Kennisplatform
Alles over executieve functies: Leermodules van Emiel van Doorn.

Vormgeven aan identiteit

Harm Klifman
Senior adviseur bij Van Beekveld en Terpstra   

Klifman, H. (2014). Vormgeven aan identiteit.
Geraadpleegd op 15-10-2024,
van https://wij-leren.nl/identiteit-school.php
Geplaatst op 1 juni 2014
Identiteit school

Reflecteren over identiteit

Een schoolleider zei laatst heel pregnant: “Vroeger had je een identiteit en daar stichtte je een school bij. Nu heb je een school en zoek je er een identiteit bij.” ‘Het kan verkeren’ luidde de lijfspreuk van onze zeventiende-eeuwse dichter Brederode en daar had hij gelijk in. Reden om te reflecteren over het begrip ‘identiteit’.

De ouderen onder ons herinneren het zich nog: er was een tijd dat alles helder en duidelijk was. Je groeide op in een wereld vol herkenningspunten en vaststaande toekomstverwachtingen. Je hoorde bij een groep, een gemeenschap, en die gemeenschap had een identiteit. En jij als lid van die gemeenschap, had ook die identiteit, deelde erin en wist je opgenomen in een betekenisverlenend, zinstichtend verband. Sindsdien is er veel gebeurd. Wat me fascineert is de vraag: hoe voltrekt zich dat proces van ‘een school hebben en daar een identiteit bij zoeken’? Ik wil dit beschrijven in de vorm van reflecties die elk een eigen dimensie van de nieuwe realiteit weergeven. Ze hangen samen, dat zeker ook!

Identiteit en schoolprofiel

Wat opvalt, is dat veel scholen hard werken aan een nieuw onderscheidend profiel. De keuze voor een profiel houdt verband met de doelgroepen die men wil aantrekken. Het is het simpele gevolg van zowel marktwerking als krimp in potentiele leerlingen én financiële middelen.


Er is inmiddels sprake van een veelheid aan profielen. Denk aan de cultuurprofielschool, de begaafdenprofielschool, het technasium, het entreprenasium, de TOM-school, de Iederwijs-school, het sportprofiel, en ga zo maar door. Het aardige is dat scholen vaak meerdere profielen tegelijk hebben. Je ziet het aan de schilden of emblemen bij de ingang van de school. Nederland is in dit opzicht nog redelijk bescheiden. Onlangs wandelde ik door Kortrijk en verbaasde me over de rij met schilden op het hek van een basisschool: het waren er minstens zeven.


Het profiel is altijd direct gerelateerd aan het aanbod of aan de wijze waarop onderwijs wordt gerealiseerd, de pedagogiek (vgl. Dalton onderwijs of Montessorionderwijs). Profiel is dus in deze zin allereerst: onderwijskundig profiel. Het opmerkelijke is nu dat het onderwijskundige profiel als eerste en/of het meest nadrukkelijk wordt gecommuniceerd in primaire media als de site van de school, de schoolgids en dergelijke. Daar waar voorheen de levensbeschouwelijke identiteit als onderscheidend werd gepresenteerd, lijkt ‘identiteit’ nu te zijn ‘verkeerd’ in een profiel, of beter en vaker nog: in een combinatie van profielen.
 

En het een blijkt het ander niet uit te sluiten. Profielen (onderwijskundige en levensbeschouwelijke) kunnen naast elkaar bestaan en ook naast elkaar gecommuniceerd worden. Dat laatste is belangrijk. Scholen communiceren niet langer uitsluitend hun onderscheidende traditionele (= levensbeschouwelijke) identiteit, maar een veelheid aan profielen zonder aantoonbare dominantie van de een boven de ander en ook zonder een expliciet uitgelegde consequentie van de een uit de ander. Het gebeurt allemaal veeleer in termen van nevenschikking, afgestemd op de verschillende doelgroepen die de school voor ogen staan.

Identiteit en strategie

Identiteit lijkt in toenemende mate het resultaat van een al dan niet moeizaam afgelegd traject van missie – visie – strategie. Identiteit wordt dan uitgedrukt in termen van wie zijn wij, voor wie zijn wij er en waar willen wij voor gaan. Of, minder ambitieus: wat bieden we aan? Identiteit lijkt steeds vaker het resultaat van een proces waarin door tussenkomst van managementinstrumenten als een SWOT, werkgroepen, groepsgesprekken, systeemkaarten, ‘geeltjes’ en zo meer, een gemeenschappelijk resultaat wordt bereikt. Identiteit dus als opbrengst van een (vaak strak) geregisseerd proces.

De sympathieke kant van dit type identiteit is dat het vorm krijgt in een proces waarin veel partijen in en om de school een rol spelen en waarin ieder zich uiteindelijk schaart in een in taal gegoten zelfbeeld. Het levert een identiteit op met een dubbele functie: identiteit als zelfportret én als toekomstontwerp tegelijk.

Missie: wat is onze boodschap?
Visie: waar hebben we boodschap aan?
Strategie: in welke richting combineren we de uitkomsten van missie en visie?

Juist (traditionele) identiteitsorganisaties zijn gebaat bij het onderscheid tussen missie en visie.
 

Missie geeft antwoord op de vraag ‘wat is onze boodschap?’ Het aardige is dat missie altijd vanuit je zelf komt, en resultaat is van geïnspireerd zijn door een levensbeginsel, of in ervaring met een van God ontvangen opdracht, zoals die van oudsher eigen is aan missie. Wat bieden wij vanuit onszelf aan, zonder dat daarom gevraagd is? Missie is niet ‘vraaggestuurd’ maar ‘aanbodgericht’. Zoals iemand me eens uitlegde: in missie herkennen we het woord missionaris; welnu, er is in het verleden nooit een missionaris naar Afrika vertrokken omdat daar om het Evangelie werd gevraagd – het gebeurde in de overtuiging dat de goede boodschap ook voor Afrika van belang was.
 

Visie geeft antwoord op de vraag ‘waar hebben we boodschap aan?’ Door wat in de werkelijkheid om ons heen laten wij ons aanspreken? Waar mogen anderen ons op aanspreken en aan houden? En voor alle duidelijkheid: bij visie hoort dus ook: keuzes maken. Wat trekken we ons aan, wat gaan we juist niet doen?
 

Strategie: in welke richting combineren we de uitkomsten van missie en visie? Hoe komen we van A naar B?


Het komt mij voor dat het schema missie – visie – strategie steeds minder ruimte biedt aan het transcendente in de missie, aan de gemeenschappelijke dialoog over wat ons inspireert en steeds meer komt samen te vallen met de verkenning van de aspecten van Strength in het SWOT-schema: waar zijn we goed in? Ik hoop dat ik me vergis.

Identiteit en continuiteit

Iedere dialoog over identiteit, in welke betekenis dan ook, voorziet in een behoefte aan continuïteit in een wereld die juist vol is van discontinuïteit en permanente verandering; identiteit dus als dat wat blijft als alles verandert. Identiteit als ‘vastigheid’, als een rustpunt, een ankerplaats om jezelf te zijn, om thuis te komen. Ik vermoed dat aan scholen die zich nadrukkelijk ontwikkelen als waardengemeenschappen, een dergelijk beeld van identiteit voor ogen staat. Daarom ook zijn vaste gewoonten en rituelen zo belangrijk. Ze vormen herkenningspunten, steeds terugkerende constanten in een omgeving die steeds anders is.

Identiteit en taal

De identiteit van een organisatie als een school heeft altijd twee dimensies: de talige en de gedragsmatige. Met de talige bedoel ik dat de identiteit van een team, van een groep mensen, zichtbaar is in de taal waarin de leden van de groep zich uitdrukken. We zijn het ons vaak niet zo bewust maar gemeenschappen zijn niet mogelijk zonder een gedeelde taal, een specifiek idioom, een eigen register van uitdrukkingen. Sterker nog, niet zoiets als beleid of afspraken of spelregels in hun instrumentele zin constitueren een groep, een team, een gemeenschap: het is de gedeelde taal die verbindt. Je ziet het in gezinnen waar specifieke woorden worden gebruikt voor specifieke dingen alleen in dat gezin. Je ziet het ook in scholen waarin Bijbelse uitdrukkingen gebezigd worden om dingen te benoemen. Je ziet het vaak ook in de spanning die zich in scholen kan voordoen als er nieuw Haagse jargon zijn intrede doet en als verdacht bejegend wordt omdat het op gespannen voet staat met de zelfbeleden uitgangspunten van goed onderwijs. Een mooi voorbeeld is de weerstand die ‘opbrengstgericht werken’ vaak oproept – het wordt geassocieerd met veel wat juist niet hoort bij de identiteit van de school.


Identiteit is buitengewoon taalgevoelig. Daarom is het zo belangrijk dat leiders zich toeleggen op specifieke taal, op de ontwikkeling van taal die voor deze groep geldt. Taal die spreekt tot het hart van de mensen die er werken. Ik weet het, het klinkt wat abstract. Maar je kunt het verduidelijken met het tegendeel als voorbeeld: een leider die niets anders doet dan zich bedienen van gekopieerd managementjargon en consultants talk creëert echt geen team. Hem of haar treft al snel het verwijt dat hij visieloos leiding geeft, hetgeen vaak ook het geval is. Taal is echt zó belangrijk en even belangrijk als de gedragingen van en in die gemeenschap.


Ik doel bij dit laatste op concreet zichtbare gedragingen die voortvloeien uit pedagogische en didactische opvattingen, die verband houden met de beleden identiteit. Die gedragingen moeten kloppen met de identiteit zoals die in taal is verwoord. Dierbaar over leerlingen spreken maar pesten oogluikend toestaan kloppen niet met elkaar. ‘Elke leerling telt’ belijden en tegelijkertijd alleen aandacht hebben voor zwakke leerlingen doet tekort aan leerlingen die onvoldoende uitgedaagd worden en zich daardoor verwaarloosd weten. Taal en gedragingen zijn in die zin de twee ‘codes’ die de identiteit merkbaar maken. En als de identiteit niet afleesbaar is aan de gedragingen, in hoeverre bestaat ze dan nog? Alleen in taal?

Identiteit als toekomst

Terwijl ik dit alles overdacht, kwam bij mij een Bijbels beeld op. Identiteit als de wolkkolom, als een lichtende vuurzuil die voor je uit gaat, op weg naar een werkelijkheid die je nog niet kent maar die jou als een wenkend perspectief in beweging zet en in beweging houdt, als een belofte. Een vuurkolom die niet jouw persoonlijke schepping is maar die groter is dan jijzelf. Identiteit die mensen verbindt in een gemeenschappelijke droom, een visioen, een belofte. Identiteit die richting geeft en energie. Identiteit is dan niet dat wat je nu al bent maar dat waarnaar je op weg bent. Identiteit als toekomst. Spannend lijkt me dat.

Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen in juni 2013 in Narthex.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.