Kennisplatform
Alles over een passend schooladvies!

Welke didactische strategie bevordert het zelfvertrouwen?

Machiel Karels
Directeur Wij-leren.nl | onderwijsadviseur bij Wij-leren.nl   

Karels, M. (2024). Welke didactische strategie bevordert het zelfvertrouwen?.
Geraadpleegd op 18-01-2025,
van https://wij-leren.nl/zelfvertrouwen-zelfstandigheid-didactiek-procesgerichte-feedback-praktijkonderwijs.php
Geplaatst op 12 augustus 2022

Zelfvertrouwen en didactiek

Dit artikel onderzoekt hoe groeidoelen, procesgerichte feedback en strategische instructie bijdragen aan zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Het biedt theorieën, praktijkvoorbeelden en implementatiestrategieën.

Waarom zelfvertrouwen en zelfstandigheid essentieel zijn

Zelfvertrouwen en zelfstandigheid zijn cruciale factoren voor leerprestaties en persoonlijke ontwikkeling. Zelfvertrouwen verwijst naar het geloof in eigen kunnen, terwijl zelfstandigheid draait om het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces (Bandura, 1997). Beide aspecten zijn onmisbaar voor motivatie, betrokkenheid en doorzettingsvermogen (Ryan & Deci, 2000). Leerlingen die geloven in hun capaciteiten, durven uitdagingen aan te gaan en benutten fouten als leermomenten. Tegelijkertijd stelt zelfstandigheid hen in staat om zelfstandig te werken, problemen op te lossen en zelfregulerend te leren (Hattie, 2009).

Specifieke uitdagingen in het praktijkonderwijs
In het praktijkonderwijs kampen leerlingen vaak met een lager zelfbeeld, mede door eerdere negatieve schoolervaringen of sociale achterstanden (Beumer et al., 2011). Hierdoor ontbreekt vaak de motivatie om te leren en het eigenaarschap over het leerproces. Docenten in het praktijkonderwijs signaleren regelmatig dat leerlingen weinig initiatief tonen en een afhankelijke leerhouding hebben. Dit vraagt om gerichte didactische strategieën die zowel het zelfvertrouwen als de zelfstandigheid vergroten.

Focus op procesgericht leren
Traditioneel ligt in het onderwijs de nadruk op prestaties en eindresultaten, bijvoorbeeld in de vorm van cijfers en toetsen. Deze prestatiegerichte aanpak kan echter faalangst versterken en het leerproces blokkeren (Hattie, 2009). Recent onderzoek toont aan dat een verschuiving naar procesgericht leren effectiever is. Hierbij ligt de focus op het leerproces, het stellen van haalbare doelen, procesgerichte feedback en het ontwikkelen van een groeimindset (Dweck, 2007). Door leerlingen inzicht te geven in hun eigen leerproces, groeit hun motivatie en vertrouwen, wat leidt tot betere prestaties (Hattie & Timperley, 2007).

Onderzoeksvraag en doelstelling
Dit artikel onderzoekt hoe didactische strategieën zoals procesgerichte feedback, groeidoelen en strategische instructie bijdragen aan het versterken van zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij leerlingen, met name in het praktijkonderwijs. De nadruk ligt op praktische handvatten voor docenten om deze strategieën te implementeren en zo het leerproces van leerlingen duurzaam te ondersteunen. Door deze aanpak kunnen docenten bijdragen aan een leeromgeving waarin leerlingen zich competent en autonoom voelen, wat essentieel is voor hun verdere ontwikkeling en toekomstperspectief.

Groeidoelen stimuleren motivatie en eigenaarschap door leerlingen te laten focussen op zelfverbetering in plaats van prestatiedruk.

1. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid – een fundament

Zelfvertrouwen en prestaties: een wisselwerking
Zelfvertrouwen verwijst naar het geloof in eigen kunnen, ook wel self-efficacy genoemd (Bandura, 1997). Onderzoek toont aan dat zelfvertrouwen en leerprestaties elkaar wederzijds versterken (Hattie, 2009). Leerlingen die zich competent voelen, durven meer risico's te nemen, waardoor hun prestaties verbeteren. Omgekeerd leiden goede prestaties tot een positiever zelfbeeld (Valentine et al., 2004).

Zelfstandigheid als sleutel tot groei
Zelfstandigheid houdt in dat leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces (Deci & Ryan, 2000). In praktijkonderwijs kan dit complex zijn, omdat leerlingen vaak een afhankelijkheid ontwikkelen van docenten (Van Aalderen, 2016). Door hen stapsgewijs zelfstandig te laten werken, groeit hun autonomie en betrokkenheid.

De rol van motivatie en autonomie
Motivatie en autonomie zijn nauw met elkaar verbonden. Volgens Deci en Ryan (2000) ervaren leerlingen motivatie wanneer zij zich autonoom voelen en controle hebben over hun leerproces. In een klasomgeving betekent dit dat leerlingen ruimte krijgen om keuzes te maken, taken zelfstandig uit te voeren en beslissingen te nemen over hun leerstrategie. Autonomie leidt tot intrinsieke motivatie, wat cruciaal is voor diepgaand leren en blijvende betrokkenheid.

Drie basisbehoeften volgens Ryan en Deci (2000)
Volgens de zelfdeterminatietheorie hebben leerlingen drie psychologische basisbehoeften:

  1. Relatie: Zich verbonden voelen met anderen.
  2. Competentie: Het gevoel hebben dat ze capabel zijn.
  3. Autonomie: Vrijheid ervaren in hun keuzes en acties.

Relatie als fundament
De behoefte aan relatie gaat over het gevoel erbij te horen en gewaardeerd te worden. Dit betekent dat docenten aandacht moeten besteden aan een veilig en ondersteunend leerklimaat. Een sterke relatie met de docent en medeleerlingen versterkt het vertrouwen van leerlingen en moedigt hen aan om deel te nemen aan het leerproces.

Competentie: groeien door uitdaging
Competentie ontstaat wanneer leerlingen taken krijgen die uitdagend maar haalbaar zijn. Dit principe, bekend als de zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky, 1978), houdt in dat leerlingen hun vaardigheden vergroten door begeleiding en feedback. Door kleine successen te ervaren, groeit hun zelfvertrouwen.

Autonomie: verantwoordelijkheid stimuleren
Autonomie houdt in dat leerlingen keuzes kunnen maken over hun leerproces. Dit kan door hen inspraak te geven in doelen, taken en evaluatiemethoden. Het gevoel van controle over het leerproces verhoogt zowel de motivatie als de bereidheid om zelfstandig te werken.

Zelfvertrouwen en zelfstandigheid versterken door samenwerking
Zelfstandigheid en zelfvertrouwen ontwikkelen zich niet alleen individueel, maar ook in samenwerking met anderen. Door groepswerk en samenwerkingsopdrachten leren leerlingen van elkaar, krijgen ze nieuwe perspectieven en bouwen ze sociale vaardigheden op. Samenwerking biedt ook emotionele ondersteuning en draagt bij aan een positief groepsgevoel.

Conclusie
Zelfvertrouwen en zelfstandigheid vormen de basis voor succesvolle leerervaringen. Door aandacht te besteden aan relatie, competentie en autonomie kunnen docenten deze factoren versterken. Het creëren van een veilige leeromgeving, het aanbieden van haalbare uitdagingen en het stimuleren van autonomie zijn effectieve strategieën om motivatie, zelfvertrouwen en zelfstandigheid te bevorderen. In de volgende hoofdstukken wordt dieper ingegaan op praktische toepassingen zoals het stellen van groeidoelen en het geven van procesgerichte feedback.

Strategieën gericht op doelen, feedback en instructie vormen de basis voor levenslang leren en zelfvertrouwen.

2: Doelen stellen – van prestatiedoelen naar groeidoelen

Doelen stellen als motor voor groei

Doelen vormen een krachtig hulpmiddel bij het vergroten van zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Onderzoek toont aan dat specifiek geformuleerde, uitdagende doelen die gericht zijn op zelfverbetering, motivatie en prestaties stimuleren (Martin, 2006).

Drie soorten doelen

  1. Prestatiedoelen: Gericht op het behalen van meetbare resultaten, zoals cijfers of competities. Hoewel effectief voor korte termijn motivatie, kunnen ze bij falen het zelfvertrouwen ondermijnen.
  2. Beheersingsdoelen: Gericht op het leren beheersen van specifieke vaardigheden. Ze bevorderen doorzettingsvermogen en intrinsieke motivatie.
  3. Groeidoelen: Een combinatie van prestatie- en beheersingsdoelen. Ze richten zich op zelfverbetering en competitie met eigen eerdere prestaties.

Voordelen van groeidoelen Groeidoelen versterken zelfvertrouwen doordat leerlingen succes ervaren bij het bereiken van persoonlijke mijlpalen. Dit stimuleert zelfstandigheid en motivatie om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Volgens Martin (2006) leidt het werken met groeidoelen tot:

  • Verhoogde motivatie en doorzettingsvermogen.
  • Verbeterde leerprestaties en eigenaarschap.
  • Positiever zelfbeeld door concrete vooruitgang.

Praktische implementatie Het stellen van groeidoelen kan effectief worden geïntegreerd in het onderwijs door:

  1. Individuele Ontwikkelplannen (IOP's): Samen met leerlingen doelen formuleren en vastleggen in persoonlijke leerplannen.
  2. Visualisatie van vooruitgang: Grafieken en diagrammen gebruiken om groei inzichtelijk te maken.
  3. Reflectiemomenten: Periodiek evalueren welke stappen zijn gezet en wat de volgende doelen zijn.
  4. Leerportfolio's: Een verzameling van werk en reflecties die groei zichtbaar maken.

Concrete voorbeelden Een voorbeeld van een groeidoel is: “Over vier weken kan ik acht verschillende kooktechnieken toepassen, terwijl ik er nu vier beheers.” Dit doel is specifiek, uitdagend en meetbaar, en richt zich op zelfverbetering.

Ondersteuning door feedback Om groeidoelen te laten slagen, is procesgerichte feedback onmisbaar. Feedback die de nadruk legt op inspanning, strategieën en vooruitgang, versterkt het geloof in eigen kunnen (Dweck, 2015). Leraren kunnen feedback structureren door:

  • Complimenten te geven op inzet en proces.
  • Specifieke aanwijzingen te bieden voor verdere verbetering.
  • Leerlingen zelfreflectievragen te laten beantwoorden.

Samenhang met mindset en instructie Groeidoelen zijn nauw verbonden met een groeimindset (Dweck, 2007). Door leerlingen te leren dat intelligentie en vaardigheden ontwikkelbaar zijn, worden ze gestimuleerd om uitdagingen aan te gaan en door te zetten bij tegenslagen. Strategische instructie kan hierbij ondersteunen door leerlingen te leren hoe ze zelfstandig kunnen werken en hun eigen leerproces kunnen sturen.

3 Procesgerichte feedback – de kracht van reflectie

Feedback als groeimiddel Procesgerichte feedback richt zich op het leerproces in plaats van enkel op het eindresultaat. Het helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun voortgang en stimuleert hen om actief na te denken over volgende stappen (Hattie & Timperley, 2007).

Drie kernvragen van feedback Hattie & Timperley (2007) beschrijven drie essentiële vragen die de kern vormen van effectieve feedback:

  1. Waar sta je? – Analyseer de huidige prestaties en voortgang.
  2. Wat is je doel? – Stel een helder en haalbaar doel voor de volgende stap.
  3. Wat is de volgende stap? – Formuleer concrete strategieën om het doel te bereiken.

Motiverende effecten op zelfvertrouwen Procesgerichte feedback stimuleert reflectie en versterkt het gevoel van competentie (Dweck, 2015). Leerlingen raken gemotiveerd wanneer zij worden aangespoord om strategieën te evalueren en bij te stellen. Dit vergroot hun zelfstandigheid en helpt hen om eigenaarschap te nemen over hun leerproces.

Verschillen tussen resultaat- en procesgerichte feedback Waar resultaatgerichte feedback zich vaak beperkt tot een cijfer of beoordeling, richt procesgerichte feedback zich op de inspanning en strategieën van leerlingen. Hierdoor verschuift de nadruk van presteren naar leren. Dit stimuleert een groeimindset, waarin fouten worden gezien als kansen om te leren.

Strategieën voor effectieve procesgerichte feedback

  1. Complimenten op inzet en strategie: Complimenteer niet alleen de uitkomst, maar ook het proces, zoals doorzettingsvermogen en gebruikte technieken.
  2. Specifieke aanwijzingen: Geef concrete suggesties voor verbetering, bijvoorbeeld: "Probeer bij de volgende opdracht eerst een stappenplan te maken."
  3. Reflectievragen: Stimuleer leerlingen om zelf te evalueren wat goed ging en waar ze nog kunnen groeien.
  4. Visuele hulpmiddelen: Maak gebruik van grafieken of voortgangsdiagrammen om groei zichtbaar te maken.

Feedback en eigenaarschap Door leerlingen te betrekken bij hun eigen evaluatieproces, ontwikkelen ze eigenaarschap over hun leerproces. Dit kan worden versterkt door portfolio’s bij te houden waarin zij hun voortgang documenteren. Reflectievragen zoals "Wat heb ik vandaag geleerd?" en "Welke stappen kan ik zetten om mijn doel te bereiken?" helpen hierbij.

Praktische voorbeelden Een praktijkvoorbeeld van procesgerichte feedback is het bijhouden van een leerlogboek waarin leerlingen wekelijks reflecteren op hun voortgang. Een leerling kan bijvoorbeeld schrijven: "Ik vond het moeilijk om mijn taak goed te plannen, maar door een checklist te maken heb ik overzicht gekregen." De docent kan hierop reageren met gerichte vragen zoals: "Wat zou je volgende keer anders kunnen doen om nog efficiënter te werken?"

Het belang van feedback in het praktijkonderwijs In het praktijkonderwijs is procesgerichte feedback extra waardevol. Veel leerlingen in deze context hebben eerder negatieve leerervaringen opgedaan en kampen met een laag zelfbeeld. Door feedback te richten op hun inspanning en groei, krijgen zij het vertrouwen om nieuwe uitdagingen aan te gaan en zelfstandig te werken.

Casus: Reflectie in praktijkonderwijs Een docent werkt met een leerling aan kooktechnieken. De leerling krijgt feedback op hoe hij een gerecht heeft voorbereid, niet alleen op het eindresultaat. Door samen te bespreken welke stappen goed gingen en welke verbeterd kunnen worden, groeit het zelfvertrouwen van de leerling. Hij voelt zich competenter en durft in volgende lessen meer verantwoordelijkheid te nemen.

Procesgerichte feedback en groeimindset Carol Dweck (2007) benadrukt dat feedback die inzet en proces waardeert, bijdraagt aan een groeimindset. Leerlingen leren hierdoor dat vaardigheden ontwikkeld kunnen worden door oefening en doorzettingsvermogen. Dit motiveert hen om uitdagingen aan te gaan en fouten te zien als leermomenten.

Uitdagingen bij implementatie Hoewel procesgerichte feedback veel voordelen biedt, kan het implementeren ervan in de praktijk uitdagend zijn. Leraren moeten bewuster omgaan met hun manier van feedback geven en voldoende tijd inruimen voor reflectiemomenten. Training en ondersteuning kunnen hierbij helpen.

Conclusie Procesgerichte feedback is een krachtig middel om zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij leerlingen te bevorderen. Door te focussen op strategieën, inspanning en groei in plaats van enkel op resultaten, ontwikkelen leerlingen een positief zelfbeeld en een groeimindset. Vooral in het praktijkonderwijs kan dit het verschil maken door leerlingen te motiveren en hen de tools te geven om zelfstandig en met vertrouwen te werken.

Procesgerichte feedback versterkt motivatie en zelfstandigheid door inzicht te geven in voortgang en strategieën voor verbetering.

4 - Mindsets en overtuigingen – bouwen aan een groei-gedachte

Mindset als basis voor ontwikkeling Een groeimindset vormt een krachtige basis voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij leerlingen. Carol Dweck (2007) introduceerde het concept van de groeimindset, waarbij leerlingen geloven dat hun capaciteiten ontwikkeld kunnen worden door inspanning en leren. Dit staat tegenover een statische mindset, waarbij intelligentie en talent als vaststaand worden beschouwd.

De invloed van mindset op motivatie en prestaties Leerlingen met een groeimindset zien fouten als kansen om te leren, terwijl leerlingen met een statische mindset uitdagingen vermijden uit angst om te falen. Onderzoek van Dweck toont aan dat leerlingen met een groeimindset meer doorzettingsvermogen tonen, beter presteren en veerkrachtiger omgaan met tegenslagen.

Kenmerken van een groeimindset:

  1. Leren van fouten: Fouten worden gezien als waardevolle leermomenten.
  2. Doorzettingsvermogen: Leerlingen blijven gemotiveerd, zelfs bij moeilijkheden.
  3. Zelfreflectie: Reflectie op leerprocessen leidt tot inzicht en verbetering.
  4. Zelfregulatie: Leerlingen nemen verantwoordelijkheid voor hun leerproces.

De rol van leraren bij mindsetontwikkeling Leraren spelen een cruciale rol bij het ontwikkelen van een groeimindset. Dit begint met hun eigen overtuigingen en houding. Leraren moeten modelgedrag vertonen door hun eigen leerproces zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door hardop te denken bij probleemoplossingen en fouten openlijk te bespreken.

Strategieën voor leraren:

  • Complimenten geven op inspanning: Focus op de weg naar succes in plaats van het eindresultaat.
  • Procesgerichte vragen stellen: Bijvoorbeeld: "Welke strategie heb je gebruikt?" of "Wat heb je geleerd van deze fout?"
  • Feedback koppelen aan groei: Maak duidelijk hoe inspanningen en strategieën bijdragen aan verbetering.
  • Valkuilen vermijden: Wees voorzichtig met labels zoals "slim" of "talentvol," omdat deze onbedoeld een statische mindset kunnen versterken.

Interventies voor het ontwikkelen van een groeimindset Onderzoek van Blackwell, Trzesniewski & Dweck (2007) laat zien dat lessen over neuroplasticiteit – het vermogen van de hersenen om te veranderen door leren – effectief zijn bij het stimuleren van een groeimindset. Programma’s zoals "Set your mind" bieden praktische lessen waarin leerlingen leren hoe ze kunnen groeien door inspanning en strategieën.

Praktische toepassingen:

  1. Lessen over neuroplasticiteit: Uitleg geven over hoe hersenen zich ontwikkelen door leren.
  2. Reflectieve dagboeken: Leerlingen laten opschrijven wat ze hebben geleerd en hoe ze hebben bijgedragen aan hun groei.
  3. Probleemoplossend denken: Oefeningen waarin leerlingen leren strategieën toe te passen bij uitdagingen.
  4. Samenwerkend leren: Groepsactiviteiten waarin leerlingen leren van elkaars processen en fouten.

Het doorbreken van faalangst en negatieve overtuigingen Leerlingen met een statische mindset ervaren vaak faalangst, wat hun groei belemmert. Het doorbreken van deze angst begint met het herdefiniëren van falen als een leerervaring. Dweck (2015) adviseert leraren om zinnen te gebruiken als "Je kunt het nog niet," waarmee de nadruk wordt gelegd op groei in plaats van beperkingen.

Voorbeeld uit de praktijk: Een leerling die moeite heeft met wiskunde krijgt de opdracht om zijn fouten te analyseren en een nieuwe strategie te bedenken. De docent prijst de inspanning en moedigt reflectie aan met vragen als: "Wat heb je ontdekt?" en "Hoe kun je dit de volgende keer toepassen?" Dit proces stimuleert eigenaarschap en motiveert de leerling om verder te werken.

Mindset en feedback: Een krachtige combinatie Procesgerichte feedback ondersteunt de ontwikkeling van een groeimindset. Door feedback te richten op strategieën en inspanning in plaats van resultaten, worden leerlingen gestimuleerd om door te zetten en verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces.

Valkuilen bij implementatie Hoewel het ontwikkelen van een groeimindset veel voordelen biedt, zijn er valkuilen die aandacht verdienen:

  1. Inconsistentie bij leraren: Leraren moeten zelf een groeimindset tonen en consequent zijn in hun feedback.
  2. Overmatige nadruk op complimenten: Te veel lof zonder concrete feedback kan leiden tot afhankelijkheid van externe bevestiging.
  3. Onrealistische verwachtingen: Het is belangrijk om realistische doelen te stellen die haalbaar zijn, zodat leerlingen succeservaringen opdoen.

Conclusie Een groeimindset biedt leerlingen de tools om zelfvertrouwen en zelfstandigheid te ontwikkelen. Door fouten te omarmen, door te zetten bij uitdagingen en strategieën te evalueren, leren leerlingen hoe ze kunnen groeien. Leraren spelen hierin een sleutelrol door het juiste voorbeeld te geven en consistente, procesgerichte feedback te bieden. Praktische interventies, zoals lessen over neuroplasticiteit en reflectieve dagboeken, kunnen deze mindset verder versterken. In combinatie met strategische instructie en doelgerichte feedback vormt de groeimindset een krachtige basis voor levenslang leren.

Een groeimindset versterkt motivatie en doorzettingsvermogen door fouten te zien als kansen om te leren.


Figuur 1: Twee mindsets, aangepast van Two mindsets (Dweck & Homes, 2007) door Heijmans & Creemers (2013). Deze figuur is te downloaden van www.onderwijsmaakjesamen.nl

5 - Strategische instructie – zelfstandigheid door leren leren

Inleiding Strategische instructie is een krachtig middel om leerlingen te helpen zelfstandig te leren. In tegenstelling tot directe instructie, richt strategische instructie zich op het aanleren van leerstrategieën en zelfregulatievaardigheden. Dit model legt de nadruk op het leren van processen in plaats van enkel het verwerven van kennis. Hierdoor ontwikkelen leerlingen niet alleen kennis, maar ook de vaardigheden om zelfstandig problemen op te lossen en hun leerproces te sturen.

Wat is strategische instructie? Strategische instructie is een didactisch model waarbij leerlingen expliciet leren hoe ze strategieën kunnen toepassen om taken zelfstandig uit te voeren (Van Batenburg, 2010). Dit model omvat vier fasen:

  1. Modelling: De docent demonstreert hoe een strategie wordt toegepast.
  2. Guided practice: Leerlingen oefenen de strategie onder begeleiding.
  3. Independent practice: Leerlingen passen de strategie zelfstandig toe.
  4. Reflection: Evaluatie van het leerproces en bijsturing waar nodig.

Voordelen van strategische instructie

  • Zelfstandigheid: Leerlingen leren hun eigen leerproces te sturen.
  • Probleemoplossend vermogen: Leerlingen ontwikkelen vaardigheden om zelfstandig problemen aan te pakken.
  • Doorzettingsvermogen: De nadruk op proces en inspanning motiveert leerlingen om vol te houden bij tegenslagen.
  • Eigenaarschap: Door reflectie krijgen leerlingen grip op hun eigen leerontwikkeling.

Strategieën binnen strategische instructie

  1. Hardop denken (Modelling): Docenten laten zien hoe ze denken tijdens het oplossen van een probleem. Bijvoorbeeld: "Ik vraag me af waarom deze stap belangrijk is. Wat als ik dit anders doe?"
  2. Activeren van voorkennis: Leerlingen verbinden nieuwe informatie met wat ze al weten. Bijvoorbeeld door vragen te stellen zoals: "Wat weet ik al over dit onderwerp?"
  3. Scaffolding: De docent biedt stapsgewijze ondersteuning die langzaam wordt afgebouwd naarmate de leerling meer zelfstandigheid toont.
  4. Reflectievragen: Leerlingen reflecteren op hun proces, bijvoorbeeld: "Wat heb ik vandaag geleerd? Hoe kan ik dit toepassen?"

Praktijkvoorbeelden Casus 1: Wiskundeprobleem oplossen Een docent gebruikt strategische instructie om leerlingen te leren hoe ze complexe wiskundeproblemen aanpakken. Eerst demonstreert de docent hoe je een probleem analyseert, een strategie kiest en het stap voor stap oplost. Vervolgens oefenen leerlingen in kleine groepen, waarbij ze elkaar feedback geven. Uiteindelijk werken ze individueel aan vergelijkbare problemen en reflecteren ze op hun aanpak.

Casus 2: Tekstanalyse in taalonderwijs Leerlingen leren hoe ze teksten kunnen analyseren door gebruik te maken van leesstrategieën zoals voorspellen, vragen stellen en samenvatten. De docent modelleert deze technieken en laat leerlingen oefenen in tweetallen. Door reflectie bespreken ze welke strategieën effectief waren en waarom.

Ondersteunende technieken

  1. Grafische organisatoren: Hulpmiddelen zoals mindmaps en stappenplannen om complexe informatie te ordenen.
  2. Checklists: Overzichten die leerlingen helpen om taken gestructureerd aan te pakken.
  3. Leerportfolio’s: Documenten waarin leerlingen hun werk en reflecties bijhouden.

De rol van de docent Leraren spelen een cruciale rol in het proces van strategische instructie. Zij moeten niet alleen kennis overbrengen, maar ook functioneren als coach. Dit betekent:

  • Voordoen en begeleiden: Docenten laten zien hoe strategieën werken en bieden ondersteuning waar nodig.
  • Motiveren: Complimenten geven op inzet en strategiegebruik in plaats van alleen op resultaten.
  • Evalueren en bijsturen: Regelmatig reflectiemomenten inbouwen om voortgang te bespreken en strategieën aan te passen.

Uitdagingen bij implementatie Hoewel strategische instructie effectief is, zijn er enkele valkuilen:

  1. Gebrek aan tijd: Het aanleren van strategieën vraagt tijd en geduld.
  2. Te snelle afbouw van begeleiding: Leerlingen kunnen ontmoedigd raken als de ondersteuning te vroeg wegvalt.
  3. Onvoldoende training van leraren: Leraren hebben soms extra scholing nodig om strategische instructie effectief toe te passen.

Aanbevelingen voor implementatie

  • Begin met eenvoudige strategieën en bouw geleidelijk op.
  • Maak instructie expliciet door hardop denken en modelling.
  • Stimuleer samenwerking tussen leerlingen om strategieën te delen.
  • Bouw reflectiemomenten in om voortgang en strategiegebruik te bespreken.

Conclusie Strategische instructie biedt een krachtige aanpak om leerlingen zelfstandigheid en probleemoplossend vermogen bij te brengen. Door het expliciet aanleren van strategieën en reflectievaardigheden krijgen leerlingen de tools om zelfstandig te leren en vertrouwen te ontwikkelen in hun eigen kunnen. Voor leraren ligt de uitdaging in het bieden van begeleiding op maat en het creëren van een leeromgeving waarin procesgericht leren centraal staat. Door deze aanpak systematisch te implementeren, kunnen scholen bijdragen aan duurzame groei in zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij leerlingen.

Strategische instructie leert leerlingen zelfstandig werken door middel van modeling, begeleiding en reflectie.


Figuur 2: verschillen tussen het directe instructiemodel en het strategisch instructiemodel (Overgenomen uit van Batenburg, 2010, pg. 17).

6 - Praktijkvoorbeelden en implementatie

Inleiding Effectieve implementatie van didactische strategieën vraagt om concrete praktijkvoorbeelden en een planmatige aanpak. In dit hoofdstuk wordt besproken hoe succesvolle toepassingen van strategieën zoals groeidoelen, procesgerichte feedback en strategische instructie kunnen worden geïntegreerd in de dagelijkse onderwijspraktijk. De nadruk ligt op het praktijkonderwijs, waar leerlingen vaak extra ondersteuning nodig hebben bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en zelfstandigheid.

Succesvolle toepassingen Casus 1: Gepersonaliseerd leerplan in praktijkonderwijs Een docent stelde samen met een leerling een persoonlijk leerplan op, waarin groeidoelen werden geformuleerd zoals: "Binnen vier weken kan ik zelfstandig een eenvoudig gerecht bereiden." Door het gebruik van procesgerichte feedback en wekelijkse reflectiemomenten kon de leerling zijn voortgang monitoren. Het succes werd niet alleen gemeten aan het eindresultaat, maar ook aan de inzet en strategieën die werden gebruikt. De leerling ervoer hierdoor groei in zelfvertrouwen en zelfstandigheid.

Casus 2: Reflectie in groepsopdrachten In een klas met groepsopdrachten werd procesgerichte feedback toegepast. Leerlingen kregen na elke opdracht de opdracht om te reflecteren op hun samenwerking en persoonlijke bijdrage. Door gebruik te maken van checklists en leerportfolio's konden leerlingen hun vorderingen bijhouden. Dit stimuleerde eigenaarschap en leerde hen om hun leerproces actief te sturen.

Casus 3: Groei-mindset in de praktijk Een school startte een project rondom de groeimindset waarbij leraren expliciet werkten aan het veranderen van overtuigingen bij leerlingen. Door lessen te geven over neuroplasticiteit en het belang van inspanning, leerden leerlingen dat fouten kansen bieden om te groeien. Leraren gebruikten zinnen zoals: "Je kunt het nog niet," om een cultuur van doorzettingsvermogen te creëren. Na drie maanden rapporteerden zowel docenten als leerlingen een toename in motivatie en zelfvertrouwen.

Integratie van strategieën Een belangrijke succesfactor bij implementatie is de samenhang tussen verschillende strategieën. Groeidoelen, feedback en strategische instructie vullen elkaar aan en versterken elkaars effect. Hieronder volgen enkele richtlijnen voor integratie:

  1. Doelen stellen: Begin met het formuleren van specifieke en uitdagende groeidoelen in samenwerking met de leerling.
  2. Feedback geven: Zorg voor regelmatige, procesgerichte feedback waarin leerlingen inzicht krijgen in hun voortgang en verbeterpunten.
  3. Strategieën aanleren: Gebruik strategische instructie om leerlingen tools te bieden waarmee ze zelfstandig kunnen werken en reflecteren.
  4. Reflectiemomenten inbouwen: Plan wekelijkse momenten voor reflectie en evaluatie van leerdoelen.
  5. Eigenaarschap bevorderen: Geef leerlingen de verantwoordelijkheid om hun doelen en voortgang bij te houden in een portfolio.

Uitdagingen bij implementatie Bij de implementatie van nieuwe strategieën kunnen scholen tegen uitdagingen aanlopen. Veelvoorkomende knelpunten zijn:

  • Weerstand bij leraren: Sommige docenten ervaren een drempel bij het overstappen naar procesgerichte instructie en feedback. Scholing en coaching kunnen hen hierbij ondersteunen.
  • Tijdsdruk: Het inbouwen van reflectiemomenten en persoonlijke gesprekken vraagt tijd. Dit kan worden opgelost door deze momenten structureel in te plannen en te combineren met andere lesactiviteiten.
  • Diversiteit binnen klassen: Verschillen in niveau en motivatie maken differentiatie noodzakelijk. Flexibele leerplannen en aanpasbare instructies bieden hier een oplossing.

Oplossingen voor implementatieproblemen

  1. Training en begeleiding: Investeer in scholing van leraren om hen te ondersteunen bij de nieuwe aanpak.
  2. Fasen van implementatie: Introduceer strategieën geleidelijk om draagvlak te vergroten en gewenning mogelijk te maken.
  3. Evaluatie en bijsturing: Houd evaluatiemomenten met docenten en leerlingen om knelpunten vroegtijdig te signaleren en bij te sturen.
  4. Leerlingbetrokkenheid: Betrek leerlingen actief bij het proces door hen eigenaarschap te geven over hun doelen en reflecties.

Praktijkvoorbeelden als inspiratie

  • Portfolio-gebaseerd leren: Een school implementeerde een systeem waarin alle leerlingen een leerportfolio bijhielden. Dit portfolio bevatte doelen, reflecties en bewijsstukken van groei, wat bijdroeg aan motivatie en eigenaarschap.
  • Peer-feedback sessies: Door klasgenoten elkaar feedback te laten geven, ontstond een cultuur van samenwerking en zelfreflectie.
  • Coaching-uren: Specifieke uren voor persoonlijke gesprekken tussen docent en leerling werden ingericht om groeidoelen en feedback te bespreken.

Conclusie De implementatie van strategieën gericht op zelfvertrouwen en zelfstandigheid vereist een systematische aanpak en een integratie van doelen, feedback en instructie. Succesvolle praktijkvoorbeelden tonen aan dat leerlingen profiteren van groeidoelen, procesgerichte feedback en reflectieve methoden. Door een ondersteunende leeromgeving te creëren waarin eigenaarschap en motivatie worden bevorderd, kunnen scholen bijdragen aan duurzame groei bij hun leerlingen. De combinatie van theorie en praktijk biedt een stevig fundament voor verdere implementatie en ontwikkeling.

Praktijkvoorbeelden tonen hoe groeidoelen, feedback en strategieën samenkomen om eigenaarschap en zelfvertrouwen te bevorderen.

Samenvatting en inzichten

Inleiding Zelfvertrouwen en zelfstandigheid zijn essentiële bouwstenen voor effectief leren. Dit artikel heeft onderzocht hoe didactische strategieën, zoals groeidoelen, procesgerichte feedback en strategische instructie, bijdragen aan de ontwikkeling van deze eigenschappen. Door theorieën te combineren met praktijkvoorbeelden, is een raamwerk geschetst voor implementatie in het onderwijs, met name in het praktijkonderwijs.

Kerninzichten

  1. Doelen stellen als motor voor groei Groeidoelen helpen leerlingen om gericht te werken aan zelfverbetering. In tegenstelling tot prestatiedoelen, die vaak externe motivatie stimuleren, richten groeidoelen zich op intrinsieke motivatie en eigenaarschap. Door specifieke, uitdagende doelen te formuleren, leren leerlingen hun voortgang te monitoren en vertrouwen te krijgen in hun eigen kunnen.
  2. Procesgerichte feedback Feedback gericht op inspanning en strategieën heeft een bewezen positieve invloed op motivatie en zelfstandigheid. In plaats van enkel te beoordelen op resultaten, helpt procesgerichte feedback leerlingen om inzicht te krijgen in hun leerproces en bij te sturen waar nodig. Het model van Hattie & Timperley (2007) biedt praktische richtlijnen voor effectieve feedback door te focussen op drie vragen:
  • Waar sta je?
  • Wat is je doel?
  • Wat is de volgende stap?
  1. Strategische instructie Strategische instructie ondersteunt leerlingen bij het aanleren van vaardigheden om zelfstandig taken uit te voeren. Het proces van voordoen, begeleiden en geleidelijk loslaten stimuleert zelfstandigheid. Hulpmiddelen zoals grafische organisatoren, checklists en leerportfolio’s maken het leerproces transparant en gestructureerd.
  2. Groeimindset ontwikkelen Een groeimindset, zoals beschreven door Carol Dweck (2007), speelt een cruciale rol bij het versterken van doorzettingsvermogen en motivatie. Leerlingen leren dat intelligentie en vaardigheden kunnen groeien door oefening en inspanning. Door fouten te zien als leermomenten en inspanning te waarderen, ontstaat een veilige leeromgeving waarin groei centraal staat.

Implementatie in de praktijk Praktijkvoorbeelden tonen aan dat deze strategieën effectief kunnen worden toegepast. Door persoonlijke leerplannen, reflectie en peer-feedbacksessies te integreren, ontwikkelen leerlingen eigenaarschap en zelfvertrouwen. Casussen in het praktijkonderwijs laten zien hoe groeidoelen en feedback samenkomen in een cyclisch proces van plannen, uitvoeren en evalueren.

Uitdagingen en oplossingen Bij de implementatie van deze strategieën kunnen scholen te maken krijgen met uitdagingen zoals tijdsdruk, weerstand bij leraren en diversiteit in de klas. Oplossingen omvatten training van docenten, gefaseerde implementatie en het creëren van ondersteunende structuren zoals coaching-uren en portfolio-gebaseerd leren.

Conclusie De besproken strategieën bieden een stevig fundament voor het bevorderen van zelfvertrouwen en zelfstandigheid in het onderwijs. Door doelen te stellen, feedback te geven en strategieën aan te leren, krijgen leerlingen de tools om actief en zelfbewust te leren. Vooral in het praktijkonderwijs, waar maatwerk en motivatie essentieel zijn, kunnen deze methoden een groot verschil maken. Scholen die investeren in deze aanpak creëren een cultuur van groei en eigenaarschap, waarmee leerlingen voorbereid worden op een leven lang leren.

Implementatie vraagt aandacht voor training, gefaseerde invoering en maatwerk bij diversiteit in klassen.

    Geraadpleegde bronnen

    De volgende bronnen zijn gebruikt bij dit artikel:

    • Assor, A., Kaplan, H. & Roth, G. (2002) Choice is good, but relevance is excellent: Autonomy enhancing and suppressingg teacher behaviours predicting students’ engagement in schoolwork. Britisch Journal of Educational Psychology, 72, 261-278.
    • Batenburg, T. van (2010). Didactiek voor het Praktijkonderwijs: Onderzoek naar een didactisch alternatief. Groningen: GION http://www.kortlopendonderzoek.nl/leerprocessen_pdf/VVL82_Didactiek%20voor%20het%20praktijkonderwijs.pdf
    • Beumer, M., Jeninga, J., Münstermann, H. & Perreijn S. (2011). Op weg naar een individueel ontwikkelingsplan in het praktijkonderwijs. Ruud de Moorcentrum: Open Universiteit.
    • https://www.ou.nl/documents/3798305/9692762/RdMC_Rapp23_280711_WEB.pdf
    • Blackwell, L. S., Trzesniewski, K. H., & Dweck, C. S. (2007). Implicit theories of intelligence predict
    • achievement across an adolescent transition: A longitudinal study and an intervention. Child
    • Development, 78 (1), 246–263. doi:10.1111/j.1467-8624.2007.00995.x
    • Blik, H. (2012). Een voorbeeld van doorontwikkeling maatwerk: naar effectiever instructie in het Praktijkonderwijs. MESOfocus 85, Praktijkonderwijs in ontwikkeling p. 47 – 51.
    • Boer, de, H., Donker-Bergstra, A. S. & Kostons, D. D. N. M. (2012). Effective Strategies for Self-regulated Learning: A Meta-Analysis. Groningen: GION. https://www.nro.nl/sites/nro/files/migrate/PROO_Effective%252Bstrategies%252Bfor%252Bself-regulated%252Blearning.pdf.
    • Boer, B. D., Reinards, R., & Reubel, F. (1993). Zelfstandig Leren in Beroepsopleidingen: Meer Kansen op de Europese Arbeidsmarkt. Groningen: Wolters Noordhoff.
    • DeWitt, P. (2015). Why a 'Growth Mindset' Won’t Work. Online verkregen op 28 november 2016 via http://blogs.edweek.org/edweek/finding_common_ground/2015/07/why_a_growth_mindset_wont_work.html
    • Dweck, C. (2013). Mindset, de weg naar een succesvol leven. Amsterdam: Uitgeverij SWP. http://mindset.swpbook.com/
    • Dweck, C. S. (2015). Carol Dweck Revisits the 'Growth Mindset'. Online verkregen via
    • http://www.edweek.org/ew/articles/2015/09/23/carol-dweck-revisits-the-growth-mindset.html
    • Dweck, C. S. (2015). Growth. British Journal of Educational Psychology, 85, 242–245. doi: 10.1111/bjep.12072
    • Dweck, C. S. (2015). Teachers’ mindsets: “Every student has something to teach me.” Educational Horizons. 10-15.
    • Ehrlinger, J., Mitchum, A. L. & Dweck, C. S. (2016). Understanding overconfidence: Theories of intelligence, preferential attention, and distorted self-assessment. Journal of Experimental Social Psychology, 63, 94–100.
    • Gupta, R. C. (2016). Why Growth Mindset Isn’t Working in Schools…Yet. Online verkregen op 3 december 2016 via:
    • https://www.edsurge.com/news/2016-10-27-why-growth-mindset-isn-t-working-in-schools-yet
    • Hattie J. (2009). Visible learning – A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London & New York: Routledge.
    • Hattie J. & Timperley H. (2007). The Power of Feedback. Review of Educational Research, 77, (1), 81–112. DOI: 10.3102/003465430298487.
    • Martin, A.J. (2006). Personal bests (PBs): A proposed multidimensional model and empirical analysis. British Journal of Educational Psychology, 76, 803–825.
    • Martin, A. J. (2011). Personal best (PB) approaches to academic development: Implications for
    • motivation and assessment. Educational Theory and Practice, 33, 93–99. doi:10.7459/ept/33.
    • 1.06
    • Martin, A. J. (2015). Growth approaches to academic development: Research into academic trajectories and growth assessment, goals, and mindsets. British Journal of Educational Psychology, 85, 133-137. doi: 10.1111/bjep.12071
    • Naayer, H., Blik, H. & van Leeuwen, S. (2013). Differentiatievormen voor technieklessen in het Praktijkonderwijs. Groningen: GION/RUG.
    • Rattan, A., Savani, K., Chugh, D., Dweck, C. S. (2015). Leveraging Mindsets to Promote Academic
    • Achievement: Policy Recommendations. Perspectives on Psychological Science, 10 (6). 721–
    • 726. doi: 10.1177/1745691615599383
    • Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-Determination Theory and the Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being. American Psychologist, 55, 68-78.
    • Stefanou, C. R., Perencevich, K. C., DiCintio, M. & Turner, J. C. (2004). Supporting Autonomy in the Classroom: Ways Teachers Encourage Student Decision Making and Ownership. Educational Psychologist, 39, 97-110. DOI 10.1037/0003-066X.55.1.68
    • Van der Sanden, J. M. M., Streumer, J. N., Doornekamp, B. G., & Teurlings, C. C. J. (2001). Bouwstenen voor vernieuwend Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (Building Blocks for Innovative Prevocational Secondary Education). Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, Utrecht.
    Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

    Dossiers

    Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.