Grammatica is leuk! (deel 3)

Dolf Janson

Senior onderwijsadviseur en -ontwikkelaar bij Jansonadvies

  

  Geplaatst op 29 augustus 2018

In de eerste aflevering hebben we aan de hand van peuterzinnen doenzinnen en zijnzinnen onderscheiden. In het tweede deel gingen we daarop verder en ontdekten dat er verschillende rollen in zo’n zin kunnen voorkomen, waaronder die van de hoofdrolspeler, het onderwerp.
In dit laatste deel van de serie over grammaticaonderwijs maken we zinnen nog verder af. We gaan nu na onder welke omstandigheden gebeurt wat de zin beschrijft.

In deel 2 stond de zin ‘Zij gaf hem een ijsje’. Dan weet je wel wat er gebeurt, maar niets over de omstandigheden waaronder dit gebeurt. Die omstandigheden zijn belangrijk om een tekst te kunnen volgen en om je te kunnen voorstellen wat die woorden beschrijven. We onderscheiden twee soorten omstandigheden: het decor en het drama.

Decor

De beschrijving van wat we het decor noemen, vertelt de feiten. Waar gebeurt het, wanneer gebeurt het, hoe lang duurt het, en meer van zulke vooral feitelijke informatie. Dat past bij die naam, want op het toneel is het decor ook de tastbare en aan de situatie gekoppelde achtergrond waarvoor het verhaal zich afspeelt. Als we naar die zin over dat ijsje kijken, is de vraag of dat thuis gebeurde, op straat bij een karretje, in een ijssalon, of bij het vriesvak in de supermarkt. Alleen al dat gegeven geeft kleur aan die zin.
Door leerlingen verschillende mogelijkheden te laten bedenken en hen die stuk voor stuk te laten toepassen in diezelfde zin, kunnen ze samen met een maatje nagaan welk effect die plaatsbepaling heeft op de sfeer in de zin. Dan wordt misschien al wat meer duidelijk of dat ijsje is gekocht of gekregen. Door leerlingen zelf enkele van die kale zinnen te laten bedenken en die vervolgens met allerlei decor te laten aankleden, krijgen zij gevoel voor het nut van zulke informatie.

Op onderzoek

In het verlengde hiervan zouden ze kunnen nagaan wat zij uit het hoofd weten van het decor van het biebboek dat ze aan het lezen zijn. Nadat ze dit even kort genoteerd hebben (waar, nu of vroeger, jaargetijde, enz.) gaan ze op zoek naar de woorden die hen deze informatie verteld hebben. Tonden die woorden al direct aan het begin, of verderop nadat ze al een stuk gelezen hadden? Hoe prettig was dat, als je nu terugkijkt? Daarmee komen ze op het spoor van kenmerken van een goede of prettige tekst.

Zulke decorinformatie kunnen ze vervolgens zelf weer in een eigen tekst uitproberen. Is het fijn als je dat decor al direct beschrijft, of kun je het spannend maken door nog niet alles bekend te maken? Dat is een mooi onderwerp om uit te proberen in kleine groepjes en te vergelijken met elkaar. Dan zal blijken dat er niet een manier het beste is. De manier waarop je dat decor beschrijft, hangt ook af van je bedoeling als schrijver. In een meer informatieve tekst, een nieuwsbericht of een aankondiging van een feest, is het duidelijk vermelden van decorinformatie wel heel handig, zo zullen ze al vergelijkend en kritisch lezend ontdekken.

Drama 

Het tweede onderdeel van de omstandigheden die een zin meer betekenis kan geven, noemen we ‘drama’. Die informatie is niet zo feitelijk, of niet zo openlijk, maar wel sfeerbepalend. Daaruit spreken bedoelingen, oorzaken en gevolgen, gevoelens, zoals voorkeuren of irritaties, stemmingen en meer subjectieve waarnemingen.

Om diezelfde zin maar weer als voorbeeld te nemen, kan alleen al de toevoeging ‘lekker’ bij ijsje bij de lezer een gevoel of een denkbeeldige smaak oproepen. Bovendien is het niet duidelijk wie dat ijsje lekker vindt: zij die het geeft, hij die het ontvangt of de verteller die het ziet gebeuren. Dit soort onduidelijkheden zorgen voor drama in het verhaal. Tenminste, als de schrijver zich dat bewust is en daarmee in de volgende zinnen verder speelt.

Oefenen helpt

Door leerlingen dit soort effecten bewust te maken en te laten uitproberen, zullen ze, zeker als ze dat in twee- of drietallen doen, steeds meer ingangen ontdekken om drama in een zin toe te voegen. Door vervolgens samen te proberen deze fragmentjes drama-informatie in de volgende zinnen voort te zetten, groeit het drama uit tot een mooi verhaal. Dit zal zeker niet in een keer perfect gaan. Door zinnen en stukjes tekst die zo zijn ontstaan te laten vergelijken en variaties daarop te laten bedenken, zullen ze merken dat enkele woorden al effect hebben op de dramatische betekenis van zinnen. Die woorden roepen beelden op: je voelt of ziet het als het ware.

Het bewust en effectief toepassen van ‘drama’ in een tekst, vraagt meer oefening en dus meer tijd. Door ervoor te zorgen dat teksten die ze uitproberen een functie
krijgen, blijft het oefenen betekenisvol. Dit uitproberen zal eerst met kleinere teksten gebeuren, zoals met eigen (gefotografeerde) stripverhalen of door met een kleine groepje via WhatsApp een verhaal te laten ontstaan.
Die functie kan ook het maken van voorleesverhalen voor een jongere groep zijn, en zelfs het met elkaar maken van een echt boek. Dat laatste is tegenwoordig met print-on-demand zonder investeringen uit te voeren.

Dieplezen

Ook het vergelijken van teksten van dezelfde schrijver of juist van verschillende schrijvers met eenzelfde soort onderwerp, biedt mogelijkheden om grip te krijgen op die magie van drama in een tekst. Het herhaald lezen van dezelfde tekst, ook wel close reading of dieplezen genoemd, kan daarbij helpen. Na een eerste keer ‘gewoon’ lezen kunnen ze in een tweede lezing op zoek gaan naar woorden die iets zeggen over wat de spelers in het verhaal voelen of willen of … Ook kan het bij bepaalde teksten interessant zijn om te ontdekken wat de verteller vindt van wat er gebeurt. Is de schrijver objectief of merk je iets van een mening? Dat vraagt wel een derde keer lezen.

Conclusie

Zo blijkt een op betekenis gerichte benadering van grammatica effect te hebben op zowel schrijven als lezen en, in het verlengde daarvan, ook op de woordenschat en het mondeling taalgebruik. Namen van zinsdelen zijn daarvoor niet nodig. Wel is het nodig dat leerlingen door uitproberen en nabespreken die onderdelen van zinnen gaan herkennen. Na die zinskern met rollen en een handeling of een kenmerk zijn het vooral die omstandigheden die leiden tot veel activiteit.

Daarnaast zullen de leerlingen ontdekken wat de rol van de persoonsvorm is, namelijk een soort verbinding tussen de hoofdrolspeler en de rest van de zin. Het gaat altijd om een koppeling met de handeling of met het kenmerk van die hoofdrolspeler. Tegelijk laat die persoonsvorm zowel iets zien/horen van het aantal hoofdrolspelers (een of meer dan een) als van de tijd (nu of eerder). Als leerlingen hieraan de persoonsvorm herkennen, dan zijn ze al voor de helft klaar met het leren van de spelling van die persoonsvorm. Alles bij elkaar blijkt zo bezig zijn met grammatica echt leuk, maar ook erg nuttig.

Meer hierover lezen:
Dolf Janson (2018). Op zoek naar letters – de andere spelling- en grammaticadidactiek. Zie: www.janson.academy/publicaties

Dit artikel verscheen in Meer Taal 5 (3) – mei 2018

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Webinar
Taalontwikkeling en taalbeleid
Taalontwikkeling en taalbeleid
Gratis webinar met Karen Heij
Wij-leren.nl Academie 
Lesprogramma
Probeer gratis de Leerlijn Lezen en Schrijven
Probeer gratis de Leerlijn Lezen en Schrijven
Complete leesmethodiek voor begrijpend- en voortgezet technisch lezen
De Schoolschrijver 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Cursus
Expert kleuterontwikkeling
Expert kleuterontwikkeling
Sensomotorische, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kleuters
Medilex Onderwijs 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Grammatica in samenhang aanbieden (2)
Grammatica is leuk (deel 2)
Dolf Janson
Grammatica in samenhang aanbieden (1)
Grammatica is leuk! (deel 1)
Dolf Janson
Een andere grammatica-aanpak
Hoe nuttig zijn grammaticalessen?
Dolf Janson
Taalonderwijs betekenisvol en effectief
Taal, daar draait het om!
Bea Pompert
Lezen en schrijven
Een lessenserie geïntegreerd literatuur-, lees- en schrijfonderwijs
Gerdineke van Silfhout
Taalgericht onderwijs
Taal in alle vakken - De sleutel naar taalgericht onderwijs
Gerdineke van Silfhout
Leren denken
Leren denken als basis voor succes op school
Dolf Janson
Goed taal- en leesonderwijs
Vijf onderwijskundige voorwaarden voor goed taal- en leesonderwijs
Jos Cöp
Taalontwikkeling
Taalontwikkeling: door taal worden kinderen mensen
Steven Pont
Taal en omgeving
Taal is niet los te verkrijgen
Sieneke Goorhuis
Op zoek naar letters
Op zoek naar letters - de andere spelling- en grammaticadidactiek
Machiel Karels
Uitdagend en functioneel taalonderwijs
Uitdagend en functioneel taalonderwijs
Machiel Karels

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



taalontwikkeling
woordenschat

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest