Drie misverstanden over Handelingsgericht Werken
Nico van der Meer
senior onderwijsadviseur Bazalt Groep, directeur NTO-Effekt bij NTO-Effekt
Geraadpleegd op 07-12-2024,
van https://wij-leren.nl/hgw-misverstanden-mythes-groepsplan.php
Handelingsgericht werken: waar draait dat eigenlijk om? Een concept als Handelingsgericht werken (HGW) krijgt in de praktijk een eigen invulling. Daarbij lukt het sommige scholen beter om bij de essentie te blijven dan anderen. In de loop der tijd zijn er ook misverstanden ontstaan over wat nu eigenlijk de kern is van Handelingsgericht Werken. Ik wil er hier drie noemen.
1. Handelingsgericht werken gaat vooral over het hebben van een groepsplan
Werken met een groepsplan is zeker belangrijk bij HGW. Maar nóg belangrijker is de manier waarop je als leraar tot je groepsplan komt. Het gaat om het proces van goed doordenken wat ieder kind nodig heeft, in relatie tot de doelen die je wilt bereiken. Het groepsplan is in wezen de neerslag van je voorbereiding voor de komende periode:
- Waar zijn we op uit?
- Welke inhouden komen aan bod?
- Hoe staat elk kind ervoor?
- Wat helpt elk kind om gemotiveerd te kunnen leren?
- Hoe ga ik invulling geven aan de verschillende onderwijsbehoeften?
- Hoe volg ik de ontwikkeling van het leerproces?
- Welke feedback is er wanneer en voor wie van belang?
- Welke kinderen kan ik laten samenwerken?
- Welke extra instructie is er nodig en voor wie?
- Hoe ga ik de computer hierbij benutten?
- Wat doe ik als ...?
De kunst is om de uitkomst van deze overwegingen beknopt voor jezelf vast te leggen.
Vanuit de gedachte dat het belangrijk is om te werken met een groepsplan, komen er soms groepsplannen in omloop die al voor een groot deel zijn ingevuld. Leraren hoeven alleen nog maar de namen van leerlingen in te vullen. Dat lijkt op het eerste gezicht handig en doeltreffend, maar het groepsplan is dan geen hulpmiddel meer om je onderwijs gevarieerd vorm te geven. Je eigen werk voorbereiden, passend bij de onderwijsbehoeften van jouw kinderen, gaat met een voorbedrukt groepsplan uiteraard niet lukken. Het groepsplan is dus niet het doel, maar een middel voor de leraar om overzicht te houden.
2. HGW is werken in drie niveaugroepen
We horen soms dat het werken in drie niveaugroepen in de klas hetzelfde is als HGW. Leraren die dit zeggen, denken: je hebt nu eenmaal altijd een middengroep, een groep die méér aankan en een groep die wat achterblijft. Als je daarbij ook nog een of twee kinderen hebt die op een aparte leerlijn zitten, heb je je handen meer dan vol.
Deze gedachte komt voort uit het idee dat onderwijsbehoeften als vanzelfsprekend afgeleid worden van de uitslag van een toets. Maar onderwijsbehoeften omvatten veel meer. Samen met de leerling bespreken wat kan helpen om zijn leerproces te verbeteren, biedt veel meer mogelijkheden dan alleen een indeling in niveaugroepen.
3. HGW moet van …
Wie is er eigenlijk de baas in jouw klas? Dat lijkt op het eerste gezicht een wat vreemde vraag. Natuurlijk ben jij als juf of de meester de baas, toch? Dat is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Je hoort in scholen nogal eens de verzuchting dat iets moet van de inspectie, de overheid, de schoolleiding, de intern begeleider, het schoolbestuur, de ouders, het SWV. Maar zo hoort het niet te zijn. Als leraar hoor jij samen met de kinderen en hun ouders de baas te zijn in de klas. Jullie maken met elkaar elke dag opnieuw het beste onderwijs voor alle leerlingen in je groep. Dat vraagt van jou als leraar dat je de daarbij horende verantwoordelijkheid op je neemt.
Hoe je vorm geeft aan het werken met leerlingen wordt wel mede bepaald door overheidseisen, zoals kerndoelen en kwaliteitseisen. Maar deze eisen geven, naast grenzen, tegelijkertijd ook ruimte voor een eigen invulling van de school. Samen met de schoolleiding en je collega’s kun je een eigen inkleuring geven aan hoe je wilt dat de school eruitziet - binnen de visie die voor de scholen van eenzelfde schoolbestuur zijn vastgesteld.
De opmerking: “Wij willen wel op een andere manier lesgeven, maar we worden hierop afgerekend door de inspectie”, is soms meer een excuus dan dat het daadwerkelijk op feiten is gebaseerd. Uiteraard moet bewaakt worden dat het onderwijs op scholen van voldoende kwaliteit is.
In eerste instantie is dat een verantwoordelijkheid van het schoolteam zelf. En in tweede instantie van het schoolbestuur. Het is toch logisch dat je graag wilt weten of dat wat je doet van voldoende kwaliteit is? Het gaat erom dat je als leraar en als schoolteam verantwoorde keuzes maakt en bereid bent deze keuzes te verantwoorden.
De verantwoordelijkheid voor goed onderwijs in je groep kun je niet bij een ander neerleggen. Ik vraag leraren weleens: “Voor wie of wat voel jij je verantwoordelijk?” Soms antwoordt een leraar dan dat hij zich er verantwoordelijk voor voelt dat aan het eind van het jaar alle stof is behandeld. Maar dat is niet je belangrijkste verantwoordelijkheid.
Het gaat erom dat alle leerlingen zich zo goed mogelijk hebben ontwikkeld. Dat ze in een jaar vooruit zijn gegaan in wat ze kunnen, en dat dit zichtbaar is in producten en/of toetsresultaten. Scholen die de methodiek van Handelingsgericht Werken volgen, maken in het groepsplan duidelijk hoe daaraan wordt gewerkt.
Daar ligt je verantwoordelijkheid als leraar. En die verantwoordelijkheid neem je ook: je wilt hierop aanspreekbaar zijn. Je volgt het onderwijsproces om na te gaan wat de effecten zijn van wat je doet. Je zoekt aanwijzingen om je handelen bij te stellen indien de effecten anders zijn dan je zou willen.
Je gebruikt evaluatiemomenten en de daarbij behorende toetsen ook om jezelf te verantwoorden naar anderen. Maar dat is een bijkomstigheid. In eerste instantie wil je vooral zélf weten hoe het zit.
Dit artikel is een bewerking van een paragraaf uit het boek Minder onderwijzen, meer leren – Handelingsgericht werken 2.0 van Nico van der Meer.