Het uitstroomniveau geeft aan op welk niveau leerlingen het onderwijs verlaten. Dit niveau wordt bepaald op basis van wat de school inschat als passend bij de capaciteiten, vaardigheden en inzet van de leerling. Voorbeelden van uitstroomniveaus zijn VMBO, HAVO of VWO.
Voor leerlingen in het speciaal basisonderwijs of met specifieke onderwijsbehoeften wordt vaak een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt het verwachte uitstroomniveau meegenomen, zodat er een duidelijk plan is voor de toekomstige ontwikkeling van de leerling.
Wanneer de keuze voor het vervolgonderwijs definitief is, wordt gesproken van een uitstroombestemming. Hoewel het uitstroomniveau per vakgebied kan variëren, is er uiteindelijk sprake van één uitstroombestemming die het vervolgonderwijs van de leerling bepaalt.
Laatst geactualiseerd op 26 februari 2025