Wat zijn effectieve maatregelen om de instroom in gymnasiumafdelingen te vergroten en/of tussentijdse uitstroom te verkleinen?
Geplaatst op 15 november 2021
Bij de keuze voor het gymnasium speelt status een rol. Ouders verwachten dat hun kind terechtkomt in een omgeving van gelijkgestemde en slimme kinderen uit een hoger sociaal milieu. Andere ambitieuze ouders en leerlingen zoeken extra uitdaging in tweetalig onderwijs of een technasium. Tussentijds stroomt ongeveer één op de vijf leerlingen uit naar een andere onderwijssoort. Mogelijk voelen die leerlingen zich minder thuis op het gymnasium. Er is geen onderzoek verricht naar interventies om leerlingaantallen in gymnasia te vergroten.
Het gymnasium is een vwo-opleiding waarbij leerlingen ook Latijn en/of Grieks krijgen en daarin examen doen. In totaal gaan er ongeveer 60.000 leerlingen naar een gymnasium, evenredig verdeeld over categorale scholen en scholengemeenschappen. Na een periode van groei daalt het aantal leerlingen sinds enkele jaren. Sommige scholen vragen zich af hoe ze meer leerlingen kunnen aantrekken. En hoe ze kunnen voorkomen dat leerlingen tussentijds uitstromen naar het reguliere vwo.
Redenen om voor het gymnasium te kiezen
De status van het gymnasium heeft aantrekkingskracht op ouders en leerlingen die zoeken naar een omgeving van gelijkgestemde, slimme en serieuze kinderen uit een hoger sociaal milieu. Het opleidingsniveau van ouders van gymnasiumleerlingen is bijvoorbeeld (nog) hoger dan dat van de overige vwo-leerlingen. Verder verwachten ouders en leerlingen dat het niveau hoger is en er een sterker werkethos heerst. Ook gaan ze er vanuit dat leerlingen voor intellectuelere uitdagingen staan.
Redenen om niet voor het gymnasium te kiezen
Voor gymnasia die willen groeien, zijn ouders en leerlingen die expliciet niet voor een gymnasium kiezen een interessante groep. Een belangrijke reden bijvoorbeeld om de voorkeur aan het atheneum te geven, is dat ze het nut van Grieks en Latijn betwijfelen. Terwijl de klassieke talen wel de werkdruk voor de leerlingen verhogen. Een deel van deze ouders en leerlingen zoekt een extra uitdaging liever in gebieden die in hun ogen meer nut hebben, zoals tweetalig onderwijs, een technasium of entrepenasium (voor ondernemend leren). Daarnaast zijn er ouders en leerlingen die zich niet thuis voelen bij de leerlingpopulatie op de gymnasia.
Tussentijdse uitstroom op het gymnasium
Naast instroom is ook tussentijdse uitstroom van invloed op het aantal leerlingen. Van de gymnasiumleerlingen die gestart zijn in schooljaar 2014/2015 en 2015/2016 is – gerekend vanaf het tweede leerjaar – in de examenklas nog ongeveer driekwart van de jongens over en 85 procent van de meisjes. Een kwart van de jongens is dus vóór de examenklas afgehaakt; vooral in de eerste leerjaren gaat de uitstroom snel.
In Nederland is geen onderzoek gedaan naar de redenen waarom leerlingen tussentijds het gymnasium verlaten. Een Zwitserse studie laat zien dat leerlingen die daar het gymnasium vroegtijdig verlaten, vaker laag opgeleide ouders hebben. Verder voelen ze zich minder thuis op de school, ervaren een grotere afstand tot school en hebben meer motivatieproblemen. Hun leerprestaties doen evenwel nauwelijks onder ten opzichte van de leerlingen die op het gymnasium blijven.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Sjerp van der Ploeg (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: docent gymnasium
Vraag
Wat zijn effectieve maatregelen om de instroom in gymnasiumafdelingen te vergroten en/of de tussentijdse afstroom te verkleinen?
Kort antwoord
Er is geen onderzoek verricht naar interventies om leerlingaantallen in gymnasia te vergroten. Wel is onderzoek verricht dat gebruikt kan worden om deze interventies te ontwikkelen of onderbouwen. Onderzoek naar keuzemotieven laat zien dat de status van het gymnasium aantrekkingskracht heeft op ouders en leerlingen die zoeken naar een omgeving van gelijkgestemde, slimme en serieuze kinderen uit een hoger sociaal milieu. Andere ambitieuze ouders en leerlingen zoeken een extra uitdaging juist bij tweetalig onderwijs of een technasium. Ook zijn er ouders en leerlingen die zich niet thuis voelen bij de bestaande leerlingpopulatie op de gymnasia.
Onderzoek naar uitstroom laat zien dat tussen het tweede en laatste leerjaar ongeveer één op de vijf gymnasiumleerlingen uitstroomt naar een andere onderwijssoort. Dat geldt voor jongens sterker dan voor meisjes. Er zijn aanwijzingen dat bij deze groep speelt dat ze zich minder thuisvoelen op het gymnasium, een grotere afstand toch school voelen en meer motivatieproblemen hebben.
Toelichting antwoord
Het gymnasium is een vwo-opleiding waarbij leerlingen ook Latijn en/of Grieks krijgen aangeboden en daarin examen doen. In totaal gaan er ongeveer 60.000 leerlingen naar een gymnasisum. De helft daarvan gaat naar een categorale school, met alleen gymnasiumleerlingen, de andere helft naar een scholengemeenschap, waar het gymnasium onderdeel is van het vwo. Het betreft 7% van de totale populatie leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarmee is het een tamelijk selectieve vorm van onderwijs, al neemt het aandeel gymnasiasten toe. Enkele decennia geleden was rond de 4% van de vo-leerlingen gymnasiast (Merry & Boterman, 2020).
Gymnasia zijn over het geheel genomen populair maar na een periode van groei, daalt het aantal leerlingen sinds enkele jaren: tussen 2017 en 2020 is het aantal gymnasium-leerlingen met 7 procent afgenomen (Waslander et al., 2009; DUO-gegevens,). Dat geldt uiteraard niet voor iedere school of regio even sterk. Sommige scholen/regio’s die kampen met teruglopende aantallen gymnasiumleerlingen vragen zich af hoe ze meer leerlingen kunnen aantrekken en hoe ze kunnen voorkomen dat leerlingen na een aantal jaar naar het reguliere vwo overstappen.
Er is geen onderzoek verricht naar interventies om leerlingaantallen in gymnasia te vergroten. Wel is onderzoek verricht dat gebruikt kan worden om deze interventies te ontwikkelen of onderbouwen. Dat bespreken we hieronder.
Redenen om (niet) voor het gymnasium te kiezen
Om inzicht te krijgen in de manier waarop mogelijk meer leerlingen voor een gymnasium geïnteresseerd kunnen worden, is van belang naar de redenen voor schoolkeuze te kijken. Zowel van de ouders/leerlingen die voor het gymnasium kiezen als degenen die dat niet doen. We starten met de eerste groep.
Bij de keuze voor het gymnasium ten opzichte van een vwo-opleiding speelt de status van het gymnasium een rol. Dat geven ouders zelf aan en de ouders verwachten dat hun kind daarmee in een omgeving van gelijkgestemde, slimme en serieuze kinderen uit een hoger sociaal milieu terecht komt (Kennisrotonde, 2019b). Die verwachting over het milieu klopt want het opleidingsniveau van de ouders van gymnasium-leerlingen is (nog) hoger is dan dat van de overige vwo-leerlingen (Merry & Boterman, 2020). Verder verwachten ouders en leerlingen dat het niveau hoger is, leerlingen meer (intellectueel) uitgedaagd worden (bijvoorbeeld door de verplichte klassieke talen) en dat op het gymnasium een sterker werkethos heerst (Kennisrotonde, 2019b; Merry & Boterman, 2020).
Andere ouders en leerlingen kiezen expliciet niet voor een gymnasium. Met name onder deze groep is potentieel voor uitbreiding van het aantal leerlingen voor gymnasia die willen groeien. Voor ouders en leerlingen die de voorkeur geven aan het atheneum boven het gymnasium speelt vooral dat het nut van de klassieke talen betwijfeld wordt, terwijl die wel de werkdruk voor de leerlingen verhogen. Een deel van deze ouders en leerlingen zoeken een extra uitdaging liever in elementen die in hun ogen meer nut hebben en komen uit bij tweetalig onderwijs, een technasium of entrepenasium (voor ondernemend leren) (Kennisrotonde, 2019b). Daarnaast zijn er ouders en leerlingen die zich niet thuis voelen bij de bestaande leerlingpopulatie op de gymnasia.
Tussentijdse uitstroom op het gymnasium
Naast de instroom is ook tussentijdse uitstroom van invloed op het aantal gymnasiumleerlingen. In onderstaande grafiek tonen we de aantallen gymnasiumleerlingen die gestart zijn in schooljaar 2014-2015 en 2015-2016 (uitgesplitst naar geslacht). Gerekend vanaf het tweede leerjaar is er in de examenklas nog ongeveer driekwart van de jongens over en 85 procent van de meisjes. Een kwart van de jongens is dus al vóór de examenklas afgehaakt. En met name in de eerste leerjaren gaat de uitstroom snel. Dat is te zien aan de knik in de grafiek bij leerjaar 4. Van alle gymnasiumjongens in het tweede leerjaar is al één op de vijf naar een lager niveau gestroomd, voordat ze het vierde leerjaar bereiken. De grafiek toont verder aan dat het om een stabiel patroon gaat: beide cohorten laten min of meer dezelfde lijn zien.
Bron: DUO-gegevens 2015-2020; bewerking Kennisrotonde
In Nederland is geen onderzoek gedaan de redenen waarom leerlingen tussentijds het gymnasium verlaten. Een studie in Zwitserland laat zien dat leerlingen die daar het gymnasium vroegtijdig verlaten, ten opzichte van degene die blijven, vaker laag opgeleide ouders hebben, dat ze zich minder thuisvoelen op de school, een grotere afstand tot school voelen en meer motivatieproblemen hebben. Hun leerprestaties doen evenwel nauwelijks onder ten opzichte van de leerlingen die blijven. Hoewel het gaat om het gymnasium in Zwitserland dat beter vergelijkbaar is met het Nederlandse vwo dan het specifieke Nederlandse gymnasium, lijken deze resultaten goed vertaalbaar. Ze zijn als het ware het spiegelbeeld van de reden waarom ouders en leerlingen voor het gymnasium kiezen.
Geraadpleegde bronnen
- Kennisrotonde (2019a). Is binnen het vwo het schooltype (scholengemeenschap of categoriaal gymnasium) van invloed op de examenresultaten? (KR. 555) Den Haag: Kennisrotonde.
- Kennisrotonde (2019b). Welke factoren beïnvloeden de keuze van scholieren in het voortgezet onderwijs voor het gymnasium (en niet voor atheneum)? (KR. 596) Den Haag: Kennisrotonde
- Merry, M. & Boterman, W. (2020) Educational inequality and statesponsored elite education: the case of the Dutch gymnasium, Comparative Education, 56:4, 522-546.
- Stamm, M (2010). Dropouts am Gymnasium, Zeitschrift für Erziehungswissenschaft, 13(2):273-291
- Waslander, S., Barkmeijer, I. & Holwerda, A. (2009). Latijn en de kracht van de vanzelfsprekendheid. Een onderzoek naar succesbevorderende en succesbelemmerende factoren bij het vak Latijn op zelfstandige gymnasia, Groningen/Utrecht: RUG/VRZG
- Waslander, S., Pater, C. & Smit, B. (2011). De toren van Jenga. Een onderzoek naar succesbevorderende en succesbelemmerende factoren bij het vak Latijn op gymnasiale afdelingen van scholengemeenschappen, Utrecht: AOB.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


Medilex Onderwijs


oo.nl

























