Welke persoonlijke competenties moet een entreestudent hebben ontwikkeld om succesvol te kunnen instromen in een opleiding op mbo-niveau 2?
Geplaatst op 22 oktober 2021
Naast vakkennis zijn breed inzetbare, persoonlijke competenties belangrijk voor een duurzame employability van mbo-studenten. Specifiek voor entreestudenten geldt dat vier persoonlijke basiscompetenties onmisbaar zijn om met succes in te kunnen stromen in een mbo-opleiding op niveau 2:
1) zelfstandigheid;
2) initiatief nemen en creativiteit;
3) aanpassingsvermogen en
4) nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.
Daarbij is extra aandacht voor de ontwikkeling van zelfsturing op mbo-niveau 1 noodzakelijk.
Het onderwijs in het mbo is gebaseerd op het kwalificatiedossier, waarin de kwalificatie-eisen voor beroepen worden beschreven. Het gaat uit van een basisdeel, een profieldeel en een of meerdere keuzedelen. Het basisdeel bevat (naast een beroepsgericht deel) een algemeen basisdeel met onder andere eisen voor taal en rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels. De eisen aan generieke vaardigheden, zoals breed inzetbare competenties, verschillen per niveau. De vraag is welke persoonlijke (brede) competenties extra aandacht moeten hebben voor een succesvolle doorstroom van mbo-niveau 1 naar niveau 2.
Breed inzetbare competenties belangrijk voor arbeidsmarkt
Naast vakkennis zijn breed inzetbare, persoonlijke competenties van belang zodat studenten in de toekomst voor meerdere werkgevers kunnen werken (duurzame employability). Deze competenties moeten wel aansluiten bij de noodzakelijke kennis en competenties die bij het beroep horen. Zo blijken mensen die een beroepsopleiding hebben afgerond meer kans op werk te hebben dan mensen die een algemene opleiding hebben gedaan. Maar op latere leeftijd zijn generieke vaardigheden zoals taal en rekenen net zo belangrijk om je te kunnen ontwikkelen op de arbeidsmarkt (opwaartse mobiliteit).
Vier persoonlijke competenties om succesvol in te stromen op niveau 2
Uit verschillende onderzoeken onder studenten en onderwijsprofessionals en op basis van de vraag van de arbeidsmarkt zijn aan de ene kant vakspecifieke vaardigheden belangrijk. En aan de andere kant dus ook een brede set aan vaardigheden en persoonlijke competenties. Het gaat om:
- Zelfstandigheid
- Initiatief en creativiteit
- Aanpassingsvermogen
- Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid
Voor een succesvolle doorstroom van mbo-niveau 1 naar niveau 2 zou een student voldoende potentie moeten hebben om zich op deze vier competenties te kunnen ontwikkelen.
Extra aandacht voor zelfsturing en autonomie
Extra aandacht voor de ontwikkeling van zelfsturing op mbo niveau 1 lijkt noodzakelijk. Zo blijkt dat studenten met een hogere mate van ondernemendheid en zelfregulatie betere arbeidsmarktkansen hebben en intensiever naar werk zoeken. Mbo-studenten niveau 1 en 2 lijken echter meer moeite te hebben met zelfsturend leren. Docenten en leidinggevenden geven ook aan zorgen te hebben of zij deze studenten zelfredzaam kan maken zodat ook zij een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden.
Het verschil tussen mbo-niveau 1 en 2 zit onder andere in de mate waarin de student zelfstandig kan werken. Naast kennis van het beroep moet een student op niveau 2 cognitieve basisvaardigheden bezitten om zelf relevante informatie te gebruiken. Hij of zij moet planmatig eenvoudige problemen kunnen oplossen en ondersteuning kunnen vragen na reflectie en beoordeling van eigen (leer)resultaten om zich verder te kunnen ontwikkelen. Verder geldt dat voor beroepen met weinig autonomie de toekomstperspectieven slechter zijn. Dat is een reden te meer om extra aandacht te besteden aan zelfstandigheid, zelfsturing en autonomie bij studenten op niveau 1.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Maurice de Greef (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: Docent
Vraag
Aan welke persoonlijke (basis)competenties (naast vakgerichte competenties) moet een entreestudent voldoen om succesvol te kunnen instromen in een opleiding op mbo-niveau 2?
Kort antwoord
Naast vakkennis blijken breed inzetbare (persoonlijke) competenties van belang voor een duurzame employability van studenten beroepsonderwijs. Specifiek voor entreestudenten geldt dat ze de volgende vier persoonlijke (basis)competenties moeten kunnen ontwikkelen, om succesvol te kunnen instromen in een opleiding op niveau 2: 1) zelfstandigheid, 2) initiatiefname en creativiteit, 3) aanpassingsvermogen en 4) nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Daarnaast is extra aandacht voor de ontwikkeling van zelfsturing op mbo niveau 1 noodzakelijk.
Toelichting antwoord
Het onderwijs in het mbo is gebaseerd op het kwalificatiedossier, waarin de kwalificatie-eisen voor één of meerdere beroepen worden beschreven (SBB, 2016). Dat gaat uit van een basisdeel in combinatie met een profieldeel en één of meerdere keuzedelen (SBB, 2016). Het basisdeel bestaat naast een beroepsgericht deel uit een algemeen basisdeel met onder andere eisen voor Taal, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap en Engels. De eisen aan de meer generieke vaardigheden verschillen per niveau. We gaan eerst in op het belang van breed inzetbare vaardigheden voor het beroepsonderwijs in het algemeen, vervolgens op vaardigheden die specifiek gelden voor studenten die de overstap maken naar mbo-2.
Belang van breed inzetbare competenties
Naast vakkennis blijken breed inzetbare (persoonlijke) competenties van belang voor een duurzame employability. Onderzoek naar de invoering van competentiegericht onderwijs in Finland onder 145 aanbieders van beroepsonderwijs laat zien, dat er voldoende aandacht moet zijn voor breed gedragen competenties, zodat studenten in de toekomst ook voor meerdere werkgevers kunnen werken (Korpi et al., 2018). Hierbij is het wel belangrijk dat er wordt aangesloten bij de noodzakelijke kennis en competenties van het beroep (Korpi et al., 2018).
De onderzoeksresultaten van Forster et al. (2016) onderstrepen het belang van breed inzetbare competenties voor een duurzame employability. Op basis van een analyse van onderzoeksgegevens van de PIAAC data (Programme for the International Assessment of Adult Competencies) van meer dan 110.000 inwoners wordt duidelijk, dat de kans op werk (in eerste instantie) hoger is voor mensen die een beroepsopleiding hebben afgerond dan voor mensen die een algemene opleiding hebben afgerond. Dit effect keert op latere leeftijd echter om (Forster et al., 2016).
Ook een meta-analyse van de resultaten van het internationale PIAAC-onderzoek van Christoffels en Baay (2016) laat zien, dat generieke vaardigheden van belang zijn. Een voorbeeld van deze generieke vaardigheden zijn taal en rekenen. Hoe hoger het niveau van taal- en rekenvaardigheid bij mbo’ers hoe beter men scoort op het digitaal problemen oplossen. Ook het onderzoek van Buisman et al. (2017, p.13) bevestigt het belang van generieke vaardigheden. Uit dit onderzoek blijkt, dat een smalle opleiding tot minder opwaartse mobiliteit leidt (Buisman et al., 2017 p. 13) en tot minder groei in beroepsstatus. Vraag is echter welke persoonlijke (brede) competenties extra aandacht moeten hebben voor een succesvolle doorstroom van mbo Niveau 1 naar Niveau 2.
Vier persoonlijke competenties voor mbo Niveau 2
Met name zelfstandigheid, initiatiefname en creativiteit, aanpassingsvermogen en daarnaast nauwkeurigheid en zorgvuldigheid lijken belangrijke competenties voor mbo Niveau 2 te zijn. Onderzoek onder 1632 professionals en 2632 (oud-)studenten in het mbo laat zien, dat een brede set aan vaardigheden belangrijk is (Turkenburg en Vogels, 2017). Volgens de onderwijsprofessionals zijn met name communicatievaardigheden, kunnen samenwerken, vakspecifieke en sociaal-emotionele vaardigheden, als probleemoplossend vermogen en kritisch denken belangrijk (Turkenburg en Vogels, p. 107).
Studenten geven daarnaast aan dat naast sociaal-emotionele vaardigheden ook vakspecifieke vaardigheden van belang zijn. Volgens de afgestudeerde mbo’ers zijn echter naast andere vaardigheden vooral vakkennis en persoonlijkheidskenmerken van belang. Onderzoek via analyses van de BVE monitor op basis van meer dan 14.000 afgestudeerden op mbo niveau 2 bevestigt dit beeld. Hieruit wordt duidelijk dat de hoogst gevraagde competenties op de arbeidsmarkt naast vakkennis met name de persoonlijkheid competenties zijn (Meng en Sijbers, 2017). Aangezien beide onderzoeken het belang onderstrepen en daarbij ook ingespeeld wordt op de vraag van de arbeidsmarkt lijken deze persoonlijkheid competenties van belang te zijn. Dit betreft volgens Meng en Sijbers (2017, p. 49):
- Zelfstandigheid;
- Initiatief en creativiteit;
- Aanpassingsvermogen;
- Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.
Voor de Basis Generieke Competenties (schrijf- en spreekvaardigheid) en Geavanceerde Generieke Competenties (ICT, kennisoverdracht, plannen, coördineren en organiseren, contact en samenwerken (in teams)) is dat een iets lager (maar nog steeds hoog) niveau (Meng en Sijbers, 2017, p. 78). Voor een succesvolle doorstroom van mbo Niveau 1 naar Niveau 2 zou een student dus voldoende potentie moeten hebben om zich op deze vier competenties te kunnen ontwikkelen. Onderzoek toont aan, dat er extra aandacht moet zijn voor zelfstandigheid of zelfsturing (Baay et al., 2015; Buisman et al., 2017; Groenenberg, 2017).
Extra aandacht voor zelfsturing en autonomie
Extra aandacht voor de ontwikkeling van zelfsturing op mbo Niveau 1 lijkt noodzakelijk. Uit onderzoek onder 2000 mbo-studenten blijkt, dat als studenten een hogere mate van ondernemendheid en zelfregulatie hebben, ze betere arbeidsmarktkansen hebben en intensiever naar werk zoeken (Baay et al., 2015). Mbo-studenten Niveau 1 en 2 lijken echter meer moeite te hebben met zelfsturend leren (Kennisrotonde, 2021). Het eerder genoemde onderzoek van Turkenburg en Vogels (2017) toont aan, dat docenten en leidinggevenden in het mbo voor de lagere niveaus ook eerder zorgen lijken te hebben of men deze groep zelfredzaam kan maken. Dat lijkt van belang te zijn om te bevorderen dat zij ook een plek op de arbeidsmarkt krijgen (Turkenburg en Vogels, 2017).
De noodzaak van het vergroten van zelfsturing wordt ook duidelijk uit de vergelijking van mbo Niveau 1 en 2 op basis van de NLQF-niveaus. Literatuuronderzoek van (Groenenberg, 2017, p. 40) laat zien, dat het verschil tussen mbo Niveau 1 en Niveau 2 onder andere zit in de mate waarin de student iets zelfstandiger kan werken. Naast het hebben van kennis van materialen, processen, middelen en begrippen gerelateerd aan een beroep en kennisdomein moet de student op Niveau 2 cognitieve basisvaardigheden bezitten om zelf relevante informatie te gebruiken. Daarnaast moet de student op dit niveau planmatig eenvoudige problemen kunnen oplossen.
Tenslotte moet hij of zij zelf ondersteuning kunnen vragen bij verdere ontwikkeling na reflectie en beoordeling van eigen (leer)resultaten (Groenenberg, 2017, p. 40). Het eerder genoemde onderzoek van Buisman et al. (2017) onderstreept de noodzakelijke aandacht voor zelfsturing, doordat het onderzoek aantoont dat voor beroepen met weinig autonomie de toekomstperspectieven slechter zijn (Buisman et al., 2017).
Geraadpleegde bronnen
- Baay, P.E., Buers, C.C.E. & Dumhs, L. (2015). School2Work: A longitudinal Study of the Transition from Vocational Education and Training to the Labour Market in the Netherlands. Utrecht: Utrecht University.
- Buisman, M., Van der Velden, R., Fouarge, D., Levels, M., Meng, C., Van der Meijden, A., Petit, R., Bol, T., Rözer, J., Van de Werfhorst, H., Groeneveld, M.J., Smulders, H. & Westerhuis, A. (2017). De toekomst van vakmanschap. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
- Christoffels, I. & Baay, P. (2016). De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs. ’s-Hertogenbosch: ECBO.
- Forster, A.G., Bol, T. & Van de Werfhorst, H.G. (2016). Vocational Education and Employment over the Life Cycle. Sociological Science 3, p. 473-494.
- Groenenberg, R. (2017). Literatuurverkenning: Arbeidsmarktperspectief mbo niveau 2. Den Haag: Commissie Macrodoelmatigheid MBO.
- Kennisrotonde. (2021). Welke onderwijsvormen bevorderen zelfsturend leren onder entreestudenten? (KR. 1049) Den Haag: Kennisrotonde.
- Korpi, A., Räisänen, A., Goman, J., Hietala, R., Kiesi, J. & Räkköläinen, M. (2018). The competence-based approach steers vocational education and training in the right direction. Policy Brief 3/2018, p. 1-10. Helsinki: Prime Minister’s Office.
- Meng, C. & Sijbers, E. (2017). Arbeidsmarktrelevantie MBO Niveau 2. ROA-R-2017/1, p. 1-85.
- SBB. (2016). Instructie bij de ontwikkeling van kwalificatiedossiers mbo, keuzedelen en de verantwoordingsinformatie. Zoetermeer: SBB.
- Turkenburg, M. & Vogels, R. (2017). Beroep op het mbo: Betrokkenen over de responsiviteit van het middelbaar beroepsonderwijs. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Kennisnet


Medilex Onderwijs


Augeo


oo.nl


ANWB























