Didactische werkvormen - Discussievormen
Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/didactische-werkvormen-discussievormen.php
Welke discussievormen kun je allemaal inzetten in je les? Er zijn verschillende mogelijkheden voor afwisselende werkvormen. In Het didactische werkvormenboek van Jos Winkels en Piet Hoogeveen staan 250 didactisch onderbouwde werkvormen beschreven. In dit artikel zoomen we in op enkele discussievormen.
Het didactische werkvormenboek behandelt:
- Probleemoplossende discussie
- Discussie met rapportage via flappen
- Carrousseldiscussie
- Bord- of muurdiscussie
- Alter-egomethode
- De viskommethode
- Formudiscussie/panel
- Discussie met open stoel
Discussie werkvorm 1: Discussie in groepen met rapportage via flappen
Bij deze werkvorm voeren de leerlingen discussie in groepjes van maximaal 5 leerlingen. De stappen zijn als volgt:
- De leerkracht leidt het onderwerp in.
- Elk groepje kiest een discussieleider en een notulant.
- Alle groepjes gaan in discussie over de probleemstelling. De notulant schrijft de resultaten/meningen kort en bondig op een flap. Dit kan op diverse manieren: een kleur per spreker, weergave via een mindmap, etc.
- Na de groepstijd worden de flappen opgehangen en volgt een klassikale bespreking.
Discussie werkvorm 2: De viskommethode
Bij deze werkvorm voeren de leerlingen eerst in kleine groepen een discussie een voorlopige mening. Daarna gaan alle notulanten van elk groepje bij elkaar zitten en verder discussiëren. De stappen zijn als volgt:
- De leerkracht legt de werkvorm uit en leidt het onderwerp in.
- Elk groepje kiest een discussieleider en een notulant.
- Alle groepjes gaan in discussie over de probleemstelling. Zij vormen een voorlopige mening en de notulant schrijft dit kort op.
- De notulanten van elk groepje gaan op een centrale plek in de klas zitten, de andere leerlingen zitten erom heen.
- De notulanten brengen verslag uit en krijgen tijd om tot een eenduidige mening te komen, de andere leerlingen luisteren. Een tip is om de luisteraars een observatieopdracht te geven, zoals het maken van een gespreksdiagram.
Discussie werkvorm 3: Discussie met open stoel
Bij de discussie met open stoel kan de inbreng van een buitenstaander van invloed zijn op het gesprek. Deze werkvorm werkt als volgt:
- De leerkracht legt de werkvorm uit en leidt het onderwerp in.
- De klas wordt gesplitst in een binnen- en een buitencirkel. In de binnencirkel blijft een stoel leeg.
- De leerlingen in de binnencirkel discussiëren over het onderwerp.
- De leerlingen in de buitencirkel luisteren en bewaken het proces. Ook mag één van hen op de open stoel gaan zitten.
- Zodra de open stoel bezet is, zwijgen alle leerlingen in de binnencirkel. De persoon op de open stoel mag één informatieve vraag stellen of informatie geven die in de binnenste groep nog ontbreekt. Daarna gaat hij naar zijn plaats terug.
Dit zijn slechts enkele van de 250 werkvormen. In het boek staat per werkvorm nog veel meer informatie, zoals randvoorwaarden en varianten.
Bij het kiezen van didactische werkvormen is het van belang om goed te kijken naar het doel van je les en welke werkvorm het meest geschikt is om dit doel te behalen. Het beste is om te variëren in didactische werkvormen. Daar wordt je onderwijs effectief én afwisselend van. Natuurlijk, elke nieuwe werkvorm vraagt een tijdsinvestering. Maar je repertoire groeit vanzelf. Dat is goed voor je leerlingen en voor jezelf.
Jos Winkels en Piet Hoogeveen, Het didactische werkvormen boek, 11e druk 2014, Uitgeverij Koninklijke van Gorcum, ISBN 978 90 232 5276 4, € 39, 95. Het boek is te bestellen via