Omgaan met verschillen? Passend Onderwijs? Hoe dan?
Sonja de Lange
Onderwijsadviseur en projectleider bij NTO Effect
Geraadpleegd op 13-12-2024,
van https://wij-leren.nl/begeleidingsstructuur-hgw.php
Begeleidingsstructuur zit in mensen en manieren
Elders op deze site wordt aan de hand van zeven uitgangspunten beschreven hoe handelingsgericht werken door leraren er in de praktijk uit kan zien. Dit roept vaak de reactie op: “Mooi verhaal, maar hoe doen we dat bij ons op school?” Om dit te realiseren is het van groot belang om een duidelijke werkbare begeleidingsstructuur te realiseren waarbij alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen en met elkaar willen en kunnen samenwerken. In dit artikel wordt aan de hand van aantal succesindicatoren beschreven wat er vooral toe doet bij het maken van deze begeleidingsstructuur.
Belangrijke vragen
Stel jezelf de volgende vragen:
Wat is de visie van onze school? Waar zie en hoor ik die visie, als ik naar het gedrag van leraren en leerlingen kijk? Wat willen we daarmee bereiken? Geven mijn collega’s overeenkomstige antwoorden?
Bespreking praktijk
Ben je in staat om deze vragen vlot, enthousiast en concreet te beantwoorden? Zorg ervoor dat er een visie is waar de teamleden zich in herkennen, gebaseerd op fundamentele waarden. Bespreek met elkaar hoe dat er in de praktijk uitziet. Maak concreet wat deze visie betekent voor je instructie, klassenmanagement, differentiatie- en werkvormen en omgang met kinderen en ouders. Beschrijf eerst de gewenste situatie. Kijk dan naar de huidige situatie en beantwoord met elkaar de vraag ’Wat hebben wij nodig om van de huidige naar de gewenste situatie te komen?’
Kom hier regelmatig op terug: Wat is de stand van zaken? Zorgt deze manier van (samen)werken en bespreken ervoor dat we dichter bij onze visie komen? Waar gaan we mee door? Wat willen we veranderen en hoe? Op deze manier blijft de visie levend als richtinggevende koers.
Pro-actief werken
De handelingsgerichte werkcyclus wordt gevormd door vier kernaspecten die zowel dagelijks als periodiek doorlopen worden. In de fase van waarnemen noteert de leraar dagelijks gegevens over zijn leerlingen uit observaties, gesprekjes, werkanalyses en toetsgegevens. Dit wordt periodiek per leerling samengevat in een (digitaal) groepsoverzicht. Op basis hiervan worden de doelen van het vorige groepsplan geëvalueerd.
Doelen bepalen
De leraar bepaalt de doelen voor de komende periode en signaleert welke leerlingen de komende periode/les extra of andere aandacht nodig hebben. In de fase van begrijpen benoemt de leraar de onderwijsbehoeften van deze leerlingen; wat hebben deze leerlingen nodig om de doelen te bereiken in de komende periode?
Leerlingen clusteren in groepsplan
In de fase van plannen clustert de leraar leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een groepsplan. Daarin geeft hij aan wat de specifieke doelen voor dit groepje zijn en hoe hij die wil bereiken. In de weekplanning geeft hij per dag kort en concreet aan bij welke kinderen hij in ieder geval wil aansluiten en welke kinderen hij voor een extra instructie wil uitnodigen en met welke bedoeling. In de fase van realiseren voert de leraar deze planning uit en noteert hij de opvallende zaken. Daarmee is de cirkel rond.
Cyclus doorlopen
Het werkt heel effectief als deze cyclus minstens drie keer per schooljaar wordt doorlopen. Daadwerkelijk betrokken Ook de begeleiders, coördinatoren en leidinggevenden werken met deze werkcyclus. Zij observeren hoe collega’s onderwijs geven, samenwerken en hoe team- en bouwvergaderingen verlopen. Daarmee gaan zij, zonder al conclusies te hebben getrokken, in gesprek met hun collega’s om te begrijpen: hoe zij werken; waar ze meer of minder tevreden over zijn; wat nodig is om met elkaar een stapje dichter bij het realiseren van de visie te komen.
Professionaliseringsbehoeften
Bij elke cyclus vindt er bij alle teamleden een groepsbespreking en klassenconsultatie plaats, zodat er zicht komt op ieders ondersteunings- en professionaliseringsbehoeften. Met behulp van dit teamoverzicht wordt een gedifferentieerd teamplan opgesteld waarin acties gepland worden met het hele team, met groepjes leraren die vergelijkbare behoeften hebben en met individuele leraren.
De leidinggevenden hebben hierbij een aansturende en faciliterende rol met veel aandacht voor de samenhang en wisselwerking. Het inzetten van visuele hulpmiddelen en methodieken uit het systeemdenken werkt daarbij enorm verhelderend en ondersteunend.
Coachende taak IB
De intern begeleiders en coördinatoren hebben een coachend begeleidende taak, waarbij ze hun collega’s ondersteunen bij het leren van en met elkaar. Dit doen zij door vragen te stellen, te luisteren, met ze mee te denken, feedback te geven, als maatje mee te doen met lessen en gesprekken en soms te confronteren.
Vraag leraar en leerling staatcentraal
In de groepsbespreking kan een besluit genomen worden om een leerling aan te melden voor een leerlingbespreking, bijvoorbeeld als:
- Een leerling herhaald onvoldoende profiteert van het groepsplan en niet duidelijk is wat deze leerling nodig heeft om zich te ontwikkelen.
- Er sterke aanwijzingen of vermoedens zijn voor een ernstige problematiek of stoornis, waarbij mogelijk advies van externe (zorg)instellingen nodig is.
- Wanneer de leraar niet goed weet hoe hij deze leerling moet begeleiden in de groep.
Plan van aanpak
De bespreking is er vooral op gericht om op een constructieve manier tot een plan van aanpak te komen, waarbij de leraar meedenkt en praat over de best haalbare oplossingen. De intern begeleider of coördinator treedt op als gespreksleider en contactpersoon naar alle betrokkenen en instanties. Met de vragen die er liggen, worden (vaste) vertegenwoordigers van jeugdzorg en/of andere lokale instellingen uitgenodigd die afstemmen op de visie en werkwijze van de school en bereid zijn tot samenwerking.
Handelingsgerichte daadkracht
Een effectieve bespreking wordt bepaald door handelingsgerichte daadkracht vanuit de vragen:
- Wat gaan we doen om er voor te zorgen dat de problemen rondom deze leerling(en) worden opgelost?
- Wat zijn de concrete activiteiten waaruit dit plan van aanpak bestaat met welk doel, wie voert wat uit?
- Wie is de voortrekker van deze casus? (dus verantwoordelijk om mensen aan te spreken te doen wat toegezegd is)
- Wat verandert er concreet in de situatie rondom deze leerling(en) wanneer deze activiteit is afgerond, welke bijdrage levert dit aan het realiseren van de gewenste situatie?
Er worden dus concrete verwachte veranderingen beschreven die het gevolg zijn van een uitgevoerde activiteit. Dit zorgt voor duidelijkheid en vasthouden van de doorgaande lijn in de vervolgbesprekingen.
Gefaseerde aanpak
De situatie in tal van regio’s maakt dat hiervoor een gefaseerde aanpak nodig is. Het is van groot belang dat coördinatoren van samenwerkingsverbanden en directeuren van scholen en zorginstellingen met elkaar een samenwerkingsovereenkomst sluiten, zodat de mensen die dagelijks met kinderen en ouders werken zich gehoord en gesteund voelen.
Literatuur
- Project Afstemming, WSNS+ 2005, Sonja de Lange, Kirsten Bouman, Nico van der Meer, Tijn Nuyens;
- 1-zorgroute naar handelingsgericht werken WSNS+ 2007, Arjan Clijsen, Wijnand Gijzen, Sonja de Lange, Gea Spaans;
- Leerlingenzorg in de basisschool, Esstede 2007 onder eindredactie van Ad Maas;
- Natuurlijk leren, systeemdenken in een lerende school, 2003, Jan Jutten;
- Gedragswerk, WSNS+ 2006, Bart van Kessel