Heeft een vaste LOB-begeleider gedurende de opleiding effect op welbevinden, motivatie en studieresultaten van mbo-studenten?

Geplaatst op 11 januari 2022

Er zijn wat aanwijzingen dat een langere duur van de relatie tussen een vaste LOB-begeleider en mbo-studenten een positief effect heeft op welbevinden, motivatie en studieresultaten van studenten. Vergelijkend onderzoek hiernaar ontbreekt echter. Het is dus niet bekend of een vaste LOB-begeleider gedurende de opleiding een gunstiger effect heeft dan een jaarlijks wisselende begeleider.

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is een vast onderdeel van het mbo. Het is in elke mbo-opleiding opgenomen, ongeacht niveau of leerweg. De loopbaanbegeleiding van studenten vindt plaats in opleidingsteams en, bij complexe begeleidingsvragen, door specialisten buiten het team. Soms pakt één begeleider alle begeleidingstaken op, terwijl bij andere scholen deelrollen verdeeld zijn over meer begeleiders.

Kwaliteit van de relatie als basis voor de kwaliteit van leren

In alle onderwijssituaties is de relatie tussen begeleidend docent en student van groot belang. De kwaliteit van de onderwijsrelatie, en daarmee van het leren, wordt mede bepaald door het gedrag van beiden en hoe zij elkaars gedrag interpreteren. In de context van LOB is het bieden van een veilige leeromgeving vanuit een gelijkwaardige relatie een eerste taak van begeleiders. Een veilige leeromgeving is ook een voorwaarde voor inhoudelijke elementen van de begeleiding. In succesvolle gesprekken tussen student en begeleider staan vooral betekenisvolle praktijkervaringen van de student, reflectie daarop, en het vormgeven van zinvolle vervolgacties centraal.

Inzichten over ‘looping’ uit andere onderwijssectoren

Vergelijkend onderzoek over de effecten van vaste of wisselende begeleiders in het mbo ontbreekt. Wel zijn er inzichten uit andere onderwijssectoren en inschattingen van experts.
Zo is er in het primair onderwijs (po) een klein maar positief effect op leerresultaten van leerlingen als zij twee opeenvolgende jaren les krijgen van dezelfde leerkracht – looping genaamd. Dit is onderzocht in vergelijking met leerlingen die na een jaar een andere leerkracht krijgen. Maar de context van po en mbo verschilt natuurlijk flink; los van het leeftijdsverschil.

In het po is er gedurende een schooljaar een vaste groepsleerkracht, terwijl mbo-studenten verschillende docenten voor verschillende vakken hebben. Dit betekent onder meer dat de contacttijd van een mbo-docent met studenten korter is dan die van po-leerkrachten met leerlingen. Aannemelijk is dat het effect van looping van een bepaalde docent in het mbo nog kleiner is dan in het po.
Experts beamen het belang van een goede relatie tussen begeleider en studenten voor succesvolle LOB. Als de begeleider langer verbonden is aan dezelfde groep, is er meer tijd om een goede relatie op te bouwen en te onderhouden. Wanneer er echter geen goede match is tussen de begeleider en (bepaalde) studenten, is het wellicht beter om te wisselen van begeleider.

Studenten en leerlingen willen graag een vaste begeleider

Hoewel een langere duur van de begeleidingsrelatie dus niet vanzelfsprekend beter is, zijn er aanwijzingen dat studenten in het hbo en leerlingen in het voortgezet onderwijs de voorkeur geven aan het behouden van dezelfde begeleider. Of deze voorkeuren doorwerken in welbevinden, motivatie en studieresultaten is niet duidelijk.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Niek van den Berg en Georgia Vasilaras (kennismakelaars Kennisrotonde)
Vraagsteller: docent mbo
Geraadpleegde experts: Carlos van Kan (expert pedagogische professionaliteit), Marinka Kuijpers (expert loopbaanleren) en Kariene Woudt-Mittendorff (expert loopbaanbegeleiding)

Vraag

Heeft het al dan niet bij elkaar houden van de LOB-groep met een vaste LOB-begeleider gedurende de opleiding effect op welbevinden, motivatie en studieresultaten van mbo-studenten?

Kort antwoord

We weten niet of een vaste LOB-begeleider gedurende de opleiding een gunstiger effect heeft op welbevinden, motivatie en studieresultaten van mbo-studenten dan een jaarlijks wisselende begeleider. Er zijn wat aanwijzingen dat een langere duur van de relatie de voorkeur heeft, maar vergelijkend onderzoek hiernaar ontbreekt.

Toelichting antwoord

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is in het mbo verankerd

LOB is een generiek onderdeel van het mbo: het is in iedere mbo-opleiding opgenomen, ongeacht niveau of leerweg. In het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB worden het belang en de inhoud ervan als volgt omschreven:[1]

“Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op de eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. (…) De elementen die bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding aan bod komen zijn

  • capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan,
  • motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan,
  • werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan,
  • loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces,
  • netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling.”[2]

De loopbaanbegeleiding van de studenten vindt plaats in de opleidingsteams (eerste lijn) en bij complexe begeleidingsvragen door specialisten buiten de teams (tweede lijn). De benaming van de begeleiders varieert per school. Begeleiders in de eerste lijn heten bijvoorbeeld studieloopbaanbegeleider (SLB-er), coach, LOB-er, mentor, leertrajectbegeleider. De meest gebruikte naam lijkt SLB-er, afgaand op een peiling onder contactpersonen van 44 mbo-instellingen (Cuijpers & Bonouvrié, 2020).[3] Deze peiling laat verder zien dat soms één begeleider alle begeleidingstaken oppakt, en dat bij andere scholen deelrollen verdeeld zijn over meer begeleiders. Het mogelijk verschillende effect van deze twee invullingen is niet onderzocht. Ook is in de peiling niet gevraagd of begeleiders gedurende de studie wisselen en wat daar effecten van zijn.

Kwaliteit van de relatie als basis voor de kwaliteit van leren

In alle onderwijssituaties is de relatie tussen begeleidend docent en student van groot belang. De kwaliteit van de onderwijsrelatie en daarmee van het leren wordt mede bepaald door het gedrag van beiden, en hoe zij elkaars gedrag interpreteren (Kennisrotonde, 2018; Van Kan, 2021). In de context van LOB is het bieden van een veilige leeromgeving vanuit een gelijkwaardige relatie een eerste (voorwaardelijke) taak van begeleiders, als basis voor de meer inhoudelijke elementen van de begeleiding (Cuijpers & Bonouvrié, 2020). Gesprekken tussen student en begeleider zijn belangrijk, met name over betekenisvolle praktijkervaringen van de student, reflectie daarop, en het vormgeven van zinvolle vervolgacties (onder meer Mittendorff, 2010; Woudt-Mittendorff, 2019; aangehaald in Kennisrotonde, 2020b; Winters, 2012).

Geen onderzoekskennis beschikbaar over ‘looping’ in het mbo

Maakt het uit of studenten in het mbo gedurende hun opleiding door dezelfde LOB-er worden begeleid, of dat ze elk jaar een andere begeleider krijgen? Is er een verschil te zien als het gaat om welbevinden, motivatie en studieresultaten? Vergelijkend onderzoek dat empirisch gefundeerde uitspraken over de effecten van vaste of wisselende begeleiders mogelijk maakt, ontbreekt in het mbo. Wel zijn er wat inzichten uit andere sectoren en inschattingen van experts die we raadpleegden bij gebrek aan onderzoek.

Zo is er in het primair onderwijs (po) een klein maar positief effect op leerresultaten van leerlingen als hun leerkracht in twee opeenvolgende jaren van dezelfde leraar les krijgen (dit heet ook wel ‘looping’), dit in vergelijking met leerlingen die een andere leraar krijgen (Kennisrotonde, 2020a). De context van het po verschilt echter flink van die van het mbo. In het po is er gedurende een heel schooljaar een vaste groepsleerkracht (eventueel naast een of meer vakleerkrachten), in het mbo hebben studenten verschillende docenten voor verschillende vakken. Ook zijn studenten in het mbo uiteraard ouder dan leerlingen in het po.

De verschillen betekenen onder meer dat de contacttijd van een mbo-docent met de groep studenten korter is dan die die van leerkrachten in het po. Aannemelijk is dat het effect van looping van een bepaalde docent in het mbo kleiner is dan in het po, en daar was het al klein. Vergelijkend onderzoek naar looping in het mbo ontbreekt echter, waardoor we geen empirisch onderbouwde uitspraken hierover kunnen doen. Onderzoek naar LOB gaat vooral over de inhoud en bemensing van de begeleidingsactiviteiten, niet over de duur ervan gedurende de studie. De eerdergenoemde bevinding van Cuijpers en Bonouvrié (2020) dat LOB-taken op de ene school bij één begeleider zijn belegd en bij de andere verdeeld zijn over meer begeleiders roept bovendien de vraag naar het mogelijk verschillende effect van die twee invullingen op. Ook dit is echter niet nader onderzocht.

De door ons geraadpleegde experts beamen het belang van een goede relatie tussen LOB-er en studenten om LOB succesvol te laten zijn. Als de LOB-er langer verbonden is aan dezelfde groep, is er meer tijd om een goede relatie op te bouwen en te onderhouden. Aan de andere kant, als de match tussen de begeleider en (bepaalde) studenten niet goed is, is het wellicht beter om te wisselen van begeleider. Hoewel een langere duur niet vanzelfsprekend tot een betere relatie leidt, zijn er enige aanwijzingen dat studenten toch bij voorkeur dezelfde begeleider houden. Studenten vinden de persoonlijke relatie belangrijk, en als ze die steeds moeten opbouwen (bijvoorbeeld na een jaar), werkt dat volgens hen averechts, aldus Kariene Woudt-Mittendorff op basis van waarnemingen in het hbo (persoonlijke communicatie, 15 juli 2021). Ook in het voortgezet onderwijs lijken leerlingen een voorkeur te hebben voor een vaste begeleider gedurende de opleiding (LAKS, 2018). Of deze voorkeuren doorwerken in welbevinden, motivatie en resultaten is niet duidelijk.

Geraadpleegde bronnen 


[2] Met het noemen van deze vijf elementen volgt het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB de loopbaancompetenties in het begrippenkader zoals Marinka Kuijpers dat onder meer in haar proefschrift en oratie beschrijft (Kuijpers, 2003, 2012; Kuijpers & Scheerens, 2006).

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Lespakket
Veilig van A naar B met Streetwise Digitaal
Veilig van A naar B met Streetwise Digitaal
Probeer de nieuwe digitale leerlijn van de ANWB schooljaar 2023-2024 gratis uit. Meld je nu aan!
ANWB 
Congres
Kom naar Onderwijsinzicht - vr. 15 sep 2023
Kom naar Onderwijsinzicht - vr. 15 sep 2023
OnderwijsInzicht is het onderwijscongres voor beslissers & ICT coördinatoren PO-VO rond ICT in het onderwijs.
Kennisnet 
Lesprogramma
Duurzaam ondernemen voor kinderen!
Duurzaam ondernemen voor kinderen!
Wil jij op een speelse en toegepaste manier aan de slag met 21e-eeuwse en burgerschapsvaardigheden?
Fawaka Ondernemersschool 
E- learning module
Effectief communiceren met behulp van transactionele analyse
Effectief communiceren met behulp van transactionele analyse
Ontrafel jouw manier van communiceren
Medilex Onderwijs 
Cursus & Materiaal
Kennis & vaardigheden m.b.t. de meldcode
Kennis & vaardigheden m.b.t. de meldcode
Wil jij als leerkracht het verschil maken bij kinderen die thuis onveilig opgroeien? Kijk hoe Augeo daarbij helpt.
Augeo 
Scholing
Werkplezier en zelfreflectie
Werkplezier en zelfreflectie
We willen minder druk en meer plezier op de werkvloer, maar hoe doe je dat?
oo.nl 
Duurzaam ondernemen voor kinderen!Loopbaanoriëntatie
De rol van ouders bij keuze- en loopbaanbegeleiding
Annemieke Top
Digitaal portfolio met badges
Alles wat je in je mars hebt in je eigen hand
redactie
Tips voor mentoren in begeleiding problematiek
De morele plicht van elke mentor
Ivo Mijland
Mentoraat
Oplosmiddelvrij mentoraat: gezonder voor mentor en leerling
Ivo Mijland
De mentor als spil in de begeleiding
Beter goed gedaan dan beter geprobeerd
Ivo Mijland
Een domme mentor
Gezocht: domme mentoren (m/v)
Ivo Mijland
Ouderbetrokkenheid NeXt
Ouderbetrokkenheid NeXt, Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs
Joost Karels


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Zelfregulatie in een video van één minuut uitgelegd
Zelfregulatie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
redactie
Omix Webtalks met Remco Claassen - Ikologie in het onderwijs
Omix Webtalks met Remco Claassen - Ikologie in het onderwijs
redactie
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
Motivatie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Gezinsproblematiek en gedragsontwikkeling
Gezinsproblematiek: wat doet dit met een kind?
Hoogbegaafde kinderen homogene of heterogene klas
Wanneer voelen hoogbegaafde kinderen zich op hun plek?
Lage toetsresultaten in vo en motivatiegebrek
Zijn nederlandse leerlingen nog gemotiveerd?
Effecten leerlinggestuurd onderwijs motivatie
Vergroot leerlinggestuurd onderwijs de motivatie van leerlingen?
Effect van leesmethodes op leesvaardigheid
Welk effect hebben leesmethodes?
leren van leerlingen basis-kader-beroepsgerichte leerweg
Leren leerlingen van het vmbo anders?
Loopbaanbegeleider van invloed op welbevinden mbo-er
Heeft een vaste LOB-begeleider meerwaarde voor studenten?
Hoe bevorder je studievaardigheden en zelfsturing van laagopgeleide nt2 leerlingen?
Hoe bevorder je zelfsturing van laagopgeleide nt2-leerlingen?
Effect van inrichting van schoolgebouw
Wat is het effect van de inrichting van schoolgebouwen?
Persoonlijke competenties entreestudent opleiding mbo2
Wanneer ben je een goede entreestudent voor mbo-niveau 2?
Intrinsieke motivatie
Het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en achtergrondkenmerken
Studiemotivatie VWO plus
Studiemotivatie hoogbegaafde leerlingen in VWO-plus
Falen en succes
Van faalervaring naar leerervaring: Zijn reacties van leerlingen op lage cijfers te beïnvloeden?
Motivationele differentiatie
Invloed van cognitieve en motivationele differentiatie bij hoogbegaafde en getalenteerde leerlingen
Invloed leeromgeving vo
Invloed van leeromgeving op motivatie, zelfregulering en prestaties van potentieel excellente studenten
[extra-breed-algemeen-kolom2]



mentor
motivatie
welbevinden

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest