Welke kenmerken van blended learning (in vergelijking met face-to-face en online leren) bij NT2 bevorderen het leerrendement onder volwassen deelnemers met verschillende niveaus?
Geplaatst op 5 april 2021
Voor volwassen tweede taalleerders lijkt blended onderwijs ten opzichte van online onderwijs meer effect te sorteren. Wil blended onderwijs voor deze groep succesvol zijn, dan moet de docent naast expert en mentor ook een motivator zijn. Verder dienen leermaterialen en -contexten aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van de deelnemer.
Blended onderwijs is een combinatie van face-to-face onderwijs en online onderwijs. Meer specifiek: het is een onderwijsstrategie, waarbij web-technologieën gecombineerd worden met meer traditionele benaderingen, als in een klas.
Face-to-face versus online versus blended onderwijs
Ondanks dat er weinig vergelijkende studies zijn tussen deze drie onderwijsvormen voor volwassen leerders, lijkt blended onderwijs meer effect te sorteren dan online onderwijs. Daarnaast blijkt uit een aantal vergelijkende studies dat voor het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs blended onderwijs meer effect sorteert dan online en face-to-face onderwijs. Echter deze resultaten zijn niet één op één toepasbaar op de doelgroep volwassen tweede taalleerders. Deze groep deelnemers kenmerkt zich namelijk door een grote diversiteit van deelnemers met verschillende moedertalen en verschillende digitale competenties. Een onderzoek naar de impact tussen online en blended onderwijs voor deze specifieke groep, wijst uit dat een blended leertraject meer oplevert. De deelnemers hieraan ervaren een betere plek in de samenleving te krijgen dan deelnemers aan een online leertraject.
Noodzakelijke voorwaarden bij blended onderwijs
Om blended onderwijs voor volwassen tweede taalleerders succesvol te laten zijn, zal de docent naast expert en mentor een motivator moeten zijn. Verder dienen de leermaterialen en –contexten aan te sluiten bij de dagelijks praktijk van de deelnemer.
Naast het faciliteren van peersupport moeten docenten duidelijke informatie over en tijdens het leertraject geven. Verder zijn van belang het begeleiden en aanmoedigen van de deelnemer. Tijdens het digitaal leren is het voor de deelnemer wenselijk dat er ruimte is voor overleg met de docent en voor het stellen van vragen. Ook moet de docent deelnemers stimuleren om te leren; uit zichzelf passen deelnemers weinig zelfmotiverende strategieën toe.
Over de eisen van het leermateriaal en de leercontext is niet veel bekend. Volgens volwassen deelnemers aan trajecten basisvaardigheden helpt het als de inhoud van een digitaal lesprogramma gerelateerd is aan de dagelijkse praktijk.
Verschillen tussen subgroepen in blended en online onderwijs
Tweede taalleerders (zowel laag als hoog niveau) zien een meerwaarde in het inzetten van ict in onderwijs. De verschillende subgroepen hebben echter wel verschillende behoeften als het gaat om het kunnen gebruiken van digitale leermiddelen.
Het zelfvertrouwen in de eigen technische capaciteiten om ict tijdens het leren te gebruiken is groter onder mannen, jongvolwassenen, volwassenen die nog een andere cursus of studie doen of werken, en leerders die voornamelijk online leren. Deelnemers van 65 jaar en ouder en lager opgeleiden hebben meer behoefte aan persoonlijke aandacht en ondersteuning van de docent. Deze twee subgroepen verkiezen blended onderwijs ook boven online onderwijs.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Maurice de Greef (kennismakelaar)
Vraagsteller: Docent volwasseneneducatie
Vraag
Wat zijn kenmerken van blended learning bij NT2 in vergelijking tot face-to-face learning en online learning die het leerrendement bevorderen onder volwassen deelnemers met verschillende niveaus?
Kort antwoord
Voor de doelgroep volwassen tweede taalleerders lijkt blended onderwijs ten opzichte van online onderwijs meer effect te sorteren. Om blended learning voor volwassen tweede taalleerders ook succesvol te kunnen laten zijn, zal de docent naast expert en mentor een motivator moeten zijn en zullen de leermaterialen en –context moeten aansluiten bij de dagelijks praktijk van de deelnemer. Kijkend naar de doelgroep blijken mannen, jongere volwassenen, volwassenen die nog een andere cursus of studie doen of werken en leerders die voornamelijk online leren meer zelfvertrouwen te hebben in de eigen technische capaciteiten om ICT tijdens het leren te gebruiken. Deelnemers van 65 jaar en ouder en lager opgeleiden hebben echter meer behoefte aan aandacht en ondersteuning.
Toelichting antwoord
Blended onderwijs is een vorm van onderwijs, waarbij face-to-face onderwijs gecombineerd wordt met online onderwijs (Kennisrotonde, 2016). Volgens Adams (2013, p. 23) is blended onderwijs meer specifiek een ‘onderwijsstrategie’, waarbij web-technologieën gecombineerd worden met meer traditionele benaderingen, zoals in een klassikale setting. Deze vorm van onderwijs bevindt zich op een continuüm tussen volledig online onderwijs en volledig face-to-face onderwijs (Kennisrotonde, 2016). Vraag is wat voor de (diverse) doelgroep volwassen tweede taalleerders nu de meest effectieve onderwijsvorm is en van welke randvoorwaarden dit afhankelijk is.
Face-to-face versus online versus blended onderwijs
Ondanks dat er weinig vergelijkende studies tussen deze drie vormen voor volwassen leerders zijn gerealiseerd, lijkt blended onderwijs meer effect te sorteren ten opzichte van online onderwijs. Voor diverse doelgroepen zijn vergelijkende studies gerealiseerd om de impact van face-to-face, online en blended onderwijs te kunnen vergelijken. Zo blijkt voor het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs blended onderwijs meer effect te sorteren dan online en face-to-face onderwijs (Kennisrotonde, 2020).
Echter deze resultaten zijn niet één op één toepasbaar op de doelgroep volwassen tweede taalleerders. Deze groep deelnemers kenmerkt zich namelijk door een grote diversiteit van deelnemers met verschillende moedertalen en verschillende digitale competenties. Er is wel een onderzoek gerealiseerd, dat de impact tussen online en blended onderwijs specifiek voor deze groep vergelijkt. Zo blijkt uit dit onderzoek waar de impact van leertrajecten van 161 volwassen deelnemers aan een online leertraject vergeleken is met 125 volwassen deelnemers aan een blended leertraject, dat de impact van het laatstgenoemde leertraject het grootst is (Cocquyt et al., 2017). Volgens de onderzoeksresultaten van Cocquyt et al. (2017) bleek dat de deelnemers na deelname aan een blended leertraject een betere plek in de samenleving ervaarden te krijgen dan deelnemers aan een online leertraject.
Noodzakelijke randvoorwaarden bij blended onderwijs
Om blended learning voor volwassen tweede taalleerders succesvol te kunnen laten zijn, zal de docent naast expert en mentor een motivator moeten zijn en zullen de leermaterialen en –context moeten aansluiten bij de dagelijks praktijk van de deelnemer. Onder 139 volwassenen (met verschillende opleidingsniveaus) is tijdens de blended leertrajecten gekeken welke vorm van onderwijs voor goede leerresultaten kan zorgen. De onderzoeksresultaten tonen aan, dat naast het faciliteren van peersupport de docenten duidelijke informatie over en tijdens het leertraject moeten geven en daarnaast de deelnemer moeten begeleiden en aanmoedigen tijdens het leren (Cocquyt et al., 2019). De docent balanceert tussen de rol van expert en mentor, zoals ook blijkt uit onderzoek naar de behoeften aan digitaal leren van volwassen deelnemers aan trajecten basisvaardigheden (De Greef & Bohnenn, 2011).
Tijdens het digitaal leren is het voor de deelnemer wenselijk dat er ruimte is voor overleg met de begeleider en voor het stellen van vragen. Ten slotte zou de docent een motivator kunnen zijn, om daarmee een mogelijk tekort aan zelfmotivatie van deelnemers tegen te gaan. Vanslambrouck et al. (2019) onderzochten de mate van zelfsturing onder volwassen deelnemers aan blended onderwijs. Hieruit blijkt, dat de deelnemers weinig zelfmotiverende strategieën toepasten.
Minder onderzoeken hebben naar de eisen van het leermateriaal en de leercontext gekeken. Volgens volwassen deelnemers aan trajecten basisvaardigheden zou de inhoud van een digitaal lesprogramma gerelateerd moeten zijn aan voorbeelden uit de dagelijkse praktijk (De Greef & Bohnenn, 2011).
Verschillen tussen subgroepen in blended en online onderwijs
Tweede taalleerders zien een meerwaarde in het inzetten van ICT in onderwijs, maar verschillende subgroepen hebben daarbij verschillende behoeften (Arrosagaray et al., 2019). Echter is er weinig onderzoek gedaan naar de verschillen in leerrendement tijdens digitaal onderwijs (zowel blended als online) voor de verschillende subgroepen. In het onderzoek van Arrosagaray et al. (2019) wordt de houding betreffende inzet van ICT in leertrajecten vergeleken tussen 184 volwassen tweede taalleerders aan face-to-face onderwijs met 243 deelnemers aan blended en 200 deelnemers aan online onderwijs. De onderzoekresultaten laten zien, dat over het algemeen de tweede taalleerders (zowel laag als hoog niveau) de meerwaarde van inzet van ICT tijdens het leertraject zien.
Echter zijn er wel verschillen tussen subgroepen als het gaat om het kunnen gebruiken van de digitale leermiddelen. Er zijn groepen die dat beter kunnen en groepen die meer ondersteuning nodig hebben. Het zelfvertrouwen in de eigen technische capaciteiten om ICT tijdens het leren te gebruiken is groter onder vier typen groepen, te weten: mannen, jongere volwassenen, volwassenen die nog een andere cursus of studie doen of werken en leerders die voornamelijk online leren (Arrosagaray et al., 2019). Onderzoek waarbij onder volwassen deelnemers aan trajecten basisvaardigheden gevraagd is naar de ondersteuningsbehoeften van digitaal leren toont aan, dat met name deelnemers van 65 jaar en ouder en lageropgeleiden meer behoefte hebben aan persoonlijke aandacht en ondersteuning van de begeleider tijdens het gebruik van digitale leermiddelen (De Greef & Bohnenn, 2011). Deze twee subgroepen verkiezen blended onderwijs ook boven online onderwijs.
Geraadpleegde bronnen
- Adams, J. (2013). Blende Learning: Instructional Design Strategies for Maximizing Impact. International Journal on E-learning, 12(1), p. 23-44.
- Arrosagaray, M., González-Peiteado, M., Pino-Juste, M. & Rodríguez-López, B. (2019). A comparative study of Spanish adult students’ attitudes to ICT in classroom, blended and distance language learning modes. Computers & Education, 134, p. 31-40.
- Cocquyt, C., Diep, A.N., Zhu, C., De Greef, M. & Vanwing, T. (2017). Examining social inclusion and social capital among adult learners in blended and online learning environments. European Journal for Research on the Education and Learning of Adults 8(1), p. 77-101.
- Cocquyt, C., Zhu, C., Diep, A.N., De Greef, M. & Vanwing, T. (2019). Examining the role of learning support in blended learning for adults’ social inclusion and social capital. Computers & Education, 142, p. 1-19.
- De Greef, M. & Bohnenn, E. (2011). Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden: Kaders voor een digitale leer- en oefenomgeving. ’s-Hertogenbosch: Artéduc.
- Kennisrotonde. (2016). Wat is het effect van het gebruik van blended lesmateriaal op onderwijsresultaten in het voortgezet onderwijs? (KR. 072) Den Haag: Kennisrotonde.
- Kennisrotonde. (2020). Wat zijn werkzame kenmerken van afstandsonderwijs in het mbo? (KR. 923) Den Haag: Kennisrotonde.
- Vanslambrouck, S., Zhu, C., Pynoo, B., Thomas, V., Lombaerts, K. & Tondeur, J. (2019). An in-depth analysis of adult students in blended environments: Do they regulate their learning in an ‘old school’ way? Computers & Education 128, p. 75-87.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

ANWB


Voedingscentrum


oo.nl


Medilex Onderwijs


Wij-leren.nl Academie



























