Welke uitgangspunten en kenmerken van de leeromgeving helpt mensen die Nederlands als tweede taal leren het best om te leren lezen, schrijven, spreken en luisteren op niveau 2F?
Geplaatst op 13 oktober 2021
Het beheersen van een tweede taal hangt af van de verblijfsduur en de frequentie van het gebruiken en horen van deze nieuwe taal, van de beheersing van de moedertaal en van taalangst. De leeromgeving en goed gekozen lesactiviteiten kunnen leerresultaten van volwassen NT2-ers positief beïnvloeden. Het gaat om een goed gekwalificeerde docent, authentieke lesactiviteiten en teksten, deelnemers in tweetallen laten leren en hen ook te laten lezen in de moedertaal.
Het aanleren van een tweede taal is anders dan het leren van de moedertaal. Naast de beheersing van de moedertaal is de verblijfsduur in het land en de frequentie van het gebruiken en horen van die taal van invloed op het aanleren van een nieuwe taal. Verder kan taalangst (oftewel de angst om een tweede taal in een situatie te moeten spreken als men die nog niet volledig beheerst) het leren van een nieuwe taal belemmeren.
Een goed ingerichte leeromgeving kan ook een positieve invloed hebben op het aanleren van taalvaardigheden in de nieuwe taal. Het gaat om de volgende uitgangspunten en kenmerken.
Een goed gekwalificeerde docent
Leervorderingen van een volwassen deelnemer zijn groter als de docent gekwalificeerd is en goede vakdidactische kennis en vaardigheden heeft. De docent moet weten hoe je een deelnemer vloeiend leert spreken, de fonetiek (vorming en functie van spraakklanken) eigen laat maken, leert begrijpen en waarderen wat hij leest en hoe hij dit op andere teksten kan toepassen.
Een onderwijsstrategie die laveert tussen ‘balans en verscheidenheid’ levert het beste resultaat op, onder andere op het gebied van interactieve communicatie, grammatica en woordenschat. Deelnemers raken meer betrokken als docenten:
- verschillende activiteiten aanbieden
- een verscheidenheid aan materialen bieden
- mogelijkheden geven om de spreekvaardigheid te oefenen
- mogelijkheden geven om te focussen op nauwkeurigheid
- lezen, schrijven, spreken en luisteren geïntegreerd aanbieden
- balans en samenhang in de les creëren
- de les koppelen aan een eerdere of een volgende les
Authentieke activiteiten en teksten
Ook de inzet van authentieke activiteiten en teksten is van belang. Als die goed aansluiten op het dagelijks leven, gaan deelnemers meer en op een hoger niveau lezen en schrijven.
Leren in tweetallen is beter dan ieder voor zich
Kijkend naar de werkvorm blijkt het werken in tweetallen bevorderend te zijn voor het aanleren van de nieuwe taal. Deelnemers die vaker in tweetallen en minder alleen in de klas werken blijken meer vooruitgang te boeken in leesvaardigheid.
Goede beheersing van de moedertaal helpt
Lezen in de moedertaal blijkt de leesvaardigheid in de tweede taal positief te beïnvloeden vanwege de transfer. Als de deelnemer niet leest in de moedertaal, hoeft dat overigens geen belemmering te zijn voor het lezen in de tweede taal.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Maurice de Greef (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: Coördinator inburgering, docent NT2 / Basisvaardigheden
Vraag
Welke uitgangspunten en kenmerken van de leeromgeving dragen eraan bij dat tweede taalleerders met B1-niveau ten opzichte van moedertaalleerders de vaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren leren beheersen op het niveau 2F?
Kort antwoord
Het leren van een tweede taal is niet hetzelfde proces als het leren van een moedertaal. Verblijfsduur en de daarmee samenhangende frequentie van het gebruiken en horen van de nieuwe taal, de moedertaal en taalangst zijn van invloed op het leren beheersen van een tweede taal. Kenmerken van de leeromgeving en lesmethoden die de leerresultaten positief kunnen beïnvloeden zijn een goed gekwalificeerde docent, naast de inzet van authentieke activiteiten en teksten als ook de mogelijkheid tot het leren in tweetallen en aandacht voor het lezen in de moedertaal.
Toelichting antwoord
Het aanleren van een taal verschilt voor een tweede taalleerder ten opzichte van een moedertaalleerder. Dat wordt duidelijk uit de literatuurstudie van Xiao (2015). Daaruit blijkt dat als een tweede taalleerder bekwamer is in de tweede taal hij of zij ook een betere pragmatische competentie heeft. Dat houdt in, dat de deelnemer verbanden tussen taaluitdrukkingen en de specifieke situatie kan leggen. Echter garandeert dit niet, dat de tweede taalleerder eenzelfde pragmatische competentie heeft als die van een moedertaalspreker. Dat komt doordat de pragmatische competentie onder andere afhankelijk is van de typen spraakhandelingen, de verhouding tussen de werkelijkheid en haar beschrijving (begrip en productie), sociale variabelen behorende bij taaksituaties (zoals sociale status), sociale afstand en machtsverhoudingen (Xiao, 2015). Dit zijn kenmerken die ook met het toepassen van de taal in de specifieke context te maken hebben.
Verschil tussen een tweede taalleerder en moedertaalleerder
Verblijfsduur en de daarmee samenhangende frequentie van het gebruiken en horen van de nieuwe taal, de moedertaal en taalangst zijn van invloed op het leren beheersen van een tweede taal. Op basis van experimenteel onderzoek onder meer dan 50 volwassenen wordt duidelijk, dat eerstetaalsprekers minder problemen ervaren in spreekvaardigheid dan tweetaalsprekers of -leerders (Bergmann et al., 2015). Eén van de oorzaken kan de verblijfsduur zijn. Onderzoek onder 60 andere (jong-)volwassenen, waarbij de verblijfsduur van de migranten in relatie tot hun beheersing van de tweede taal is gebracht, laat namelijk zien dat voor sommigen de lengte van de verblijfsduur van invloed is op de beheersing van de tweede taal. Met name bij studenten (die meer input krijgen van moedertaalsprekers) wordt duidelijk, dat als zij een langere verblijfsduur hebben zij de taal beter beheersen (Flege en Liu, 2001).
Hieruit wordt de conclusie getrokken dat de beheersing van een tweede taal van een volwassene kan verbeteren, indien de volwassene een substantiële input krijgt van moedertaalsprekers. Maar ook de beheersing van de moedertaal is van invloed op het verbeteren van de tweede taal, met name bij beginnende tweede taalleerders en veel minder bij bovengemiddelde tweede taalleerders. Dit blijkt uit onderzoeksresultaten onder 140 volwassen deelnemers aan tweede taaltrajecten (Artieda i Gutiérrez, 2013). Ten slotte laten de resultaten van experimenteel onderzoek onder meer dan 40 volwassen deelnemers zien, dat taalangst onder andere het bevorderen van het leren kan belemmeren (Sheen, 2008).
Daarnaast zijn ook kenmerken van de leeromgeving en lesmethoden van invloed op het leren van de tweede taal. Een goed gekwalificeerde docent, naast de inzet van authentieke activiteiten en teksten als ook de mogelijkheid tot het leren in tweetallen en aandacht voor het lezen in de moedertaal kan het aanleren van de tweede taal bevorderen.
Goede docent biedt balans en verscheidenheid
Resultaten van het literatuuronderzoek van Vorhaus et al. (2011) laten zien, dat de leervorderingen van de volwassen deelnemer groter zijn als de docent een gekwalificeerde status heeft, oftewel een lerarenopleiding heeft gevolgd (Vorhaus et al., 2011). Hierbij moeten docenten naast generieke vaardigheden in het lesgeven ook goede vakdidactische kennis en vaardigheden hebben. Dit zijn onder andere vaardigheden, waarbij de docent weet hoe hij of zij de deelnemer vloeiend kan leren spreken, de fonetiek (vorming en functie van spraakklanken) eigen kan laten maken, kan laten begrijpen en waarderen wat hij of zij leest en dit op andere teksten op papier en een scherm kan laten toepassen (Vorhaus et al., 2011).
Een onderwijsstrategie die laveert tussen ‘balans en verscheidenheid’ levert het beste resultaat. Deze brengt het vloeiend spreken en de nauwkeurigheid in balans door een verscheidenheid aan materialen en activiteiten aan de deelnemers aan te bieden. Onderzoek onder meer dan 500 (jong-) volwassen deelnemers van tweede taaltrajecten toont aan, dat het bieden van balans en verscheidenheid tijdens het lesgeven voor betere resultaten kan zorgen, onder andere op het gebied van interactieve communicatie, grammatica en woordenschat (Baynham et al., 2007). Via deze strategie zijn deelnemers betrokken, omdat docenten (Baynham et al., p. 45):
- deelnemers verschillende activiteiten aanbieden;
- deelnemers een verscheidenheid aan materialen bieden;
- mogelijkheden geven om de spreekvaardigheid te oefenen;
- mogelijkheden geven om te focussen op nauwkeurigheid;
- lezen, schrijven, spreken en luisteren integreren;
- een algehele balans en samenhang in de les creëren;
- de les koppelen aan een eerdere of een volgende les.
Authentieke activiteiten en teksten
Ten tweede wordt duidelijk, dat de inzet van authentieke activiteiten en teksten van belang is. Onderzoek onder meer dan 150 volwassen deelnemers aan taaltrajecten toont aan, dat de inzet van authentieke activiteiten en teksten (passend bij hun dagelijks leven) van invloed is op het meer lezen en schrijven (en ook) op een hoger niveau (Purcell-Gates et al., 2002).
Leren in tweetallen is beter dan ieder voor zich
Kijkend naar de werkvorm lijkt ten derde het werken in tweetallen bevorderend te zijn voor het aanleren van de taal. Onderzoek onder meer dan 450 (jong)volwassen deelnemers aan taaltrajecten laat zien, dat deelnemers die meer tijd hebben om in tweetallen en minder tijd om alleen in de klas te werken een betere vooruitgang in leesvaardigheid laten zien (Brooks et al. 2007).
Goede beheersing van de moedertaal helpt
Ten slotte wordt uit onderzoek onder meer dan 50 (jong-)volwassen tweede taalleerders duidelijk, dat onder andere het lezen van de moedertaal de leesvaardigheid in de tweede taal positief kan beïnvloeden (Pichette et al., 2003). Als de deelnemer niet leest in de moedertaal verhindert dat het lezen in de tweede taal niet, maar het blijven lezen in de moedertaal kan de transfer van leesvaardigheid naar de tweede taal wel optimaliseren.
Geraadpleegde bronnen
- Artieda Gutiérrez, G. (2013). Individual Differences in Adult Learners of English as a Foreign Language at Two Levels of Proficiency. Barcelona: University of Barcelona.
- Baynham, M., Roberts, C., Cooke, M., Simpson, J., Ananiadou, K., Callaghan, J., McGoldrick, J. & Wallace, C. (2007). Effective teaching and learning: ESOL. London: NRDC.
- Bergmann, C., Sprenger, S.A., Schmid, M.S. (2015). The impact of language co-activation on L1 and L2 speech fluency. Acta Psychologica, 161, p. 25-35.
- Brooks, G., Burton, M., Cole, P. & Szczerbiński. (2007). Effective teaching and learning: Reading. London: NRDC.
- Flege, J.E. & Liu, S. (2001). The effect of experience on adults’ acquisition of a second language. Studies in Second Language Acquisition, 23, p. 527-552.
- Pichette, F., Segalowitz, N. & Connors, K. (2003). Impact of Maintaining L1 Reading Skills on L2 Reading Skill Development in Adults: Evidence from Speakers of Serbo-Croatian Learning French. The Modern Language Journal, 87(III), p. 391-403.
- Purcell-Gates, V., Degener, S.C., Jocobson, E. & Soler, M. (2002). Impact of authentic adult literacy instruction on adult literacy practices. Reading Research Quarterly, 37 (1), p. 70-92.
- Sheen, Y. (2008). Recasts, Language Anxiety, Modified Output, and L2 Learning. Language Learning 58(4), p. 835-874.
- Vorhaus, J., Litster, J., Frearson, M. & Johnson, S. (2011). Research Paper Number 61: Review of Research and Evaluation on Improving Adult Literacy and Numeracy Skills. London: BIS: Department for Business, Innovation and Skills.
- Xiao, F. (2015). Proficiency effect on L2 pragmatic competence. Studies in Second Language Learning and Teaching 5(4), p. 557-581.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

ANWB


Wij-leren.nl Academie


Voedingscentrum


oo.nl

























