Leiden lage verwachtingen en gemakkelijk leermateriaal tot onderpresteren?
Geplaatst op 14 december 2017
Samenvatting
Materiaal voor vmbo-leerlingen moet vooral passend zijn, niet makkelijk. Passend materiaal voldoet aan een aantal kenmerken, zoals zinnen die bestaan uit signaalwoorden en teksten die expliciet op de leerstof focussen. Dit helpt de leerlingen en versterkt hun motivatie. Weinig of lage verwachtingen van leerlingen hebben, kan zeker onderpresteren veroorzaken. Docenten kunnen leerlingen beter laten presteren door te focussen op voortgang en door een gunstig pedagogisch klimaat te scheppen. Juist op het vmbo vraagt dat vakbekwaamheid van docenten. De verwachtingen van leerlingen zelf spelen ook een rol bij onderpresteren. Soms is het zelfvertrouwen zo slecht dat niet inspannen en dus falen de voorkeur heeft boven falen na inspanning.
Om te kunnen leren van leermateriaal moeten leerlingen kunnen begrijpen wat er van ze gevraagd wordt. ‘Makkelijk’ of ‘leuk’ geschreven teksten zijn echter niet per se makkelijker te lezen voor leerlingen. In plaats van korte zinnen en verhalende teksten worden zinnen met signaalwoorden en teksten die zich expliciet op de leerstof richten, makkelijker begrepen. Passend leesmateriaal voor vmbo-leerlingen voldoet aan de volgende kenmerken:
- expliciete tekststructuur en verbindingswoorden
- doorlopende lay-out van de tekst
- teksten aanbieden waar alleen leerstof in staat en afleidende details (bijvoorbeeld verhalende elementen) achterwege laten
- differentiër qua lay-out, structuur en stijl en niet ‘zomaar’ op basis van onderwijsniveau
- leerlingen blijvend instrueren in vaardigheden en strategieën om teksten te begrijpen
Passend leermateriaal dient effectief en begrijpelijk te zijn, rekening houdend met het taalniveau. Daarnaast zijn effectieve instructiemethoden essentieel. Leerlingen snappen dan beter waar lessen over gaan en participeren meer. Zo neemt hun motivatie toe.
Verwachtingen
Docenten kunnen een verwachtingsrijke omgeving scheppen waarin leerlingen uitgedaagd worden om te presteren. Hoge verwachtingen van docenten hebben een positief effect op het presteren van leerlingen (het zogeheten Pymalion effect), lage verwachtingen hebben een nadelige invloed. Het devies is daarom: focus op voortgang, niet op niveau en ga ervan uit dat leerlingen beter kunnen.
Ook de verwachtingen van leerlingen over hun eigen kunnen spelen een rol. De inschatting van het cijfer dat leerlingen halen op een toets blijkt een prima voorspeller van het resultaat. Leerlingen die lager presteren of zich in de ‘lagere’ schooltypen bevinden, spreken vaak geen hoge verwachtingen uit omdat ze een lage dunk hebben van zichzelf. Een laag zelfbeeld draagt bij aan onderpresteren. Soms is het zelfvertrouwen zo slecht dat niet inspannen en dus falen de voorkeur heeft boven falen na inspanning.
Vakmanschap
Om een gunstig pedagogisch klimaat met positieve verwachtingen in het vmbo te scheppen, is vakmanschap en een specifiek type docent nodig. Vakbekwame vmbo-docenten doen het volgende:
- (1) pedagogisch aansluiten;
- (2) didactisch aansluiten;
- (3) beroepsgericht werken;
- (4) contextgericht werkenen ze hebben
- (5) aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief.
Dit betekent dat de docent een authentieke relatie met leerlingen heeft en kennis heeft van hun drijfveren en overtuigingen. Vanuit didactisch handelen is het essentieel dat docenten zich bewust zijn van de waarde van contextgericht onderwijs, gericht op toekomstige beroepstaken van leerlingen. Visieontwikkeling van scholen en teams zijn tevens belangrijk. Leerlingen zijn gemotiveerder wanneer scholen en teams op één lijn zitten.
Het vmbo
De motivatie van leerlingen neemt af tijdens de middelbare schoolperiode, vooral bij vmbo-leerlingen. Bijna een kwart van de vmbo-leerlingen is onvoldoende in staat om schoolboekteksten adequaat begrijpend te lezen. In een onderzoek onder vmbo-leerlingen bij de vakken Nederlands en Mens en Maatschappij bleek betrokkenheid bij de les toe te nemen als de lessen aspecten van effectief taalonderwijs vertoonden, wat eveneens gold voor het onderzochte zaakvak. Drie kenmerken van effectief taalonderwijs zijn:
- taalgericht vakonderwijs en vakgericht taalonderwijs: taalonderwijs koppelen aan vakinhoud en aandacht voor taalondersteuning in alle vakken binnen betekenisvolle leersituaties (contextgericht onderwijs)
- interactie: ruime aandacht voor docent-leerling interactie, alsmede leerling-leerling interactie
- (extra aandacht voor) het vergroten van begrip: aandacht voor woordenschat en metacognitieve kennis en strategieën
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Sandra Beekhoven (kennismakelaar) en Jan Maarse (expert Sardes)
Vraagsteller: docent voortgezet onderwijs
Vraag
Leidt de inzet van gemakkelijk leermateriaal en het hebben van weinig verwachtingen tot onderprestatie bij vmbo-leerlingen?
Kort antwoord
Materiaal voor vmbo-leerlingen moet vooral passend zijn, niet makkelijk. Passend materiaal voldoet aan een aantal kenmerken, zoals zinnen die bestaan uit signaalwoorden en teksten die expliciet op de leerstof focussen. Dit helpt de leerlingen en versterkt hun motivatie. Het hebben van weinig of lage verwachtingen over leerlingen kan zeker onderpresteren veroorzaken. Docenten kunnen leerlingen beter laten presteren door te focussen op voortgang en door een gunstig pedagogisch klimaat te scheppen. Juist op het vmbo vraagt dat vakbekwaamheid van docenten. De verwachtingen van leerlingen zelf spelen ook een rol bij onderpresteren; soms is het zelfvertrouwen zo slecht dat niet inspannen en dus falen de voorkeur heeft boven falen na inspanning. Tot slot wordt in het antwoord ingegaan op onderzoek dat handvaten biedt voor het motiveren van vmbo-leerlingen.
Toelichting antwoord
Het belang van passend leermateriaal
Om te kunnen leren van leermateriaal moeten leerlingen kunnen begrijpen wat er van ze gevraagd wordt. Over wat passend leermateriaal nu precies inhoudt voor leerlingen op de middelbare school is veel onderzoek gedaan, met soms verrassende conclusies. Zo blijkt bijvoorbeeld dat ‘makkelijk’ of ‘leuk’ geschreven teksten niet persé makkelijker te lezen zijn voor leerlingen. In plaats van korte zinnen en verhalende teksten worden zinnen met signaalwoorden en teksten die zich expliciet op de leerstof richten makkelijker begrepen door vmbo-leerlingen (Van Silfhout, 2013; Land, 2009). Het is niet zozeer gemakkelijk leermateriaal dat bij vmbo-leerlingen past, maar eerder passend leermateriaal dat aan een aantal eisen voldoet. Van Silfhout (2013) noemt de volgende kenmerken van passend leesmateriaal voor vmbo-leerlingen:
- expliciete tekststructuur en verbindingswoorden;
- doorlopende lay-out;
- teksten aanbieden waar alleen leerstof in staat en afleidende details (bijvoorbeeld verhalende elementen) achterwege laten;
- differentiëren qua lay-out, structuur en stijl, niet ‘zomaar’ op basis van onderwijsniveau;
- leerlingen blijvend instrueren in vaardigheden en strategieën om teksten te begrijpen.
Passend leermateriaal dient effectief en begrijpelijk te zijn. Er moet daarbij rekening worden gehouden met het taalniveau. In de lessen dienen er effectieve instructiemethoden gehanteerd te worden (De Milliano, 2013). Wanneer aan deze elementen aandacht kan worden besteed, neemt de motivatie van leerlingen toe. Leerlingen snappen beter waar lessen over gaan en participeren meer (Prince, 2014; Stroet, 2014).
Verwachtingen van docenten en leerlingen
Docenten spelen een belangrijke rol in het scheppen van een verwachtingsrijke omgeving waarin leerlingen uitgedaagd worden om te presteren. Het zogeheten ‘Pymalion effect’ leert ons dat het hebben van hoge verwachtingen van docenten een positief effect heeft op het presteren van leerlingen (Rosenthal & Robinson, 1968). Verwachtingen kunnen (onbewust) worden gebaseerd op achtergrondkenmerken zoals sociaal-economische herkomst of etniciteit, maar ook op eerdere prestaties van leerlingen en hun gedrag in de klas. Overduidelijk blijkt uit onderzoek: lage verwachtingen van docenten zijn problematisch omdat zij het presteren van leerlingen nadelig beïnvloeden. Het devies op basis van verschillende studies is daarom: focus op voortgang, niet op niveau en ga er van uit dat leerlingen beter kunnen(Hattie, 2009).
Het scheppen van een gunstig pedagogisch klimaat waarin positieve verwachtingen gelden in het vmbo vraagt vakmanschap en een specifiek type docent. Onderzoek naar het concretiseren van vakmanschap bij docenten specifiek gericht op het vmbo identificeerde vijf kenmerken die het profiel van vakbekwame vmbo-docenten samenvatten. Deze kenmerken zijn
- pedagogisch aansluiten;
- didactisch aansluiten;
- beroepsgericht werken;
- contextgericht werken en
- aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief (Van de Laarschot & Heusdens, 2012).
In de context van het scheppen van verwachtingen betekent dit dat de docent een authentieke relatie met leerlingen heeft en kennis heeft van de drijfveren en overtuigingen van leerlingen. Vanuit didactisch handelen is het belangrijk dat docenten zich bewust zijn van de waarde van contextgericht onderwijs, gericht op toekomstige beroepstaken van leerlingen. Naast docenten haalt Stroet (2014) ook het belang van visieontwikkeling van scholen en teams aan. Leerlingen zijn gemotiveerder wanneer scholen en teams op één lijn zitten
Ook de verwachtingen van leerlingen over hun eigen kunnen zijn van belang. De inschatting van het cijfer dat leerlingen halen op een toets blijkt een prima voorspeller van het resultaat. De valkuil hierbij is dat dat leerlingen die lager presteren dan wel zich in de ‘lagere' schooltypen bevinden, zich kunnen laten weerhouden bij het formuleren van hoge verwachtingen door de lage dunk die zij hebben van zichzelf (Hattie, 2009). Een laag zelfbeeld draagt bij aan onderpresteren. Niet alleen omdat deze leerlingen weinig vertrouwen en lage verwachtingen van zichzelf hebben, maar ook omdat zij zich niet meer inspannen omdat zij zich willen beschermen tegen falen; het niet proberen en falen is minder erg dan falen na een flinke inspanning (Thompson &n Parker, 2007).
Het vmbo
Hoge verwachtingen hebben van leerlingen die niet gemotiveerd zijn (of lijken) is een flinke uitdaging in het voortgezet onderwijs. De motivatie van leerlingen neemt gemiddeld genomen af tijdens de middelbare schoolperiode. Dit is bij vmbo-leerlingen vaker het geval dan bij andere leerlingen (Luyten, Bosker, Dekkers, & Derks, 2003). Nederlandse leerlingen horen wereldwijd tot de minst gemotiveerde lezers (OECD, 2010). Bijna een kwart van de vmbo-leerlingen is onvoldoende in staat om de eigen schoolboekteksten adequaat begrijpend te lezen (Haquebord, 2007).
Het enerzijds betrekken en anderzijds laten presteren van leerlingen is dan ook een uitdaging op veel vmbo-scholen. Het promotieonderzoek van Ilona de Milliano (2013) heeft zich specifiek gericht op die uitdaging, waarbij naar de prestaties en betrokkenheid (gevoelens, denken en gedrag) van vmbo-leerlingen is gekeken bij de vakken Nederlands en Mens en Maatschappij. Zij kwam tot de conclusie dat leerlingen redelijk betrokken waren bij de lessen, maar dat de instructiepraktijk nog weinig effectief was. Betrokkenheid bij de les nam vooral toe wanneer lessen aspecten van effectief taalonderwijs vertoonde, wat eveneens gold voor het onderzochte zaakvak. Het onderzoek vat drie belangrijke kenmerken van effectief taalonderwijs samen:
- taalgericht vakonderwijs en vakgericht taalonderwijs: taalonderwijs koppelen aan vakinhoud en aandacht voor taalondersteuning in alle vakken binnen betekenisvolle leersituaties (contextgericht onderwijs);
- interactie: ruime aandacht voor docent-leerling interactie, alsmede leerling-leerling interactie;
- (extra aandacht voor) het vergroten van begrip: aandacht voor woordenschat en metacognitieve kennis en strategieën.
Literatuur
- Brouwer, G., Dirksen, I., & Hogeboom, B. (2013). “Meneer, we willen beginnen”. Leerlingen motiveren leidt tot beter presteren. Amersfoort: CPS https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:u2iOps4vIBMJ:https://www.cps.nl/l/library/download/urn:uuid:e53d5763-4046-4065-8ac4-f24c7bca4d94/meneer%2Bwe%2Bwillen%2Bbeginnen.pdf%3Fformat%3Dsave_to_disk%26ext%3D.pdf+&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl
- Hattie, J.C. (2009). Visible learning. A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London: Routledge.
- Hacquebord, H. I. (2007). De leesvaardigheid van VMBO-leerlingen [Reading proficiency of students in pre-vocational education]. In D. H. Schram (ed.), Lezen in het VMBO; onderzoek – inventie – praktijk [Reading in pre-vocational education; Research – invention – practice] (pp. 55-76). Delft: Eburon. http://taalunieversum.org/onderwijs/onderzoek/publicatie/2793/de_leesvaardigheid_van_VMBOleerlingen
- Land, J. (2009). Zwakke lezers, sterke teksten? Effecten van tekst- en lezerskenmerken op het tekstbegrip en de tekstwaardering van VMBO-leerlingen. Delft 2009: Eburon (www.eburon.nl). Stichting Lezen reeks, deel 13. http://media.leidenuniv.nl/legacy/zwakke_lezers.pdf
- Luyten, H., Bosker, R., Dekkers, H., & Derks, A. (2003). Dropout in the lower tracks of Dutch secondary education: Predictor variables and variation among schools. School Effectiveness and School Improvement, 14(4), 373-411. http://www.rug.nl/research/portal/publications/dropout-in-the-lower-tracks-of-dutch-secondary-education(900990e8-8bf3-4748-8391-f102b02ba674)/export.html
- Milliano, I. I. C. M. de (2013). Literacy development of low-achieving adolescents. The role of engagement in academic reading and writing. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. http://dare.uva.nl/search?arno.record.id=446210
- OECD (2010). PISA 2009 Results: What students know and can do: Student performance in reading, mathematics and science (Vol. 1). https://www.oecd.org/pisa/pisaproducts/48852548.pdf
- Prince, A. (2014). Motivation: how to tame the elephant in the classroom? A study aimed at understanding motivation and testing the effect of interventions on the motivation of students in pre-vocational education [S.I.]: [S.n.] http://www.rug.nl/research/portal/files/13154622/20140626_Thesis_Prince.pdf
- Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom. The Urban Review, (3) 1, 16-20 https://www.uni-muenster.de/imperia/md/content/psyifp/aeechterhoff/sommersemester2012/schluesselstudiendersozialpsychologiea/rosenthal_jacobson_pygmalionclassroom_urbrev1968.pdf
- Stroet, K. (2014). Studying motivation in classrooms: effects of teaching practices on early adolescents’ motivation [S.I.]: [S.n.] http://www.rug.nl/research/portal/publications/studying-motivation-in-classrooms(6da2257e-77ed-49e2-a8ab-804549f830ae).html
- Thompson, T. & Parker, C. (2007). Diagnosing the Poor Performance of Self‐worth Protective Students: A product of future outcome uncertainty, evaluative threat, or both? Educational Psychology. Volume 27, 2007 - Issue 1. Zie ook http://www.ernweb.com/educational-research-articles/fear-of-failure-key-to-understanding-underachieving-students-psychological-study-says/
- Van de Laarschot, M., & Heusdens, W. (2012). Vakmanschap van de VMBO-docent in beeld. Resultaten van een onderzoek naar het handelen van een VMBO-docent . Tijdschrift voor lerarenopleiders (Velon, Vol. 33, Uitgave: 3, Pagina's: 10-18) https://www.hbo-kennisbank.nl/record/sharekit_hu/oai:surfsharekit.nl:a56f4fee-f94e-4a50-8b0a-3cb030073687
- Van Silfhout, G. (2014) Fun to read or easy to understand? Establishing effective text features for educational texts on the basis of processing and comprehension research. Utrecht: LOT https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/300805/silfhout.pdf?sequence=1
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

oo.nl

















