerlingen en ouders3
Een groepsoverzicht gaat over de groep, een groepsplan over de leerkracht
De kern van een groepsplan zijn de kolommen ‘doelen’ en ‘aanpak’: met dit pedagogisch-didactisch handelen en klassenmanagement beoogt de leerkracht de gestelde doelen te bereiken (bijlage 3). In de praktijk zien we wel eens dat juist deze kolommen wat mager zijn ingevuld of dat het vooral gaat over materialen en hulpmiddelen. Beter is aandacht te besteden aan het realiseren van effectieve en kwalitatieve leertijd: hoe ga ík dat doen? Heeft de leerkracht dit beredeneerde aanbod eenmaal helder voor ogen, dan kan ze het groepsplan ook bespreken met haar leerlingen. Dit blijkt een enorme impact te hebben op de motivatie en (onderlinge) betrokkenheid van leerlingen en daarmee op het leerrendement. Leerlingen kunnen goed meedenken over hoe zij de gestelde doelen willen gaan halen en wat de leerkracht kan doen om hen hierbij te ondersteunen.
Hoe bespreek je een groepsplan met de groep?
Op RK Maria basisschool (Rotterdam) is hiermee geëxperimenteerd. Leerkrachten projecteerden het groepsplan op het digibord en presenteerden hun plan beknopt. In de trant van: dit plan heb ik bedacht, zodat we deze doelen de komende weken/maanden gaan halen. En ze stelden vragen aan de leerlingen, zoals: wat kan ik nog meer doen om jullie te helpen (en wat juist niet) en wat kunnen jullie zelf doen? Leerlingen bespraken dit in 2-tallen en gaven de leerkracht daarna feedback op diens plan.
Hoe is de RK Maria basisschool tot deze doorontwikkeling gekomen?
De school werd in december 2010 als ‘zwak’ beoordeeld. Directie en IB-ers besloten te beginnen met een groepsplan voor één vak: rekenen. Het team koos ervoor om met blokken te werken, om zo meer grip op de leerontwikkeling te krijgen. In korte periodes konden de rekendoelen worden geëvalueerd en konden leerkrachten hun handelen indien nodig tijdig bijstellen. Daarna volgden de andere vakken. Er werden prachtige plannen gemaakt, maar in plaats van dat dit grip gaf en leerkrachten activeerde, werden ze eerder passiever. Daarom werd besloten: er is een sterke basis waarin het handelen van de leerkracht centraal staat, in het groepsplan wordt dus alleen vermeld wat ‘extra’ is. In koersgesprekken bespreken de leerkracht, IB-er en directie het beredeneerde aanbod en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht. Al werkende kwam naar voren: als dit zo goed werkt voor ons, dan verdienen onze leerlingen dit ook!
Eigenschap van leerlingen
Leerkrachten gingen experimenteren: hoe neem ik kinderen mee in hun leerontwikkeling? Hoe visualiseren we dit voor ons zelf én voor onze leerlingen en hun ouders? Welke factoren zorgen ervoor dat we een doel wel of juist niet behalen (analyse)? Streefdoelen werden naar de klas gecommuniceerd en op de muur gehangen. De leerkracht besprak met de leerlingen de vraag ‘hoe gaan we hier komen?’. Het groepsplan werd een gespreksonderwerp. De doelen en aanpak werden zichtbaar gemaakt in de klas en regelmatig met de klas besproken. Leerlingen denken nu mee over hoe zij de doelen kunnen halen en ze geven de leerkracht tips. Naast de groepsdoelen hebben kinderen ook eigen doelen, die zij met de leerkracht bespreken in een kind-gesprek. Leerkrachten leren hierbij veel van hun leerlingen. Een voorbeeld van feedback van een leerling was: “Ik vind waaromvragen moeilijk, de vraag ‘wat maakt dat..?’ is hetzelfde alleen in andere woorden, dus dat snap ik ook niet!”. Met portfolio’s beoogt het team nu de kind-plannen in groep 7 en 8 in een doorgaande lijn zichtbaarder te maken.
Ook ouders doen ertoe
Ook ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag zijn belangrijk in HGW. Leerkrachten worden daarom iedere maand een half uur vrij geroosterd om in de ouderkamer te vertellen wat hun kinderen de komende periode gaan leren en wat de ouders thuis kunnen doen om het onderwijs te ondersteunen. Bij enkele kinderen worden ook ouder-kind-doelen opgesteld met bijbehorende activiteiten. Bijvoorbeeld koekjes bakken en ingrediënten afwegen. Daarna presenteren ouders en kinderen dat wat ze gedaan hebben, bijvoorbeeld met een filmpje en natuurlijk de lekkere koekjes. Ouders waardeerden dit zeer, maar gaven ook aan dat zij graag tips voor thuis aan de leerkracht wilden kunnen vragen. De bijeenkomsten in de ouderkamer zijn daarom aangevuld met het informeren van ouders in de klas (drie keer per jaar).
Hoe kijkt de Maria basisschool terug op deze doorontwikkeling van HGW?
Terugkijkend hadden bepaalde stappen bewuster gekund. Tegelijkertijd heeft deze weg als voordeel dat bewust is gekozen waar leerkrachten tijd in wilden investeren. Door deze ontdekkingstocht weet het team waarom ze de dingen zo doet en wat ze wel én niet op papier zetten. De proeftuinen waarin leerkrachten initiatieven uitproberen worden vanwege succes voortgezet. En de school werd in september 2012 ook weer als voldoende beoordeeld. Met de ouders, de leerlingen en bovenal met elkaar als team blijft de RK Maria basisschool HGW dus verder ontwikkelen!
Conclusie
Overeenkomsten in deze twee voorbeelden betreffen het samenwerken met leerlingen en ouders en het omzetten van grote groepsplannen (die twee keer per jaar worden geëvalueerd) naar kleine handzame plannen van vakantie tot vakantie of naar weekoverzichten. De lange periodes tussen de CITO-momenten worden hiermee opgedeeld in kortere periodes of blokken passend bij de methode. Voordeel hiervan is dat de doelen eerder geëvalueerd worden en de leerkracht diens aanpak sneller kan bijstellen indien nodig. Deze ontwikkeling past bij een aanbeveling van Hattie (2013): combineer twee typen evaluatie. Hij illustreert dit met het maken van soep:
- Weet wat voor soep je wilt maken: omschrijf dit helder (je opbrengsten). Proef de soep als deze klaar is (stel de opbrengsten vast met de Cito’s midden en einde schooljaar).
- Proef daarnaast óók tussentijds de soep en pas deze aan (met methoden-gebonden toetsen, observaties en gesprekken met leerlingen en ouders). Wordt de soep te zout of te flauw, voeg water respectievelijk zout toe. Zo werk je toe naar een goede soep: zit ik op koers richting de opbrengsten die ik wil behalen? Oftewel pro-actief vooruitkijken i.p.v. afwachten of die soep wel lekker wordt.
Vertalen we Hattie’s aanbeveling naar het thema van dit artikel, dan zien we het volgende. Een beknopt groepsplan bevat de opbrengsten die je op de twee meetmomenten wilt behalen. Dit plan geeft de koers aan (de stip aan de horizon): in het midden en aan het einde van het schooljaar wil ik dit bereikt hebben (‘dit moet’ in het kader van opbrengstgericht werken). Tegelijkertijd zijn er plannen van vakantie tot vakantie of weekoverzichten om tussentijds te evalueren en indien nodig bij te sturen. Geef leerkrachten de ruimte (‘dat mag’): wat past bij hen? Waar hebben ze wat aan? Wat helpt? In alle gevallen gaat het om summiere beschrijvingen, de grote lijnen, en alleen voor zover afwijkend van de basisaanpak. Want waarom zou je iets overschrijven dat al in de methode staat? Voorkom herhaling, verwijs ernaar. Experimenteer om het plan passend te maken. Zo ontstaat geleidelijk aan een plan dat ondersteunt (geheugensteun) en een ‘eigen’ werkdocument dat blijft leven, omdat het zinvol is en waarvan de baten opwegen tegen de kosten.
Literatuur
- John Hattie (2013). Leren zichtbaar maken. Uitgeverij Abimo/Bazalt.
- David Mitchell (2015). Wat écht werkt. Uitgeverij Pica.
- Noëlle Pameijer & Tanja van Beukering (2015). Handelingsgerichte Diagnostiek in het Onderwijs. Uitgeverij Acco.
- Voor een digitale HGW-bibliotheek (artikelen over HGW, kindgesprek/plan en ouderbetrokkenheid), mail n.pameijer@gmail.com
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in LBBO Beter Begeleiden (maart 2016)
Noten
1Met dank aan Anita Bosch, IB-er
2Van Lonneke Bindels
3Met dank aan IB-ers en directie: Joan de Jong, Ineke van Uden, Carolien van Dijk, Anat Leliveld en Sandra van Meggelen.